1814
Op 19 maart 1814 werd een eerste zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1816
Op 7 maart 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1818
Op 9 juni 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1820
Op 12 augustus 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1822
Op 10 september 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1824
Op 3 september 1824 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1826
Op 8 september 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
1828
RC 201128
Amsterdam, 18 november. De Nederlandse smak DE VROUW IKA(opm: VROUW IJKA), kapt. J.H. Oortjes, met rogge en erwten van Koningsbergen naar Amsterdam, is, volgens brief van Delfzyl van de 12e dezer, die dag door een Emder visschuit aldaar in de haven gebracht. Gemelde smak had veel zeilage en touwwerk verloren, zware slagzijde en lekkage bekomen, gedurende twee etmalen geheel plat op zijde rond gedreven, zodanig, dat het water tegen de luiken stond en men daardoor alleen van de achterpomp gebruik konde maken en onder het Vlie een anker en touw moest kappen, na aldaar de 7e, 8e en 9e dito, telkens bij afwisseling, te vergeefs om een loods geseind te hebben, waardoor de kapitein genoodzaakt werd wegens vorst en ijs weder zee te kiezen en de 10e besluiten moest andermaal op de kust aan te houden, ten einde land of strand te bereiken, toen hij de volgende dag het bovengemelde vissersvaartuig ontmoette, hetwelk tegen betaling van NLG 500,00 aannam om zijn schip te Delfzijl binnen te brengen. De lading, welke men vreesde dat beschadigd was, zou onverwijld gelost worden.
1829
Op 31 augustus 1829 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor een smak VROUW IJKA, aanvrager Jacob Hendriks Oortjes, Veendam, voor zichzelf als kapitein.