1814
Op 22 maart 1814 werd een eerste zeebrief verstrekt voor een tjalk de VROUW HENDRIKA, aanvrager Geert Jans Balster, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1816
Op 12 april 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een tjalk de VROUW HENDRIKA, aanvrager Geert Jans Balster, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1818
Op 2 april 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een tjalk de VROUW HENDRIKA, aanvrager Geert Jans Balster, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1820
RC 281120
Amsterdam, 26 november. Een Hollands schip, zo men meent de VROUW HENDRIKA, kapt. G.J. Balster, van Lübeck naar Amsterdam, is volgens schippersberigt, te Tonningen (opm: Tönning) ingekomen, tussen de Eider en Helgoland gezonken, doch het volk door Helgolander loodsen gered. (opm: zie RC 301120)
RC 301120
Amsterdam, 28 november. Het rapport, wegen het zinken van het schip de VROUW HENDRIKA, kapt. G.J. Balster, van Lübeck naar Amsterdam, zie de laatst voorgaande (opm: RC 281120), wordt, in een brief van Helgoland, volkomen bevestigd; zo lek zijnde, dat het met pompen niet konde bovengehouden worden, is het door de equipagie, welke niets heeft kunnen bergen, verlaten en een uur daarna gezonken.