1848
Op 18-01-1848 wordt voor de JONGE KLAARTJE door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Klaas Pronk.
1854
RC 100154
Texel, 9 januari. Uit zee JONGE KLAARTJE, Pronk van Scheveningen.
OHC 170154
Den 15de dezer in Texel niets binnengekomen, doch uitgezeild: JONGE KLAARTJE, Pronk, Scheveningen.
1855
NRC 280255
Scheveningen, 27 februari. zondag, den 25 februari ll. is van hier vertrokken naar Londen de pink JONGE KLAARTJE, stuurman Klaas Pronk, reder A. Mos met een lading boter. Heden vertrekken van hier naar Oostende met ladingen bokking de pink de VROUW DIRKJE, stuurman Willem Verheij, reder Arie Mos en de pink de JONGE AALTJE, stuurman Albert Grootveld, reder Arend van der Toom.
NRC 110355
Londen, 8 maart. Aangekomen JONGE KLAARTJE, Pronk en VRIENDSCHAP, Kooyman van Scheveningen. EGMOND AAN ZEE, van Duyvenbode van Egmond.
1858
20 februari 1858
ZZC - Zierikzeesche Courant
Scheveningen, 16 februari. Er is helaas geen twijfel meer, of de pink (opm: vissersschip) JONGE KLAARTJE, stuurman Floor Tuyt, reder de heer Albert Mos, is op de eerste dezer verongelukt. Zeven mensen verloren daarbij het leven. Vijf schepelingen waren gehuwd en laten 12 kinderen na. Moge ook ditmaal de liefdadigheid niet achterblijven. De pink van de heer C. Gebel, waaromtrent ook ongerustheid bestond, is behouden alhier aangebracht.