De MARIA ELISABETH is in 1801 in Västervik, Zweden voor Zweedse rekening gebouwd. In de agenda van de uitgegeven Zweedse zeebrieven wordt het schip getypeerd als een bark. Alle zes Nederlandse koopbrieven en eigendomsverklaringen noemen het schip echter een fregat; mogelijk is het schip na aankoop uit Zweden vertuigd als onderdeel van de ‘2/3evernieuwing’ zoals op 1 december 1815 wordt verklaard. De naam van de scheepsbouwer kon in Zweden niet worden achterhaald.
Reeds in september 1802 werd het tijdens een veiling in Amsterdam verkocht aan de firma von Ponickau & Co. te Amsterdam. Als LIEVE MOES ging het schip onder kapt. J.C. Jandroep in de vaart, waarbij haar eerste reis onder Nederlandse vlag naar St. Eustatius in West-Indië ging.
Na de afkondiging door de Engelsen van de blokkade van het Continent in 1806 werd het moeilijk om onder Nederlandse vlag van kapers gevrijwaard te blijven. Een groot aantal schepen zocht zijn heil in een buitenlandse vlag die meer bescherming bood, waarbij vooral het kleine en door Napoleon over het hoofd geziene graafschap Kniphausen aan de Weser populair werd. Toen de Nederlandse schepen in 1811-1812 dreigden gefranchiseerd te worden, d.w.z. onder Franse vlag moesten varen, vond opnieuw een aantal de weg naar het buitenland, alhoewel die naar Kniphausen inmiddels was afgesneden. De LIEVE MOES stond in 1812-1813 geregistreerd in Altona, aan de Elbe, dat toen deel uitmaakte van het Koninkrijk Denemarken; wanneer die vlagwisseling had plaatsgevonden kon niet worden achterhaald. Toen de LIEVE MOES in januari 1815 vanuit Liverpool Antwerpen binnen liep voer ze onder Russische vlag. De verschillende vlagwisselingen zijn helaas slecht te volgen. In elk geval wilde de rederij het schip nu weer onder Nederlandse vlag brengen hetgeen gelukte met de afgifte van de Nederlandse zeebrief op 22 februari 1815.
1802
RC 070902
Advertentie. H. Snyders en C. Schuurman, makelaars, zullen op maandag den 27 september 1802, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, ’s avonds ten zes uren, verkopen: Een extra welbezeild fregatschip, genaamd MARIA ELISABETH, kapitein Carl D. Hanberg; is in het jaar 1801 nieuw uitgehaald, lang 95 voet, wijd 25 voet 10 duim, hol 12 voet; verdek 6 voet, gemonteerd met 4 stukken kanon: Breder bij den inventaris en bericht bij gemelde makelaars.
1803
KCO 000003
Gedelibereerd zijnde op een missive van de Raad der Marine, van den 7 dezer maand.
Is, overeenkomstig de, daar bij, gedane voordragt, uit krachte van de wet van den 29 te voren, (den 30 december 1802, No.3 ingekomen) houdende qualificatie tot het verlenen van Turksche Passen voor schepen, hier te lande niet gebouwd, besloten, de Raad der Marine te autoriseren, zo als geschiedt bij dezen, tot het doen uitreiken van Turksche Passen aan Ponikau & Comp, voor het schip de LIEVE MOES, schipper Jan Cornelis Jan Droep, gedestineerd naar St. Eustatius, aan S. van Nooten Jansz, voor het schip the PRETTY, schipper F.T. van Braam, gedestineerd naar Suriname, en aan Fraissinet & Zoon, voor het schip HET VERTROUWEN, schipper Jan Pullen, gedestineerd naar de West-Indies, en zulks onder de bepalingen bij dat Besluit vermeld, en mits de Requestranten beloven, de voorschreve schepen, nimmer aan anderen, geen Ingezetenen dezer Republiek zijnde, te zullen verkopen.
1815
Op 22 februari 1815 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de LIEVE MOES, aangevraagd door Johann August von Ponickau, Amsterdam, voor kapitein Jan Cornelis Jandroep.
OHC 030115
Te Ramsgate zijn binnengelopen de schepen ONVERWAGT, kapt. J. Runken (opm: sloepschip, kapt. Jacob Remken), van Aberdeen naar Rotterdam, en de LIEVE MOES (opm: fregat), kapt. J.C. Jandroep, van Liverpool naar Antwerpen; het heeft een anker verloren.
RC 050115
Den 28 december is te Margate, zeer lek en beschadigd, binnengebragt het schip de ZEEPLOEG, kapt. L. Yscolle (opm: poon; kapt. Lambert IJsbrands Colle), van Amsterdam naar Londen, had een anker en touw verloren.
Te Ramsgate zijn binnengelopen de schepen de LIEVE MOES (opm: fregat), kapt. J.C. Jandroep, van Liverpool naar Antwerpen, en de VROUW GESINA, kapt. D.J. Greeve, van Stettin naar Bordeaux.
RC 190115
Te Vlissingen is binnengekomen het schip de LIEVE MOES, kapt. J.C. Jandroep, van Liverpool naar Antwerpen, laatst van Ramsgate.
BEK 170115
Antwerpen. Staat der haven van den 17 januari 1815
Aangekomen het Russisch schip de LIEVE MOES, kapt. Jean Droep. (opm: fregat, kapt. Jan Cornelis Jandroep; op 22 februari 1815 verkreeg het schip een eerste Nederlandse zeebrief, welke in eerste instantie was aangevraagd om het schip van Antwerpen naar Amsterdam te laten verzeilen)
1817
Op 31 maart 1817 werd een Turkse Pas, gedestineerd naar Curaçao, verstrekt voor de LIEVE MOES, aangevraagd door J.A. von Ponickau, Amsterdam, voor kapitein J.C. Jandroep
Op 22 november 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LIEVE MOES, aangevraagd door J.C. von Ponickau, Amsterdam, voor kapitein J.C. Jandroep.
RC 310517
Amsterdam, 29 mei. Volgens een brief van Jan Cornelis Jandroep, voerende het fregatschip de LIEVE MOES, van Curaçao naar Amsterdam gedestineerd, geschreven den 19 mei, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point), was hij aldaar zeilende, doch zou, bijaldien de wind niet gunstig genoeg was om Texel spoedig te bereiken, genoodzaakt zijn om een Engelse haven aan te doen, ten einde zich van levensmiddelen en water te voorzien, waaraan hij gebrek begon te krijgen; zijnde reeds den 24 februari van Curaçao vertrokken en door vele stormen en contrarie wind opgehouden.
1818
RC 140318
Amsterdam, 12 maart. Het schip (opm: fregat) LIEVE MOES, kapt. J.C. Jandroep, van Amsterdam naar Curaçao, was den 5 maart van Deal te Ramsgate binnengekomen.
1819
CCR 310719
Curaçao, 29 juli. Uitgeklaard LIEVE MOES (opm: fregat), kapt. J.C. Jandroep, naar Amsterdam.
RC 230919
Amsterdam, 21 september. Kapt. De Ronde is den 31 juli vertrokken, en met hem de schepen de GOEDE TROUW en LIEVE MOES. Dezelve heeft bij St. Domingo in goede staat gepraaid, den 4 augustus, de GONNEMIE naar Rotterdam, en ANNA MARIA naar Amsterdam.
RC 141019
Amsterdam, 12 oktober. Het schip de LIEVE MOES, kapt. J. Droep (opm: fregat, kapt. Jan Cornelis Jandroep), eergisteren binnengekomen, is met zeil maken naar de rede op de Laan aan de grond geraakt, doch heden weder vlot geworden en op de rede geankerd.
1820
Op 9 juli 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SIMONETTA MARIA, aangevraagd door de firma Cornelis Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor kapitein Gerrit Hendrik Ahlers. Voor deze combinatie werd tevens een Turkse Pas verstrekt, gedestineerd naar Suriname.
RC 070320
Amsterdam, 5 maart. Den 2 maart, tegen de avond, verhief zich alhier de wind, die reeds de gehele dag hard gewaaid had, tot een geweldige storm uit het N.O; verscheidene ligters met koffij en suiker voor de Haarlemmer-boom liggende, waren genoodzaakt naar binnen te vlugten. Vele schepen voor de stad liggende zijn meer of min beschadigd geworden; onder deze noemt men de LIEVE MOES (opm: fregat), kapt. H. van der Woude, welke, aan een werf op het Bikkers-eiland liggende, aan het drijven geraakt is en schade toegebragt heeft aan de schepen AMSTERDAM (opm: brik), kapt. Jan Blok, HARMONIA (opm: HAMMONIA, Hamburger vlag), kapt. Oeble Oebles de Jong en PRINS CHRISTIAAN VAN AUGUSTURENBURG (opm: driemast hoeker PRINS CHRISTIAN VAN AUGUSTENBURG), kapt. C. Furst. De pink het SCHOON VERBOND, kapt. C. de Boer, in de Breeuwwaal liggende, is, na dat deszelfs touwen doorgeveild waren, dwars tegen de Kalkmarkts-sluis gedreven. Ook is de Amerikase brik WILLIAM AND HENRIJ, kapt. Job West, bij de Hannekes-boom tegen de gording geworpen.
RC 040420
Advertentie. J. Luijt Pz, J. Corver en J. Altena, makelaars, zullen, op maandag den 10 april 1820, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair wel bezeild gekoperd fregatschip, genaamd de LIEVE MOES, gevoerd door kapitein Jan Cornelis Jandroep, thans door kapt. H. van der Woude, lang 96 voet, wijd 25 voet 9 duim, hol 11 voet 5 en 1 halve duim; het verdek hoog 6 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris, zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop, berigt bij de makelaars.
1821
RC 160621
Amsterdam, 14 juni. Kapt. A. Hansen, voerende het schip AMICITIA, den 12 juni in Texel binnen van Suriname, is den 12 april van daar vertrokken; dezelve berigt, dat voor hem gezeild is het schip (opm: fregat) SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; beiden naar Amsterdam.
RC 190621
Rotterdam, 18 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 15 juni 1821: het schip de SIMMONETTA MARIA, Alckers (opm: fregat SIMONETTA MARIA, G.H. Ahlers), van Suriname naar Amsterdam, is den 9 mei uit nood te Charleston binnengelopen.
1822
Op 1 oktober 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SIMONETTA MARIA, aangevraagd door de firma Cornelis Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor kapitein G.H. Ahlers. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt gedestineerd naar Suriname.
1823
AC 141023
Texel, 12 oktober, Heden zijn alhier gearriveerd de schepen SIMONETTE MARIA (opm: fregat SIMONETTA MARIA), kapt. G.H. Ahlers, van Suriname en ZEEMEEUW (opm: kof), kapt. V. Plug, van Londen.
1825
Op 19 maart 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SIMONETTA MARIA, aangevraagd door de firma Cornelis Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor kapitein G.H. Ahlers. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.
AC 020625
Texel, 31 mei. De wind NO. Uitgezeild: SIMONETTA MARIA (opm: fregat), kapt. G.H. Ahlers, naar Suriname.
RC 201025
Amsterdam, 18 oktober. Kapitein T.C. Claus (opm: voerende het fregat SURINAAMSCHE VRIEND), is den 31 augustus van Suriname gezeild, tegelijk met de schepen de JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. J. Smith, de SNELHEID, kapt. J.H. Frijburgh, HET HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, SPECULATION, kapt. Th. Pietersz. en SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; allen naar Amsterdam.
AC 081125
Texel, 6 november. Binnengekomen: Den 5 na posttijd: SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers, van Suriname.
1826
Op 6 mei 1826 werd Turkse Pas verstrekt voor de SIMONETTA MARIA, aangevraagd door de firma Cornelis Frijmersum & Zoon, Amsterdam, voor kapitein G.H. Ahlers.
RC 280926
Amsterdam, 26 september. Scheepvaartberichten:
15 augustus is het schip SIMONETTA MARIA (opm: fregat), kapt. G.H. Ahlers van Suriname gezeild, naar Amsterdam.
1829
Op 5 mei 1829 wordt de zeebrief van de SIMONETTA MARIA, kapt G.H. Ahlers, door de Ontvanger te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd met de opmerking ‘schip wordt gesloopt’.
AH 110429
Rutger Hoyman en Hermanus Isaac Rietveld, makelaars zullen op maandag de 27e april 1829, des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, verkopen: een gekoperd pinkschips-hol (opm: sedert 1802 tot 1821 in verschillende akten en cedulen aangeduid als een fregat), genaamd SIMONETTA MARIA, mitsgaders een aanzienlijke partij scheepsgereedschappen, bestaande in: ankers, touwen, zeilen, rondhouten enz. Breder bij notities en bericht bij de makelaars.
(opm: het in 1801 te Västervik, Zweden gebouwde schip, laatst bevaren door kapt. G.H. Ahlers, werd verkocht voor de sloop getuige de bemerking op de op 5 mei 1829 ingeleverde zeebrief ‘schip wordt gesloopt’)