1791 – 1816
Helaas is het Marhisdata nog niet gelukt om een idee te krijgen waar de fluit zoal heeft gevaren nadat de firma Gerrit Visser & Zoon op 29 maart 1791 de aannemingssom tot de bouw had voldaan. Slechts bekend is dat het schip in 1810 lag opgelegd in Amsterdam; mogelijk lag het daar al enkele jaren en heeft het daar tot 1814-1816 gelegen voor het (weer?) in de vaart ging. De JONGE GERRIT onder kapt. L. Gerritz (opm: waarschijnlijk zoon van de firmant en dezelfde als Lel Gerrits Lelsz) komt namelijk voor in een ‘Staat der Hollandsche Scheepen, voor en in de Stad Amsterdam en aan de particuliere Scheepstimmerwerven leggende in Slagtmaand (opm: november) 1810’. Deze vrij uitgebreid gespecificeerde lijst bevatte 194 schepen in allerlei categorieën, welke was opgemaakt op instructie van keizer Napoleon, die een inventarisatie had willen hebben van alle schepen die geschikt zouden zijn om een invasiemacht naar Engeland over te brengen.
Mogelijk heeft de in 1759 geboren zoon (?) Dirk Visser als kapitein de JONGE GERRIT in 1791 uitgehaald. Hij was in 1816 namelijk aandeelhouder, een voor de overige aandeelhouders gunstig bevonden situatie waardoor mocht worden verwacht dat hun belangen maximaal zouden worden gediend. Het is echter niet meer dan een speculatie.
1816
RC 020316
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, J. Wesseling, M.M. Steenhouwer, J.E. Lublink, B. Oostrum de Waal en J. Boelen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 4 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement (op de Haarlemmerdijk), verkopen: een extraordinair welbezeild Fluitschip, genaamd de JONGE GERRIT, gevoerd door kapt. Lel Gerrit Lelz, is in het jaar 1790 (opm: 1791) nieuw uitgehaald, lang over steven 144 voet, wijd binnen zijn huid 34 voet, hol in het ruim 16 voet 3 duim, het verdek hoog aan boord 8 voet, de stuurplegt hoog aan boord 10 voet, alles Amsterdamse maat. Breder bij inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij voornoemde makelaars.
Op 11-04-1816 wordt voor de JONGE GERRIT door Dirk Visser uit Zaandam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Doede Annes, waarna op 24 april t.o.v. de waterschout in Amsterdam de monsterrol wordt getekend.
OHC 130816
Volgens brief van Elseneur van den 3 augustus waren de schepen, welke den 30 juli en enige dagen te voren uit de Sond gezeild waren een gedeelte den 31 dito en 1 augustus wegens storm en contraire wind terug gekomen, voor zo ver wist alle in goeden staat, waaronder de JONGE GERRIT (opm: fluit), kapt. D. Annes, de GOEDE HOOP (opm: fluit), kapt. E. Douwes, de LIEFDE (opm: fluit), kapt. L.A. Kant, DRAMME, kapt P. Stibold, de TWEE GEZUSTERS (opm: tjalk), kapt. H. Segers en de GOEDE HOOP (opm: kof), kapt. C. Teves; alsmede zoo men dacht, de EENDRAGT (opm: kof), kapt. H.E. de Jong en MARIA ADOLPHIA (opm: kof), kapt. J.H. Haverbult, volgens schippers berichten was het schip de JONGE JACOB (opm: fluit), kapt. K. Wybrands, den 1 augustus in goeden staat tussen Anholt en Lesouw gezien.
LCO 260816
Amsterdam, 24 augustus. Sedert onze laatste bij Texel binnengekomen JONGE GERRIT, D. Annes van Nerva.
1817
Op 5 april 1817 wordt in Amsterdam voor de JONGE GERRIT onder kapt. Doede Annes een monsterrol opgemaakt voor de eerste reis naar de Oostzee in het nieuwe seizoen.
OHC 190417
Publieke verkoping te Zaandam, op donderdag den 24 april 1817, des namiddags ten 2 uren, in het logement de Otter, door het officie van den notaris Hendrik Christiaan Göbel, als daartoe speciaal benoemd, bij dispositie van de rechtbank ter eerste aanleg, zitting houdende te Haarlem, gedateerd den 3 januari dezes jaars, en den 9 van dezelve maand, te Haarlem behoorlijk geregistreerd, ten overstaan van den vrederechter van Zaandams eerste canton, in tegenwoordigheid der gekwalificeerde, geïnteresseerden, in den onder beneficie van inventaris aanvaarden nalatenschap van wijlen de heer Adriaan Rogge, aldaar overleden, mitsgaders onder directie van de makelaars M. te Veltrup en J. te Veltrup, van diverse percelen vaste goederen, als:
- 5/32e parten in 't fluitschip, genaamd de JONGE GERRIT, gevoerd bij Kapt. Doede Annes, varende onder directie van de heer Dirk Visser, te Zaandam;
- 1/16e part in het pinkschip genaamd de VREDE gevoerd bij kapitein Paulus Sturk, varende onder de directie van de heer J. Heemskerk te Amsterdam. Breder gespecificeerd in de geplakte biljetten, en nader onderrichting bij gemelde makelaars.
OHC 010717
Amsterdam, 30 juni. Den 28 juni is bij Texel binnengekomen D. Annes van Nerva.
Op 21 juli werd opnieuw een monsterrol opgemaakt voor de JONGE GERRIT onder kapt. Doede Annes; ook deze reis zal ongetwijfeld naar Nerva zijn geweest om hout / balken te halen.
1818
Op 03-08-1818 wordt voor de JONGE GERRIT door Dirk Visser uit Zaandam een zeebrief aangevraagd voor kapt. K.K. Leegen.
1819
RC 170719
Amsterdam, 15 juli. Sedert onze laatste in Texel binnengekomen K.K. Leegen van Nerva.
OHC 100819
Heden morgen om 7 uren overleed, aan de gevolgen van een onverwacht toeval, mijne geliefde man, Dirk Visser, in den ouderdom van een en zestig jaren, en zeven maanden. Ik geve hier van, langs dezen weg, kennis aan alle zijn vrienden en bekenden.
Zaandam, den augustus 1819 Aaltje Vas, Wed. Dirk Visser
(opm: Dirk Visser was een belangrijke aandeelhouder in de fluit JONGE GERRIT)
1820
RC 160520
Amsterdam, 15 mei. Uit het Vlie gezeild K.K. Leegen (opm: JONGE GERRIT) naar Nerva.
OHC 270720
Amsterdam, 26 juli. Den 24 juli te Texel binnengekomen K.K. van Leegen van Nerva.
1821
Op 07-04-1821 wordt voor de JONGE GERRIT door Aaltje Vas, weduwe van Dirk Visser uit Zaandam een zeebrief aangevraagd voor kapt. K.K. Leegen.
RC 240421
Amsterdam, 22 april. Van Texel uitgezeild K.K. Leegen naar Nerva.
OHC 040821
Amsterdam, 3 augustus. Van Texel uitgezeild K.K. Leegen naar Nerva.
1822
OHC 250422
Amsterdam, 23 april. Uit het Vlie gezeild K.K. Leegen naar Nerva.
RC 171022
Amsterdam, 15 oktober. De fluit de JONGE GERRIT, kapt. K.K. Leegen, van Nerva naar Amsterdam, den 8 oktober te Elseneur aangekomen, heeft bij Hveen (opm: waarschijnlijk het Zweedse eiland Ven in de Sont nabij Landskrona) aan de grond gezeten, doch is met assistentie afgebracht.
RC 021122
Amsterdam
31 oktober. Sedert onze laatste is te Texel binnengekomen K.K. Leegen van Nerva.
RC 191122
Amsterdam, 17 november. Kapt. K. Leegen, voerende het fluitschip de JONGE GERRIT, van Nerva in Texel binnen, meldt in dato 15 november, dat zijn schip, van de rede van Texel opzeilende, door de loods bij klare dag aan de grond gezet is, (opm: rest niet leesbaar).
1823
LCO 120523
Amsterdam, 10 mei. Uitgezeild K.K. Leegen naar Nerva.
RC 100623
Arrivementen: Te Nerva K.K. Leegen van Zaandam.
LCO 230623
Van Elseneur wordt van den 14 juni gemeld dit volgens schippers bericht door de droogte bij Dröge ten anker lagen de fluitschepen VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts en de JONGE GERRIT, kapt. K.K. Leegen, beide van Nerva komende, welke uit hoofde van tegenwind niet door de gronden konden komen.
RC 280623
Amsterdam, 26 juni. Bij Texel binnengekomen K.K. Leegen van Narva.
LCO 300723
Amsterdam, 28 juli. Uit het Vlie gezeild K.K. Leegen naar Nerva.
OHC 140823
Arrivementen: Te Elseneur K.K. Leegen van Zaandam.
AC 251023
Texel, 25 oktober. Gisteren zijn alhier gearriveerd de schepen DE HOOP, kapt. P. Haasnoot, van Lissabon; JONGE GERRIT, kapt. K.K. Leges (opm: fluit, kapt. K.K. Leegen), van Nerwa.
1824
RC 010524
Amsterdam, 29 april. Uit het Vlie gezeild K.K. Leegen naar Nerva.
OHC 110524
Arrivementen: Te Elseneur K.K. Leegen van Zaandam.
RC 130724
Amsterdam, 12 juli. Kapt. K.K. Leegen, voerende de fluit JONGE GERRIT, van Nerva naar Zaandam en Amsterdam, meldt van Elseneur (opm: Helsingör) van den 1 juli, dat hij de ochtend na zijn vertrek van Nerva met dik weder, circa 13 mijl van daar, op de vuile gronden van Stengen-eiland vastgeraakt, doch na het over boord werpen van een gedeelte der lading, waardoor 500 balken verloren gingen, zonder schade aan het schip weder vlot geraakt en vervolgens te Elseneur aangekomen was.
RC 161124
Amsterdam, 14 november. De fluit de JONGE GERRIT (opm: bouwjaar 1791), kapt. K.K. Leegen, van Nerva komende, is, in de nacht tussen den 21 en 22 oktober, 15 mijlen beoosten Reval (opm: Tallinn) gestrand en vol water geraakt; het volk is gered en men zou trachten zoveel mogelijk van de inventaris te bergen; doch het schip zal weg zijn (opm: zie RC 110125).
1825
RC 110125
Amsterdam, 9 januari. Kapitein K.K. Leegen, gevoerd hebbende het fluitschip de JONGE GERRIT (opm: zie RC 161124), schrijft van Reval in dato 18 december, dat hij den 6 dito vijftien man van zijne equipage had bezorgd aan boord van een schip naar Lübeck bestemd; dat zij volgens bericht, den 12 dito vertrokken waren en, naar gissing, toen reeds Gotland gepasseerd zouden zijn.