Familiegegevens en opleiding
Klaas Harms Zuininga was getrouwd met Ewina/Eeuwina Oomkes Kemper. Zij werd geboren te Winschoten ca 1801 als dochter van de molenaar Oomke Fokkes kemper en Teilke Jans. Zij overleed op 25 januari 1847 te Hamburg, 46 jaar.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.H.Zuininga als gezagvoerder gedurende:
* 1825 t/m 1842 van de smak “Vrouw Ewina”, gebouwd in 1822, bouwplaats niet vermeld, 65 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is 2 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen. Het schip is in 1842 vergaan bij Terschelling;
* 1841 t/m 1844 van de smak “Ewiena”, gebouwd in 1822, bouwlocatie niet vermeld, 65 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1847 van de “Vrouw Mina Steenhuizen”, gebouwd in 1846, bouwplaats niet vermeld, 62 ton o.m., varend voor E.S.Steenhuizen te Veendam;
* 1848 t/m 1853 van de kof “Frouwina Steenhuizen”, gebouwd in 1846 te Sappemeer, 60 ton o.m., varend voor E.H.Steenhuizen, geen thuishaven vermeld.
Beide voorgaande schepen samenvoegen tot “Frouwina Steenhuizen”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Jans Gort werd geboren op 14 november 1786 te Sappemeer als zoon van schipper Jan Hindriks Gort en Anna Jans.
Hij trouwde op 18 november 1816 te Veendam als zeeman met Janna Egberts Kistenkast, geboren op 01 september 1793 te Veendam als dochter van de schipper Egbert Jakobs Kistenkast en Kunnigjen Hindriks
Jan Jans verdronk in 1857 in de bocht van Danzig, toen zijn schip op de kust verging (zie hierna)
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Gort als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1857 van de kof “Frouwina Steenhuizen”, gebouwd in 1846 te Sappemeer, 60 ton o.m., varend voor E.H.Steenhuizen, geen thuishaven vermeld. Het schip is in 1857 bij Danzig gestrand.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
12 maart 1855, kof “Frouwina Steenhuizen”, schipper Jan Jans Gort
09 februari 1856, koftjalk“Frouwina Steenhuizen”, schipper Jan Jans Gort
Overige bijzonderheden
“Van zijn kleinzoon vernam ik dat, dat grootvader Jan Gort in een storm op zee om zijn schip boven water te houden geen andere uitweg zag, dan om zijn schip in de bocht van Danzig met volle kracht op het land te zeilen. Mast en tuigage knapten af. De schipper sloeg over boord en is spoorloos gebleven. Zijn vrouw, die de reis meemaakte, werd met de overige bemanning gered. Door het Nederlands consulaat te Danzig werden zij van reisgeld naar huis voorzien.”
Uit “Een Veenkoloniaal schippersgeslacht”, W.Tj Lever, Gens Nostra, 11, 8,p. 169-171, 1956.