1819
Op 24 juni 1819 wordt voor de TWEE GEBROEDERS door kapt./ eig. Jacob Sloot uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
RC 070819
Arrivementen: Te Dantzig J. Sloot (opm: kaagschip TWEE GEBROEDERS), van Amsterdam.
RC 140919
Arrivementen: Te Rendsburg J. Sloot van Dantzig.
1820
OHC 250520
Amsterdam, 24 mei. Den 23 mei van Texel uitgezeild J. Sloot naar Rouaan.
RC 060620
Kapitein J. Sloot, voerende het schip (opm: kaagschip) de TWEE GEBROEDERS, van Amsterdam naar Rouaan, meldt van Veere van 29 mei, dat hij aldaar met een lek schip en verlies van zwaard binnengelopen was, doch zonder lossen dacht te repareren.
OHC 150720
Arrivementen: Te Rouaan J. Sloot van Amsterdam.
OHC 090920
Arrivementen: Op de Wezer J. Sloot van Rouaan.
RC 101020
Rotterdam, 9 oktober. Den 7 dezer arriveerde te Helvoetsluis de TWEE GEBROEDERS, J. Sloot van Hamburg.
DC 101020
Dordrecht, 9 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de ONDERNEMING, kapt. J. Veerman: de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Sloot, en de VROUW HEEBENAR, kapt. A Tyarts, alle drie van Hamburg, met ammunitie voor het Pruisische gouvernement.
1821
OHC 240321
Amsterdam, 23 maart. Den 22 van Tessel uitgezeild J. Sloot (opm: kaagschip TWEE GEBROEDERS) naar Hull.
OHC 030421
Arrivementen: Te Hull J. Sloot van Amsterdam.
OHC 100521
Amsterdam, 8 mei. Den 6 dezer in het Vlie binnengekomen J. Sloot van Hull.
RC 260621
Amsterdam, 24 juni. Het schip de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Sloot (opm: kaagschip, kapt. Jacob Sloot), met stenen uit Noorwegen naar Enkhuizen, is den 18 juni, zwaar lek zijnde, op de westhoek van Ameland gestrand; de stuurman en twee matrozen zijn gered, doch de kapitein is, benevens zijn vrouw en twee kinderen, over boord geslagen en verdronken.