Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 10 mei 1831 wordt een missieve behandeld van Anna Oltman, weduwe van de in 1818 overleden kapitein Laurens Handbeil, waarin zij vraagt om enige ondersteuning. Haar wordt een gratificatie van f.10,- toegekend023.
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden L.Handbeil in 1817/1818 als gezagvoerder van het fregat “Cornelia”, geen opgave van bouwjaar en -plaats, 258 ton, varend voor C.Frymersum & Zn te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Lourens Handbeil op de:
“Onderneeming”(kaper), dd 02 12 1808;
“Eliza Constantia”, dd 20 maart 1810 (Oldenburger vlag);
“Cornelia”, dd 07 april 1817; 26 februari 1818;, 25 november 1818;
Volgens de Amsterdamsche Courant dd 12 mei 1819 is Lourens Handbeil overleden op 12 mei 1819 en vervangen door D.C.Martens. Uit de gegevens van Diederich Christiaans Martens blijkt dat deze is vervangen door Handbeil en dus niet andersom.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 19 september 1818114
Amsterdam, 17 september. Kaptein Laurens Handbeil, voerende het schip CORNELIA, den 14 september in Texel binnengekomen van Demerary, is den 19 juli van daar gezeild, en zou veertien dagen later gevolgd worden door het schip de GRAAF BULOW, kaptein Hendrik Jansen, mede naar Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
D.C.Martens, vlagnummer 46, overleed in 1824.084.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Kapitein D.C.Martens kreeg vlagnummer 46 van het college Zeemanshoop in Amsterdam. Hij overleed in 1824 en zijn nummer ging over naar kapitein P.Sipkes019. In het Inschrijfregister van Zeemanshoop002 is eerst bij nummer 46 de naam van D.C.Martens ingevuld en direkt daarna die van P.Sipkes. Bij beide namen zijn geen verdere bijzonderheden, zoals scheepsnaam, inschrijfdatum en de naam van degene die het aspirant-lid voordroeg, vermeld.
In de Algemene Vergaderingen van 10/17 maart 1824 van het college Zeemanshoop werd D.C.Martens, oud 36 jaar, wonende aan de Slijpsteenen, op voordracht van kapitein Sturk, voorgedragen/benoemd als effectief lid023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 september 1825 meldt het Bestuur zijn besluit om de uitkering aan de weduwe D.C.Martens gelijk te stellen aan die van de weduwe van Jens Johannesen.042. Kennelijk is eerder, en wel vóór de start van de notulen van de Bestuursvergadering, een besluit tot ondersteuning geweest.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1826 staat het bericht van mej. A.M.Opperman “bevorens weduwe D.C.Martens”, die bericht dat zij in het huwelijk is getreden met kapitein P.Schackel en dus bedankt voor de uitkering.042.
In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" op 28 december 1824 werd een missive behandeld van "A.M.Opperman, weduwe van wijlen kapitein D.C.Martens dato 28 dezer meldende het overlijden van wijlen haren man voornoemd, op deszelfs terugreize van Demerary herwaarts"023.
Uit de monsterrollen van de Amsterdamse Waterschout011 blijkt dat het hier gaat om Diederich Christiaan Martens die op 25 maart 1824 aan boord van het schip de "Cornelia" werd vervangen door L.Handbeil (kennelijk vanwege het overlijden van de kapitein).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.C.Martens van 1819-1825 als kapitein van het fregat “Cornelia”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 258 ton, varend voor C.Frymersum & Zn te Amsterdam.
Volgens de Amsterdamsche Courant dd 12 mei 1819 is Lourens Handbeil , gezagvoerder op de “Cornelia”, overleden op 12 mei 1819 en vervangen door D.C.Martens
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Diederich Christiaans Martens op de:
“Cornelia”, dd 8 juni 1819; 02 mei 1820; 09 april 1821; 11 februari 1822; 04 november 1822; 25 maart 1824 (vervangen door L.Handbeil)
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 26 juni 1819114
Amsterdam, 24 juni. Het schip CORNELIA, kapt. D.C. Martens, van Amsterdam naar Demerarij gedestineerd, is ter rede van Texel van deszelfs ankers gespild en, na verlies van twee ankers en de voorsteng, in het Nieuwe Diep aangekomen.
(opm: blijkbaar is de braadspil [horizontale windas op het voorschip] door zijn pallen gegaan en liepen de ankerkettingen af tot en met de laatste schalm)
Rotterdamsche Courant 20 november 1819114
Amsterdam, 18 november. Te Demerarij is gearriveerd D.C. Martens, te Smirna (opm: Izmir) A. Oosterbaan en op de rede van Bordeaux H. Korf van Amsterdam; te Rouaan A. Berneval van Rotterdam; te Bremen H. Hansen en te Riga B.C. Doijen van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 08 februari 1820114
Londen, 4 februari. Den 1 dezer is te Dartmouth binnengelopen het schip CORNELIA, D.C. Martens, van Demerarij naar Amsterdam..
Rotterdamsche Courant 12 februari 1820114
Londen, 8 februari. Het schip the CORNELIA, D.C. Martens, van Demerarij naar Amsterdam, te Dartmouth binnengelopen (opm: zie RC 040320, 070320 en 140320), is zo beschadigd en lek, dat men een gedeelte der lading heeft moeten lossen
Rotterdamsche Courant 04 maart 1820114
Londen, 29 februari. Te Cowes is den 26 binnengelopen het schip CORNELIA, Martens, (opm: zie ook RC 070320 en 140320), van Demerarij naar Amsterdam
Rotterdamsche Courant 08 maart 1820114
Amsterdam, 5 maart. De schepen CORNELIA, kapt. D.C. Martens, van Demerarij naar Amsterdam, en MENTOR, kapt. Reijter, van Baltimore naar Bremen, te Dartmouth binnengelopen, hebben den 23 februari derzelver reizen vervolgd.
Rotterdamsche Courant 11 maart 1820114
Londen, 7 maart. Den 29 februari is van Cowes vertrokken CORNELIA, Martens, naar Amsterdam, van Demerarij, doch den 6 teruggekomen. (opm: zie RC 140320)
Rotterdamsche Courant 14 maart 1820114
Londen, 10 maart. Het schip CORNELIA, Martens, van Amsterdam (opm: van Demerarij naar Amsterdam) te Dartmouth binnengelopen, heeft den 8 dezer deszelfs reis voortgezet.
Rotterdamsche Courant 31 oktober 1820114
Amsterdam, 29 oktober. In Texel binnengekomen D.C. Martens (opm: fregat CORNELIA) van Demerarij; heeft op de Zuiderhaaks gestoten, waardoor het schip zeer lek is geworden. Het Nieuwe Diep niet hebbende kunnen bereiken, is het schip ten anker gegaan, doch men is genoodzaakt geweest, ten einde het schip niet zoude zinken, het anker te kappen en het op de Zuiderwal aan de grond te zetten. De kapitein heeft vervolgens assistentie aangenomen van pompers, loodsvaartuigen en een sloep, benevens vaartuigen, om te lossen (liggen quarantaine).
Rotterdamsche Courant 31 oktober 1820114
Amsterdam, 29 oktober. Kapt. D.C. Martens, boven gemeld, is heden ochtend in het Nieuwe Diep gebragt; had een ligter op zijde om te lossen.
Rotterdamsche Courant 02 november 1820114
Amsterdam, 31 oktober. De quarantaine van het schip CORNELIA, kapt. D.C. Martens, is den 29 oktober opgeheven.
Rotterdamsche Courant 24 augustus 1822114
Amsterdam, 22 augustus. Van Demerarij zijn den 20 juni vertrokken de schepen CORNELIA (opm: fregat), kapt. D.C. Martens, en de VREDE (opm: pink DE VREEDE), kapt. P.J. Sturk, naar Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.M.Brinckman werd met nr.127 effectief lid van Zeemanshoop per 19 juli 1825 op voorspraak van H.Funck. Geen schip vermeld002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 12/19 juli 1825 wordt voorgesteld/ingeschreven als effectief lid Gotthar Mouritz Brinkmann, 37½ jaar, wonende op de Nieuwedijk het 2de huis van de Kapelsteeg, adres bij de heer C.Frijmersum op de Keizersgracht tussen de Herenstraat en de Leliegracht. Hij werd voorgesteld door H.Funck en kreeg als vlagnummer 127023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1826 staat vermeld dat kapitein Brinckman in de Middellandse Zee zijn schip heeft verloren. Aan zijn equipage is door Zeemanshoop kleding verstrekt.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1828 staat een verzoek van kapitein G.M.Brinkman “vermits zijne Schipbreuk en behoeftige toestand, eenige onderstand verzoekende.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 november 1828 staat een commissieverslag inzake de rechtmatigheid van een ondersteuning aan kapitein G.M.Brinckman. Geconcludeerd wordt dat hij geen “voortdurend recht” heeft. Maar er is gebleken “dat hij zich in een zeer armoedige toestand bevind, zodat hij het onontbeerlijkste Huisraad heeft moeten verkopen, daarbij zeer ziekelijk is, zodat hij vooralsnog buiten staat is verder dienst aan boord van een schip te kunnen zoeken.” De commissie doet de aanbeveling om onderstand “voor twee of drie Maanden te doen uitreiken.”. Het Bestuur besluit hem ingaande 01 december 1828 gedurende 13 weken een uitkering ad f 3,- per week toe te kennen. In de vergadering van 26 februari 1829 wordt deze uitkering met twee maanden verlengd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 september 1829 staat de vraag van de penningmeester “hoe te handelen met die geenen die achterstallig zijn in de betaling als daar zijn G.S.Rotgans, P.Strating, de Boer (geen initialen), L.M.Hofman, G.M.Brinkman, Jacob Meijer, F.C.Gude, C. van Solingen, H.T. Versluis, A.M.Noordbeek wordt besloten deeze leden aan te schrijven om hunne contributien te voldoen ten minste voor zover dit mogelijk is.”042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
127 1825 fregat Kornelia C.Frymersum en Zn
1826-1832 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.M.Brinkman in 1826 als kapitein van het fregat “Cornelia”, bouwjaar en -plaats niet vermeld, 258 ton o.m., varend voor C.Frymersum & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1826 te Amsterdam geveild.
Overige bijzonderheden
Geen