Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Z.Helmers werd per 01 januari 1857 met vlagnummer 53 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Dolphijn". Geen boekhouder en wijze van betaling opgegeven. Hij was ongehuwd028-fol.061.
Hij was met vlagnummer 53 lid van het College in de periode 1857-1866034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H53 1857-1864 kof Dolphijn Zeilmaker & Co, Harlingen
in januari 1864 verongelukt bij het Vlie
1865-1867 kof Johanna Elisabeth (ex Pieter) Zeilmaker & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt Z.Helmers als gezagvoerder gedurende:
* 1843 t/m 1853 van de smak “Vier Gezusters”, gebouwd in 1842 te Woudsend, 83 ton o.m., varend voor A.H.& H.A.Tromp te Woudsend;
* 1856 t/m 1864 van de kof “Dolphijn”, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 153 ton o.m., varend voor Zeolmaker & Co te Harlingen. Het schip verongelukte in het Vlie;
* 1866 t/m 1869 van de kof “Johanna Elisabeth” ex Pieter, gebouwd in 1837 te Pekela, 141 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
Voer voor A.H. Tromp Woudsend, in 1841 op de nieuw uitgehaalde smak "VIER GEZUSTERS " Id 13434. Het zelfde jaar werd het schip verkocht en kwam als "BIJ "in de vaart.
Familiegegevens en opleiding
Jan Leeuwrik werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling "ingenomen" op 27 oktober 1823004(532/1524). Hij was toen 14 jaar, 1 el/41½ dm lang en "heeft de natuurlijke kinderziekte gehad". Volgens doopcedul 1524 werd hij (vermoedelijk) te Hoorn gedoopt op 03 december 1809. Zijn ouders waren Wouter Leeuwrik uit Noordholland en Dieuwertje Bakkers uit Amsterdam, beiden gereformeerd. De vader hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw met Alida Hoogwoud, weduwe van Albert Dingemans. Dit gezin woonde op de Texelse Kade nr.09 te Amsterdam. de vader was schipper ter koopvaardij.
Van de vorderingen werd in de periode 1824-1827 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden waarin geen bijzondere gebeurtenissen staan. Voorts werd gemeld:
" 22 nov.1825 geplaatst als kajuitwagter op 't schip Catharina Hendrina kapt. J.ten Boekel naar Cabo de Goede Hoop à ¦10,- p.m.
19 Sept.1826 terug van de reis met goede attestatie
20 Decemb. 1826 als Ledemaat aangenomen bij Do Weyland
8 Junij 1827 geplt als ligtmatroos op het schip Louisa Prinses der Nederlanden Captn P.Sipkes naar Batavia voor Dordrecht à ¦12,-
16 Augs 1828 terug van de reis met goede attestatie
27 Augs 1816 als kweekeling eervol ontslagen met attestatie".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Leeuwrik, adres de Heeren J.Boelen & Zn, werd effectief lid van "Zeemanshoop" per 21 december 1841 op voorspraak van C.Brandligt. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip "De Bij". Toegevoegd is "geroyeerd"002. Ten tijde van de inschrijving was Leeuwrik ongehuwd en 33 jaar.002a.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 december 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Leeuwrik, oud 33 jaar, voerend de sloep “De Bij”, met als adres J.Boelen te Amsterdam, op voordracht van C.Brandligt.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1851 doet de penningmeester de mededeling dat een aantal leden waaronder J.Leeuwrik nalatig zijn in de betaling en zijn aangeschreven. In een nader bericht blijkt dat deze kapitein niet heeft gereageerd. Het Bestuur zal aan de Algemene Vergadering voorstellen deze kapitein van het lidmaatschap vervallen te verklaren.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 december 1841 wordt aan J.Leeuwrik een maand gage toegekend wegens schipbreuk met de “Elmina” onder kapitein E.M.C.Baak.023 (is dit dezelfde Jan Leeuwrik?).
In de notulen van 20 mei 1851 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het volgende:
“Het Bestuur vindt zich in de onaangename noodzakelijkheid, om aan U, krachtens Art.59 van de Wetten van ons Collegie, voor te stellen om de volgende 9 effectieve leden, van hun Lidmaatschap vervallen te verklaren en wel : kapitein L.Leeuwrik voerende de N.Vlag 613, (en nog 8 andere leden) alle welke, niettegenstaande tot betaling te zijn aangemaand, sedert geruimen tijd nalatig zijn in het betalen der aan het collegie verschuldigde contributiën en sommigen hunner ook van hunne aan het fonds verschuldigde stortingen.” Het voorstel werd in de vergadering van 27 mei 1851 behandeld en “bij achtereenvolgende stemming over ieder van gezegde kapiteins afzonderlijk” aangenomen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
613 1841-1844 sloep de Bij J.Boelen & Co
1845-1850 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Leeuwrik als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1844 van de sloep “De Bij”, gebouwd in 1841 te Woudsend, 72 ton o.m., varend voor Boelens & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Volgens monsterrol nr. 750, dd 08 oktober 1835 in het Gemeentearchief van Dordrecht was J.Leeuwrik, oud 25 jaar, wonend te Amsterdam, met een maandgage van f 45,-, 2e stuurman op het fregat “De Dordtenaar” onder kapitein J.F.P.A.Abbema, met bestemming Batavia.