Inloggen
GOEDE VERWACHTING - ID 12333


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1816-07-15 / 1840-02-17 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1800
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Built abroad
Delivery Date: 1800-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 98.00 lasts
Gross Tonnage 2: 185.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 24.40 Meters Registered
Beam: 4.42 Meters Registered
Depth: 3.87 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1816
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: lang voer stevens 89 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen zijn huid 24 voet 10 duim, hol in het ruim bij eerste balk voor grootluik op zijn uitwatering 11½ voet, het verdek bij eerste balk voor grootluik hoog aan boord 5 voet, alles Amsterdamse maat

Datum 27-09-1822
Type: Remeasurement
Omschrijving: Eigendomscedule d.d. 27 september 1822 geeft aan: 100 lasten of 200 zeetonnen

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1816
Datum agenda: 1816-07-15
Register nr: 18160583
Scheepsnaam: GOEDE VERWACHTING
Type: Kof
Lasten: 53
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hasselgreen, Jan en Carl; Bodeman, Johan Bernhard;
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Bodeman, Johan Bernhard
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Hooijman en Zoon, S.J. en Bodeman, Jan Hendrik
Bodeman Johan Bernhard

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 18??-00-00 CONCORDIA
Manager: Nils Westermark
Eigenaar: partenrederij
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Onbekend

Date/Name Ship 1816-03-27 GOEDE VERWACHTING
Manager: Jan en Carl Hasselgreen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Jan en Carl Hasselgreen & Johan Bernhard Bodeman, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: 16.000,-. Waarschijnlijk al een partenrederij

Date/Name Ship 1822-09-27 GOEDE VERWACHTING
Manager: Jan Hendrik Bodeman, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1835-06-01 VERWACHTING
Manager: Firma J. & Th. van Marselis, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1838-09-01 VERWACHTING
Manager: Firma Harmens & Zonen, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Harmens & Zonen, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van de brik de GOEDE VERWACHTING d.d. 31 juli 1818:
Firma Jan & Carl Hasselgreen, Amsterdam, boekhouders, 2/8e part
Johan Bernhard Bodeman, Amsterdam, schipper, 3/8e part
Overige 3/8e part niet benoemd, zie eigenaren d.d. 25 augustus 1820

Eigenaren van de brik de GOEDE VERWACHTING d.d. 25 augustus 1820:
Firma Jan & Carl Hasselgreen, Amsterdam, boekhouders, 2/8e part
Johan Bernhard Bodeman, Amsterdam, schipper, 3/8e part
Jan Hendrik Bodeman, Amsterdam, 2/8e part
Firma J.S. Hooyman & Zoon, Amsterdam, 1/8e part

Bijlage 37 , Eigenaren van de brik de GOEDE VERWACHTING d.d. 27 september 1822:
Jan Hendrik Bodeman, Amsterdam, boekhouder, 2/8e part
Johan Bernhard Bodeman, Amsterdam, schipper, 3/8e part
Firma J.S. Hooyman & Zoon, Amsterdam, 1/8e part
C.R. de Hasselgreen, geboren Spiering, Amsterdam, 1/8e part
H. Spiering van Beloys,Tiel?, 1/8e part

bijlage bij acte 17 van 1 juni1835, brik de VERWACHTING
eigenaren per primo juni 1835:

firma J.& T. van Marselis, Amsterdam (boekhouders en 1/4e part)
M.A. Tuyll van Serooskerken, geboren Van Marselis, Utrecht (1/4e part)
A.C. van Eelde, Utrecht (1/4e part)
J.J. van Winter, Amsterdam (1/8e part)
J.G. van der Meulen, Amsterdam (1/8e part)

Ship Events Data

1838-08-20: Sold at auction
Advertentie. H.J. Rietveld en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen op maandag de 20e augustus 1838, ’s avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen een extra welbezeild tweedeks brikschip de VERWACHTING gevoerd bij kapt. H.K. Hillers lang volgens Nederlandse meetbrief 24 el 40 duim, wijd 4 el 42 duim, hol 3 el 87 duim, en alzo groot 185 tonnen of 98 lasten. Verder met al deszelfs opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen.
Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.
1838-10-26: Sprang a leak
Het schip DE VERWACHTING, kapt. H.K. Lindegaard (opm: brik, kapt. N.M. Lindegaard), van Amsterdam naar Havana, is den 26 oktober 1838 lek te Ramsgate binnengelopen.
1839-09-18: Damaged
Het schip de VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Harlingen vertrokken, is de 18e september 1839 met verlies van zeilen en met meer andere schade te Harwich binnengebracht.
1840-00-00: Final Fate: Condemned

Het schip DE VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Havana naar Amsterdam, met schade te Tenby binnengebracht, is volgens brief van daar van de 17de februari 1840 afgekeurd geworden.
1840-01-23: Sprang a leak
Het schip DE VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Havana naar Amsterdam, lek te Tenby binnengelopen - zie ons nommer van de 27e dezer - is volgens brief van daar van de 23ste januari aldaar ontramponneerd en zwaar lek binnengebracht en had verschansingen, rusten verloren en meer andere schade bekomen, moest lossen om te repareren.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

brik “Concordia”

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 02 maart 1816

Advertentie. J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, F. der Kinderen en H. Gullen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 11 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement (op de Haarlemmerdijk), verkopen: een extraordianir welbezeild Brikschip, genaamd CONCORDIA, gevoerd door kapt Andreas Johan Tenger, lang over steven 89 voet, wijd, binnen zijn huid, 24 voet 10 duim, hol, in het ruim, 11 en 1 half voet, het verdek hoog aan boord / (opm: onleesbaar) voet, alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Tenger, Andreas Johan
Overige informatie: 1814 - 1816

Familiegegevens en opleiding

Zie voor nadere bijzonderheden over de kapiteinsfamile Bodeman bij Johan Herman Bodeman.

 

De schepen van de kapitein

In het Stadsarchief van Amsterdam is in inventaris 5081-7149-268 een akte van onderhandse koop/verkoop dd Amsterdam 19 oktober 1814 van de kof “Friedrich”, thans genaamd de “Vigilantie”. De verkoper was Johann Hermann Bodeman, Menslagen (Osnabrugse land).

Eigenaar / aankoper was Hendrik Klinkert Bastiaansz., cargadoor te Amsterdam, voor de firma Bastiaan Klinkert & Zoon, met als mede-reders Arnoldus Ameshoff (1/8e), Nan Bakker & Pieter Groot (1/8e part) en Martin & Claus Noiten (??) (ook 1/8e part).

De kapitein was Johann Bernhard Bodeman. De prijs was f 2450,-  en de akte passeerde voor notaris Pieter Fredrik Baum te Amsterdam

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevat de volgende monsterrol:

38-94     07 november 1814, schip “De Vigilantie, kapitein Johann Bernhard Bodeman, bestemming Londen, correspondent Klinker, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen.

38-97     11 juli 1815, kof “Figelantie”, kapitein Johan Bernhard Boodeman, bestemming Londen, correspondent Klinker, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, 3 matrozen, jongen en een kajuitwachter.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011 bevat uit de periode 1814-1832 monsterrollen van de “Vigelantie” en de “Goede Verwagting” onder gezag van kapitein Johan Bernard Bodeman.

 

Bouma025 vermeldt J.B.Bodeman als gezagvoerder gedurende:

*    1816 t/m 1835 op de brik “Goede Verwachting”, gebouwd in 1801, 185 ton o.m., varend voor J.& H.Bodeman te Amsterdam. Het schip werd in 1835 geveild.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Johan Bernard Bodeman op de:

“Vigilantie”, dd 07 november 1814; 11 juli 1815;

“Goede Verwagting”, dd 19 augustus 1817; 07 september 1818; 13 september 1819;, 14 september 1821;, 20 september 1822; 25 september 1823; 01 oktober 1824; 09 september 1825; 04 augustus 1827; 24 oktober 1828; 15 september 1829; 08 november 1830 en 21 september 1832.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 12 maart 1816114

Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 18 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VIGILANTIE, gevoerd door kaptein Johann Bernhard Bodeman, lang over steven 87 voet, wijd, binnen zijn huid 21 voet 7 duim, hol, in het ruim 10 voet 4 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Nadere onderrigting te bekomen bij voornoemde makelaars en bij Bastiaan Klinkert & Zoon.

 

Rotterdamsche Courant 13 april 1822114

Amsterdam, 11 april. De schepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, en ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, zouden in het begin van maart van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Bodeman, Johan Bernard
Overige informatie: 1816 - 1826

Familiegegevens en opleiding

Thomas Thomasz. Bodeman werd geboren c. 1793 te Menslage als zoon van Thomas Bodeman, koopvaardijkapitein en Maria Schechtman. Hij trouwde op 07 mei 1824 te Amsterdam met Maria Josina Bodeman (geboren en gedoopt te Amsterdam  in de Hersteld Lutherse Kerk op 28 maart 1804 en overleden te Amsterdam op 16 oktober 1842). Thomas was naast koopvaardijkapitein ook koopman en woonde te Amsterdam. Hij overleed te Amsterdam op 23 augustus 1849.

Informatie uit “Oude Sporen”, afdelingsblad van de afdeling Gooiland van de Nederl. Geneal. Vereniging 14 (1):5-7, maart 2003.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Th.Bodeman werd met vlagnummer 101(sic) effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop per 15 januari 1825 op voorspraak van D.Krayer. Vermeld is voorts: “Is honorair lid geworden”. Geen vermelding van schip 002.

In de lijsten in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart staat T.Bodeman met nr.102 en J.S.Okkes met nr.101, d.i. net omgekeerd aan de opgave in het inschrijfregister. 

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 08/15 februari 1825 is vermeld dat Thomas Bodeman, oud 30 jaar, wonende op de Oudezijds Voorburgwal bij de Gereformeerde Oude Kerk is voorgedragen/benoemd als effectief lid op voordracht van D.Krayer en met vlagnummer 102(!)023. (Hieruit blijkt dat de opgave van nummer 101 in het Inschrijfregister een verschrijving is).

“Na de dood van Jan Hendrik Bodeman en zijn vrouw Trijntje Hessels kwam de hofstede Nieuweroord (een buitenplaats te Hilversum) in handen van de kinderen van Maria Josina Bodeman die gehuwd was met Thomas Bodeman Thomasz. Maria Josina overleed in 1842. Haar weduwnaar Thomas werd aangesteld als beheerder van Nieuweroord voor zijn kinderen”

Uit: “Oorden van Schoonheid. Buitenplaatsen en landgoederen in Hilversum” Red. Ton Coops, . 2000, Uitgeverij Verloren, Hilversum. Hierin het artikel “Verzonken Romantiek. Nieuweroord” door Harry van der Voort. p. 145-162.

Zie voor nadere bijzonderheden over de kapiteinsfamile Bodeman bij Johan Herman Bodeman.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1830 verzoekt Th.Bodeman Thz om van effectief lid honorair lid te mogen worden hergeen wordt toegestaan. 042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         102                  1825                geen opgave van schip en boekhouder

                               1826-1827            brik         De Goede Verwachting      J.en H.Bodeman

                               1828-1829            geen opgave van schip en boekhouder

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevat de volgende akten met kapitein Thomas Thomasz Bodeman als gezagvoerder van de:

“Goede Verwagting”, dd 23 augustus 1826;

“Drie Vrienden”dd 14 maart 1832; 08 juni 1832

 

Bouma025 vermeldt geen T.Bodeman bij de schepen “Goede Verwachting” en “Drie Vrienden“ . Dit kan er op duiden dat deze schepen vóór 1820 zijn gebouwd, daar Bouma alleen de schepen uit de periode 1820-1900 behandelt.

 

Overige bijzonderheden

Geen.

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Bodeman, Thomas Thomasz
Overige informatie: 1826 - 1827

Familiegegevens en opleiding

Zie voor nadere bijzonderheden over de kapiteinsfamile Bodeman bij Johan Herman Bodeman.

 

De schepen van de kapitein

In het Stadsarchief van Amsterdam is in inventaris 5081-7149-268 een akte van onderhandse koop/verkoop dd Amsterdam 19 oktober 1814 van de kof “Friedrich”, thans genaamd de “Vigilantie”. De verkoper was Johann Hermann Bodeman, Menslagen (Osnabrugse land).

Eigenaar / aankoper was Hendrik Klinkert Bastiaansz., cargadoor te Amsterdam, voor de firma Bastiaan Klinkert & Zoon, met als mede-reders Arnoldus Ameshoff (1/8e), Nan Bakker & Pieter Groot (1/8e part) en Martin & Claus Noiten (??) (ook 1/8e part).

De kapitein was Johann Bernhard Bodeman. De prijs was f 2450,-  en de akte passeerde voor notaris Pieter Fredrik Baum te Amsterdam

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevat de volgende monsterrol:

38-94     07 november 1814, schip “De Vigilantie, kapitein Johann Bernhard Bodeman, bestemming Londen, correspondent Klinker, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen.

38-97     11 juli 1815, kof “Figelantie”, kapitein Johan Bernhard Boodeman, bestemming Londen, correspondent Klinker, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, 3 matrozen, jongen en een kajuitwachter.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011 bevat uit de periode 1814-1832 monsterrollen van de “Vigelantie” en de “Goede Verwagting” onder gezag van kapitein Johan Bernard Bodeman.

 

Bouma025 vermeldt J.B.Bodeman als gezagvoerder gedurende:

*    1816 t/m 1835 op de brik “Goede Verwachting”, gebouwd in 1801, 185 ton o.m., varend voor J.& H.Bodeman te Amsterdam. Het schip werd in 1835 geveild.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Johan Bernard Bodeman op de:

“Vigilantie”, dd 07 november 1814; 11 juli 1815;

“Goede Verwagting”, dd 19 augustus 1817; 07 september 1818; 13 september 1819;, 14 september 1821;, 20 september 1822; 25 september 1823; 01 oktober 1824; 09 september 1825; 04 augustus 1827; 24 oktober 1828; 15 september 1829; 08 november 1830 en 21 september 1832.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 12 maart 1816114

Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 18 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VIGILANTIE, gevoerd door kaptein Johann Bernhard Bodeman, lang over steven 87 voet, wijd, binnen zijn huid 21 voet 7 duim, hol, in het ruim 10 voet 4 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Nadere onderrigting te bekomen bij voornoemde makelaars en bij Bastiaan Klinkert & Zoon.

 

Rotterdamsche Courant 13 april 1822114

Amsterdam, 11 april. De schepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, en ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, zouden in het begin van maart van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Bodeman, Johan Bernard
Overige informatie: 1827 - 1834

 

Familiegegevens

Engel Douwes werd geboren op 03 september 1787 te Oostzaandam en gedoopt op 19 februari 1804 te Amsterdam als zoon van Pieter Douwes en Engeltje Dekker. Het gezin was doopsgezind.

Het kerkelijk huwelijk werd op 13 november 1808 te Ballum op Ameland gesloten met Sytske Eeltjes Klein, geboren te Hollum in 1782 en gedoopt te Zaandam, als dochter van Eeltje Sjoerds Klein en Claaske Jans Nagtegaal. Zij overleed op 05 mei 1846 te Amsterdam.

Engel overleed te Amsterdam op 25 juli 1850. Zijn beroep was zeeman, gezagvoerder.

 

Engel Douwes Dekker werd geboren te Zaandam op 03 september 1787. Hij huwde met Sytske Eelkes (Klein), geboren te Holm (Ameland) op 04 augustus 1782. Lid van het Weldadig Zeemansfonds Fonds per 21 juni 1830. Bedankt als lid003.

 

Engel Douwes was bij zijn inschrijving in het leerlingenregister van de Kweekschool voor de Zeevaart afkomstig uit Oostzaandam. Als zijn geloofsovertuiging werd “mennoniet” opgegeven. Hij was vlg. een doopceduul met nr. 815 gedoopt op 05 oktober 1800. Zijn ouders waren Pieter Douwes, schipper op Amsterdam, wonende te Wormerveer, gereformeerd en Engeltje Dekker uit Westzaandam, mennoniet, en ten tijde van de inschrijving overleden.

Engel werd ingeschreven op 10 december 1800 op de leeftijd van 14 jaar en met een lengte van 5 voet en 2 duim.

In het Register werden zijn vorderingen bijgehouden beginnend in 1801 en meestal eens per drie maanden. In deze rapportage zijn zijn vorderingen gemeld in de trant van “kent miswijzing compas”, kent Zeilage naar ’t plat”, kent Steenstra” (kennelijk een leerboek in verschillende delen). Als aanmoediging en beloning werden door de school soms prijzen uitgedeeld en zo staat bij Engel o.a. “19 sept 1802 Een Prijs gehad Varenius en Stavorinus”, “25 sept. 1805 Een Prijs gehad Vaderl. Historie met pl.” (Het gaat hier kennelijk om boekwerken).

Tenslotte worden ook andere opmerkingen gemaakt en wel: “7 May 1806 buiten het kweeks vernacht aan ’t blok” en “1 dito onderzocht dat te Bruyloft geweest was. nog 8 d thuis”.

Tenslotte de mededelingen: “16 april 1804 Geplt als ligtmatroos op het Transpt schip Margaretha Capt. K.Dreewes” en “4 maart 1807 uit hoofde zijner gevorderde Jaaren en verkregen kunde ontslagen met attestatie” 004-530/p.847. (Ik heb deze kapitein niet teruggevonden bij van Sluijs013)

 

In dossier 38-90 een monsterrol dd 21 december 1813 met het kaagschip “Nepthunus”, varend onder Hollandse vlag onder kapitein Dirk Tjeerds Visser. Boekhouder Louwerens Veen te Alkmaar. Bestemming Londen. 4 bemanningsleden de kapitein, stuurman Engel D.Dekker, matroos Klaas H. de Boer en kok Douwes T.Visser, allen van Ameland.011a

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 21 augustus 1829 werd Engel Douwes Dekker, wonende op de Haarlemmerdijk te Amsterdam, oud 41 jaar, voerend het fregat de “Zorgvuldigheid” voorgedragen als effectief lid door Jan Sipkes Feykesz. In de vergadering van 28 augustus 1829 werd de voordracht afgewezen023.

E.D.Dekker werd met vlagnummer 332 effectief lid van Zeemanshoop per 03 augustus 1830 op voorspraak van P.F.Wegener. Zijn schip was de "Dorothea"002.

In de Algemene Vergaderingen van 27 juli/03 augustus 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt met vlagnummer 332 voorgedragen/benoemd als effectief lid kapitein Engel Douwes Dekker, wonende op de Haarlemmerdijk te Amsterdam, oud 42 jaar, voerend het fregat de Zorgvuldigheid, op voordracht van kapitein P.F.Wegener023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 augustus 1847 staat vermeld, dat kapitein E.D.Dekker, bedankt voor zijn effectief lidmaatschap.023.

 

Engel Douwes Dekker was effectief lid van “Zeemanshoop” van 1830 t/m 1847 met de vlagnummers 332 (1830-1836) en 221 (1836-1847)

 

E.D.Dekker wordt vermeld als lid van het zeemanscollege "De Blauwe Vlag" te Amsterdam en wel met vlagnummer 39 in 1827 t/m 1830 en vlagnummer 12 in 1832 t/m 1840008.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 april 1833 staat dat de volgende personen “hebben aangevraagd om onder vreemde vlag te mogen varen en toch deelnemer te mogen blijven. de kapiteins E.D.Dekker, R.C.Stada, R.Tjebbes, E.Speelman, D.K. de Groot. stuurl. G.Tinzen, P.C.Fruyt, R.S.Molenaar, B.I.Doornik.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 november 1833 staat een verzoek van kapitein E.D.Dekker “Lid in het Doorlopend Fonds te mogen blijven, terwijl hij eene reis als supercarga naar Suriname onder Hollandsche Vlag gaat doen.” Het Bestuur gaat acoord. In de notulen dd 27 november 1834 staat een overeenkomstig verzoek. Het bestuur gaat ook nu accoord “mits het schip voor Hollandscche Rekening en uit eenen Hollandsche haven varende en stortende in den rang van Kapitein en met inachtneming van Art. 58.” 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het bedanken voor het lidmaatschap van Zeemanshoop van E.D.Dekker, vlagnummer 221.042.

 

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergaderingen van het College dd 30 april 1833 staat dat dit Reglementsartikel van toepassing is op de kapiteins E.H.Dekker, R.C.Stada, R.Tjebbes, Ev. Speelman en D.K.de Groot023. (het betreft hier een kapitein die effectief lid is van Zeemanshoop, maar de ledenlijst vermeld geen E.H.Dekker. Degene die er het dichtste bijkomt is E.D. Dekker, vandaar deze vermelding).

 

De schepen van de kapitein

In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7148-142b een akte van koop/verkoop van de kof “Richard”, gedateerd Londen 11 februari 1814. De verkoper voor GBP 1300,- was Richard Neale, scheepsreder te St.Catherine’s Tower, Middlesex.

De aankoper was de Londenaar John William Surie, die de aankoop deed ten behoeve van Laurens Veer, koopman te Alkmaar (2/9de part), Cornelis Bloemendaal, particulier te Assendelft (1/9de part) en anderen. De kapitein was Engel Douwes Dekker te Ameland.

Het schip lag bij de aankoop te Londen, waar de consul-generaal Wm. May een tijdelijke zeebrief dd 04 april 1814 afgaf aan Engel Douwes Dekker voor de overtocht van Londen naar Amsterdam. Laurens Veer en Cornelis Bloemendaal vroegen op 09 mei 1814 een Nederlandse zeebrief aan voor de “Richard”.

 

In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150-1815-47b een rederijcedule ter verkrijging van een zeebrief dd Amsterdam 19 september 1815 van de pink “Vrouw Trijntje”, tevoren genaamd geweest “Margaretha. De eigenaren waren L.Veer (5/16e), Johs. Meijjes (3/16e) en Simon Hikkel (4/16e)

 

In de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart staan de volgende gegevens001:

vlagnummer                  jaren                      type                 scheepsnaam                                       naamreder/boekhouder

       332                      1830-1831                fregat              de Zorgvuldigheid                               Visser

                                     1832-1833                fregat              Maria                                                    J.en T.Marselis

                                         1834                      geen opgave van schip en boekhouder

                                         1835                      brik                  de Verwachting                                   J.en T.Marselis

       221                          1836                      brik                  de Verwagting                                     idem

                                     1837-1846                fregat              Dorothea                                              idem

 

Bouma025 vermeldt E.D.Dekker als gezagvoerder gedurende:

*   1824 t/m 1832 van het fregat “Zorgvuldigheid”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 248 ton o.m., varend voor Visser te Amsterdam;

*   1833 t/m 1834 van het fregat “Maria”, gebouwd in 1802, bouwlocatie niet vermeld, 451 ton o.m., varend voor J.& T.Marselis te Amsterdam; (zie de opgaven uit het Archeif van de Waterschout. Kennelijk een eerdere “Maria”, die niet door Bouma is vermeld)

*   1835 t/m 1836 van de brik “Verwachting” ex Goede Verwachting, gebouwd in 1800, bouwlocatie niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor J.& T.Marselis te Amsterdam;

*   1838 t/m 1847 van het 3/m schip “Dorothea”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 395 ton o.m., varend voor J.& T.Marselis te Amsterdam.

Geen “Richard” en “Vrouw Trijntje” door Bouma vermeld met een kapitein E.D.Dekker.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Engel Douwes Dekker op de:

Dorothea”, dd 10 augustus 1837; 11 september 1838.

 

“Richard”, dd 11 mei 1814;

“Vrouw Trijntje”, dd 09 oktober 1815; 30 oktober 1816; 01 juli 1818;

“Maria”, dd 02 oktober 1820; 08 oktober 1821; 04 oktober 1822; 16 september 1823; 13 oktober 1825;

“Zorgvuldigheid”, dd 02 oktober 1826; 21 april 1827; 06 november 1827; 30 september 1828; 17 september 1829; 27 oktober 1830; 20 oktober 1831;

“Verwagting”, dd 09 juni 1835; 15 december 1835; 14 juli 1836;

De opgaven van de “Maria” kloppen niet met die van Bouma en de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart.

 

Amsterdamsche Courant 07 juni 1825. Apart artikel onder de rubriek WEST-INDIE:

“PARAMARIBO, den 12den April. Eenige minuten na middernacht tusschen den 11den en 12den dezer maand werd aan boord van het Nederlandsch koopvaardijschip Willem den Eersten, Kapt. Jens Johannissen, ontdekt dat er brand onder in dien bodem was; er werd om hulp van boord der naast omliggende schepen geroepen; de Kapt. J.Hulsen zond dadelijk manschappen, en bij de opening der luiken, sloeg de vlam uit; de rook was zoo zwaar dat men, in den buitendien donkeren nacht, niets verrigten kon; bespeurende dat de felle brand niet meer te blusschen was, riep Kapt. Jens Johannissen zijne schepelingen toe, van zichzelve en hetgeen zij nog mogten uithalen te redden; en ging toen ook zelf nog eens in de kajuit, waarschijnlijk om zijne papieren an andere stukken van aangelegenheid te trachten met zich te nemen; hij werd gevolgd van een der schepelingen, die echter door den opstijgende damp genoodzaakt was dadelijk te rug te keeren, terwijl kapt., alhoewel dringend te rug geroepen, nog eenige korte oogenblikken langer beneden blijvende, zulks het droevig gevolg had, dat de brand een aan boord zich bevonden hebbend vaatje buskruid genakende de losbarsting hiervan het schip in lichte laaije vlam zette, en tevens het leven van den kapt. moet hebben verkort, vermits sedert dat oogenblik hij niet weder tevoorschijn is gekomen. Deze brand was zoo fel dat de naast aan in de laag liggende schepen, wilden zij behouden blijven, geen tijd hadden om de ankers te ligten, maar genoodzaakt waren de touwen achter en voor te kappen.

Dit had dan ook een gunstig gevolg voor de schepen, de Zorgvuldigheid, Kapt. J.Hulsen; de Henriette, Kapt. J.E.Schneebeeke en de Henriette, Kapt. J.C. Willemse, wiens boegspriet en kluiverpen reeds aan het branden was, andere schepen zoo als de Maria, Kapt. E.D.Dekker; de Jonge Willem, kapt.G.van Meedevoort ; de vier Gezusters, Kapt. Jan van Dijl vlooden van het gevaar door uit de laag en op stroom te verhalen; het schip Maria Agnita, Kapt. P.Rijnbende in de binnen laag liggende en zich los gemaakt hebbende, geraakte, door het laatste van den vloed, vast op den wal, het schip Betsy, Kapt.M.Mac Dougal van Rotterdam in de laag voor de Willem den Eersten, voor twee kettingen achter en voor vastliggende, liet de achter ketting slippen, maar voor hij zulks met de voor ketting konde doen, had de brand van de Willem den Eersten, (wiens achter touw afgebrand zijnde en deze bodem dus met het laatste van den vloed op deszelfs voor touw rondzwaaijende, met de achter steven naar den wal, tegen de Betsij langszij aankomende,) ook dezen aangetats en overmeesterd, zoodanig dat de afbranding van dezen bodem niet kon gestuit worden. De Willem den Eersten brandde af en zonk, de eb zette zich nu ten half drie ure in.

Om voor te komen dat de brand van de Betsij tot de huize overvloog, en dat, wanneer deszelfs braspil verbrand en dus de bodem zelf van de voorketting los rakende met de eb naar de beneden in de laag liggende schepen zoude afdrijven, ook aan dezen geen letsel toebragt, werden twee trossen om het roer en aan de wal vastgemaakt tevens gaten in het schip geboord, de midden en bezaan masten gekapt en om ver gehaald, en de brandspuit in een groote pont ingescheept daarop spelende gehouden, tot vijf ure des morgens, toen een zware regenbui een einde maakte aan den rampvollen brand en eene minder slegte uitkomst gaf, dan men bedugt was.

De ijver door den Oversten P.Muller en de andere Heeren Officieren van ’s Rijks Brik van oorlog Merkuur betoond, heeft grootelijks bijgedragen tot de spoedige stuiting van dezen dreigenden brand; - waarbij tegenwoordig zijn geweest Zijne Exellentie de Generaal Majoor en Gouverneur, de leden der regering enmeer andere Burgerlijke en Militaire autoriteiten.

De toestand de ekwipage der beide afgebrande schepen is deerniswaardig, hebbende dezelve alles verloren.

Na de vermelding dezer bedroevende gebeurtenis, mogen wij niet nalaten de verdiende hulde aan de nagedachtenis van den ongelukkigen Kapitein Jens Johannissen, die slechts alleen daarvan het slagtoffer is geworden, toe te wijden. - Zijne bestendige zorg voor zijnen kostbaren bodem; de eerste na zoo vele jaren stilstands in onze Nationale scheepsbouw, alhier, in den jare 1816 gerimmerd (getimmerd?) en ten regten daarvan de sieraad. - Zijn gestadig verblijf aan boord - De goede orde en discipline welke daar steeds heerschte - Dit alles heeft het onheil niet mogen voorkomen. Maar nimmer zal voorzeker het geheugen van zoo vele goede hoedanigheden worden uitgewischt bij de Reeders van zijnen bodem, bij welke zij hem ten regten geacht hadden gemaakt, - bij de Planters, welke denzelven mede hadden leren waarderen, - bij zijne equipagie, welke hem vereerde en beminde. Terwijl eindelijk eene gade en kinderen, in hem den besten verzorger hebben te betreuren.”

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:

06 januari 1839        "... heden gearriveerd hier kaptijn Dekker fregat Dorothea ...".

Het fregat "Dorothea" onder gezag van Engel Douwes Dekker en met 27 manschappen dateerde de monsterrol op 11 september 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren J.&T. van Marceles (=Marselis)011.

 

In het Register van Schepelingen nummer 19 staat de registratie per 30 april 1846 van Engel Douwes Dekker als gezagvoerder van het fregat “Dorothea” 011b.

 

 

38-98        09 oktober 1815, pink “De Vr. Trijntje”, kapitein Engel Douws Dekker, bestemming St.Thomas, correspondent L.Veer, 13 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 4 matrozen, 2 ligtmatrozen, koksmaat en een kajuitwachter.

38-101      30 oktober 1816, schip “De Vr. Trijntje”, kapitein Engel Douwes Dekker, bestemming West Indië, correspondent L.Veen, 13 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 4 matrozen, 2 ligtmatrozen koksmaat en een kajuitwachter.

30-102      01 juli 1818, pink “De Vr Trijntje”, kapitein Engel D.Dekker, bestemming Curacao, correspondent, L.Veer, 14 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 3 matrozen, 3 ligtmatrozen, koksmaat en 2 kajuitwachters.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam011a bevat een monsterrol:

38-92    11 mei 1814, kof “Richard”, kapitein Engel D.Dekker, varend onder Hollandse vlag, correspondent O. de Vries, bestemming Liverpool, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, timmerman, kok, 4 matrozen en een jongen.

 

In Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker. Dik van der Meulen, SUN, Nijmegen. 2002 staat op

p.121:

*   “In 1837 werd Engel Douwes Dekker kapitein van het fregatschip Dorothea. Met deze driemaster van 590 ton, meer dan 25 meter lang, voer hij de laatste tien jaar van zijn zeemansbestaan op Nederland-Indië. Met dit schip is Eduard Douwes Dekker op 23 september 1838 als lichtmatroos uitgezeild naar Indië.”

en op p. 139:

*   In 1838 ging Multatuli met de “Dorothea” onder gezag van zijn vader naar Indië. Hij deed dienst als matroos. Zijn broer Jan was toe stuurman.

 

Overige bijzonderheden

Op 31 oktober 1831 wordt Adrianus Gersen geplaatst als ligtmatroos op de "Zorgvuldigheid", kapitein Decker (sic), voor een reis naar Suriname. Het schip keert terug op 11 juli 1832004(532/1648).

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” worden de volgende vermeldingen gedaan109:

Tweede helft van 1822 te Amsterdam:

       In 1822 geplaatst als 3e stuurman op de “Maria”, kapt. Dekker, reederij J.& Th van Marselis. Hij moest ook als hofmeester fungeren.

Tweede helft 1822 te Amsterdam:

       “Ik ging dan op zekere morgen om 10 uur naar het huis van kapitein Dekker in de binnen brouwerstraat schelde aan en stond een weinig verlegen te wachten op de ontmoeting die ik nu hebben zou of ik aangenomen zou worden (als 3e stuurman op de “Maria”). Ik werd opengedaan door een meisje van zoo ik giste 13 of 14 jaren met pavilotten in het haar en een jakje en rokje. Meisje is de kapitein thuis? Neen vader is niet thuis maar kan ik de boodschap doen?.Neen dank U dan zal ik de kapitein wel op de beurs spreken, dag juffrouw. Dit was het eerste onderhoud dat ik had met haar die naderhand mijn vrouw en Uw Moeder is geworden.”

04 november 1823, vertrek van Nieuwe Diep met de “Maria”:

       Op 04 november 1823 weer met de “Maria” en kapitein Dekker van Nieuwe Diep vertrokken. Aan boord Lt. M. de Vogel met 50 man troepen. Arriveerden in januari 1824 in Paramaribo.

Half april 1825. Beschrijving van een brand op de Surinamerivier van de “Willem den Eersten” onder kapitein Jens Johannissen:

     Abrahamsz dacht eerst dat kapitein Dekker “… zijne grootte bezorgdheid betuigde over het schip Zorgvuldigheid, (onder kapitein J.Hulsen) het welk noch niet buiten gevaar was, men was daar evenwel hard aan ’t werk en kort daarna zagen wij ook dit schip en noch vele andren op stroom halen, en toen was zijn Ed. ook gerust, eerst had ik gemeend dat zijne ongerustheid over hetzelve daarin zijn oorzaak had, dat dit schip voor de zelfde Rederij voer, en dus zuivere belangstelling in ’t lot van zijn Reeders, maar later zeide hij mij dat hij juist een dag te vooren eene grootte partij balen koffij in hetzelve geladen had en dat deze noch niet verzekerd waren.

       Vervolg gaat over de brand op de “Willem den Eersten” onder kapitein J.Johannissen.

10 december 1825. Liggend te Nieuwe Diep met de “Maria”:

       Vierde reis met de “Maria” onder kapitein Dekker. Als passagiers de heren Groof en v.d. Weide en mevr. Retermeijer.

Op 30 januari 1826 vertrek met de “Maria”, kapt. Dekker, vanuit Nieuwe Diep.

       Na 39 dagen in Paramaribo. op 22 april 1826 retour en na 60 dagen op 21 juni 1826 in Nieuwe Diep terug.

Juli/augustus 1826 te Amsterdam:

       “Mijne kapitein (kapitein Dekker) die zoo gaarne een vlugger en handiger schip had dan het geene hij tot nu toe gevoerd had kreeg nu daar de oude kapt. Hulsen aan de wal bleef het bevel over het vroeger door dezen gevoerde schip de Zorgvuldigheid en ik de belofte om als 2e stuurman aan boord van dien bodem geplaatst te zullen worden.”

 

Engel Douwes Dekker was de vader van Eduard Douwes Dekker, de latere Multatuli, en schoonvader van kapitein Cornelis Abrahamsz Jr die huwde met zijn dochter Catharina. Deze Cornelis Abrahamsz begon zijn zeemansloopbaan bij zijn latere schoonvader. Uitgebreide informatie omtrent Engel Douwes Dekker en zijn vrouw is te vinden in een aantal bronnen, nl:

  1. Autobiografie van Cornelis Abrhamsz. Jr. Originele manuscript in het NSM. Hiervan is een typoscript beschikbaar onder nummer Gr.80-6 I en II. Het typoscript heb ik doorgenomen o.a. op het voorkomen van personen (excl. familieleden) en de genoemde kapiteins zijn opgenomen in deze Lexicon. Ik heb wel de indruk, dat er in de transcriptie typefouten staan en een nauwkeurige biograaf zou dus het manuscript moeten raadplegen voor correcte citaten.
  2. Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848.

     Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.

  1. Met de wind in het zeil. Verslag van een doctoraal werkcollege: Gezagvoerders bij de koopvaardij in de negentiende eeuw

     door Koos Meijles, Mei 1991, 49 pp. De gegevens over Abrahamsz staan op pp. 6 t/m 19 en zijn vooral ontleend aan de onder 1 genoemde autobiografie.

  1. Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker. Dirk van der Meulen. Uitg. SUN, Nijmegen 2002, 912 pp.

     Kapitein Abrahamsz was de zwager van Multatuli en de biografie vermeldt diverse keren de contacten tussen beide families. De godsdienstige Abrahamsz was zeer ongelukkig met de contacten tussen de atheïstische Douwes Dekker en zijn kinderen, o.a. zijn dochter Sietske.

  1. Volgens van der Meulen (zie 4) heeft Paul van ’t Veer in “Het leven van Multatuli” veel bijzonderheden van het leven van de familie Douwes Dekker
  2. Het geannoteerde Journaal van Anna Abrahamsz en de scriptie van Meijles bevatten diverse referenties, die inzicht geven in het leven van kapitein Abrahamsz.

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 1819114

Amsterdam 23 mei. Volgens een brief van Curaçao, van den 9 maart, zou den 3 april van daar vertrekken het schip VROUW TRYNTJE, kaptein E.D. Dekker, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 13 juli 1819114

Advertentie. R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 19 juli 1819, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd Pinkschip, genaamd de VROUW TRIJNTJE, gevoerd Kapitein E.D. Dekker, lang 92 voet 5 en 1 half duim, wijd 26 voet 3 duim, hol 12 voet, het verdek 5 voet 8 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 23 september 1819114

Advertentie. R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, J.H. Schäffer en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 27 september 1819, des v.m. ten 10 uren, te Amsterdam, op de werf van de Mr. Scheeps-timmerman J. Meijjes, in de Kleine Kattenburgerstraat, verkopen: het Pinkschips-hol, genaamd de VROUW TRIJNTJE, gevoerd geweest door kapitein Engel Douwes Dekker, lang 92 voet 5 en 1 half duim, wijd 26 voet 3 duim, hol 12 voet, het verdek 5 voet 8 duim, alles Amsterdamse maat, alsmede een partij scheeps-gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhouten, enz. Liggende als nader bij notitie wordt aangewezen, en berigt bij de makelaars. (opm: vermoedelijk rijp voor de sloop, zie RC 130719)

 

Rotterdamsche Courant 30 november 1820114

Londen, 24 november. Het schip MARIA, Dekker, van Amsterdam naar Surinamen, bevond zich den 20 dezer op de hoogte van Dartmouth, en de volgende dag het schip ADRIANA JOHANNA, Kleijn, mede van Amsterdam naar Surinamen, beiden den 17 uit Texel gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 16 juni 1821114

Amsterdam, 14 juni. Kapt. A. Hansen, voerende het schip AMICITIA, den 12 juni in Texel binnen van Surinamen, is den 12 april van daar vertrokken; dezelve berigt, dat voor hem gezeild is het schip (opm: pink) SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; dat het fregat PAULINA, kapt. J. Johannessen, den 15 dito zou vertrekken, en gevolg worden door de schepen CONCORDIA, kapt. W. Groen, en MARIA, kapt. E.D. Dekker, allen naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 01 juni 1822114

Amsterdam, 29 mei. Kapt. E.D. Dekker, voerende het fregatschip MARIA, meldt van Paramaribo, van den 6 maar, dat zijn vertrek van daar naar Amsterdam op den 21 april bepaald is

 

Rotterdamsche Courant 11 juni 1822114

Rotterdam, 10 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 7 juni:

Het schip ROTTERDAMSCH WELVAREN (opm: fregat ROTTERDAMS WELVAREN), K.P. Schenkel, van Rotterdam naar Batavia, was den 4 dezer op de hoogte van Douvres (opm: Dover), en de volgende dag bij Dartmouth het schip de ZEEUW (opm: fregat, kapt. L. Woutersen), van Surinamen naar Middelburg; het schip MARIA, Decker (opm: kapt. E.D. Dekker), van Surinamen naar Amsterdam, bevond zich den 4 op de hoogte van Plymouth.

 

Rotterdamsche Courant 15 juni 1822114

Amsterdam, 13 juni. Kapt. E.D. Dekker, voerende het fregatschip MARIA, van Surinamen naar Amsterdam gedestineerd, meldt in dato 3 juni, dat hij die ochtend te elf uren, bewesten Goudstaart (opm: Start Point), in goede staat zeilende was, hebbende oosten winden. Hij was den 22 april van Surinamen vertrokken en zou denkelijk die zelfde dag door kapt. J. Hulsen, voerende het schip (opm: fregat) de ZORGVULDIGHEID, gevolgd zijn.

 

Datum vanaf: 1835
Kapitein: Dekker, Engel Douwes

Familiegegevens en opleiding

Hinrich Classen Hillerts, ("zich schrijvende Hendrik Klaassen Hillers") werd geboren te Norden op 16 oktober 1805.

Hij huwde Elisabeth Wolff, geboren te Amsterdam op 23 januari 1801.003

Gezien een vermelding hierna is hij kennelijk heretrouwd met ene M.W.Meijer.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.K.Hillers werd met nr.368 effectief lid van Zeemanshoop per 14 februari 1837. Degene die hem voordroeg is niet vermeld. Zijn schip was de "Erfprins Sophia". Hij werd in 1850 honorair lid002.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 10 juni 1846 en bedankte in mei 1850003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van 23 februari 1837 van Zeemanshoop staat een verzoek van H.K.Hillers om van honorair lid effectief lid te mogen worden, hetgeen wordt toegestaan.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juni 1850 gaat het Bestuur accoord met het verzoek van kapitein H.K.Hillers, vlagnummer 368, om van effectief lid nu weer honorair lid te worden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 augustus 1860 wordt het overlijden gemeld van M.W. Meijer, echtgenote van H.K.Hillers.042

 

In de Algemene Vergadering van 28 februari 1837 werd een brief behandeld van H.K.Hillers “verzoekende om van Honorair Effectief Lid te mogen worden.” Dit werd toegestaan “mits voldoende aan de bepalingen van het Reglement voor het Weldadig Zeemans Fonds en suppletie van Entrégeld.”023.

In de notulen van 30 juli 1850 van de Algemene Vergadering staat wederom het verzoek van kapitein H.K.Hillers om van effectief lid over te gaan naar het honoraire lidmaatschap hetgeen wordt toegestaan.023. (ik begrijp niet waarom het verzoek twee keer is gedaan met een tussenpoos van 13 jaar.)

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 september 1860 staat een mededeling van de wed. Hillers geb. M.W.Meijer berichtende het overlijden van haar man H.K.Hillers.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        368                            1837           bark                 de Verwachting                     T.en T.Marselis

                                           1838           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1839-1846     fregat               Erfprins Sophie                      Karthaus, Hasenlever & Co

                                      1848-1849     geen opgave van schip en boekhouder

 

H.K.Hiller (sic) was in 1840 gezagvoerder van de "Erfprins Sophia" (450 last), op 01 april 1840 gebouwd op de scheepstimmerwerf der Commercie Compagnie te Middelburg voor rederij Karthaus & Hazelever027.

 

Bouma025 vermeldt H.K.Hillers als gezagvoerder gedurende:

*    1837 t/m 1838 van de brik “Verwachting” ex Goede Verwachting, gebouw in 1800, bouwlocatie niet vermeld, 240 ton o..m. , varend voor J.& T.Marselis te Amsterdam. Het schip was in 1838 getuigd als bark en werd in dat jaar verkocht aan Harms & Zn te Amsterdam;

*    1840 t/m 1848 van het 3/mschip “Erfprinses Sophie”, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor Karthaus Hasenclever & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1848 voor Wm. Ruys te Rotterdam en was herdoopt in “Jacoba Helena”.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

19 september 1837     "... heden vertrok hier Captijn Hillers met de brik de Verwachting naar Amsterdam".

Monsterrol dd 18 februari 1837 van de brik "De Verwagting" onder gezag van Henrik Klasen Hillers en met 10 manschappen. Bestemming Baltimore en Suriname. Boekhouder niet vermeld011.

 

Gens Nostra  60(6);2005, p.338:

Bij een portret van Johannes Ferdiand Josephus Karthuis staat vermeld: “J.F.J.Karthuis arriveerde in 1844 met het fregat “Erfprinses Sophie” te Batavia.”

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was H.K.Hillers, oud-gezagvoerder.104

 

 

Datum vanaf: 1836
Kapitein: Hillers, Hinrich Classen

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt N.M.Lindegaard als gezagvoerder gedurende:

*    1838 van de kof “Courier”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 60 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;

*    1838 t/m 1840 van de brik “Verwachting”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 200 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam. Het schip is in 1839 1 maal te Harlingen geregistreerd als bijligger naar Havana en in 1840 gaande van Havana naar Amsterdam te Tenby met schade binnengebracht en afgekeurd.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Lindegaard, N.M.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1816-07-30
Scheepsnaam voorvoegsel: DE
Scheepsnaam: GOEDE VERWAGTING
Schipper: Boodeman, J.
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1814

OHC 031114
Arrivementen: Te Swinemunde A.J. Tenger van Malaga.

1816

Op 15-07-1816 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door de firma Jan & Carl Hasselgreen uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

LCO 230816
Amsterdam, 21 augustus. Van Texel uitgezeild GOEDE VERWAGTING, J.B. Bodeman naar Suriname.
OHC 211216
Arrivementen: Te Suriname J.B. Bodeman van Amsterdam.

1817

RC 170517
Amsterdam, 15 mei. Sedert onze laatste bij Texel binnengekomen J.B. Bodeman van Suriname.
RC 161017
Den 27 september lag, wegens stormweer, onder de Clingels ten anker het schip de GOEDE VERWAGTING, J.B. Bodeman, van Amsterdam naar Suriname, hetzelve was in goede staat en zou met de eerste gunstige wind de reis voortzetten.

1818

Op 08-08-1818 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door de firma Jan & Carl Hasselgreen uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

1819

OHC 090119
Arrivementen: Te Suriname J.B. Bodeman van Amsterdam.
OHC 100619
Amsterdam, 8 juni Den 7 dezer zijn in Tessel binnen het schip ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen en het schip de GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman, beide van Suriname.

1820

LCO 110220
Arrivementen: Te Suriname J.B. Bodeman van Amsterdam.
OHC 200520
Amsterdam, 18 mei. Aan onze stad gearriveerd J.B. Bodeman van Suriname.

Op 02-09-1820 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door de firma Jan & Carl Hasselgreen uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

RC 071020
Amsterdam, 5 oktober. Sedert onze laatste van Texel uitgezeild J.B. Bodeman naar Suriname.

1821

RC 300121
Amsterdam, 27 januari. Te Surinamen is gearriveerd J.H. Bodeman.

1822
 

RC 130422
Amsterdam, 11 april. De schepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, en ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, zouden in het begin van maart van Surinamen naar Amsterdam vertrekken.
RC 221022
Amsterdam, 20 oktober. Van Texel uitgezeild J.B. Bodeman naar Suriname.


1823

OHC 250223
Te Suriname is den 4 december 1822 gearriveerd het schip MARIA AGNETA, kapt. P. Rijnbende van Rotterdam, en den 5 dito het schip de GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman van Amsterdam.
RC 030523
Amsterdam, 1 mei. Bij Texel binnengekomen J.B. Bodeman van Suriname.
AC 221023
Texel, 20 oktober. Heden zijn alhier uitgezeild de GOEDE VERWACHTING (opm: fregat), kapt. Joh. Bernh. Bodeman en JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. Klaas Harms Ruijl, beide naar Suriname.

1824

AC 130224
Van den 30 november tot den 21 december 1823 zijn te Suriname aangekomen ARGYLE, kapt. D. Spreeuw; PAULINA, kapt. A.J. Struyk; VEREENIGING, kapt. W. de Boer; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.W. Bodeman; alle van Amsterdam.
OHC 290424
Amsterdam, 27 april. Den 26 april bij Texel binnengekomen GOEDE VERWAGTING, J.B. Bodeman van Suriname.

Op 12-10-1824 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door Jan Hendrik Bodeman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

1825
 

RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten, om naar zee te zeilen, als: ARGYLE, kapt. D. Spreeuw, de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, PAULINA, kapt. A.J. Struijk, MARIA, kapt. F.H. Zeijlstra, naar Suriname.
RC 250125
Amsterdam, 23 januari. Sedert onze laatste zijn van Texel uitgezeild: GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman, ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, PAULINA, kapt. A.J. Struik, MARIA, kapt. T.H. Zijlstra, VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, ANNA MARIA, kapt. J.D. Haijnes, MARGARETA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, ANNA MARIA, kapt. R.T. Rinses, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen, alle naar Suriname.
AC 050725
Texel, 3 juli. De wind WNW. Binnengekomen: GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman en MARIA, kapt. E.D. Dekker, beide van Suriname.
AC 141025
Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd: Den 2 oktober GLOEDEN, kapt. R. Lijng, van Christiaansund naar Amsterdam; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, van Amsterdam naar Suriname.
AC 141125
Texel, 12 november. Uitgezeild: JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, VEREENIGING, kapt. W. de Boer, GRAAF BÜLOW, kapt. R. Maalsteed, IPENRODE, kapt. A.J. Oosterloo, SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, alle zes naar Suriname.

1826

OHC 200526
Den 14 mei was op de hoogte van Portland het schip de GOEDE VERWAGTING, J.B. Bodeman van Suriname naar Amsterdam.

Op 05-08-1826 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door Jan Hendrik Bodeman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. T. Bodeman Tzn.

AC 080926
Texel, 6 september. Uitgezeild: GOEDE VERWACHTING, kapt. Th. Bodeman, van Suriname.

1827

Op 02-08-1827 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door Jan Hendrik Bodeman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

OHC 250827
Amsterdam, 23 augustus. Den 22 dezer van Texel uitgezeild J.B. Bodeman naar Suriname.
RC 151227
Arrivementen: Te Suriname J.B. Bodeman van Amsterdam.

1828
 

RC 220328
Amsterdam, 20 maart. Kapt. J. Smith, van Suriname in Texel binnen, heeft op zijn reis zeer goed, doch in het Kanaal en de Noordzee mistig weer gehad; dezelve is de 4e februari van Paramaribo vertrokken, tegelijk met het schip DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, naar Amsterdam. De schepen MARIA, kapt. F.H. Zeilstra en DE HERSTELLING, kapt. W. Lantzaat jr., zouden de 10e, de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman en DE ANNA EN MARIA, kapt. D. Steenveld, de 15e naar Amsterdam vertrekken, zoals ook denkelijk het schip WILHELMINA, kapt. J. Hulsen jr.
AH 100528
Carga-lijsten: Amsterdam, 8 mei. De GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, van Suriname.
AH 011028
Advertentie. In lading liggende schepen, te Amsterdam, 1 oktober.Naar de volgende plaatsen: Suriname, NEDERLAND, kapt. K.H. Kleyn; MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.H. Trip; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J. B. Bodeman. Adres bij P.D. Bosscher.

1829

OHC 100129
Amsterdam den 8 Januari. Den 7 dezer is in Texel niets binnen gekomen, maar uitgezeild de schepen JEANNETTE, kapt. H.J. Punt, en de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, beide naar Suriname.
AH 030629
Amsterdam, 2 juni. Carga lijsten: de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman van Suriname.

Op 15-08-1829 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door Jan Hendrik Bodeman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

AH 010929
Te Amsterdam ligt in lading naar: Suriname: de gekoperde brik de GOEDE VERWACHTING, kapt. Joh. Bernhard Bodeman. Adres bij B.D. Bosscher.
OHC 051029
Amsterdam, 3 oktober. Den 2 dezer van Texel uitgezeild de GOEDE VERWACHTING, J.B. Bodeman naar Suriname.

1830
 

AH 290530
Carga-lijsten. Amsterdam, 28 mei. PHOENIX, kapt. D.T. Visser, van Matanzas; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, van Suriname.

1831
 

RC 280631
Amsterdam, 26 juni. Het schip AMSTERDAM, kapt. C. Abrahamsz Jr. zou den 25 mei; de schepen CATARINA ANNA HELENA, kapt. P.H. Bos en NOORDHOLLAND, kapt. H.K. Ruyl, mede nog in die maand en het schip de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, in het begin van juni van Suriname vertrekken, alle vier naar Amsterdam.
AH 210731
Volgens brief van Suriname in dato 5 juni, (per de GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman), was vóór gemelde schip vandaar naar Amsterdam vertrokken, de CATHARINA ANNA HELENA, kapt. P.H. Bos en zouden de schepen DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, naar Amsterdam en de COLUMBUS, kapt. J. de Gorter, naar Rotterdam, half juni mede de terugreis aannemen.
AH 210731
Texel, 17 juli. Binnengekomen: de GESINA, kapt. Crook, van Riga; CATHARINA, kapt. Lang, van Riga, liggen in quarantaine.
18 juli. ANNA CATHARINA, kapt. Veer, van Batavia; de GOEDE VERWAGTING, kapt. Bodeman, van Suriname.
AH 081031
Amsterdam. In lading ligt naar Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Johan Bernhard Bodeman. Adres bij B.D. Bosscher.

1832
 

AH 190132
Advertentie. In lading ligt naar Suriname: Het gekoperd tweedeks brikschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Johan Bernhard Bodeman. Adres bij B. D. Bosscher.

Op 19-09-1832 wordt voor de GOEDE VERWACHTING door Jan Hendrik Bodeman uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Johan Bernhard Bodeman.

AH 251032
Texel, 23 oktober. Vertrokken: PETRUS, kapt. F.H. Trip, naar Batavia; HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeeke, naar Suriname; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, naar Suriname.

1833
 

AH 080233
Suriname, 3 december 1832. In het gezicht: 3 december, een schip, waarschijnlijk DE HOOP, kapt. Laurens Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra) of DE GOEDE VERWACHTING, kapt. Johann Bernhard Bodeman, van Amsterdam.
AH 190233
Suriname, vóór 11 december; de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J.P. Meyer, de HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, GODEFRIDA, kapt. A. Hanssen; AGENORIA, kapt. W. van der Kolff en GOEDE VERWACHTING, kapt. B. Bodeman, DE HOOP, kapt, L. Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra), allen van Amsterdam.
AH 221133
Binnengekomen: Texel, 20 november. VROUW JACOBA, kapt. H.R. Grimminga, van Petersburg; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, van Suriname.
AH 251133
Carga-lijsten. Amsterdam: de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, van Suriname met koffie, indigo, katoen en cacao.

1835
 

AH 200335
Advertentie. J. de Rooy, P.H. Bodeman, C.I. de Grijs en B.D. Bosscher, makelaars, zullen, als lasthebbende van hun principaal, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, presenteren te verkopen op maandag de 6e april 1835, des namiddags ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, een extra ordinair, welbezeild gekoperd brikschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd de GOEDE VERWACHTING,  gevoerd door kapt. J.B. Bodeman, volgens Nederlandse meetbrief lang 24 ellen 40 duimen, wijd 4 ellen 42 duimen, hol 3 ellen 87 duimen en alzo groot 185 tonnen of 98 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij genoemd makelaars. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. (opm: zie AH 080435)
AH 080435
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 6 april 1835: het gekoperd brikschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman: NLG 13.000, in slag NLG 2.000. Opgehouden.

Op 15 mei 1835 wordt de zeebrief van de GOEDE VERWACHTING naar Den Haag teruggezonden met de mededeling: Schip verkocht.

AH 080435
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 6 april 1835: het gekoperd brikschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman: NLG 13.000, in slag NLG 2.000. Opgehouden.
AH 070535
Advertentie. In Lading naar: Suriname. het gekoperd brikschip DE VERWACHTING, kapt. Engel Douwes Dekker, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
AH 010735
Uitgezeild: Texel, 29 juni. WILHELMINA MARIA, kapt. J.C. Arkes, VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker en KOOPHANDEL, kapt. F. Popken, naar Suriname.
AH 131135
Binnengekomen: Texel, 11 november. VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Suriname

1836

AH 110136
Uitgezeild: Texel, 9 januari. VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, naar Suriname.
RC 260136
Rotterdam, 25 januari. Het schip DE VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Amsterdam naar Suriname, was de 17e dezer op de hoogte van Wight.
AH 220636
Volgens brief van Suriname in dato 5 mei, zou de volgende dag van daar naar Amsterdam vertrekken, het schip VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker.
AH 230636
Binnengekomen: Texel, 21 juni. VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Suriname, ligt quarantaine.
AH 230636
Carga-lijsten Amsterdam: VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Suriname met suiker en katoen.
AH 250636      
Texel, 23 juni. Uit de quarantaine ontslagen: VERWACHTING, kapt. Dekker, van Suriname.
AH 010736
Advertentie. Schepen in lading. Suriname. De gekoperde tweedeks brik DE VERWACHTING, kapt. Engel Douwes Dekker, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 250736
Uitgezeild: Texel, 23 juli. EDAMS WELVAREN, kapt. J. Meyer en VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, beide naar Suriname
AH 121236
Texel, 9 december. Binnengekomen VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Suriname.
AH 131236
Carga-lijsten Amsterdam: DE VERWACHTING, kapt. E.D. Dekker, van Suriname met koffie en cacao.

1837

AH 220137
Schepen in lading te Amsterdam: Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip DE VERWACHTING, kapt. Engel D. Dekker. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 180237
Baltimore. Het gekoperd tweedeks brikschip DE VERWACHTING, kapt. K.M. Hillers, voor kapt. Engel Douwes Dekker.
PGC 060637
Kapt. J.F.P. Smit, van Havana naar Antwerpen, te Vlissingen aangekomen, heeft op 27 april op 34º57’ N.B. en 63º0’ W.L. in goede staat gepraaid de brik VERWACHTING, kapt. K.H. Hillers, van Amsterdam naar Baltimore en Suriname.
SUC 040737
Suriname, 2 juli. Aangekomen VERWACHTING, kapt. K.H. Hillers, van Amsterdam, laatst van Baltimore, hebbende 32 dagen reis.
SUC 110737
Kapt. H.K. Hillers, voerende het Nederlands brik-schip de VERWACHTING is voornemens tegen ultimo augustus e.k., de reis naar Amsterdam aan te nemen ; recommandeert deszelfs onderhebbend bodem, ter inlading van koffie, cacao en katoen aan de heren planters en kooplieden aan, en heeft mede goede localiteiten ter overbrenging van passagiers. Paramaribo, de 8 Juli 1837.
SUC 210937
Uitgeklaard. De 19de dezer, het schip de VERWACHTING, H.K. Hillers, naar Amsterdam; lading: 894 balen hele en 118 dito gebroken koffie, 53 balen schone- en 4 balen vuile katoen.
AH 141137
Cargalijst Amsterdam. De VERWACHTING, H.K. Hillers van Suriname met koffie en katoen. Order.

1838

AH 050138
Schepen in lading te Amsterdam: Suriname: het brikschip DE VERWACHTING, kapt. H.K. Hillers, adres bij Hoyman & Schuurman.
AH 260338
Advertentie. G.J. Roland Holst, H.J. Rietveld en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen op maandag de 2e april 1838, des avonds ten 6 ure, ten overstaan van de notarissen De Man en Louwerse, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen: 1/8e part in het brikschip de VERWACHTING, gevoerd bij kapt. H.K. Hillers.
ZP 030438
Verkoping van scheepsaandelen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag 2 april: 1/8e Part in het brikschip de VERWACHTING, kapt. H.K. Hillers: NLG 1000, koper H.J. Rietveld.
AH 060838
Advertentie. H.J. Rietveld en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen op maandag de 20e augustus 1838, ’s avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen een extra welbezeild tweedeks brikschip de VERWACHTING gevoerd bij kapt. H.K. Hillers lang volgens Nederlandse meetbrief 24 el 40 duim, wijd 4 el 42 duim, hol 3 el 87 duim, en alzo groot 185 tonnen of 98 lasten. Verder met al deszelfs opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.
ZP 210838
Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ op maandag 20 augustus 1838: het brikschip de VERWACHTING, kapt. H.K. Hillers: NLG 5.000, in slag NLG 1200, totaal NLG 6.200. Koper J.H.A. Balwé. (opm: makelaar, handelend namens Harmens en Zoonen, Harlingen).
AH 040938
Schepen in lading te Amsterdam: Havana; het Nederlandse brikschip DE VERWACHTING, kapt. Niels Marstrand Lindegaard, adres bij Canne en Balwé.
ZP 311038
Het schip DE VERWACHTING, kapt. H.K. Lindegaard (opm: brik, kapt. N.M. Lindegaard), van Amsterdam naar Havana, is den 26 oktober lek te Ramsgate binnengelopen.

1839

LC 150139
Den 10 januari het Brikschip de VERWACHTING, kapt. N.M. Lindegaard, van Ramsgate.
LC 090439
Harlingen. Uitgezeild 6 april. Het brikschip VERWAGTING, kapt. N.M. Lindegaard, naar Havanah.
ZP 260739
Volgens brief van Havana van de 12e juli zou de volgende dag van daar naar Amsterdam vertrekken het schip (opm: brik) DE VERWACHTING, kapt. H.K. Lindegaard.
ZP 230939
Het schip de VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Harlingen vertrokken, is de 18e september met verlies van zeilen en met meer andere schade te Harwich binnengebracht.

1840

ZP 270140
Het schip DE VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Havana naar Harlingen, is de 22ste januari te Tenby binnengelopen. Het moet lossen om te repareren.
ZP 300140
Het schip DE VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Havana naar Amsterdam, lek te Tenby binnengelopen - zie ons nommer van de 27e dezer - is volgens brief van daar van de 23ste januari aldaar ontramponneerd en zwaar lek binnengebracht en had verschansingen, rusten verloren en meer andere schade bekomen, moest lossen om te repareren.
ZP 240240
Het schip DE VERWACHTING, kapt. Lindegaard, van Havana naar Amsterdam, met schade te Tenby binnengebracht, is volgens brief van daar van de 17de februari afgekeurd geworden.
ZP 300340
Tenby, 21 maart. Van hier is heden naar Amsterdam vertrokken het schip SARACEEN, kapt. Puckey, met de lading van het aldaar afgekeurde schip VERWACHTING, van Havana.
ZP 060440
Het schip (opm: brik) DE VERWACHTING, kapt. N.M. Lindegaard, van Havana naar Amsterdam, te Tenby afgekeurd, is aldaar de 31e maart voor GBP 80 verkocht geworden.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7152-1816-61

DVD 6 – VI – 96-99

ACTE AAN-/VERKOOP
Naam schip CONCORDIA

plaats en datum acte onderhandse verkoop. Amsterdam, 27 maart 1816

soort schip brik

Bouwwerf/verkoper Joan Joachim Laurin van het huis van negotie Laurin & Co., Amsterdam, als gemachtigde van kapitein Andreas Johan Tenger, die weer gevolmachtigde was van Nils Westermark voor hem en zijn mede-reders

Gevoerd door kapt. Andreas Johan Tenger

eigenaar/aankoper Jan Adriaan de Hasselgreen voor zijn firma Jan & Carl Hasselgreen, kooplieden te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen lang voer stevens 89 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen zijn huid 24 voet 10 duim, hol in het ruim bij eerste balk voor grootluik op zijn uitwatering 11½ voet, het verdek bij eerste balk voor grootluik hoog aan boord 5 voet, alles Amsterdamse maat

kiellegging

tewaterlating

plaats en datum van registratie Amsterdam, 27 maart 1816

nummer van registratie deel 11, folio 28, verso, case 4

notaris Johannes Abraham Molster, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 16.000,-

bijzonderheden



researcher/datum research ML/280707

Naam CONCORDIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1816
Toegang 5181
Inventaris 7152
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7155-1818-96
DVD 6 – IX– 260,261
__________________________________________________
Eigendomsbewijs
Naam schip: de GOEDE VERWACHTING

Plaats en datum acte rederij-ceduul, Amsterdam, 31 juli 1818

Soort schip brik

Eigenaren van 5/8e part van het schip: J. Bernh. Bodeman (3/8e part), Jan & Carl Hasselgreen (2/8e part)

Gevoerd door kapt. Johan Bernhard Bodeman

Eigenaar / aankoper

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 4 augustus 1818

Nummer van registratie deel 9, folio 192, verso, vak 7.

Notaris geen

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: bij de acte is een aantekening gevoegd, luidende: “96.’t Afschrift der koopbrief van de brik de GOEDE VERWACHTING te vinden onder no. 61 bij de documenten ter verkrijging van zeebrieven 1816”.




Researcher/datum research ML/160907

Naam GOEDE VERWACHTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1818
Toegang 5181
Inventaris 7155
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.108

foto IV– 085, 086
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd CONCORDIA, doch thans genaamd de GOEDE VERWAGTING

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 25 augustus 1820

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Jan & Carl Hasselgreen, (boekhouders en 2/8e part), Johan Bernhard Bodeman (schipper en 3/8e part), J.H. Bodeman (2/8e part) en de firma J.S. Hooyman & Zn. (1/8e part), allen te Amsterdam

te voeren door kapt. Johan Bernhard Bodeman, mede-eigenaar

grootte in tonnen 96 lasten of 192 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten het Koninkrijk der Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 25 augustus 1820

nummer registratie deel 4, folio 77, verso, vak 1

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 18495.
De eed wordt afgelegd door Nicolaas de Roo te Amsterdam met volmacht van de eigenaren.






researcher/datum research: ML / 010215

Naam GOEDE VERWAGTING
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-108

ACTE AAN-/VERKOOP
schip bevorens CONCORDIA, door kopers genaamd de GOEDE VERWAGTING

plaats en datum acte Amsterdam, 27 maart 1816

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Joan Joachim Laurin, koopman, namens Laurin & Co. te Amsterdam, gemachtigd tot verkoop namens de eigenaren Nils Westermark en medereders.

eigenaar/aankoper Jan Adriaan de Hasselgreen namens zijn firma Jan & Carl Hasselgreen, Amsterdam (ML: de firma dus zonder de)

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Joh. Abraham Molster, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 16.000,-

bijzonderheden






researcher/datum research ML-260206

Naam CONCORDIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1822.37

deel IV, foto 8, 9
CEDULE

Naam schip GOEDE VERWAGTING

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 27 september 1822

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Johan Bernhard Bodeman, mede-eigenaar

grootte in tonnen 100 lasten of 200 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating buiten de Nederlanden gebouwd

plaats / datum registratie Amsterdam, 27 september 1822

nummer registratie deel 6, folio 68, verso, vak 8

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond worden de laatste koopbrieven; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 2068

researcher/datum research: ML / 260515

Bijlage bij acte 37 van 1822, brik GOEDE VERWAGTING

eigenaren per ultimo september 1822:

Jan Hendrik Bodeman, Amsterdam (boekhouder en 2/8e part)
Johan Bernhard Bodeman, Amsterdam (schipper en 3/8e part)
firma J.S. Hoyman & Zoon, Amsterdam (1/8e part)
Mevr. C.R de Hasselgreen, geboren Spiering, Amsterdam (1/8e part)
H. Spiering van Beloys, iel (1/8e part)

ML / 260515

Naam GOEDE VERWAGTING
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1822
Toegang 5074
Inventaris 1416
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1822-37

ACTE AAN-/VERKOOP
schip de GOEDE VERWAGTING

plaats en datum acte twee actes van transport, Amsterdam18 september 1822

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Jan en Carl Hasselgreen, waarvoor optreden Joseph Leonard en Samuel Louis Eschauzier als door de rechtbank van 1e aanleg te Amsterdam benoemd tot gemachtigden over de boedel van Jan en Carl Hasselgreen, die in surseance van betaling verkeren, verkopen 2/8 aandeel, t.w.:

eigenaar/aankoper 1/8e aandeel aan W. Spiering van Beloys, wonend te T…l, en 1/8e aandeel aan Cornelia Bartha de Hasselgreen, geboren Spiering, te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 8, folio 31, recto, case 2 en 3

datum van registratie 25 september 1822

notaris

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 1125,- voor elk 1/8e part

Bijzonderheden: (zie no. 102 van den jare 1820; rederijcedul de 31e augustus 1820 beëdigd)







researcher/datum research ML-040606

Naam GOEDE VERWAGTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1822
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1835. 17

deel VII, foto 1- 036
CEDULE

Naam schip de VERWACHTING

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 1 juni 1835

type schip brik

bouwwerf/verkoper J.H. Bodeman

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Engel Douwes Dekker

grootte in tonnen 98 lasten of 185 tonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, niet vermeld

nummer registratie bij hoge uitzondering niet vermeld

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Hermanus Isaac Rietveld voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.
De vorige zeebrief, uitgereikt onder nummer 478 op 19 september 183 (onleesbaar), werd op 11 mei 1835 30 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam.

researcher/datum research: ML / 300116

bijlage bij acte 17 van 1835, brik de VERWACHTING
eigenaren per primo juni 1835:

firma J.& T. van Marselis, Amsterdam (boekhouders en 1/4e part)
M.A. Tuyll van Serooskerken, geboren Van Marselis, Utrecht (1/4e part)
A.C. van Eelde, Utrecht (1/4e part)
J.J. van Winter, Amsterdam (1/8e part)
J.G. van der Meulen, Amsterdam (1/8e part)

ML / 300116

Naam VERWACHTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1835
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1835 – no. 17

KOOPBRIEF de Goede Verwagting

plaats en datum acte Amsterdam, 4 mei 1835

type schip brikschip

kapitein Johan Bernard Bodeman

verkoper Jan Hendrik Bodeman, Amsterdam

koper firma Jan en Theodorus van Marselis

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris Mathijs Christiaan van der Moolen, Amsterdam

prijs ƒ 12400

bijzonderheden het schip is gekoperd


Naam GOEDE VERWAGTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1835
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.28

deel VII, foto 2 – 45
CEDULE

Naam schip de VERWACHTING

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Harlingen, 1 september 1838

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Hein Harmens, Cornelis Harmens en Aeneus Harmens, vormende de firma Harmens & Zonen, Harlingen, enig eigenaresse

te voeren door kapt. Niels Marstrand Lindegaard

grootte in tonnen 100 lasten of 189 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te (niet vermeld)

plaats / datum registratie Amsterdam, 6 september 1838

nummer registratie deel 36, folio 9, verso, vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Jan Hendrik Arnold Balwé, Amsterdam, voor en namens de bovengenoemde eigenaresse.
De vorige zeebrief werd op 23 augustus 1838 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam



researcher/datum research: ML / 030616

Naam VERWACHTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 28

KOOPBRIEF de Verwachting

plaats en datum acte Amsterdam, 20 augustus 1838

type schip brikschip

kapitein H.K. Hillers

verkoper Jan en Theodore van Marselis, kooplieden te Amsterdam

koper Harmens en Zoonen, kooplieden te Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris deurwaarder Jan Copius Peereboom

prijs ƒ 6200

bijzonderheden verkoop bij veiling

Naam VERWACHTING (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1814
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Gemeente archief Amsterdam 5181/7152-1816-61
Gemeente archief Amsterdam Ams.5081-7155-1818-96
Gemeente archief Amsterdam 5074/1419-1820-108
Gemeente archief Amsterdam AMS 5074.1414.1820.108
Gemeente archief Amsterdam AMS 5074.1415.1822.37
Gemeente archief Amsterdam 5074/1419-1822-37
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
LCO = Leydsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant