1798
RC 070898
Aan deze Stad is genadert C. Jansen van Mallaga, A. H. Oldenburger , J. H. Schut en J. A. Boun van Dantzig
1802
RC06071802
te Hamburg P. Ehlers van Port a Port, N Niclassen van Bordeaux, J. Landels en W. Stewart van Londen , A. H. Oldenburger van Rotterdam
Omm27081802
Den 11 dezer zijn door het Holsteinsche Canaal gepasseerd, de Schippers den 13, J. Wolbers, A. H. Oldenburger, H. Jans, P. P Kuyper en J. Block.
Wegens het ontbreken van de scheepsnaam worden bovenstaande berichten niet in de kronieken opgenomen,
Kronieken
1814
Op 10-03-1814 wordt voor de VROUW ALIDA door kapt./ eigenaar Hendrik Roelfs Roelfsema uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
Geen scheepvaart berichten gevonden
1815
Geen scheepvaart berichten gevonden
1816
Op 04-03-1816 wordt voor de VROUW ALIDA door kapt./ eigenaar Hendrik Roelfs Roelfsema uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
Geen scheepvaart berichten gevonden
1817
Geen scheepvaart berichten gevonden
1818
Op 10-02-1818 wordt voor de VROUW ALIDA door kapt./ eigenaar Hendrik Roelfs Roelfsema uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
Geen scheepvaart berichten gevonden
1819
Op 08-02-1819 wordt voor de HELENA door kapt./ eigenaar P.A. Schuring uit Nieuwe Pekela een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
Geen scheepvaart berichten gevonden
1820
Geen scheepvaart berichten gevonden
1821
Op 09-03-1821 wordt voor de HELENA door kapt./ eigenaar P.A. Schuring uit Nieuwe Pekela een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
OHC 170721
Den 10 dezer zijn in Terschelling binnen gekomen W. C. Schoon van Roven als bijlegger wegens tegenwind en J. D. Brinkman van Hamburg. Den 11 dito P. A. Schuring van Drobach.
1822
RC 200422
Amsterdam, 18 april.
Kapt. P.A. Schuring, gevoerd hebbende het schip HELENA, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam, meldt van Pekel-A, van den 14 april, dat hij den 2 dito van Tonningen (opm: Tönning) gezeild zijnde, de volgende dag de Eems had willen binnenlopen, doch de tonnen door de harde wind verdreven en het weêr dik en mistig zijnde en geen loods kunnende krijgen, ten anker gekomen was; dan des avonds het anker brekende, was het schip tegen het strand gedreven, en, ofschoon met behulp van Blankenezer everlieden het beste anker uitgebragt werd, nog diezelfde avond vol water geraakt en tussen den 4 en 5 dito totaal verbrijzeld; de equipagie was met levensgevaar, zonder iets te kunnen bergen, gered; van de takelagie was niets, en van de lading slechts 22 balken en enige delen (opm: planken) geborgen.