Het is Marhisdata helaas nog niet gelukt om het begin van de kof te vinden. Het gerenommeerde Scheepvaart Register Bureau Veritas heeft als bouwjaar 1805. Daar heeft Marhisdata nog geen bevestiging voor gevonden.
1817
Op 4 maart 1817 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de DANKBAARHEID, aangevraagd door F. der Kinderen, Amsterdam, voor J.C. Willems als kapitein.
1819
Op 29 april 1819 werd de ‘eerste’, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.
LC 280919
Harlingen, 25 september. Binnengekomen de JONGE SIKKO, kapt. Rinse Harmanus Smits, met hout van Noorwegen.
Op 6 oktober 1819 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Cette, voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.
1820
LC 080820
Harlingen. Den 27 juli binnengekomen de kofschepen CONCORDIA, kapt. Jan Klazen Nap, met rogge van Memel (opm: Klaipeda); de JONGE SIKKO (opm: kof JONGE SIKKE), kapt. Rinse H. Smits, met zout van Leverpool;
Op 14 november 1820 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar de Middellandse Zee, voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.
LC 011220
Harlingen. Den 24 november. Binnengekomen de JUFVROUW BEBIANA, kapt. J.J. Uileng (opm: kof JUFVROUW BIBIANA, kapt. Israel Hendriks Uiling), de VROUW ANNEGINA, kapt. Harm Jans Potjer, beide met zout van Leverpool. Uitgezeild het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Rinse H. Smits, met ballast en enige goederen naar de Middellandse Zee.
1822
Op 25 februari 1822 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door S. Stinstra, Harlingen, voor T. IJzenbeek als kapitein. Vorige kapitein was R.H. Smits.
RC 210522
Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:
Den 14 dezer is te Scilly binnengelopen het schip JONGE PELKO, IJzenbeck (opm: kof JONGE SIKKO, kapt. Th. IJzenbeek, zie LC 070622), van Liverpool naar Harlingen.
LC 070622
Harlingen. Den 30 mei binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Thomas Yzenback, met zout, potas en geelhout van Liverpool;
LC 020722
Harlingen. Den 20 juni. Uitgezeild het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. T. Yzenbeek; de smakschepen de VROUW LAMMEGINA, kapt. O.P. Smit, de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. Smit, alle met ballast op avontuur.
RC 060822
Amsterdam, 4 augustus. Het kofschip de JONGE SIKKO, T.K. IJzenbeek, van Memel (opm: Klaipeda) naar Nantes, is den 31 juli, in goede staat gepraaid door de loodsschipper A. Visser.
1824
Op 9 februari 1824 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein. Vorige kapitein was T.H. IJzenbeek
LC 180524
Harlingen. Den 10 mei zijn binnen gekomen de kofschepen de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, beide met hout van Memel (opm: Klaipeda);
1825
LC 230825
Harlingen. Den 16 augustus binnen gekomen, het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, met hout van Noorwegen.
LC 060925
Harlingen. Den 30 augustus uitgezeild de kofschepen DE DRIE GEZUSTERS, kapt. T.T. Dijkstra; de JONGE SIKKO, kapt. T.A. Visser; de VRIENDSCHAP, kapt. C.W. Stuit; de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. Jan H. Kappen; VRIENDSCHAP, kapt. Detmer Genekies; de VROUW CATHARINA, kapt. N. Jacobs; het tjalkschip de VROUW WILHELMINA, kapt. Jan Joosten, alle met ballast naar Noorwegen.
LC 230825
Harlingen. Den 16 augustus binnen gekomen, het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, met hout van Noorwegen.
1827
Op 7 maart 1827 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein.
Op 20 oktober 1827 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein.
1828
RC 170128
Het schip DE JONGE SICCO (opm. JONGE SIKKO), kapt. P.A. Visser, van Amsterdam naar Marseille, is, volgens brief van Marseille van de 5e dezer, de 11e december 1827 te Malaga met averij binnengelopen; moet lossen om te repareren.
RC 111128
Kapitein P.A. Visser, voerende bet schip de JONGE SIKKO, van Petersburg naar Amsterdam, in de Sond aangekomen, heeft, volgens brief van Elsencur van de eerste november, in een storm een gedeelte der lading over boord geworpen.
PGC 301228
Advertentie. Uit de hand te koop het kofschip de JONGE SIKKO, gevoerd bij schipper Pieter Aukes Visser, liggende in de Noorderhaven te Harlingen, gemeten 25 ellen lang, 5 ellen 35 duimen wijd, 2 ellen 79 duimen hol, 87 lasten of 165 tonnen; van een goede inventaris voorzien. Aangaande een en ander nader informatie te bekomen bij den heer Simon Stinstra, te Harlingen.
1829
PGC 060129
Advertentie. Uit de hand te koop het kofschip de JONGE SIKKO, gevoerd door schipper Pieter Aukes Visser, liggende in de Noorderhaven te Harlingen, gemeten 25 ellen lang, 5 el 3 duim wijd en 2 el 79 duim hol, metende 87 lasten of 165 ton, met een goede inventaris. Aangaande een en ander is nader informatie te bekomen bij de heer Simon Stinstra te Harlingen.
(omp: Koper voor NLG 7750,- werd een partenrederij bestaande uit Jan Alberts Eilers (¾ part), en kapt. Hendrik Everts Vos (¼ part), beide wonende te Nieuwe Pekela. Nieuwe naam de JONGE DERK)
Op 12 maart 1829 werd de zeebrief van de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 14 maart royement volgde.
Op 26 maart 1829 werd de ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.
LC 271029
Harlingen. Den 19 oktober. Uitgezeild de kofschepen GEZINA, kapt. B.A. Visser, met ballast naar Noorwegen; de JONGE CORNELIS, kapt. H. van Slooten, ledig naar Amsterdam; de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met ballast naar Noorwegen, en het smakschip de VROUW HELENA, kapt. W. Gialtz, ledig naar Groningen.
1830
LC 110530
Harlingen. Den 3 mei. Uitgezeild het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met vlas naar Liverpool; het kofschip de JUFFER SARA, kapt. A. Sluik, met ballast op avontuur.
LC 220630
Harlingen. Binnen gekomen: Den 15 juni de kofschepen GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth; de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra; de VROUW PETRONELLA, kapt. P. de Jong; CONCORDIA, kapt. I. Asjes; ALIDA CLASINA, kapt. L.E. Tiktak, en het smakschip JANTINA, kapt. K.E. Vos, alle zes met hout van Noorwegen; het kofschip VIGILANTIE, kapt. J.H. Wilderman, met hout van Dantzig; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. D. de Jong, met ijzer, teer en potas van Stockholm; het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met zout van Liverpool;
LC 270930
Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 september de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Riga; JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, ledig van Amsterdam;
1831
Op 7 maart 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.
AH 260331
Vlie, 21 maart. Vertrokken: FRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, naar Liverpool; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. van der Werf, naar Liverpool; DE TWEE VRIENDEN, kapt. G.T. Schipper, naar Hull; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Riga;
LC 010431
Harlingen. Uitgezeild: Den 21 maart de kofschepen MARGRETA HENDRIKA (opm: MAGRETHA HINDRIKA), kapt. G.J. Munneke, LUMMEGINA, kapt. K. de Weerd, DE HOOP, kapt. H.W. Onstwedder, VIGILANTIE, kapt. J.H. Wilderman, CONCORDIA, kapt. R. Dik, DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, DE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domenij, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr. en de smakschepen DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Zeeven en DE VROUW MARTHA, kapt. H.H. Naatje, alle met ballast op avontuur;
AH 310531
Vlie, 26 mei. Binnengekomen: FLORA, kapt. J. Mauldon, van Newcastle; ENBERDINA, kapt. G.J. Bossinga, van Koningsbergen; DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Mulder, van Riga; DIE EENIGKEIT, kapt. J. Maas, van Riga; ANNA CATHARINA, kapt. P. Zeplin, van Riga; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Riga;
LC 310531
Harlingen. Binnen gekomen: Den 24 mei. Het kofschip DE DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, met zout van Liverpool en DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Riga.
LC 280631
Harlingen. Uitgezeild: Den 21 juli. Het kofschip DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met ballast op avontuur.
AH 160831
Texel, 12 augustus. Binnengekomen: DE JONGE KAREL, kapt. R.L. Giezen van Oleron; VROUW MARCHIENA, kapt. J. de Boer van Oleron; JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Vos, van Liverpool.
1832
AH 290332
Texel, 27 maart. Vertrokken: HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, naar Suriname; DE JONGE DIRK(opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Liverpool;
AH 260432
Texel, 24 april. Binnengekomen:JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Liverpool;
LC 080532
Harlingen. Binnengekomen:
Den 1 mei het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met zout van Liverpool.
RC 260732
Rotterdam, 25 juli. Den 23 dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis:
DE SNELHEID, kapt. A. van der Linde en ANNA EN AMALIA, kapt. A. Christiansen, van Archangel; CHRISTINA JOHANNA, kapt. A. Plokker, van Boston; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Voss, van Riga;
RC 020832
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
-- Naar Liverpool, het Nederlands kofschip JONGE DERK, kapt. Hendrik Everts Voss.
AH 181032
Texel, 16 oktober. Binnengekomen: JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Liverpool;
1833
Op 12 juni 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.
AH 290633
Scheepstijdingen.
Uitgezeild: Vlie, 25 juni. MARGARETHA, kapt. T.K. Mulder, naar Liverpool; MATHILDA, kapt. J.D. Kroger, naar Newcastle; JUFVROUW FRESINA, kapt. J.H. Potjer en EIZO DE WEND, kapt. W.G. Hellinga, van Sunderland; AURORA, kapt. J. de Jager, naar Archangel; NICOLAAS JOHANNES, kapt. K.IJ. Parma en MINERVA, kapt. J.D. Zylstra, naar Riga; GOEDE HOOP, kapt. J.J. de Boer, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, TWEE GEBROEDERS, kapt. W.J. Lukens, VROUW BARBERA, kapt. B.J. Jonker en CONCORDIA, kapt. H.D. van Wyk, alle vijf naar Noorwegen;
LC 020733
Harlingen. Uitgezeild: Den 25 juni de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de TWEE GEBROEDERS, kapt. W. Luikens en GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, alle drie met ballast op avontuur.
AH 010833
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Vlie, 29 juli. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oosterisoer.
AH 140833
Scheepstijdingen. Uitgezeild: Vlie, 10 augustus. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, VROUW CATHARINA, kapt. N.J. Boomgaard en DE WINTER, kapt. L. Holst, alle drie naar Drammen;
LC 160833
Harlingen. Uitgezeild: Den 9 augustus, de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth, GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, VRIENDSCHAP, kapt. J. Klaasen, EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, en de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. N.J. Boomgaard, JELLINA, kapt. L. de Vreede; alle in ballast op avontuur.
AH 120933
Binnengekomen:
Texel, 10 september. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en MARGARETHA, kapt. J.H. Buining, van Drammen;
AH 011033
Uitgezeild: Vlie, 28 september. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Newcastle; CLARA MARGARETHA, kapt. E.P. Dik, naar Riga; (opm: smak) VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. Jong en VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Kuiper, naar Noorwegen.
AH 121033
Shields, 1 oktober. Binnen gekomen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. J.G. Vos, van Amsterdam.
AH 141033
Binnengekomen: Texel, 11 oktober. DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, CONCORDIA, kapt. J.E. Kwakenburg, HOOP OP VERWACHTING, kapt. K.K. de Boer en CATHARINA, kapt. H.G. Lever, alle vier van Newcastle;
1834
PGC 030134
Advertentie. De Griffier van het Vredegerecht, kanton Pekela, gedenkt, ten verzoeke van de scheepskapitein Walter Roelfs Luikens, te Nieuwe Pekela gewoond hebbende, publiek te verkopen een kofschip en annexen, genaamd de TWEE GEBROEDERS, groot ongeveer 112 ton, liggende te Harlingen, laatst door gezegde kapitein bevaren.
Alsmede 1/32e aandeel in het kofschip genaamd de JONGE DERK, groot pl.m. 133 ton, liggende te Amsterdam en door kapt. Hendrik Everts Vos bevaren.
De verkoping zal zijn voorlopig vrijdag 10 januari en finaal vrijdag 17 januari 1834, telkens des avonds om 6 uur beginnende, ten huize van de logementhouder Halbe Piebes te Nieuwe Pekela, op conditieën dan te horen.
A. Wildervanck Bruins.
AH 100434
Uitgezeild:
Vlie, 7 april. GOEDE HOOP, kapt. H.B. de Jong en JONGE LEEUW, kapt. P.P. Winja, naar Newcastle; WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D.D. de Jong, naar Hull; VROUW JELTJE, kapt. L.P. de Vreede, naar Leith; AGATHA, kapt. K.L. Spijkman, naar Riga; ANNA SOPHIA, kapt. E.A. Boek, naar Koningsbergen; DIVERDINA, kapt. P. Meintz, naar Memel; YPEUS, kapt. H. de Weerd, naar Holbeck; CATHARINA ELSIA, kapt. A.H. Schuring, naar Elsinger; JONGE JAN, kapt. J.E. Bart, naar Christiaansand; IDA ALYDA, kapt. O.J. Woldering en FORTUNA, kapt. T.A. Hansen, naar Noorwegen; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. A.E. Vos, GEZUSTERS, kapt. E.Y. Post; EENISTROOM, kapt. P.D. Drost en ST. ANTHONIE, kapt. H.C. Jongbloed, alle vijf op avontuur.
AH 210834
Binnengekomen:
Terschelling, 17 augustus. DE WELVAART, kapt. R.J. Fennenga en ELISABETH, kapt. L. Hansen, beide van Koningsbergen; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, MERCURIUS, kapt. W. Arkema Jr., beide van Petersburg;
AH 230934
Uitgezeild: Texel, 21 september. ANNA, kapt. H.J. Koster en JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, beide op avontuur.
AH 151034
Binnengekomen.:
Texel, 13 oktober. HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, van Suriname; BELVEDERE, kapt. J.J. Wyer, van Alexandria; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jonge; FLORA, kapt. J. Mauldon en CATHARINA, kapt. H.H. Bakker, alle vier van Newcastle;
1835
AH 180335
Uitgezeild: Vlie, 15 maart. JANTINA MARGARETHA, B.H. Pinkker, naar Cardiff; HECTOR, kapt. P.H. Kensder, naar de Oostzee; ONDERNEMING, kapt. T.J. Hazewinkel, naar Koningsbergen; VROUW HELENA, kapt. W.H. Kraan, naar Arendahl; VROUW JANTINA, kapt. K.E. Vos, naar Drobach; VROUW LAMMEGINA, kapt. B.J. Goossens en PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jong, naar Noorwegen; COURIER, kapt. P.H. de Beste, naar Hamburg; VLIJT, kapt. J.S. Bakker, HYLKE JANS, kapt. B.J. Siedses, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, JANTINA ROELFINA, kapt. S.R. Kuiper. VRIENDSCHAP, kapt. P.P. Duit, GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jong, CONCORDIA, kapt. O.P. Smit, VROUW ANNEGINA, kapt. A.J. Bouten en DE KLEIN KINDEREN, kapt. T.W. de Vries, de laatste negen alle op avontuur.
Op 3 juli 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.
1836
LC 080336
Harlingen. Uitgezeild: Den 3 maart, de kofschepen CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos en CONCORDIA, kapt. O.P. Smit, alle vier naar Noorwegen.
AH 070436
Binnengekomen: Vlie, 3 april. VROUW GEZINA, kapt. J.I. van der Woude, van Sunderland; WELDAAD, kapt. P.T. Fenninga, van Cardiff; JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit; HARMINA, kapt. B.W. Lukens en JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vijf van Oosterisoer;
LC 120436
Harlingen. Binnengekomen: Den 4 april, de kofschepen MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, JONGE HENDRIK, kapt. H.M. Pott, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok, HENDRIKA, kapt. T.F. Harding, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr., VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, en GEZINA, kapt. H.H. Veen, alle negen van Noorwegen.
LC 140636
Harlingen. Binnengekomen: Den 8 juni, het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Nerva.
1837
LC 180437
Harlingen. Binnengekomen: den 13 april de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. W.J. Visser, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H. E. Vos, en de WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, alle drie van Noorwegen.
LC 250437
Harlingen. Uitgezeild: den 21 april de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE ANNA, kapt. H.J. Hubert, VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vier naar Noorwegen.
PGC 230537
Het schip de JONGE DIRK (opm: JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Noorwegen naar Harlingen, zat volgens brief van daar van 19 mei, in het gezicht der haven aan de grond.
LC 300537
Harlingen. Binnengekomen: den 22 mei het brikschip HAABETS ANKER, kapt. C. Haagensen, de kofschepen VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle drie van Noorwegen.
LC 060637
Harlingen. Uitgezeild: den 29 mei de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth en de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, beide naar Noorwegen.
Op 20 juli 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.
LC 270637
Harlingen. Binnengekomen: den 17 juni het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Noorwegen.
LC 010837
Harlingen. Uitgezeild: Den 27 juli het tjalkschip de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Orne, op avontuur, de kofschepen de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, naar Noorwegen, ANNA CORNELIA, kapt. D.H. Daniels, naar Emden en ZEELUST, kapt. R. Sluik, van Memel.
LC 050937
Te Harlingen Van Harlingen uitgezeild: 29 augustus de kofschepen AUGUSTA CATHINCA, kapt. L.J. Dreijer, EGBERTUS, kapt. H.A. Brouwer, DE VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, DE GOEDE WELVAART, kapt. G.J. Vos, PIETER, kapt. J.H. de Weerd, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, DE JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, DE JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, alle acht naar Noorwegen en JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, naar Memel (opm: Klaipeda); het schoenerschip MAGNET, kapt. E.L. Cooper, naar Dundee.
LC 031037
Te Harlingen binnengekomen: Den 25 september de kofschepen IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, WILLEM, kapt. H.W. Kiers, DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en AUGUSTA CATHINCA, kapt. L. Dreijer, alle vijf van Noorwegen.
1838
LC 270338
Harlingen. Uitgezeild:
Den 23 maart de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. K.J. Klazen, naar …… (opm: open gelaten), GEZIENA JOHANNA, kapt. H.W. Lukema, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, beide naar Noorwegen, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, naar Schotland, de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok, IJPEUS, kapt. H. de Weerd, jr, en het smakschip AMELIA, kapt. H.H. Naatje, alle zes naar Noorwegen;
LC 010538
Harlingen. Binnengekomen: Den 24 april het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Stadthil (opm: Stathelle).
LC 150538
Harlingen. Uitgezeild: Den 2 mei de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, naar Dantzig (opm: Gdansk), de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart en MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, alle vier naar Noorwegen.
LC 120638
Harlingen. Binnengekomen: den 27 mei de kofschepen de JONGE JOHAN VAN LETTEN, kapt. J.U. Jansen, van Dantzig (opm: Gdansk), de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, MINERVA, kapt. H. Albers, van Dantzig en de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, van Droback.
LC 140838
Harlingen. Binnengekomen: den 8 augustus het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Riga.
LC 110938
Harlingen. Binnengekomen: Den 8 september het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Christiaansand, het tjalkschip de JONGE JAN, kapt. H.E. Pluktje, van Stettin (opm: Szczecin), het kofschip de JONGE BARENT, kapt. B.R. van Wijk.
LC 231038
Harlingen. Binnengekomen: Den 15 oktober dito de kofschepen VRIESLAND, kapt. T.W. Stuit, van Liverpool en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oudsoen.
1839
LC 190339
Harlingen.
Uitgezeild: Den 11 maart de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun en WILLEM OLIVIER, kapt. G.J. Korter, alle drie naar Noorwegen.
Op 2 april 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door H.E. Vos, Nieuwe Pekela, voor zichzelf als kapitein. Nieuwe boekhouder L.E. Tiktak, te Nieuwe Pekela.
LC 300439
Harlingen. Binnengekomen: Den 20 april de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, FENNECHINA ELISABETH, kapt. W. Wijkman en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, beide van Liverpool.
LC 140539
Harlingen. Uitgezeild: Den april 29 de kofschepen ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de VROUW ANTJE, kapt. B.D. de Grooth, de GOEDE WELVAART, kapt. G.E. Vos en het brikschip FORTUNA, kapt. C. Christiaansen, alle vijf naar Noorwegen.
LC 020739
Harlingen. Binnengekomen: Den 29 juni de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Laurvig, de JONGE BARENT, kapt. J.O. Stuut, van Nervi, MARGRIETA, kapt. K.F. Harding, van Christiaansand en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Drammen; het barkschip ARGO, kapt. C. Haagensen, van Droback.
LC 160739
Harlingen. Uitgezeild: Den 8 juli de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, beide naar Noorwegen, de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, naar de Oostzee, MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, ANNEGINA, kapt. R.J. Kuiper, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos en WILLEM OLIVIER, kapt. G.J. Korter, alle vijf naar Noorwegen.
LC 060839
Harlingen. Binnengekomen:Den 31 juli het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer; de schoenerschepen NORTHAM, kapt. C. Carter en MONARCH, kapt. Jos. Manning, beide van Londen.
LC 130839
Harlingen. Uitgezeild: Den 9 augustus de kofschepen MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vier naar Noorwegen; het smakschip HET TOEVAL, kapt. H.H. Ebes, naar de Oostzee.
LC 291039
Harlingen. Binnengekomen: Den 18 oktober de kofschepen de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, van Christiaansand, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer en PIETER, kapt. J.H. de Weerd, van St. Petersburg;
1840
LC 310340
Harlingen. Uitgezeild: Den 27 maart den 27 dito de kofschepen de JONGE JOHAN VAN LETTEN, kapt. J.U. Jansen, naar de Oostzee, de WELVAART, kapt. H.W. Velt, PETRONELLA, kapt. H,M. Swart en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle drie naar Noorwegen; het smakschip VERWACHTING, kapt. J. Eilers, naar Leith.
LC 280440
Harlingen. Binnen gekomen: Den 24 april het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Droback.
LC 050540
Harlingen. Uitgezeild: Den 1 mei het tjalkschip (opm: smak) WILHELMINA HENDRIKA, kapt. W.H. Mulder, naar Hull; de kofschepen de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, de VROUW LUBBEGINA, kapt. F.K. de Weerd, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, alle vier naar Noorwegen.
LC 230640
Harlingen. Binnen gekomen: Den 7 juni de kofschepen ELIZABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Laurvig, de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand, ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, van Droback, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, van Droback, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig, LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl, van Oostrisoer; het tjalkschip de VROUW JANTINA, kapt. J.K. Mandema, van Hamburg.
LC 230640
Harlingen. Uitgezeild: Den 16 juni de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle drie naar Noorwegen; het sloepschip CHRISTIANE SOPHIE, kapt. S.H. Farup, naar Ballum in Denemarken.
LC 180840
Harlingen. Binnen gekomen: Den 9 augustus de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, van Oostrisoer, de WILLEM, kapt. J.J. de Boer, de BROEDERS, kapt. H.G. Pott, beide van Droback, ELISABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Laurvig en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oudsoen.
LC 250840
Harlingen. Uitgezeild: Den 21 augustus het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Noorwegen; het tjalkschip ANNEGINA, kapt. H.W. Pekelder, naar Hamburg; het brigantijnschip ACTIVE, kapt. J.L. Meijer, naar Memel.
LC 150940
Harlingen. Binnen gekomen: Den 7 september dito de kofschepen CORNELIA, kapt. G.L. Swart, van Liverpool, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Christiaansand, MARIA, kapt. H.H. Ebes, van Dantzig, GEZINA, kapt. H. Rozema, van Stockton, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Drammen, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig en JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, van Holmstrand; het smakschip VERWAGTING, kapt. H.R. Veedam, van Newcastle.
LC 220940
Harlingen. Uitgezeild: Den 18 september de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, SOPHIA, kapt. O. Houwink, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en JOHANNA, kapt. A. van Aken, alle vijf naar Noorwegen; het sloepschip CHRISTINE CHARLOTTE, kapt. A.H. Dam, naar Wheijle (opm: waarschijnlijk Vejle).
LC 201040
Harlingen. Binnen gekomen: Den 12 oktober het brikschip VENUS, kapt. P. Arentzen, van Drammen; het everschip NO. 15, kapt. J. Breckwold, van Hamburg; de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Stadthille en REINA, kapt. H.S. Vos, van Dantzig.
1841
Op 6 februari 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door L.E. Tiktak, Nieuwe Pekela, voor H.E, Vos als kapitein.
1842
GRC 170542
Lijst van de Nederlandse schepen welke de Sont gepasseerd zijn:
Den 3 mei. DE ONDERNEMING (Wildervank), kapt. Hazewinkel, van A’dam naar Stettin; DE TWEE GEBROEDERS (Muntendam), kapt. Dekker, van Groningen naar Danzig; DE JONGE BRECHTUS (Krommenie), kapt. Teensma, van Bergen naar Riga; DE JONGE DERK (Pekela), kapt. Vos, van Harlingen naar Nerva.
GRC 210642
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
Den 10 juni. WEMELINA (Pekela), kapt. De Boer, van Bergen naar Petersburg; MARCHINA (Veendam), kapt. Legger, van Riga naar Engeland; ARENDINA (Wildervank), kapt. Leeuwes, van Stavanger naar Koningsbergen; WILMINA (Muntendam), kapt. Bakker, van Nerva naar Amsterdam; GEZIENA (Harlingen), kapt. Visser, van Nerva naar Harlingen; DE JONGE DERK (Pekela), kapt. Vos, van Nerva naar Harlingen; DE JONGE PIETER (Veendam), kapt. De Jonge, van Nerva naar Harlingen; REINA (Pekela), kapt. Vos, van Nerva naar Amsterdam; HILLECHIENA (Pekela), kapt. De Wijk, van Riga naar Amsterdam. NOOIT GEDACHT (Dordrecht), kapt. Lovius, van Petersburg naar Nantes.
Op 17 februari 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door L.E. Tiktak, Nieuwe Pekela, voor J.A. Westers als kapitein.
1844
PGC 020144
Advertentie. Mr. S. Piccardt, notaris te Pekela, zal op donderdag 11 jan. e.k. des avonds te 5 uren te N. Pekela ten huize van A. Sijpkens, als executeuren-testamentair in het nalatenschap van wijlen H.K. Boerma, gewoond hebbende en overleden te N. Pekela, publiek in koop aanbieden:
- 1/32 aandeel in het kofschip DE JONGE DERK, kapt. J.A. Westers, liggende thans te Purmerend.
- 1/36 dito in het kofschip DE GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, thans op reis naar de Oostzee.
Piccardt, notaris.
1845
Op 14 april 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Westers, Pekela, voor zichzelf als kapitein.
GRC 150745
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
5 juli. Steffens, JOHANNES, (Amsterdam), van Jersey naar de Oostzee; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Delfzijl naar de Oostzee; Kolle, JOSINE LOUISE (Amsterdam), van Amsterdam naar Stettin; Kamminga, URANIA (Dordrecht), van Liverpool naar Nerva; Meijer, VRIENDSCHAP (Wildervank), van Schiedam naar Danzig; Van der Werf, JANTINA (Veendam), van Hamburg naar Pillau; Wever, GEZINA BEERTA (Veendam), van Rotterdam naar de Oostzee.
GRC 050845
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
29 juli: Engelsman, NIESSINA SCHURINGA (Veendam), van Stettin naar Nantes; Hagedoorn, MARIA ANNA (Pekela), van Stettin naar Eu; Munneke, MARGRETHA HENDRIKA (Veendam), van Wolgast naar Amsterdam; Stuit, JOHANNES (Harlingen), van Riga naar de Zaan; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Memel naar Harlingen.
GRC 071045
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn.
26 september: Jonker, GEZINA HARMINA (Veendam), van Monnikendam naar Danzig; De Boer, ZEELUST (Harlingen), van Narva naar Edam; Bakker, ELZIENA (Veendam), van Amsterdam naar Koningsbergen; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Memel naar Harlingen; Taaij, GEZINA JANTINA (Farmsum), van Danzig naar Amsterdam; Schaap, DE JONGE KLAAS (Schiermonnikoog), van Danzig naar Amsterdam.
GRC 121245
Advertentie. Mr. S.C.H. Piccardt, notaris te Pekela, zal, ten verzoeke van mejufvrouw de weduwe en kinderen van wijlen de heer J.A. Eilers, in leven koopman, wonende te Nieuwe Pekela, achtervolgens verkregene rechterlijke autorisatie, ten overstaan van de toeziende voogd, de heer Mr. C.M. Nap, advocaat te Groningen, publiek presenteren te verkopen:
- 1/32 aandeel in de kof DE JONKVROUW ELYZABETH, kapt. H. Heres te Oude Pekela.
- 1/32 aandeel in de kof DE VREEDE, kapt. B.G. Ebling te Oude Pekela.
- 2/32 aandeel in de kof DE GESINA, kapt. J. Wering te Oude Pekela.
- 3/60 aandeel in de kof DE JANTINA ENGELINA, kapt. J. Vos te Oude Pekela.
- 2/30 aandeel in de kof DE JONGE DERK, kapt. J. Westers te Nieuwe Pekela.
- 1/30 en 1/150 aandeel in de kof DE ANTINA, kapt. R.J. Schuring te Nieuwe Pekela.
- 3/60 aandeel in de kof DE AGATHA, kapt. Brons, te Oude Pekela.
Deze verkoop zal zijn te Oude Pekela, ten huize van G.W. Pott, op woensdag de 24e dezer, des avonds te vijf uren.
Mr. S.C.H. Piccardt, notaris.
1847
Op 14 februari 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Westers, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.
1848
PGC 210148
Advertentie. Mr. B. Haitzema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt op maandag de 31e januari 1848, des avonds te 6 uren, ten huize van de Weduwe B.E. Brouwer te Nieuwe Pekela, in openlijke veiling te verkopen:
- Een wélbevaren kofschip genoemd de JONGE GERRIT, groot 181 tonnen of ongeveer 130 roggelasten, bevaren door de kapt. Hindrik G. Smid, thans liggende te Harlingen, met complete inventaris.
- 1/32 aandeel in het barkschip RABENHAUPT, kapt. J. Prange.
- 1/32 in het barkschip ADOLF VAN NASSAU, kapt. Borcherts.
- 1/32 in het barkschip HENDRIK WESTER, kapt. R.J. Reijnders.
- 1/32 in het kofschip CONCORDIA, kapt. C.J. Zeeven.
- 3/32 in het kofschip CATHARINA FREDERICA, kapt. H. Duintjer.
- 1/32 in het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Westers.
- 1/24 in het kofschip EETINA, kapt. J.J. Mulder.
- 2/24 in het kofschip ALBERDINA EDZINA, kapt. L.J. Naatje.
- 1/28 in het kofschip CHRISTINA, kapt. A.H. Dijkhuis.
De verkoop-conditiën zullen, met de inventaris van het eerste perceel, in tijds ter lezing liggen ten verkoophuize, alsmede ten kantore van de notaris B. Haitzema Viëtor.
Op 2 februari 1848 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door B.J. Rijnberg, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.
1849
AH 111049
Vlie, 7 oktober. Heden nacht is op de Ruggel gedreven en aan den grond vastgeraakt, het kofschip de JONGE DERK, kapt. Rijnberg, van Harlingen naar Frederikstad, heeft den grote mast gekapt.
AH 131049
Amsterdam, 12 oktober. Het schip JONGE DIRK (opm. JONGE DERK, ex DANKBAARHEID ex JONGE SIKKO, bouwjaar mogelijk 1805), van Harlingen naar Noorwegen, bij het Vlie gestrand, is geheel weg, doch het volk gered en op Terschelling aangekomen.
(opm: De verkoop van het wrak op 16 oktober 1849 leverde NLG 17,- op, de verkoop van de tuigage op 31 oktober 1849 leverde NLG 1095 op.)
Op 6 december 1849 werd de zeebrief van de JONGE DERK, kapt. B.J. Rijnberg wegen ‘schip verongelukt’ geroyeerd.
1850
PGC 040150
Lijst van Nederlandsche schepen, die in het jaar 1849 verongelukt, verbrand, afgekeurd, verlaten of gesloopt zijn.
JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Rijnberg; (Sterk bekort)