Inloggen
DANKBAARHEID - ID 12485


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1815-00-00 / 1849-10-07 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 180?
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Technical Data

Net Tonnage: 87.00 lasts
Net Tonnage 2: 165.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 25.00 Meters Registered
Beam: 5.35 Meters Registered
Depth: 2.79 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1817
Datum agenda: 1817-03-04
Register nr: 18170013
Scheepsnaam: DANKBAARHEID
Type: Kof
Lasten: 0
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Kinderen, Floris der
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Willems, J.C.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1815-10-26 DANKBAARHEID
Manager: Floris der Kinderen (cargadoor), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Floris der Kinderen (cargadoor), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1819-04-17 DE JONGE SIKKO
Manager: Dirk Fontein Pieterszn, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Dirk Fontein Pieterszn, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 10.500,-

Date/Name Ship 1829-00-00 JONGE DERK
Manager: Jan Albertus Eilers, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1841-00-00 JONGE DERK
Manager: Lammert Egberts Tiktak e.a., Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1844-00-00 JONGE DERK
Manager: Jurjen Abrahams Westres, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Date/Name Ship 1848-00-00 JONGE DERK
Manager: Berend Jacobs Rijnberg, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Berend Jacobs Rijnberg, Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

JONGE DERK 1829:
Koper voor NLG 7750,- werd een partenrederij bestaande uit Jan Alberts Eilers (¾ part),  en  kapt. Hendrik Everts Vos (¼ part), beide wonende te Nieuwe Pekela

JONGE DERK  1844
Eigenaar voor 1/32 deel Jurjen Abrams Westers

JONGE DERK 1846
1/32 aandeel in kofschip de jonge Derk, (kapitein J.A. Westers); koper voor f. 100,-- Antoni Abrahams Westers, stuurman te Nieuwe Pekela.
 

 

Ship Events Data

1827-12-11: Damaged
Het schip DE JONGE SICCO, kapt. P.A. Visser, van Amsterdam naar Marseille, is, volgens brief van Marseille van de 5e dezer, de 11e december 1827 te Malaga met averij binnengelopen; moet lossen om te repareren.
1829-01-00: Sale/Verkoop
Advertentie. Uit de hand te koop het kofschip de JONGE SIKKO, gevoerd door schipper Pieter Aukes Visser, liggende in de Noorderhaven te Harlingen, gemeten 25 ellen lang, 5 el 3 duim wijd en 2 el 79 duim hol, metende 87 lasten of 165 ton, met een goede inventaris. Aangaande een en ander is nader informatie te bekomen bij de heer Simon Stinstra te Harlingen.
1837-05-19: Het schip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, met hout van Noorwegen naar Harlingen, is op 19 mei, in het gezicht der haven aan de grond gelopen.
1849-10-07: Final Fate:
Op 7 oktober 1849 is de JONGE DERK, kapt. Behrend Jacobs Rijnberg, gestrand op de Ruggel, nabij Vlieland, en wrak geworden.

Gezagvoerders

OOK JOHANNES?

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Willems (adres J.H.Bodeman te Amsterdam) werd met vlagnummer 139 per 04 oktober 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein T.Bodeman. Als zijn schip wordt genoemd “Henriëtte”. Toegevoegd is “overleden” 002.

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 27 september/04 oktober 1825 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johan Christof Willems, oud 42 jaar, met adres Jan Hk.Bodeman op "het cingel over de warmoesgracht N.129". De voordracht kwam van T.Bodeman en hij ontving vlagnummer 139023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 14 november 1826 staat een bericht van kapitein J.C.Willems dd 02 november te Nieuwediep waarin hij zijn vertrek meldt naar Suriname.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1833 wordt vermeld een: “Brief van kapit. J.C.Willemsz do 22 Maart berigtende met Kapt. B.L.Ruyl eene reis naar Suriname te zullen doen en verzoekende Effectief Lid te mogen blijven tegen betaling der verschuldigde storting. Toegestaan mits vooruit betalen.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering  van Zeemanshoop dd 27 juli 1848 staat het overlijden vermeld van kapitein J.C.Willems, vlagnummer 80, in het voorafgaande jaar.042.

 

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte stortingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van het College dd. 02 april 1833 wordt vermeld dat dit artikel van toepassing is op de kapiteins W.Groen, J.C.Willems, D.J.Visser, H. Brandt, G.R.Engelsman en J.J.Prange.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      139                          1825          schoner           Henriette                                              J.H.Bodeman

                                     1826-1828    galjoot            Henriette                                              idem

                                     1829-1830    geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1831-1833    sch.kof           Henriette                                              J.H.Bodeman

                                     1834-1835    schoner           Henriette                                              idem

        80                       1836-1846    schoner           Henriette                                              idem

 

In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150 een akte van openbare koop/verkoop dd Amsterdam 21 november 1814 van de kof “Orion”, gevoerd door kapitein Johannes Willems. De verkopers waren Johannes Willems en medereders (mogelijk allen te Woudsend, waar de akte van procuratie tot verkoop verleend aan Joh. Willems is opgemaakt.)

De aankoper voor f 5050,- was Floris der Kinderen, makelaar te Amsterdam. De akte passeerde voor de Amsterdamse notaris Mr. Carel Abraham de Chaufepie.

 

Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:

38-96       29 mei 1815, kof “Orion”, kapitein Johan Christoph Willems, bestemming Drammen, correspondent Der Kinderen, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen en een jongen.

 

Bouma025 vermeldt J.C.Willems als gezagvoerder gedurende:

*   1824 t/m 1826 van de bark-galjoot “Henriëtte”, gebouwd in 1813, bouwlocatie niet vermeld, 246 ton o.m., varend voor D.B.Bosscher te Amsterdam;

*   1827 t/m 1830 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.H.Bodeman te Amsterdam;

*   1831 t/m 1847 van de galjoot “Henriëtte”, gebouwd in 1831 te Joure, 192 ton o.m., varend voor J.H.Bodeman te Amsterdam. De kapitein is in 1847 overleden;

 

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Johann Christoph Willems op de:

“Tamke Margaretha”, dd 29 juli 1807 (Kniphauser vlag); 17 september 1809 ( Papenburger vlag); 05 maart 1810 (Pap.);

“Oreon”, dd 29 mei 1815;

“Dankbaarheid”, dd 19 maart 1817; 10 juni 1817;

“Onderneeming”, dd 25 september 1817; 02 september 1818;

“Henriette”, dd 24 oktober 1820; 17 augustus 1821; 12 oktober 1822; 14 november 1823; 22 november 1824; 25 oktober 1825;17 oktober 1826; 13 oktober 1827; 20 augustus 1828; 08 maart 1832; 15 oktober 1833; 03 juni 1834; 03 oktober 1835; 03 mei 1836..

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

12 november 1837    "... Heden gearriveerd ... captijn Willems de kof Henriette ...".

18 december 1837     "... vertrokken kaptijn Willems kof Henriette naar de Nickerie (kustplaats aan de W-grens van Suriname)..

 

 Rotterdamsche Courant 10 november 1814114

Advertentie. Jan Tentye en Andreas van der Sluys, makelaars, zullen (ten overstaan van een daartoe bevoegde Beambte), op maandag den 28 November 1814, ’s avonds te 6 uren te Amsterdamdam in het Nieuwezyds Heeren-Logement aan de Haarlemmerdyk verkopen: een extraordinair welbezeild kofschip genaamd ORION, gevoerd door kaptein Johannes Willems, lang over steven 92¼ voeten, wyd 22 voeten 3 duimen, hol 10 voeten 6 duimen, alle Amsterdamse maat, breeder bij den inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij Heynen en Tentye.

 

Rotterdamsche Courant 29 april 1817114

Advertentie. F. der Kinderen en A. van der Sluys, makelaars, zullen op maandag den 5 mei 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen:

  1. Een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd ORION, gevoerd door kapt. J.C. Willems, lang 93 voet, wijd 22 voet 5 duim, hol 11 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat, breder bij de inventaris en bericht bij de makelaars.
  2. Een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd DIE ERWARTUNG, gevoerd door kapt. J. Kalff, lang over steven 123 en 1 half voet, wijd 33 voet, hol 15 en 3 vierde voet, het verdek 7 voet, alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris en bericht bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 30 juni 1818114

Amsterdam, 28 juni. Kapt. J.C. Willems, voerende het schip de ONDERNEMING, van Benicarlo (opm: Spanje) naar Amsterdam gedestineerd, is wegens schade te la Rochelle binnengelopen; dezelve meldt van daar, in dato 18 juni, dat hij hoopte in de volgende week zijne reparatie volbragt te zullen hebben en de lading weder te zullen kunnen innemen.

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Amsterdam, 23 januari. Te Batavia is gearriveerd W. Lucas van Rotterdam; te Marseille J.C. Willems, in 29 dagen; te Gibraltar kapt. Vollemaere van Ostende; te Bordeaux J. Hoek, van Harlingen, te Cuxhaven F.R. Berg van Amsterdam naar Hamburg.

 

Amsterdamsche Courant 07 juni 1825. Apart artikel:114

“Paramaribo, den 12den April. Eenige minuten na middernacht tusschen den 11den en 12den dezer maand werd aan boord van het Nederlandsch koopvaardijschip Willem den Eersten, Kapt. Jens Johannissen, ontdekt dat er brand onder in dien bodem was; er werd om hulp van boord der naast omliggende schepen geroepen; de Kapt. J.Hulsen zond dadelijk manschappen, en bij de opening der luiken, sloeg de vlam uit; de rook was zoo zwaar dat men, in den buitendien donkeren nacht, niets verrigten kon; bespeurende dat de felle brand niet meer te blusschen was, riep Kapt. Jens Johannissen zijne schepelingen toe, van zichzelve en hetgeen zij nog mogten uithalen te redden; en ging toen ook zelf nog eens in de kajuit, waarschijnlijk om zijne papieren an andere stukken van aangelegenheid te trachten met zich te nemen; hij werd gevolgd van een der schepelingen, die echter door den opstijgende damp genoodzaakt was dadelijk te rug te keeren, terwijl kapt., alhoewel dringend te rug geroepen, nog eenige korte oogenblikken langer beneden blijvende, zulks het droevig gevolg had, dat de brand een aan boord zich bevonden hebbend vaatje buskruid genakende de losbarsting hiervan het schip in lichte laaije vlam zette, en tevens het leven van den kapt. moet hebben verkort, vermits sedert dat oogenblik hij niet weder tevoorschijn is gekomen. Deze brand was zoo fel dat de naast aan in de laag liggende schepen, wilden zij behouden blijven, geen tijd hadden om de ankers te ligten, maar genoodzaakt waren de touwen achter en voor te kappen.

            Dit had dan ook een gunstig gevolg voor de schepen, de Zorgvuldigheid, Kapt. J.Hulsen; de Henriette, Kapt. J.E.Schneebeeke en de Henriette, Kapt. J.C. Willemse, wiens boegspriet en kluiverpen reeds aan het branden was, andere schepen zoo als de Maria, Kapt. E.D.Dekker; de Jonge Willem, kapt.G.van Meedevoort ; de vier Gezusters, Kapt. Jan van Dijl vlooden van het gevaar door uit de laag en op stroom te verhalen; het schip Maria Agnita, Kapt. P.Rijnbende in de binnen laag liggende en zich los gemaakt hebbende, geraakte, door het laatste van den vloed, vast op den wal, het schip Betsy, Kapt.M.Mac Dougal van Rotterdam in de laag voor de Willem den Eersten, voor twee kettingen achter en voor vastliggende, liet de achter ketting slippen, maar voor hij zulks met de voor ketting konde doen, had de brand van de Willem den Eersten, (wiens achter touw afgebrand zijnde en deze bodem dus met het laatste van den vloed op deszelfs voor touw rondzwaaijende, met de achter steven naar den wal, tegen de Betsij langszij aankomende,) ook dezen aangetats en overmeesterd, zoodanig dat de afbranding van dezen bodem niet kon gestuit worden. De Willem den Eersten brandde af en zonk, de eb zette zich nu ten half drie ure in.

            Om voor te komen dat de brand van de Betsij tot de huize overvloog, en dat, wanneer deszelfs braspil verbrand en dus de bodem zelf van de voorketting los rakende met de eb naar de beneden in de laag liggende schepen zoude afdrijven, ook aan dezen geen letsel toebragt, werden twee trossen om het roer en aan de wal vastgemaakt tevens gaten in het schip geboord, de midden en bezaan masten gekapt en om ver gehaald, en de brandspuit in een groote pont ingescheept daarop spelende gehouden, tot vijf ure des morgens, toen een zware regenbui een einde maakte aan den rampvollen brand en eene minder slegte uitkomst gaf, dan men bedugt was.

            De ijver door den Oversten P.Muller en de andere Heeren Officieren van ’s Rijks Brik van oorlog Merkuur betoond, heeft grootelijks bijgedragen tot de spoedige stuiting van dezen dreigenden brand; - waarbij tegenwoordig zijn geweest Zijne Exellentie de Generaal Majoor en Gouverneur, de leden der regering enmeer andere Burgerlijke en Militaire autoriteiten.

            De toestand de ekwipage der beide afgebrande schepen is deerniswaardig, hebbende dezelve alles verloren.

            Na de vermelding dezer bedroevende gebeurtenis, mogen wij niet nalaten de verdiende hulde aan de nagedachtenis van den ongelukkigen Kapitein Jens Johannissen, die slechts alleen daarvan het slagtoffer is geworden, toe te wijden. - Zijne bestendige zorg voor zijnen kostbaren bodem; de eerste na zoo vele jaren stilstands in onze Nationale scheepsbouw, alhier, in den jare 1816 gerimmerd (getimmerd?) en ten regten daarvan de sieraad. - Zijn gestadig verblijf aan boord - De goede orde en discipline welke daar steeds heerschte - Dit alles heeft het onheil niet mogen voorkomen. Maar nimmer zal voorzeker het geheugen van zoo vele goede hoedanigheden worden uitgewischt bij de Reeders van zijnen bodem, bij welke zij hem ten regten geacht hadden gemaakt, - bij de Planters, welke denzelven mede hadden leren waarderen, - bij zijne equipagie, welke hem vereerde en beminde. Terwijl eindelijk eene gade en kinderen, in hem den besten verzorger hebben te betreuren.”

 

Rotterdamsche Cpirant 16 oktober 1819114

Advertentie. Jan Tentye en Andreas van der Sluys, makelaars, zullen, op maandag den 25 oktober 1819, des avonds ten 6 uren, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, te Amsterdam, verkopen: een extraordinair wel bezeild Brikschip, genaamd DE ONDERNEEMING, gevoerd door kaptein J.C. Willems, lang 88 voet, wijd 24 voet hol 9 voet, het verdek 4 voet 5 en 1 halve duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 07 mei 1822114

Rotterdam, 6 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 30 april:

Den 29 dezer is te Portsmouth binnengelopen het schip HENRIETTA, Willems, van Marseille naar Amsterdam

 

Rotterdamsche Courant 30 november 1822114

Rotterdam, 29 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 november:

Te Ramsgate is den 22 gearriveerd het schip WILLEM, Okkes, van Antwerpen naar Liverpool.

Den 23 is te Portsmouth gearriveerd de HENRIETTE, Willems, van Amsterdam naar Marseille, met gescheurde zeilen, hebbende hevige stormen in het Kanaal ondervonden.

Den 24 arriveerde te Dartmouth het schip UNION, Kaijser, van Antwerpen naar Batavia.

 

 

WILLEMS, J.J.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was J.J.Willems gezagvoerder op het Antwerpse fregat de "Concordia" (200 lasten). De Boekhouders waren J.Serruys & Co 012.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Willems, Johan Christoph
Overige informatie: 1817-03-04

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

kof “Jonge Sikko”

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 23 april 1819114

Harlingen. Den 18 april uitgezeild …

Den 19 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Rense Harms Smits, ledig van Amsterdam, het sloepschip AMBLER, kapt. Samuel Clerck, met ballast van Londen.

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Smits, Rense Harms
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt Th. IJzenbeek als gezagvoerder gedurende:

*    1822 van de kof “Jonge Sikko”, gebouwd in 1805, bouwlocatie niet vermeld, 173 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd 3 maal te Harlingen geregistreerd komend van Liverpool.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:

Den 16 dezer was op de hoogte van Newhaven het schip COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker) van Demerarij naar Middelburg.

Den 14 is te Scilly binnengelopen het schip JONGE PELKO, IJzenbeck, van Liverpool naar Harlingen.

 

Leeuwarder Courant 07 juni 1822114

Harlingen. Den 21 mei binnen gekomen….

  Den 30 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Thomas Yzenback, met zout, potas en geelhout van Liverpool; het brikschip NORGE, kapt. Soren A. Giertzen, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, EENDRACHT, kapt. K.J. Doijer, en het kofschip EENDRACHT, kapt. C.M. de Jong, alle met ballast naar Noorwegen; het sloepschip UNION, kapt. John Davey, met huiden naar Londen; het kofschip de VROUW ANNA, kapt. Pieter C. Piebes, met ballast naar Riga; het sloepschip SWIFT, kapt. William Barfield, met boter naar Londen…..

 

Leeuwarder Courant 02 juli 1822114

Harlingen. ….

…..Den 20 dito binnen gekomen het smakschip EENDRACHT, kapt. K.J. Doijes, met hout van Noorwegen. Uitgezeild het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. T. Yzenbeek; de smakschepen de VROUW LAMMEGINA, kapt. O.P. Smit, de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. Smit, alle met ballast op avontuur…..

 

Rotterdamsche Courant 06 augustus 1822114

Amsterdam, 4 augustus. Het kofschip de JONGE SIKKO, T.K. IJzenbeek, van Memel (opm: Klaipeda) naar Nantes, is den 31 juli, in goede staat gepraaid door de loodsschipper A. Visser.

 

 

Datum vanaf: 1822
Kapitein: Ijzenbeek, Thomas
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.A.Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1824 van de kof “Jonge Sikko”, gebouwd in 1805, bouwlocatie niet vermeld, 173 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen en Memel;

*   1828 t/m 1832 van hetzelfde schip maar nu varend voor T.Steenstra te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1824
Kapitein: Visser, P.A.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Everts Vos werd geboren te Nieuwe Pekela als zoon van Evert Vos en Antje Roelfs Onstwedder.

Hij trouwde met Tryntje Wolters Lukens, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van Wolter Roelfs en Knelsje Jans.

Zij overleed te Nieuwe Pekela op 18 november 1873, 66 jaar

Hendrik overleed te Nieuwe Pekela op 15 februari 1871, 66 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.E.Vos (adres Kranenborg & Zn) werd met vlagnummer 379 per 27 juni 1837 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip is vermeld “De Jonge Dirk”. Toegevoegd is “bedankt” 002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20/27 juni 1837 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Dirk Gerardus Vos, oud 33 jaar, voerend de kof “De Jonge Dirk”, wonende te PekelA en met adres bij de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam op voordracht van kapitein B.J.Smeengh023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 mei 1860 staat een herhaald verzoek om onderstand, maar het Bestuur blijft bij het eerder genomen afwijzende besluit.042. Ik heb dat eerder verzoek in de notulen kennelijk gemist. – S.P.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1862 wordt een verzoek om onderstand van kapitein H.E.Vos afgewezen.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 april 1862 staat een verzoek van kapitein H.E.Vos om onderstand, maar dat werd afgewezen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      379                       1837-1843    kof                  de Jonge Dirk                                       Corr.Kranenborgh & Zn

                                     1844-1853    kof                  Catharina Knelsina                             W.C.Wildervank te Zuidhoek

      131                       1854-1860    kof                  Catharina Knelsina                             idem

                                        1861          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.E.Vos als gezagvoerder gedurende:

*   1832 t/m 1842 van de kof “Jonge Dirk”, gebouwd in 1806, bouwlocatie niet vermeld, 212 ton o.m., varend voor J.A.Eylers te Pekela;

*   1846 t/m 1857van de sch.kof “Catharina Knelsina”, gebouwd in 1843 te Hoogezand, 96 ton o.m., varend voor W.C.Wildervank te Zuidbroek;

*   1849 van de kof Margaretha Knelsina”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend van Rochester;

     ik vraag me af of dit schip niet de “Catharina Knelsina” is geweest en er in Harlingen dus sprake was van een verschrijving.

*   1858 t/m 1860 op hetzelfde schip maar nu varend voor A.G.Wildervank te Zuidbroek;

*   1861 t/m 1862 op hetzelfde schip maar nu wederom varend voor W.C. Wildervank te Zuidbroek. Het schip werd in juni 1862 vermist.

 

Overige bijzonderheden

In een extract uit een Journaal van de kof “Catharina Knelsina” onder kapitein Hendrik Everts Vos staat dat op reis van Antwerpen naar Amsterdam op 20 maart 1844 op de hoogte van Texel een matroos overboord is geslagen en verdronken.

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Vos, Hendrik Everts Everts

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.A.Westers als gezagvoerder gedurende:

*   1846 t/m 1848 van de kof “Jonge Dirk”, gebouwd in 1837 te Sappemeer, 39 ton o.m., geen vermelding van eigenaar, varend vanuit Pekela;

*   1849 t/m 1853 van de sch.kof “Antina Elsina”, gebouwd in 1848 te Pekela, 151 ton o.m., varend voor J.F.Viëtor te Winschoten. Het schip is gestrand bij Cumcalé.

     Lloyd’s vermeldt087: “28 Dec 1850 ANTINA ELSINA stranded”.

     Als deze Lloyd’s opgave bij dit schip hoort, dan is het na de stranding weer vlot gekomen en tot de stranding in 1853 in de vaart gebleven.

*   1856 t/m 1858 van de galjoot “Antina”, gebouwd in 1855 te Pekela, 102 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in oktober, op weg van Londen naar Galatz, bij Troye gestoten, op het strand gezet en afgekeurd.

 

Overige bijzonderheden

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.A.Westers van de kof “Antina”.104.

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Westers, Jurjen.Abrahams.

Kapt Schoener galjoot NACHIENA LAMMECHIENA  Id 15086

Periode 1855-1869

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Rijnberg, Berend Jacobs

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1827-10-29
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JONGE SIKKE
Schipper: Visser, Pieter A
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

Het is Marhisdata helaas nog niet gelukt om het begin van de kof te vinden. Het gerenommeerde Scheepvaart Register Bureau Veritas heeft als bouwjaar 1805. Daar heeft Marhisdata nog geen bevestiging voor gevonden.


1817
Op 4 maart 1817 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de DANKBAARHEID, aangevraagd door F. der Kinderen, Amsterdam, voor J.C. Willems als kapitein.


1819
Op 29 april 1819 werd de ‘eerste’, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.

LC 280919
Harlingen, 25 september. Binnengekomen de JONGE SIKKO, kapt. Rinse Harmanus Smits, met hout van Noorwegen.

Op 6 oktober 1819 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Cette, voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.


1820

LC 080820

Harlingen. Den 27 juli binnengekomen de kofschepen CONCORDIA, kapt. Jan Klazen Nap, met rogge van Memel (opm: Klaipeda); de JONGE SIKKO (opm: kof JONGE SIKKE), kapt. Rinse H. Smits, met zout van Leverpool;

Op 14 november 1820 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar de Middellandse Zee, voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door Dirk Fontein Pzn, Harlingen, voor Rinse Harmens Smits.

LC 011220

Harlingen. Den 24 november. Binnengekomen de JUFVROUW BEBIANA, kapt. J.J. Uileng (opm: kof JUFVROUW BIBIANA, kapt. Israel Hendriks Uiling), de VROUW ANNEGINA, kapt. Harm Jans Potjer, beide met zout van Leverpool. Uitgezeild het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Rinse H. Smits, met ballast en enige goederen naar de Middellandse Zee.


1822

Op 25 februari 1822 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door S. Stinstra, Harlingen, voor T. IJzenbeek als kapitein. Vorige kapitein was R.H. Smits.

RC 210522

Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:

Den 14 dezer is te Scilly binnengelopen het schip JONGE PELKO, IJzenbeck (opm: kof JONGE SIKKO, kapt. Th. IJzenbeek, zie LC 070622), van Liverpool naar Harlingen.

LC 070622

Harlingen. Den 30 mei binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Thomas Yzenback, met zout, potas en geelhout van Liverpool;

LC 020722

Harlingen. Den 20 juni. Uitgezeild het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. T. Yzenbeek; de smakschepen de VROUW LAMMEGINA, kapt. O.P. Smit, de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. Smit, alle met ballast op avontuur.

RC 060822

Amsterdam, 4 augustus. Het kofschip de JONGE SIKKO, T.K. IJzenbeek, van Memel (opm: Klaipeda) naar Nantes, is den 31 juli, in goede staat gepraaid door de loodsschipper A. Visser.


1824

Op 9 februari 1824 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door  J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein. Vorige kapitein was T.H. IJzenbeek

LC 180524

Harlingen. Den 10 mei zijn binnen gekomen de kofschepen de JONGE TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, beide met hout van Memel (opm: Klaipeda);


1825

LC 230825

Harlingen. Den 16 augustus binnen gekomen, het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, met hout van Noorwegen.

LC 060925

Harlingen. Den 30 augustus uitgezeild de kofschepen DE DRIE GEZUSTERS, kapt. T.T. Dijkstra; de JONGE SIKKO, kapt. T.A. Visser; de VRIENDSCHAP, kapt. C.W. Stuit; de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. Jan H. Kappen; VRIENDSCHAP, kapt. Detmer Genekies; de VROUW CATHARINA, kapt. N. Jacobs; het tjalkschip de VROUW WILHELMINA, kapt. Jan Joosten, alle met ballast naar Noorwegen.

LC 230825

Harlingen. Den 16 augustus binnen gekomen, het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, met hout van Noorwegen.


1827

Op 7 maart 1827 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door  J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein.

Op 20 oktober 1827 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JONGE SIKKO, aangevraagd door  J. Stinstra, Harlingen, voor Pieter Aukes Visser als kapitein.


1828

RC 170128
Het schip DE JONGE SICCO (opm. JONGE SIKKO), kapt. P.A. Visser, van Amsterdam naar Marseille, is, volgens brief van Marseille van de 5e dezer, de 11e december 1827 te Malaga met averij binnengelopen; moet lossen om te repareren.

RC 111128
Kapitein P.A. Visser, voerende bet schip de JONGE SIKKO, van Petersburg naar Amsterdam, in de Sond aangekomen, heeft, volgens brief van Elsencur van de eerste november, in een storm een gedeelte der lading over boord geworpen.

PGC 301228

Advertentie. Uit de hand te koop het kofschip de JONGE SIKKO, gevoerd bij schipper Pieter Aukes Visser, liggende in de Noorderhaven te Harlingen, gemeten 25 ellen lang, 5 ellen 35 duimen wijd, 2 ellen 79 duimen hol, 87 lasten of 165 tonnen; van een goede inventaris voorzien. Aangaande een en ander nader informatie te bekomen bij den heer Simon Stinstra, te Harlingen.


1829

PGC 060129
Advertentie. Uit de hand te koop het kofschip de JONGE SIKKO, gevoerd door schipper Pieter Aukes Visser, liggende in de Noorderhaven te Harlingen, gemeten 25 ellen lang, 5 el 3 duim wijd en 2 el 79 duim hol, metende 87 lasten of 165 ton, met een goede inventaris. Aangaande een en ander is nader informatie te bekomen bij de heer Simon Stinstra te Harlingen.
(omp: Koper voor NLG 7750,- werd een partenrederij bestaande uit Jan Alberts Eilers (¾ part),  en  kapt. Hendrik Everts Vos (¼ part), beide wonende te Nieuwe Pekela. Nieuwe naam de JONGE DERK)

Op 12 maart 1829 werd de zeebrief van de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 14 maart royement volgde.

Op 26 maart 1829 werd de ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.

LC 271029
Harlingen. Den 19 oktober. Uitgezeild de kofschepen GEZINA, kapt. B.A. Visser, met ballast naar Noorwegen; de JONGE CORNELIS, kapt. H. van Slooten, ledig naar Amsterdam; de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met ballast naar Noorwegen, en het smakschip de VROUW HELENA, kapt. W. Gialtz, ledig naar Groningen.


1830

LC 110530

Harlingen. Den 3 mei. Uitgezeild het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met vlas naar Liverpool; het kofschip de JUFFER SARA, kapt. A. Sluik, met ballast op avontuur.

LC 220630

Harlingen. Binnen gekomen: Den 15 juni de kofschepen GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth; de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra; de VROUW PETRONELLA, kapt. P. de Jong; CONCORDIA, kapt. I. Asjes; ALIDA CLASINA, kapt. L.E. Tiktak, en het smakschip JANTINA, kapt. K.E. Vos, alle zes met hout van Noorwegen; het kofschip VIGILANTIE, kapt. J.H. Wilderman, met hout van Dantzig; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. D. de Jong, met ijzer, teer en potas van Stockholm; het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met zout van Liverpool;

LC 270930

Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 september de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Riga; JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, ledig van Amsterdam;


1831

Op 7 maart 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.

AH 260331

Vlie, 21 maart. Vertrokken: FRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, naar Liverpool; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. van der Werf, naar Liverpool; DE TWEE VRIENDEN, kapt. G.T. Schipper, naar Hull; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Riga;

LC 010431

Harlingen. Uitgezeild: Den 21 maart de kofschepen MARGRETA HENDRIKA (opm: MAGRETHA HINDRIKA), kapt. G.J. Munneke, LUMMEGINA, kapt. K. de Weerd, DE HOOP, kapt. H.W. Onstwedder, VIGILANTIE, kapt. J.H. Wilderman, CONCORDIA, kapt. R. Dik, DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, DE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domenij, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr. en de smakschepen DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Zeeven en DE VROUW MARTHA, kapt. H.H. Naatje, alle met ballast op avontuur;

AH 310531

Vlie, 26 mei. Binnengekomen: FLORA, kapt. J. Mauldon, van Newcastle; ENBERDINA, kapt. G.J. Bossinga, van Koningsbergen; DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Mulder, van Riga; DIE EENIGKEIT, kapt. J. Maas, van Riga; ANNA CATHARINA, kapt. P. Zeplin, van Riga; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Riga;

LC 310531

Harlingen. Binnen gekomen: Den 24 mei. Het kofschip DE DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, met zout van Liverpool en DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Riga.

LC 280631

Harlingen. Uitgezeild: Den 21 juli. Het kofschip DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met ballast op avontuur.

AH 160831

Texel, 12 augustus. Binnengekomen: DE JONGE KAREL, kapt. R.L. Giezen van Oleron; VROUW MARCHIENA, kapt. J. de Boer van Oleron; JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Vos, van Liverpool.


1832

AH 290332

Texel, 27 maart. Vertrokken: HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, naar Suriname; DE JONGE DIRK(opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Liverpool;

AH 260432

Texel, 24 april. Binnengekomen:JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Liverpool;

LC 080532

Harlingen. Binnengekomen:

Den 1 mei het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met zout van Liverpool.

RC 260732

Rotterdam, 25 juli. Den 23 dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis:

DE SNELHEID, kapt. A. van der Linde en ANNA EN AMALIA, kapt. A. Christiansen, van Archangel; CHRISTINA JOHANNA, kapt. A. Plokker, van Boston; DE JONGE DIRK  (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Voss, van Riga;

RC 020832

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

-- Naar Liverpool, het Nederlands kofschip JONGE DERK, kapt. Hendrik Everts Voss.

AH 181032

Texel, 16 oktober. Binnengekomen: JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Liverpool;


1833

Op 12 juni 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.

AH 290633
Scheepstijdingen.
Uitgezeild: Vlie, 25 juni. MARGARETHA, kapt. T.K. Mulder, naar Liverpool; MATHILDA, kapt. J.D. Kroger, naar Newcastle; JUFVROUW FRESINA, kapt. J.H. Potjer en EIZO DE WEND, kapt. W.G. Hellinga, van Sunderland; AURORA, kapt. J. de Jager, naar Archangel; NICOLAAS JOHANNES, kapt. K.IJ. Parma en MINERVA, kapt. J.D. Zylstra, naar Riga; GOEDE HOOP, kapt. J.J. de Boer, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, TWEE GEBROEDERS, kapt. W.J. Lukens, VROUW BARBERA, kapt. B.J. Jonker en CONCORDIA, kapt. H.D. van Wyk, alle vijf naar Noorwegen;

LC 020733
Harlingen. Uitgezeild: Den 25 juni  de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de TWEE GEBROEDERS, kapt. W. Luikens en GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, alle drie met ballast op avontuur.

AH 010833

Scheepstijdingen. Binnengekomen: Vlie, 29 juli. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oosterisoer.

AH 140833
Scheepstijdingen. Uitgezeild: Vlie, 10 augustus. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, VROUW CATHARINA, kapt. N.J. Boomgaard en DE WINTER, kapt. L. Holst, alle drie naar Drammen;

LC 160833
Harlingen. Uitgezeild: Den 9 augustus, de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth, GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, VRIENDSCHAP, kapt. J. Klaasen, EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, en de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. N.J. Boomgaard, JELLINA, kapt. L. de Vreede; alle in ballast op avontuur.

AH 120933
Binnengekomen:
Texel, 10 september. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en MARGARETHA, kapt. J.H. Buining, van Drammen;

AH 011033

Uitgezeild: Vlie, 28 september. JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Newcastle; CLARA MARGARETHA, kapt. E.P. Dik, naar Riga; (opm: smak) VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. Jong en VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Kuiper, naar Noorwegen.

AH 121033
Shields, 1 oktober. Binnen gekomen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. J.G. Vos, van Amsterdam.

AH 141033

Binnengekomen: Texel, 11 oktober. DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, CONCORDIA, kapt. J.E. Kwakenburg, HOOP OP VERWACHTING, kapt. K.K. de Boer en CATHARINA, kapt. H.G. Lever, alle vier van Newcastle;


1834

PGC 030134

Advertentie. De Griffier van het Vredegerecht, kanton Pekela, gedenkt, ten verzoeke van de scheepskapitein Walter Roelfs Luikens, te Nieuwe Pekela gewoond hebbende, publiek te verkopen een kofschip en annexen, genaamd de TWEE GEBROEDERS, groot ongeveer 112 ton, liggende te Harlingen, laatst door gezegde kapitein bevaren.

Alsmede 1/32e aandeel in het kofschip genaamd de JONGE DERK, groot pl.m. 133 ton, liggende te Amsterdam en door kapt. Hendrik Everts Vos bevaren.

De verkoping zal zijn voorlopig vrijdag 10 januari en finaal vrijdag 17 januari 1834, telkens des avonds om 6 uur beginnende, ten huize van de logementhouder Halbe Piebes te Nieuwe Pekela, op conditieën dan te horen.

A. Wildervanck Bruins.

AH 100434

Uitgezeild:

Vlie, 7 april. GOEDE HOOP, kapt. H.B. de Jong en JONGE LEEUW, kapt. P.P. Winja, naar Newcastle; WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D.D. de Jong, naar Hull; VROUW JELTJE, kapt. L.P. de Vreede, naar Leith; AGATHA, kapt. K.L. Spijkman, naar Riga; ANNA SOPHIA, kapt. E.A. Boek, naar Koningsbergen; DIVERDINA, kapt. P. Meintz, naar Memel; YPEUS, kapt. H. de Weerd, naar Holbeck; CATHARINA ELSIA, kapt. A.H. Schuring, naar Elsinger; JONGE JAN, kapt. J.E. Bart, naar Christiaansand; IDA ALYDA, kapt. O.J. Woldering en FORTUNA, kapt. T.A. Hansen, naar Noorwegen; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. A.E. Vos, GEZUSTERS, kapt. E.Y. Post; EENISTROOM, kapt. P.D. Drost en ST. ANTHONIE, kapt. H.C. Jongbloed, alle vijf op avontuur.

AH 210834

Binnengekomen:

Terschelling, 17 augustus. DE WELVAART, kapt. R.J. Fennenga en ELISABETH, kapt. L. Hansen, beide van Koningsbergen; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, MERCURIUS, kapt. W. Arkema Jr., beide van Petersburg;

AH 230934

Uitgezeild: Texel, 21 september. ANNA, kapt. H.J. Koster en JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, beide op avontuur.

AH 151034

Binnengekomen.:

Texel, 13 oktober. HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, van Suriname; BELVEDERE, kapt. J.J. Wyer, van Alexandria; DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jonge; FLORA, kapt. J. Mauldon en CATHARINA, kapt. H.H. Bakker, alle vier van Newcastle;


1835

AH 180335

Uitgezeild: Vlie, 15 maart. JANTINA MARGARETHA, B.H. Pinkker, naar Cardiff; HECTOR, kapt. P.H. Kensder, naar de Oostzee; ONDERNEMING, kapt. T.J. Hazewinkel, naar Koningsbergen; VROUW HELENA, kapt. W.H. Kraan, naar Arendahl; VROUW JANTINA, kapt. K.E. Vos, naar Drobach; VROUW LAMMEGINA, kapt. B.J. Goossens en PETRUS JACOBUS, kapt. M.P. de Jong, naar Noorwegen; COURIER, kapt. P.H. de Beste, naar Hamburg; VLIJT, kapt. J.S. Bakker, HYLKE JANS, kapt. B.J. Siedses, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, JANTINA ROELFINA, kapt. S.R. Kuiper. VRIENDSCHAP, kapt. P.P. Duit, GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jong, CONCORDIA, kapt. O.P. Smit, VROUW ANNEGINA, kapt. A.J. Bouten en DE KLEIN KINDEREN, kapt. T.W. de Vries, de laatste negen alle op avontuur.

Op 3 juli 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.


1836

LC 080336

Harlingen. Uitgezeild: Den 3 maart, de kofschepen CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos en CONCORDIA, kapt. O.P. Smit, alle vier naar Noorwegen.

AH 070436
Binnengekomen: Vlie, 3 april. VROUW GEZINA, kapt. J.I. van der Woude, van Sunderland; WELDAAD, kapt. P.T. Fenninga, van Cardiff; JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit; HARMINA, kapt. B.W. Lukens en JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vijf van Oosterisoer;

LC 120436
Harlingen. Binnengekomen: Den 4 april, de kofschepen MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, JONGE HENDRIK, kapt. H.M. Pott, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok, HENDRIKA, kapt. T.F. Harding, IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr., VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, en GEZINA, kapt. H.H. Veen, alle negen van Noorwegen.

LC 140636
Harlingen. Binnengekomen: Den 8 juni, het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Nerva.


1837

LC 180437

Harlingen. Binnengekomen: den 13 april de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. W.J. Visser, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H. E. Vos, en de WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, alle drie van Noorwegen.

LC 250437

Harlingen. Uitgezeild: den 21 april de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE ANNA, kapt. H.J. Hubert, VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vier naar Noorwegen.

PGC 230537

Het schip de JONGE DIRK (opm: JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, met hout van Noorwegen naar Harlingen, zat volgens brief van daar van 19 mei, in het gezicht der haven aan de grond.

LC 300537

Harlingen. Binnengekomen: den 22 mei het brikschip HAABETS ANKER, kapt. C. Haagensen, de kofschepen VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle drie van Noorwegen.

LC 060637

Harlingen. Uitgezeild: den 29 mei de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth en de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, beide naar Noorwegen.

Op 20 juli 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Eilers, Nieuwe Pekela, voor H.E. Vos als kapitein.

LC 270637

Harlingen. Binnengekomen: den 17 juni het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Noorwegen.

LC 010837

Harlingen. Uitgezeild: Den 27 juli het tjalkschip de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Orne, op avontuur, de kofschepen de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, naar Noorwegen, ANNA CORNELIA, kapt. D.H. Daniels, naar Emden en ZEELUST, kapt. R. Sluik, van Memel.

LC 050937

Te Harlingen Van Harlingen uitgezeild: 29 augustus de kofschepen AUGUSTA CATHINCA, kapt. L.J. Dreijer, EGBERTUS, kapt. H.A. Brouwer, DE VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, DE GOEDE WELVAART, kapt. G.J. Vos, PIETER, kapt. J.H. de Weerd, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, DE JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, DE JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, alle acht naar Noorwegen en JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, naar Memel (opm: Klaipeda); het schoenerschip MAGNET, kapt. E.L. Cooper, naar Dundee.

LC 031037

Te Harlingen binnengekomen: Den 25 september de kofschepen IJPEUS, kapt. H. de Weerd Jr, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, WILLEM, kapt. H.W. Kiers, DE JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en AUGUSTA CATHINCA, kapt. L. Dreijer, alle vijf van Noorwegen.


1838

LC 270338
Harlingen. Uitgezeild:

Den 23 maart de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. K.J. Klazen, naar …… (opm: open gelaten), GEZIENA JOHANNA, kapt. H.W. Lukema, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, beide naar Noorwegen, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, naar Schotland, de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok, IJPEUS, kapt. H. de Weerd, jr, en het smakschip AMELIA, kapt. H.H. Naatje, alle zes naar Noorwegen;

LC 010538

Harlingen. Binnengekomen: Den 24 april het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Stadthil (opm: Stathelle).

LC 150538

Harlingen. Uitgezeild: Den 2 mei de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, naar Dantzig (opm: Gdansk), de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart en MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, alle vier naar Noorwegen.

LC 120638

Harlingen. Binnengekomen: den 27 mei de kofschepen de JONGE JOHAN VAN LETTEN, kapt. J.U. Jansen, van Dantzig (opm: Gdansk), de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, MINERVA, kapt. H. Albers, van Dantzig en de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, van Droback.

LC 140838

Harlingen. Binnengekomen: den 8 augustus het kofschip de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, van Riga.

LC 110938

Harlingen. Binnengekomen: Den 8 september het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Christiaansand, het tjalkschip de JONGE JAN, kapt. H.E. Pluktje, van Stettin (opm: Szczecin), het kofschip de JONGE BARENT, kapt. B.R. van Wijk.

LC 231038

Harlingen. Binnengekomen: Den 15 oktober dito de kofschepen VRIESLAND, kapt. T.W. Stuit, van Liverpool en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oudsoen.


1839

LC 190339

Harlingen.

Uitgezeild: Den 11 maart de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun en WILLEM OLIVIER, kapt. G.J. Korter, alle drie naar Noorwegen.

Op 2 april 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door H.E. Vos, Nieuwe Pekela, voor zichzelf als kapitein. Nieuwe boekhouder L.E. Tiktak, te Nieuwe Pekela.

LC 300439

Harlingen. Binnengekomen: Den 20 april de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, FENNECHINA ELISABETH, kapt. W. Wijkman en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, beide van Liverpool.

LC 140539

Harlingen. Uitgezeild: Den april 29 de kofschepen ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de VROUW ANTJE, kapt. B.D. de Grooth, de GOEDE WELVAART, kapt. G.E. Vos en het brikschip FORTUNA, kapt. C. Christiaansen, alle vijf naar Noorwegen.

LC 020739

Harlingen. Binnengekomen: Den 29 juni de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Laurvig, de JONGE BARENT, kapt. J.O. Stuut, van Nervi, MARGRIETA, kapt. K.F. Harding, van Christiaansand en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Drammen; het barkschip ARGO, kapt. C. Haagensen, van Droback.

LC 160739

Harlingen. Uitgezeild: Den 8 juli de kofschepen JAN FREDERIK, kapt. H.H. Kok, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, beide naar Noorwegen, de JONGE BAREND, kapt. J.O. Stuit, naar de Oostzee, MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, ANNEGINA, kapt. R.J. Kuiper, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos en WILLEM OLIVIER, kapt. G.J. Korter, alle vijf naar Noorwegen.

LC 060839

Harlingen. Binnengekomen:Den 31 juli het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer; de schoenerschepen NORTHAM, kapt. C. Carter en MONARCH, kapt. Jos. Manning, beide van Londen.

LC 130839

Harlingen. Uitgezeild:  Den 9 augustus de kofschepen MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle vier naar Noorwegen; het smakschip HET TOEVAL, kapt. H.H. Ebes, naar de Oostzee.

LC 291039

Harlingen. Binnengekomen: Den 18 oktober de kofschepen de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, van Christiaansand, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer en PIETER, kapt. J.H. de Weerd, van St. Petersburg;


1840

LC 310340

Harlingen. Uitgezeild: Den 27 maart den 27 dito de kofschepen de JONGE JOHAN VAN LETTEN, kapt. J.U. Jansen, naar de Oostzee, de WELVAART, kapt. H.W. Velt, PETRONELLA, kapt. H,M. Swart en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, alle drie naar Noorwegen; het smakschip VERWACHTING, kapt. J. Eilers, naar Leith.

LC 280440

Harlingen. Binnen gekomen: Den 24 april het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Droback.

LC 050540

Harlingen. Uitgezeild: Den 1 mei het tjalkschip (opm: smak) WILHELMINA HENDRIKA, kapt. W.H. Mulder, naar Hull; de kofschepen de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, de VROUW LUBBEGINA, kapt. F.K. de Weerd, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, alle vier naar Noorwegen.

LC 230640

Harlingen. Binnen gekomen: Den 7 juni de kofschepen ELIZABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Laurvig, de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand, ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, van Droback, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, van Droback, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig, LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl, van Oostrisoer; het tjalkschip de VROUW JANTINA, kapt. J.K. Mandema, van Hamburg.

LC 230640

Harlingen. Uitgezeild: Den 16 juni de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, alle drie naar Noorwegen; het sloepschip CHRISTIANE SOPHIE, kapt. S.H. Farup, naar Ballum in Denemarken.

LC 180840

Harlingen. Binnen gekomen: Den 9 augustus de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, van Oostrisoer, de WILLEM, kapt. J.J. de Boer, de BROEDERS, kapt. H.G. Pott, beide van Droback, ELISABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Laurvig en de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oudsoen.

LC 250840

Harlingen. Uitgezeild: Den 21 augustus het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, naar Noorwegen; het tjalkschip ANNEGINA, kapt. H.W. Pekelder, naar Hamburg; het brigantijnschip ACTIVE, kapt. J.L. Meijer, naar Memel.

LC 150940

Harlingen. Binnen gekomen: Den 7 september dito de kofschepen CORNELIA, kapt. G.L. Swart, van Liverpool, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Christiaansand, MARIA, kapt. H.H. Ebes, van Dantzig, GEZINA, kapt. H. Rozema, van Stockton, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Drammen, WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig en JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, van Holmstrand; het smakschip VERWAGTING, kapt. H.R. Veedam, van Newcastle.

LC 220940

Harlingen. Uitgezeild: Den 18 september de kofschepen JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, SOPHIA, kapt. O. Houwink, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos en JOHANNA, kapt. A. van Aken, alle vijf naar Noorwegen; het sloepschip CHRISTINE CHARLOTTE, kapt. A.H. Dam, naar Wheijle (opm: waarschijnlijk Vejle).

LC 201040

Harlingen. Binnen gekomen: Den 12 oktober het brikschip VENUS, kapt. P. Arentzen, van Drammen; het everschip NO. 15, kapt. J. Breckwold, van Hamburg; de kofschepen de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Stadthille en REINA, kapt. H.S. Vos, van Dantzig.


1841

Op 6 februari 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door L.E. Tiktak, Nieuwe Pekela, voor H.E, Vos als kapitein.


1842

GRC 170542

Lijst van de Nederlandse schepen welke de Sont gepasseerd zijn:

Den 3 mei. DE ONDERNEMING (Wildervank), kapt. Hazewinkel, van A’dam naar Stettin; DE TWEE GEBROEDERS (Muntendam), kapt. Dekker, van Groningen naar Danzig; DE JONGE BRECHTUS (Krommenie), kapt. Teensma, van Bergen naar Riga; DE JONGE DERK (Pekela), kapt. Vos, van Harlingen naar Nerva.

GRC 210642

Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
Den 10 juni. WEMELINA (Pekela), kapt. De Boer, van Bergen naar Petersburg; MARCHINA (Veendam), kapt. Legger, van Riga naar Engeland; ARENDINA (Wildervank), kapt. Leeuwes, van Stavanger naar Koningsbergen; WILMINA (Muntendam), kapt. Bakker, van Nerva naar Amsterdam; GEZIENA (Harlingen), kapt. Visser, van Nerva naar Harlingen; DE JONGE DERK (Pekela), kapt. Vos, van Nerva naar Harlingen; DE JONGE PIETER (Veendam), kapt. De Jonge, van Nerva naar Harlingen; REINA (Pekela), kapt. Vos, van Nerva naar Amsterdam; HILLECHIENA (Pekela), kapt. De Wijk, van Riga naar Amsterdam. NOOIT GEDACHT (Dordrecht), kapt. Lovius, van Petersburg naar Nantes.

Op 17 februari 1843  werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door L.E. Tiktak, Nieuwe Pekela, voor J.A. Westers als kapitein.


1844

PGC 020144

Advertentie. Mr. S. Piccardt, notaris te Pekela, zal op donderdag 11 jan. e.k. des avonds te 5 uren te N. Pekela ten huize van A. Sijpkens, als executeuren-testamentair in het nalatenschap van wijlen H.K. Boerma, gewoond hebbende en overleden te N. Pekela, publiek in koop aanbieden:

-   1/32 aandeel in het kofschip DE JONGE DERK, kapt. J.A. Westers, liggende thans te Purmerend.

-   1/36 dito in het kofschip DE GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, thans op reis naar de Oostzee. 

Piccardt, notaris.


1845

Op 14 april 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Westers, Pekela, voor zichzelf als kapitein.

GRC 150745

Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:

5 juli. Steffens, JOHANNES, (Amsterdam), van Jersey naar de Oostzee; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Delfzijl naar de Oostzee; Kolle, JOSINE LOUISE (Amsterdam), van Amsterdam naar Stettin; Kamminga, URANIA (Dordrecht), van Liverpool naar Nerva; Meijer, VRIENDSCHAP (Wildervank), van Schiedam naar Danzig; Van der Werf, JANTINA (Veendam), van Hamburg naar Pillau; Wever, GEZINA BEERTA (Veendam), van Rotterdam naar de Oostzee.

GRC 050845

Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:

29 juli: Engelsman, NIESSINA SCHURINGA (Veendam), van Stettin naar Nantes; Hagedoorn, MARIA ANNA (Pekela), van Stettin naar Eu; Munneke, MARGRETHA HENDRIKA (Veendam), van Wolgast naar Amsterdam; Stuit, JOHANNES (Harlingen), van Riga naar de Zaan; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Memel naar Harlingen.

GRC 071045

Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn.

26 september: Jonker, GEZINA HARMINA (Veendam), van Monnikendam naar Danzig; De Boer, ZEELUST (Harlingen), van Narva naar Edam; Bakker, ELZIENA (Veendam), van Amsterdam naar Koningsbergen; Westers, DE JONGE DERK (Pekela), van Memel naar Harlingen; Taaij, GEZINA JANTINA (Farmsum), van Danzig naar Amsterdam; Schaap, DE JONGE KLAAS (Schiermonnikoog), van Danzig naar Amsterdam.

GRC 121245

Advertentie. Mr. S.C.H. Piccardt, notaris te Pekela, zal, ten verzoeke van mejufvrouw de weduwe en kinderen van wijlen de heer J.A. Eilers, in leven koopman, wonende te Nieuwe Pekela, achtervolgens verkregene rechterlijke autorisatie, ten overstaan van de toeziende voogd, de heer Mr. C.M. Nap, advocaat te Groningen, publiek presenteren te verkopen:

-   1/32 aandeel in de kof DE JONKVROUW ELYZABETH, kapt. H. Heres te Oude Pekela.

-   1/32 aandeel in de kof DE VREEDE, kapt. B.G. Ebling te Oude Pekela.

-   2/32 aandeel in de kof DE GESINA, kapt. J. Wering te Oude Pekela.

-   3/60 aandeel in de kof DE JANTINA ENGELINA, kapt. J. Vos te Oude Pekela.

-   2/30 aandeel in de kof DE JONGE DERK, kapt. J. Westers te Nieuwe Pekela.

-   1/30 en 1/150 aandeel in de kof DE ANTINA, kapt. R.J. Schuring te Nieuwe Pekela.

-   3/60 aandeel in de kof DE AGATHA, kapt. Brons, te Oude Pekela.

Deze verkoop zal zijn te Oude Pekela, ten huize van G.W. Pott, op woensdag de 24e dezer, des avonds te vijf uren.

Mr. S.C.H. Piccardt, notaris.


1847

Op 14 februari 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door J.A. Westers, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.


1848

PGC 210148

Advertentie. Mr. B. Haitzema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt op maandag de 31e januari 1848, des avonds te 6 uren, ten huize van de Weduwe B.E. Brouwer te Nieuwe Pekela, in openlijke veiling te verkopen:

-    Een wélbevaren kofschip genoemd de JONGE GERRIT, groot 181 tonnen of ongeveer 130 roggelasten, bevaren door de kapt. Hindrik G. Smid, thans liggende te Harlingen, met complete inventaris.

-    1/32 aandeel in het barkschip RABENHAUPT, kapt. J. Prange.

-    1/32 in het barkschip ADOLF VAN NASSAU, kapt. Borcherts.

-    1/32 in het barkschip HENDRIK WESTER, kapt. R.J. Reijnders.

-    1/32 in het kofschip CONCORDIA, kapt. C.J. Zeeven.

-    3/32 in het kofschip CATHARINA FREDERICA, kapt. H. Duintjer.

-    1/32 in het kofschip de JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Westers.

-    1/24 in het kofschip EETINA, kapt. J.J. Mulder.

-    2/24 in het kofschip ALBERDINA EDZINA, kapt. L.J. Naatje.

-    1/28 in het kofschip CHRISTINA, kapt. A.H. Dijkhuis.

De verkoop-conditiën zullen, met de inventaris van het eerste perceel, in tijds ter lezing liggen ten verkoophuize, alsmede ten kantore van de notaris B. Haitzema Viëtor.

Op 2 februari 1848 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DERK, aangevraagd door B.J. Rijnberg, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.


1849

AH 111049
Vlie, 7 oktober. Heden nacht is op de Ruggel gedreven en aan den grond vastgeraakt, het kofschip de JONGE DERK, kapt. Rijnberg, van Harlingen naar Frederikstad, heeft den grote mast gekapt.

AH 131049
Amsterdam, 12 oktober. Het schip JONGE DIRK (opm. JONGE DERK, ex DANKBAARHEID ex JONGE SIKKO, bouwjaar mogelijk 1805), van Harlingen naar Noorwegen, bij het Vlie gestrand, is geheel weg, doch het volk gered en op Terschelling aangekomen.
(opm: De verkoop van het wrak op 16 oktober 1849 leverde NLG 17,- op, de verkoop van de tuigage op 31 oktober 1849 leverde NLG 1095 op.)

Op 6 december 1849 werd de zeebrief van de JONGE DERK, kapt. B.J. Rijnberg wegen ‘schip verongelukt’ geroyeerd.


1850

PGC 040150  

Lijst van Nederlandsche schepen, die in het jaar 1849 verongelukt, verbrand, afgekeurd, verlaten of gesloopt zijn.

JONGE DIRK (opm. JONGE DERK), kapt. Rijnberg; (Sterk bekort)

 

 

 



 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen 16.1255.90

Memory-stick DSCN 0919 - 0923
KOOPBRIEF

Naam schip DANKBAARHEID, door koper genaamd de JONGE SIKKE

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Amsterdam, 17 april 1819

type schip kof

bouwwerf/verkoper Floris der Kinderen, makelaar en cargadoor, Amsterdam, enig eigenaar van het schip

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Dirk Fontein Pietersz., koopman te Harlingen

te voeren door kapt. Rinse Harms Smits, kapitein te Harlingen

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 17 april 1819

nummer registratie deel 21, folio 146, recto, vak ….

notaris Johannes Abraham Molster, notaris te Amsterdam

prijs NLG 10.500,-

Bijzonderheden: Bij de transactie van 17 april 1819 lag het schip te Amsterdam.
Floris der Kinderen was alleen-eigenaar van het schip geworden door koopcontract, ook verleden voor Johannes Abraham Molster, op 26 oktober 1815.
In de kantlijn staat als aantekening: rederij-ceduul afgegeven 19 februari 1822, toen gemeten op 85 lasten of 170 zeetonnen.

29.04.1819 Dirk Fontein Pzn vraagt voor de JONGE SIKKE een zeebrief aan t.b.v. kapt. Rinse Harmens Smits



researcher/datum research: ML / 090213

Naam JONGE SIKKE
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1819
Toegang 16
Inventaris 1255

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen
Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen 16.1255.90
Tresoar, Notaris Sjoerd Simon Wijma, Harlingen, inventarisnummer 049022, aktenummer 00060
Tresoar, Notaris Jacob Frederiks Reedeker, Terschelling, 1849, repertoire 13004
Notaris mr. S.C.H. Piccardt te Pekela, toegang 121, inv. nr. 45, aktenummer 22, 31 jan. 1842
Notaris mr. S.C.H. Piccardt te Pekela, toegang 121, inv. nr. 48, aktenummer 3, 11 jan. 1844
Notaris mr. S.C.H. Piccardt te Pekela, toegang 121, inv. nr. 52, aktenummer 2137, 29 dec. 1846
Notaris mr. S.C.H. Piccardt te Oude Pekela, toegang 121, inv. nr. 55, aktenummer 176, 27 dec. 1848
Mr. J.P.A. (Jan-Paul) Wortelboer, Glimmen
AH =Algemeen Handelsblad
GRC =Groninger Courant
LC =Leeuwarder Courant
PGC =Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant