Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Albert(us) Smit op de:
“Koornplanter”, dd 03 mei 1814;
“Koornzaaijer”, dd 20 februari 1815; 08 jul 1817.
Overige bijzonderheden
A.Smit verzorgde per 22 augustus 1817 vanuit Texel met de “Koornzaaijer” een troepentransport van 1 officier en 60 manschappen naar Nederlands Oost-Indië065.
Rotterdamsche Courant 15 februari 1816114
Rotterdam 14 februari. Van Maassluis wordt heden gemeld: De schepen de JONGE WILLEM SCHOONEVELD VAN NOORD, J. Mooijekind, de DRIE GEBROEDERS, A. Smit, de VRIENDSCHAP, W. Rynders, en de JONGE ELIZABETH, S. Capteyn, zijn, na verlies van ankers, touwen en verdere schaden genoodzaakt geworden, door het drijfijs, in het zogenaamde Pannengat een veilige schuilplaats te zoeken.
Rotterdamsche Courant 21 maart 1816114
Amsterdam, 13 maart. Volgens brieven van Canton. In China, in dato 3 november (opm: 1815) was het schip de KOORNZAAIJER (opm: fregat DE KOORNZAAYER), kapt. A. Smit, bezig met het laden en zou denklijk tegen het laatst van november de reis naar het Vaderland weder aannemen.
Rotterdamsche Courant 04 januari 1816114
Rotterdam, 3 januari. Volgens de Lloyds-Lyst waren den 3 augustus (opm: 1815) in de Straat-van-Sunda aangekomen de KOORNZAAIJER (opm: fregat DE KOORNZAAYER), naar Canton, en de ZEEPLOEG, Schlindehutte (opm: ook geschreven Schinderhutte, Schinderhutre, Schipderhutte, Schendehutte, Schindehutte of Schindehütte, Johannes als voornaam), naar Batavia, beide van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 03 maart 1818114
Amsterdam, 1 maart. Den 10 december, anno passato (opm: verleden jaar), zijn van de Kaap de Goede Hoop vertrokken de schepen CORNELIA, kapt. F. Sipkes, en VREDE, kapt. P. Douwes, en den 16 dito de KOORNZAAIJER, kapt. A. Smit, ….
Rotterdamsche Courant 13 juni 1818114
Amsterdam, 11 juni. In een brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 11 maart, wordt gemeld, dat kaptein S. Argentz, voerende het schip FORTITUDE, van Batavia naar Ostende gedestineerd, den 9 dito aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd, rapporteert, dat bij zijn vertrek van Batavia, op den 3 januari, in het opzeilen waren drie Hollandse schepen, vermoedelijk de CORNELIA, kaptein F. Sipkes, de KOORNZAAIJER, kaptein A. Smit, en de VROUWE IDA ALEYDA, kaptein Klaas Sipkes, van Amsterdam, alle drie in de maand december (opm: 1817) van de Kaap vertrokken. Een Zuid Amerikasche kaper, van 32 stukken, kruiste in die zeeën, en had een groot schip genomen en enige kustvaarders gemolesteerd. Zijner Majesteits oorlogschip TROMP, gecommandeerd door kaptein Wolterbeek, was uitgezonden om dezelve op te zoeken; voorts wordt gemeld, dat het schip de ZEEUW, kaptein L. Woutersen, van Canton naar Middelburg gedestineerd, tegen den 15 mei (opm: bedoeld is maart) de reize zou voortzetten.
Rotterdamsche Courant 10 september 1818114
Amsterdam, 8 september. Met brieven van Batavia, van den 6 april, heeft men tijding, dat aldaar destijds lagen de Hollandse schepen van de kapteins K. Sipkes, A. Smit en J. Duyf van Amsterdam, P.J. Pietersen, H. Wehmhoff en T.S. Waters van Rotterdam, M.D. Ihnke en P. Douwes van Dordrecht.
Het Amsterdamse schip van kaptein R. Witsen en het Rotterdamse van H. Nannings waren van Batavia vertrokken, het eerste naar Maccassar, en het laatste naar de Molukse eilanden.
En in een brief van den 27 april wordt gemeld, dat kaptein A. Smit den 15 mei de terugreis naar Amsterdam zoude aannemen. De kapiteins K. Sipkes, P.J. Pieters, H. Wehmhoff en M.D. Ihnke, hier boven gemeld, hadden nog geen bestemming, doch hadden de twee laatsten op de Japanse reis ingeschreven.
Rotterdamsche Courant 17 oktober 1818114
Amsterdam, 15 oktober. Met het schip de KOORNZAAIJER, kaptein A. Smit, den 11 oktober van Batavia in Texel binnengekomen, van waar het den 1 juni gezeild is, heeft men brieven van Batavia tot den 30 mei, volgens welke het schip JAN EN CORNELIS, kaptein J. Duyf, tegen medio juni van daar naar Amsterdam zoude vertrekken; de schepen de HOOP, kaptein M.D. Ihnken, en MARIA, kaptein H. Wehmhoff, waren voor de reis naar Japan aangenomen.
Familiegegevens en opleiding
Albert Ahlers werd geboren te Oldenburg ca 1762.
Hij was getrouwd met Johanna Maria Dirker. Johanna overleed op 23 oktober 1821, 07 uur ´s avonds in de Princestraat 26, Amsterdam, 48 jaar. Bij de aangifte was aanwezig haar man, zeeman, 59 jaar
Albert overleed op 21 december 1845 te Amsterdam, voormiddags 08 uur op de Nieuwe Zijds Voorburgwal 151, 83 jaar, weduwnaar.
Algemeen Handelsblad 25 april 1845
Advertentie. Heden overleed na een kortstondige ziekte in de ouderdom van ruim 83 jaren, onze waarde vader en behuwdvader de heer Albert Ahlers, oud-koopvaardijkapitein om de West.
Mede namens mijn broeders en zusters, A. Ahlers Jr.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.Ahlers als gezagvoerder gedurende:
* 1818 t/m 1831 van het fregat “Aurora”, gebouwd in 1815 te Stettin, 503 ton o.m., varend voor v/d Meulen & Co te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Albert Ahlers op de”
“Wilhelmina”, dd 02 november 1808 ( vlag Mecklenburg);
“Catharina Margaretha” dd. 19 juli 1814; 29 november 1819;
Pinkschop “Aurora” onder kapitein Albert Ahlers op de volgende data:
Archiefnr. 38-109, dd 16 november 1818, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 22 bemanningsleden i,c, opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, onderrtimmerman, bootmansmaar/zijlemaker, 8 matrozen, , kok, koksmaat, kajuitwachter, stuurmansjongen.
Archiefnr. 38-112, dd 24 november 1819, bestemming Suriname, boekhouder J.Preijer & Suwerkrap, 21 bemanninsleden 3 ligtmatrozen i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, ondertimmerman, kok, bootmansmaat, 6 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat, 2 jongens.
Archiefnr. 38-116, dd 19 maart 1821, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, bootmansmaat/zijlemaker, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, kuiper/ligtmatroos, kajuitwachter, stuurmansjongen.
Archiefnr. 38-117, dd 22 oktober 1821, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok/jongen, 7 matrozen, ligtmatroos/kuiper, 3 ligtmatrozen, kajuitwachter, stuurmansjongen.
Archiefnr. 38-119, dd 10 augustus 1822, bestemming Suriname, boekhouder Preijer, 19 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok/jongen, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, ligtmatroos/kuiper, hofmeester, kajuitwachter, stuurmansjongen.
Archiefnr. 38-120, dd 24 juli 1823, bestemming Suriname, boekhouder J.G. Vandermeulen & J.Preijer, 18 bemannigsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, kuiper/ligtmatroos, 4 ligtmatrozen, 2 jongens.
Archiefnr. 38-122, dd 12 juli 1824, bestemming Suriname, boekhouder J.G. van der Meulen & J.Preijer, 19 bemanningsleden i.c. opperstuurman onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, kuiper/ligtmatroos, 3 ligtmatrozen, schrijver, kajuitwachter, stuurmansjongen.
Archiefnr. 38-125, dd 15 augustus 1825, bestemming Suriname, boekhouder Johannes Preijer, 18 bemanningleden i.c. stuurman onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, kuiper/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, schrijver, jongen, koksmaat.
Archiefnr. 38-127, dd 14 juli 1826, bestemming Suriname, boekhouder Johannes Preijer, 18 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, matroos/kuiper, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, hofmeester, schrijver, jongen.
Archiefnr. 38-131, 14 oktober 1828, bestemming Suriname, boekhouder Wurfbein, 18 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 jongens.
Archiefnr. 38-129, 23 november 1827, bestemming Suriname, boekhouder Wurfbain, 19 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/timmerman, derde waak, bootsman, 2 ondertimmerlieden, kok, kuiper/matroos, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen, kajuitwachter, stuurmansjongen,
Archiefnr. 38-133, dd. 07 oktober 1829, gezagvoerder Jan Adrianus den Haan p.p. Albert Alers, bestemming Suriname, boekhouder niet ingevuld, 17 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde waak, bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 jongens.
Overige bijzonderheden
Kapitein Albert Ahlers was, samen met de koopman Ary Martens, de kapitein Fredrik Greeper en Hester Spitz, de weduwe van koopman Isaac Aron, allen te Amsterdam de verkoper voor f480,- van van de tjalk “Johanna Maria” (32 ton, gebouwd in 1784 te Papenburg) aan kapitein Jan Knobbee te Amsterdam113
Rotterdamsche Courant 17 september 1818114
Amsterdam, 15 september. De schepen CONSTANTIA, kapt. M. Spreeuw, en DE HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, den 12 september in Texel binnengekomen van Surinamen, zijn beide den 31 juli van daar vertrokken, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz; de VRYHEID, kapt. Rinse Sjeerd Rinses; JOHANNA PHILIPPINA, kapt. Willem de Boer; AURORA, kapt. Albert Ahlers; IGNATIA EN JENNY, kapt. Jan Nobel; en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Freerk Machielsen; naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 24 juli 1819114
Amsterdam, 22 juli. Kapitein Thomas Pietersz, voerende het schip SPECULATION, den 19 juli van Surinamen binnen gekomen, heeft 43 dagen reis en breng berigt, dat acht dagen na hem uit die kolonie zouden vertrekken de schepen AURORA, kapt. A. Ahlers, en ATHALANTE, kapt. J. Stoffers, beide mede naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 23 september 1819114
Advertentie. Rutger Hoijman, David Beets, Gerhard Jacob Roland Holst en Hermanus Isaac Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 27 september 1819, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip (opm: ook – onjuist - geadverteerd als Fregatschip), genaamd AURORA, gevoerd bij kaptein Albert Ahlers, lang 113 en 1 half voet, wijd 28 voet 6 duim, hol 13 voet 8 duim, het verdek 6 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 09 maart 1820114
Amsterdam, 7 maart. Kapt. A. Ahlers, AURORA (opm: pink), van Amsterdam naar Surinamen, heeft met het laatste stormweer en hoge deining, in de haven van het Nieuwe Diep liggende, schade aan het schip en tuigagie bekomen, door het aan boord (opm: langszij) liggen van het schip SUPERB, kapt. C. Weens; ook heeft het schip VICTOR, kapt. J. Johnston, deszelfs rusten verloren.
Familiegegevens en opleiding
Jan Adrianus de Haas werd geboren te Amsterdam op 25 december 1802.
Hij trouwde met Armina Ahlers, geboren te Amsterdam op 04 april 1801.
Jan overleed in 1869.003
Jan Adrianus de Haas, scheepsgezagvoerder, was één van de personen die aangifte deed van het overlijden van zijn schoonzuster Anna Margaretha Ahlers-Möller op 08 oktober 1843. Hij woonde toen op de Nieuwe Zijds Voorburgwal B151 en was 42 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.de Haas werd met nr.235 effectief lid van Zeemanshoop per 23 oktober 1827 op voorspraak van P.Kraaij. Als zijn schip is vermeld de "Jacoba Maurina"002.
Jan Adrianus de Haas, oud 25 jaar, wonende op de Nieuwmarkt tussen de Barndesteeg en de Koestraat, voerende het schip Jeannette Adelaida, werd in de Algemene Vergaderingen van 16/23 oktober 1827 van Zeemanshoop als effectief lid voorgedragen/benoemd op voordracht van kapitein P.Kraay. Zijn vlagnummer werd 235023.
J.A.de Haas was van 1847-1863 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Hij werd per 25 november 1835 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is: Van beroep verander per 01 mei 1847003.
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van “Zeemanshoop” per 25 november 1835.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het verzoek van kapitein A.Ahlers om hij zijn effectief lidmaatschap mag omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestursvergaderingen van 28 december 1848, 25 januari 1849, 26 april 1849, 22 mei 1849enm 26 juni 1849 wordt aandacht geschonken aan een verzoek van de heren Mr.H.C.Hoedeman, A.Ahlers, J.A. de Haas, H.G.Mickmershuysen en J.Rahé. In dat verzoek wordt gepleit voor het toelaten van Israeliten als lid van het College, en het veranderen van de Wet waarin voor het lidmaatschap het belijden van de Christelijke godsdienst wordt geeist. Het Bestuur adviseert negatief omdat het “Bestuur na zijne overtuiging de aanneming van het voorstel nadeelig beschouwd voor het Collegie en Weldadig Zeemans Fonds.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1849 vraagt kapitein J.A. de Haas een bus te mogen plaatsen voor de weduwene en wezen van de “in Januarij jl verongelukte visschers van Maassluis.” In de notulen dd 26 april wordt vermeld dat de opbrengst een bedrag beddroeg van f 31,45 welke door de heer de Haas zal worden doorgesluisd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 mei 1857 staat een schrijven van J.A. de Haas “toezendende een verslag van het Kon. Ned. Metereol Instituut te Utrecht wegens scheepsjournalen van Haringbuizen.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1849 staat de binnenkomst van een brief van kapitein J.A. de Haas, waarin deze verzoekt een inzameling te houden ten behoeve van de weduwen en wezen van een verongelukte visserschip uit Maassluis. De vergadering besluit een bus te plaatsen. In de vergadering van 24 april 1849 wordt meegedeeld dat er een opbrengst is van f 31,34. Op 15 mei 1849 wordt melding gemaakt van de dank van de nagelaten betrekkingen van de vishoeker “Vereeniging”.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
235 1827 fregat Jeanette Adelaide P.van den Broeke te Amsterdam
1828 geen opgave van schip en boekhouder
1829-1835 fregat Aurora Wurfbain & Co te Amsterdam
145 1836 fregat Aurora idem
1837-1841 bark Jacoba Maurina H.Bylaart te Amsterdam
1842-1844 bark Mathilda A.Ahlers Jr te Amsterdam
1845 bark Anna Margaretha idem
1846-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
41 1854-1868 geen vermelding van schip en boekhouder. Aantekening: "overleden".
Bouma025 vermeldt J.A. de Haas als gezagvoerder gedurende:
* 1828 op het 3/m schip “Jeanette Adelaide”, gebouwd 1808, 300 ton o.m., varend voor P. van de Broeke te Amsterdam;
* 1830 t/m 1837 op het 3/m schip “Aurora”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 390 ton o.m., varend voor Wurfbain & Co te Amsterdam;
* 1838 t/m 1842 op de bark “Jacoba Maurina”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 450 ton o.m., varend voor H.Bylaard te Amsterdam;
* 1843 t/m 1845 op de bark “Mathilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam.
* 1846 op het 3/m schip “” Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor A.Ahlers jr te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud-gezagvoerder J.A. de Haas, commissaris van Zeemanshoop.104.
J.A.de Haas verzorgde per 12 november 1838 vanuit Nieuwediep met de “Jacoba Maurina” een troepentransport van 6 officeiren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 mei 1839 na 185 dagen. Onderweg werd 1 militair vermist065.
“Een bijlage C, uit een “Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noordzee, bij Holland op zijn smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noordzee, voor Zeeschepen zonder last te breken.”. In deze bijlage C, worden drie scheepsgezagvoerders genoemd: J.A. de Haas, C.P.Kuijper en F.C.Jaski.
Informatie door R. van Staveren te Wilnis. Ik heb geen jaartal en verdere bronvermelding.
Maassluis, 28 maart 1843
Heden is alhier van de werf van den heer E. v.d. Hoog met goed gevolg gekoperd te water gelaten, het barkschip Mathilda, gevoerd zullende worden door kapitein J.A. de Haas, bestemd voor de vaart op Oost-Indië.
De bark Mathilda, groot 585 ton, had als reder A. Ahlers Jr. uit Amsterdam. In 1855 werd het schip verkocht aan C.E. Duyts, Amsterdam en kreeg de naam Welvaart. Onder deze naam werd de bark in 1862 verkocht naar Noorwegen.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapt. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216
18 januari 1835 Vertrokken naar Soerabaja “Met ons van de ree gezeild de Prins van Oranje, De Prinses Marianne het schip Aurora…”
21 januari 1835 ter hoogte van Rembang (N-kust van Java) “… Praaijde kapt. de Haan het schip Aurora…”
23 januari 1835 reede van Soerabaja “… daar ook kapt. de Haan Schip Aurora Kapt. de Boer het schip Prins van Oranje
10 februari 1835 reede Pasoeroeang “met ons gearriveerd het schip Prinses Marianna kaptn Admiraal en het schip Eliza kaptn Staal en op de Ree liggende kaptn de Boer het schip de Prins van Oranje…”
Datum vanaf: |
1831 |
Kapitein: |
Vries, J.A. de |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jan Adrianus de Haas werd geboren te Amsterdam op 25 december 1802.
Hij trouwde met Armina Ahlers, geboren te Amsterdam op 04 april 1801.
Jan overleed in 1869.003
Jan Adrianus de Haas, scheepsgezagvoerder, was één van de personen die aangifte deed van het overlijden van zijn schoonzuster Anna Margaretha Ahlers-Möller op 08 oktober 1843. Hij woonde toen op de Nieuwe Zijds Voorburgwal B151 en was 42 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.de Haas werd met nr.235 effectief lid van Zeemanshoop per 23 oktober 1827 op voorspraak van P.Kraaij. Als zijn schip is vermeld de "Jacoba Maurina"002.
Jan Adrianus de Haas, oud 25 jaar, wonende op de Nieuwmarkt tussen de Barndesteeg en de Koestraat, voerende het schip Jeannette Adelaida, werd in de Algemene Vergaderingen van 16/23 oktober 1827 van Zeemanshoop als effectief lid voorgedragen/benoemd op voordracht van kapitein P.Kraay. Zijn vlagnummer werd 235023.
J.A.de Haas was van 1847-1863 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Hij werd per 25 november 1835 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is: Van beroep verander per 01 mei 1847003.
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van “Zeemanshoop” per 25 november 1835.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het verzoek van kapitein A.Ahlers om hij zijn effectief lidmaatschap mag omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestursvergaderingen van 28 december 1848, 25 januari 1849, 26 april 1849, 22 mei 1849enm 26 juni 1849 wordt aandacht geschonken aan een verzoek van de heren Mr.H.C.Hoedeman, A.Ahlers, J.A. de Haas, H.G.Mickmershuysen en J.Rahé. In dat verzoek wordt gepleit voor het toelaten van Israeliten als lid van het College, en het veranderen van de Wet waarin voor het lidmaatschap het belijden van de Christelijke godsdienst wordt geeist. Het Bestuur adviseert negatief omdat het “Bestuur na zijne overtuiging de aanneming van het voorstel nadeelig beschouwd voor het Collegie en Weldadig Zeemans Fonds.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1849 vraagt kapitein J.A. de Haas een bus te mogen plaatsen voor de weduwene en wezen van de “in Januarij jl verongelukte visschers van Maassluis.” In de notulen dd 26 april wordt vermeld dat de opbrengst een bedrag beddroeg van f 31,45 welke door de heer de Haas zal worden doorgesluisd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 mei 1857 staat een schrijven van J.A. de Haas “toezendende een verslag van het Kon. Ned. Metereol Instituut te Utrecht wegens scheepsjournalen van Haringbuizen.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1849 staat de binnenkomst van een brief van kapitein J.A. de Haas, waarin deze verzoekt een inzameling te houden ten behoeve van de weduwen en wezen van een verongelukte visserschip uit Maassluis. De vergadering besluit een bus te plaatsen. In de vergadering van 24 april 1849 wordt meegedeeld dat er een opbrengst is van f 31,34. Op 15 mei 1849 wordt melding gemaakt van de dank van de nagelaten betrekkingen van de vishoeker “Vereeniging”.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
235 1827 fregat Jeanette Adelaide P.van den Broeke te Amsterdam
1828 geen opgave van schip en boekhouder
1829-1835 fregat Aurora Wurfbain & Co te Amsterdam
145 1836 fregat Aurora idem
1837-1841 bark Jacoba Maurina H.Bylaart te Amsterdam
1842-1844 bark Mathilda A.Ahlers Jr te Amsterdam
1845 bark Anna Margaretha idem
1846-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
41 1854-1868 geen vermelding van schip en boekhouder. Aantekening: "overleden".
Bouma025 vermeldt J.A. de Haas als gezagvoerder gedurende:
* 1828 op het 3/m schip “Jeanette Adelaide”, gebouwd 1808, 300 ton o.m., varend voor P. van de Broeke te Amsterdam;
* 1830 t/m 1837 op het 3/m schip “Aurora”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 390 ton o.m., varend voor Wurfbain & Co te Amsterdam;
* 1838 t/m 1842 op de bark “Jacoba Maurina”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 450 ton o.m., varend voor H.Bylaard te Amsterdam;
* 1843 t/m 1845 op de bark “Mathilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam.
* 1846 op het 3/m schip “” Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor A.Ahlers jr te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud-gezagvoerder J.A. de Haas, commissaris van Zeemanshoop.104.
J.A.de Haas verzorgde per 12 november 1838 vanuit Nieuwediep met de “Jacoba Maurina” een troepentransport van 6 officeiren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 mei 1839 na 185 dagen. Onderweg werd 1 militair vermist065.
“Een bijlage C, uit een “Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noordzee, bij Holland op zijn smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noordzee, voor Zeeschepen zonder last te breken.”. In deze bijlage C, worden drie scheepsgezagvoerders genoemd: J.A. de Haas, C.P.Kuijper en F.C.Jaski.
Informatie door R. van Staveren te Wilnis. Ik heb geen jaartal en verdere bronvermelding.
Maassluis, 28 maart 1843
Heden is alhier van de werf van den heer E. v.d. Hoog met goed gevolg gekoperd te water gelaten, het barkschip Mathilda, gevoerd zullende worden door kapitein J.A. de Haas, bestemd voor de vaart op Oost-Indië.
De bark Mathilda, groot 585 ton, had als reder A. Ahlers Jr. uit Amsterdam. In 1855 werd het schip verkocht aan C.E. Duyts, Amsterdam en kreeg de naam Welvaart. Onder deze naam werd de bark in 1862 verkocht naar Noorwegen.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapt. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216
18 januari 1835 Vertrokken naar Soerabaja “Met ons van de ree gezeild de Prins van Oranje, De Prinses Marianne het schip Aurora…”
21 januari 1835 ter hoogte van Rembang (N-kust van Java) “… Praaijde kapt. de Haan het schip Aurora…”
23 januari 1835 reede van Soerabaja “… daar ook kapt. de Haan Schip Aurora Kapt. de Boer het schip Prins van Oranje
10 februari 1835 reede Pasoeroeang “met ons gearriveerd het schip Prinses Marianna kaptn Admiraal en het schip Eliza kaptn Staal en op de Ree liggende kaptn de Boer het schip de Prins van Oranje…”
Familiegegevens en opleiding
Jan Jelles Hilbrands werd geboren/gedoopt op Ameland op 15 mei 1792/08 februari 1818 als zoon van Jelle Hilbrands, commandeur, en Anke Jans Eeuwes.
Hij trouwde te Ameland op 18 november 1818 met Maria (Marigje) Klases Sipkes, geboren/gedoopr op Ameland op 02 februari 1797/08 december 1818, dochter van Klaas Sipkes en Trynke Jacobs (Bakker). Zij was doopsgezind. Zij overleed te Amsterdam op 01 maart 1865.
Jan Jelles overleed in 1846. 003
Provinciale Groninger Courant 27 januari 1846
ELIZA (Gebr. Wittering, Amsterdam) – kapt. J. Hilbrands
Op 23.02.1846 wordt een zeebrief geretourneerd en geroyeerd wegens overlijden van de kapitein.
Jan Jelles Hilbrands was de zwager van kapitein Jacob Jacobs Klein, ook een Amelander. De vrouwen waren zusters.
In het Bevolkingsregister 1851-1855 van Amsterdam staat Maria Sipkes, weduwe, doopsgezind en geboren te Ameland op 02 februari 1797, te Amsterdam gevestigd in 1828 en thans wonend in de Groote Bickerstraat 75, buurtnummer VV 333 te Amsterdam
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Hilbrands werd met nr.230 effectief lid van Zeemanshoop per 25 september 1827 op voorspraak van K.Visman. Zijn schip was de "Julia"002.
Jan Hilbrands, oud 35 jaar, voerende de brik Prins der Nederlanden, met adres bij D.Schouwman in de Haringpakkerij, werd in de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 18/25 september 1827 voorgedragen/benoemd als effectief lid op voordracht van kapitein K.Visman. Zijn vlagnummer was 230023.
Hij werd per 30 april 1832 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
J.J.Hilbrands was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1827 t/m 1846 met de vlagnummers 230 (1827 t/m 1836) en 141 (1836 t/m 1846).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juni 1846 staat een verzoek om uitkering door de weduwe van kapitein J.J.Hilbrands geb. M.K.Sipkes. Deze wordt haar in de vergadering van 30 juli 1846 toegekend voor haar en 2 kinderen met ingang van 01 mei 1846.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 18 augustus 1846 wordt het verzoek om een uitkering behandeld van de weduwe van kapitein J.J.Hilbrands welke wordt toegekend per 01 mei 1846 voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
230 1827-1835 brik de Prins der Nederlanden Amst.Reederij Societeit
141 1836 brik de Prins der Nederlanden idem
1837-1842 bark Julia Gebr.Wittering
1843-1845 bark Eliza idem
Bouma025 vermeldt J.Hilbrands als gezagvoerder gedurende:
* 1828 t/m 1837 van de brik “Prins der Nederlanden”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 206 ton o.m., varend voor de Amsterd.Reederij Societeit te Amsterdam. Het schip werd in 1837 verkocht. Bouma spreekt ten onrechte van J.H.Hilbrands.
Verhoeff vermeldt dat het schip in 1838 werd verkocht aan B.W. van Straten te Amsterdam, die het schip herdoopte in “Alida Willemina”;
* 1838 t/m 1843 op de bark “Julia”, gebouwd in 1806, bouwplaats niet vermeld, 320 ton o.m., varend voor Gebr. Wittering te Amsterdam. In 1843 werd het casco verkocht;
* 1844 t/m 1846 op de bark “Elisa”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 411 ton o.m., varend voor Gebr. Wittering te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
“De Drie Gebroeders" onder kapitein Sikke IJsbrands Parma op de rede van Paramaribo057:
30 october 1837 "... Heden gearriveerd captijn Hilbrand het barkschip Julia van Amsterdam 47 dagen rijs".
07 november 1837 "... haalden ... van captijn Hilbrands 2 manden aardappelen ...".
01 januari 1838 "... toen vertrok hier captijn Hilbrands bark Julia naar Amsterdam ...".
Monsterrol dd. 26 augustus 1837 van de bark "Julia" onder gezag van Jan Hilbrands en met 15 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Gebr. Wittering011.
Rotterdamsche Courant 14 februari 1828114-
Amsterdam, 12 februari. ….
….Kapt. J. Hilbrands, voerende het brikschip DE PRINS DER NEDERLANDEN, de 14e november uit Texel naar Fernambuck gezeild, meldt dat hij aldaar in 35 dagen gearriveerd is; het schip had hem in het zeilen bijzonder voldaan, zijnde de 10e dag na zijn vertrek uit Texel gezeild bij Madeira en de 30e dag de linie gepasseerd.
Rotterdamsche Courant 25 maart 1828114
Amsterdam, 23 maart. Uit het Vlie is gezeild de stoomboot WILLEM DE EERSTE, kapt. van den Oever, naar Hamburg.
AH 260328 Het schip DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, de 14e november uit Texel gezeild naar Fernambuck, is de 2e februari weer van daar vertrokken en de 20e maart in Texel terug gekomen; hebbende dus de uit- en tehuisreis in vier maanden en zes dagen afgelegd.
Rotterdamsche Courant 04 maart 1830114
Amsterdam, 2 maart. Kapt. J.F. Spiegelberg, van Suriname in Texel binnen, rapporteert, dat de 12e januari, zijnde de dag van zijn vertrek van Suriname, kapt. J.N. Klint, die met zijn schip van Amsterdam aldaar arriveerde, hem onder het praaien toeriep, dat hij gevolgd werd door het schip IPENRODE, kapt. M. Charlau, mede van Amsterdam; kapt. Spiegelberg reeds in zijnde, zag dan ook werkelijk een schip naar de rivier koers zetten. Voorts zou het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, weinige dagen na hem en het schip DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, de 15e januari van Suriname naar Amsterdam vertrekken…..
Algemeen Handelsblad 10 maart 1830114
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Nederlandse koloniën:….
….Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. Jan Hilbrands, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher…..
Algemeen Handelsblad 26 maart 1831114
Volgens brief van een van de passagiers met het schip DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, den 17 januari te Suriname gearriveerd, heeft gemeld schip op reis zeer slecht weer uitgestaan, den 24 november uit Texel gezeild zijnde en met goede wind waren zij in 3 dagen buiten Het Kanaal, doch even erdoor zijnde, werd hetzelve door een vreselijke storm overvallen, die tot 30 november aanhield; den 3 december op de Portugese kust opnieuw door een 5 dagen aanhoudende storm belopen; den 6 dito sloeg het water door een geweldige stortzee over het gehele schip, waardoor de verschansing aan gruis en in het kombuis de deur aan spaanders en bijna door de verschansing aan bakboord in zee sloeg. Het water drong door tot tussendeks en de kajuit stond blank, doch kregen met pompen het schip weer lens. Den 9 dito werd het weer opnieuw zeer slecht, vergezeld van donder, bliksem, hagel en regen en verschrikkelijk hoge zee, zodat men geen zeil kon voeren; het weer toen enigszins bedarende, hadden zij het geluk na 21 etmalen in zee geweest te zijn, Madeira te bereiken, aldaar 10 volle dagen met tegenwind te kampen gehad, doch eindelijk met de passaatwind de reis naar Suriname voortgezet. De 75 soldaten als transport aan boord, hadden zich wel gedragen, doch door de belopen stormen soms 10 op één dag ziek, echter door de zorgvuldige oppassing van de aan boord zijn de dokter Metting (welke met de revolutie met achterlating van vrouw, kinderen en bezitting uit Namen had moeten vluchten) weer alle hersteld en behouden te Suriname gearriveerd.
Algemeen Handelsblad 21 juli 1831114
Volgens brief van Suriname in dato 5 juni, (per DE GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman), was vóór gemelde schip vandaar naar Amsterdam vertrokken, de CATHARINA ANNA HELENA, kapt. P.H. Bos en zouden de schepen DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, naar Amsterdam en de COLUMBUS, kapt. J. de Gorter, naar Rotterdam, half juni mede de terugreis aannemen…..
Rotterdamsche Courant 23 juli 1831114
Amsterdam, 21 juli. Volgens brief van Suriname, van den 5 juni, zouden den 15 dito van daar vertrekken de schepen DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands en DE JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, beide naar Amsterdam, alsmede COLUMBUS, kapt. J. de Gorter, naar Rotterdam.
Algemeen Handelsblad 23 april 1832114
Texel, 20 april. Binnengekomen: HARMONIE, kapt. F. Lange, van Suriname; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Roperhoff, van Suriname; PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Havanna, ligt in quarantaine;….
Java Courier 29 januari 1833114
Batavia, 27 januari. Gisteren is alhier gearriveerd de bark RIBBLE, kapt. S. van Delden, de 22 september vertrokken van Rotterdam, en heden de brik PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, met een passagier, de 6 september vertrokken van Baltimore.
Algemeen Handelsblad 30 januari 1835114
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Texel, 28 januari. CHRISTINA BERNARDINA, kapt. J.A. Strup, van Soerabaya; PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Suriname; VRIESLANDS WELVAREN, kapt. D. Hagenaar, voor wijlen F.D. van Veen, van Suriname; JONGE CHRISTOFFEL, kapt. C. Wyekamp, van Sunderland naar Yarmouth als bijlegger; JONGE JACOB, kapt. V.H. Kramer, van St. Thomas.
Zeepost 27 februari 1838 – 14114
Volgens brief van kapt. J. Hilbrands, voerende het schip (opm: bark) JULIA, van Suriname den 25 februari in Texel binnen, heeft hij gedurende de reis veel stormen doorgestaan en in het bijzonder op de gronden buiten het Kanaal, alwaar hij van den 14 op den 15 dezer een orkaan uit het zuidoosten heeft gehad, waardoor de verschansingen gedeeltelijk weggeslagen zijn, en meer dan gewoonlijk moest pompen. Vele naden van boven op het dek waren ontzet, waardoor hij veronderstelde het water doorgedrongen moest zijn en enige schade aan de lading toegebracht. Na die tijd was het schip wederom zo dicht als te voren, zo dat het van onder niet mankeerde.
Zeepost 17 maart 1838 – 30114
Te Amsterdam zijn den 16 dezer gearriveerd, onder meer andere, de schepen JULIA, kapt. Hilbrands, van Suriname met suiker en katoen,….
|