wellicht Kramer
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Cramer was met vlagnummer R247 in de periode 1847/48 t/m 1857 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij wèl de collegevlag mocht voeren, maar geen aanspraken had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1849 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij honorair lid was, die alleen de nummervlag van het College voerde058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.J.Cramer met vlagnummer R247 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de sch. “Ceres” 114 last varend voor A.Prins & Co te Schiedam
* 1851 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1855 van de bark “President van Buren” 131 last varend voor Mr. H.J. van Buren te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.J.Cramer als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1848 van de schkof “Jacoba Maria”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 116 ton o.m., varend voor A.Prins & Co te Schiedam. Het schip is in 1848 gestrand bij Laesoe. Het bouwjaar moet fout zijn. Je kunt niet in 1838 varen op een schip dat in 1857 is gebouwd;
* 1841 t/m 1846 van de kof “Maria Jacoba”, gebouwd in 1837, bouwlocatie niet vermeld, 116 ton o.m., varend voor Prins & Co te Schiedam. Bouma boekt de kapitein als Kramer. Voorts lijkt mij deze opgave identiek aan de vorige, maar welke is dan de juiste scheepsnaam?
* 1849 t/m 1852 van de 2/msch. “Ceres”, gebouwd in 1848 te Schiedam, 280 ton o.m., varend voor A.Prins & Co te Schiedam;
* 1853 t/m 1856 van de 3/msch “President van Buren” ex Albert, gebouwd in 1849 te Dieppe, 248 ton o.m., varend voor H.J. van Buren te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De schoener “Ceres” onder kapitein J.J.Cramer voer in 1849 van Rio de Janeiro via Kaap Hoorn naar Valparaiso en San Francisco. Terug naar Oostende weer via Kaap Hoorn.121
Provinciale. Groninger Courant 02 januari 1846114
Het schip JACOBA MARIA, kapt. Cramer, van Flensburg naar Amsterdam, is in de avond van de 23 december bij Friedrichsort gestrand; men had van Holtenau vaartuigen ter adsistentie afgezonden. Volgens een ander bericht zou de kapitein enige lasten rogge over boord geworpen hebben, ten einde in vlot water te kunnen komen.
NRC 03 januari 1846
Rendsburg, 28 december. Het schip JACOBA MARIA, kapt. Cramer, van Flensburg naar Amsterdam, bij Friedrichsort aan de grond vastgeraakt, is weder in vlot water en te Holtenau aangekomen.
NRC 11 juli 1849114
Rotterdam, 10 juli. Wij vernemen, dat de volgende Nederlandse schepen naar Chili en Californië zijn vertrokken:
Van Rio de Janeiro naar Californië: het schip CERES, kapt. Cramer, van Schiedam; …er worden hierna nog een aantal andere schepen genoemd. Aan het einde van het bericht staat: Er zijn thans dus aanzienlijke Nederlandse belangen in de Stille Zuidzee te bewaken en het is dien ten gevolge te hopen, dat, gelijk van andere landen, ook van Nederland een oorlogsschip zich derwaarts begeve, ten einde de Nederlandse vlag behoorlijk worde beschermd en, als het nodig is, verdedigd, te meer, daar sommige dier schepen aldaar gedurende enige tijd zullen verblijven.
Familiegegevens en opleiding
Douwe Visser werd geboren op Vlieland op 21 oktober 1809.
Hij was getrouwd met Johanna Catharina Böning, geboren te Amsterdam op 25 juli 1815 (of’13?) en overleden 12 december 1893.003
Douwe overleed in 1871 en bij zijn overlijden is Amsterdam als woonplaars vermeld.003 en 118
Douwe Visser woonde op de Geldersekade te Amsterdam. Hij werd geboren op Vlieland op 21 oktober 1809. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Visser (adres Heerengracht en hoek de Heerenstraat te Amsterdam) werd met vlagnummer 495 per 01 oktober 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Zweers. Als zijn schip werd vermeld de “Amstel”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Visser en zijn vrouw 29 resp. 23 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 24 september/01 oktober 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Douwe Visser, 29 jaar, voerend de kof “Amstel:”, winende op de Heerengracht hoek Heerenstraat, op voordracht van kapitein D.Zweers.023
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 18 mei 1847. 003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1847 wordt aan bemanningsleden van de het schip “Van Speyk” onder kapitein D.Visser een maand gage toegekend vanwege een schipbreuk.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 maart 1870 staat de toekenning van een maand gage wegens schipbreuk aan kapitein D.Visser,042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juli 1871 doet de wed. kapitein D.Visser, geb. Böning een verzoek om de reglementaire uitkering, welke haar in de vergadering van 31 augustus 1871 wordt toegekend ingaand 01 augustus 1871. In de vergadering dd 28 september 1871 doet zij een aanvullende aanvrage voor een kind welke wordt toegekend ingaande 01 augustus 1871. 042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 11 mei 1847 staat het verzoek van 2 equipageleden van de “van Speijk” onder kapitein D.Visser om een uitkering vanwege schipbreuk. Aan elk wordt een maand gage toegekend.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 april 1870 staat vermeld dat aan kapitein D.Visser een maand gage is toegekend vanwege een schipbreuk.023
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 12 september 1871 staat vermeld dat per -1 augustus 1871 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. D.Visser geb. Böning. Op haar verzoek dd 07 november 1871 wordt tevens een uitkering verstrekt aan haar dochter Klasina023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 januari 1899 wordt vermeld een: “Brief van den heer C.Th.Visser, vragende of zijne moeder, de weduwe D.Visser, nog niet tot de vier oudste trekkenden van het Weldadig Zeemansfonds behoort. Door heeren Secretarissen beantwoord.”.023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1900 staat een bericht van C.Th. Visser omtrent het overlijden van zijn moeder de wed. D.Visser.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
495 1839-1840 sch.kof de Amstel van Baggen, Parker & Dixon
1841-1846 sch.brik van Speyk Insinger & Co
1848-1850 schoner de Snelheid F.Smelt & Zn
1851-1853 bark Mercurius idem
197 1854 bark Mercurius idem
1855 geen vermelding van schip en boekhouder
1856-1859 bark President van Buren Mr.J.H.van Buren te Rotterdam
1860-1861 schoner Johanna en Klazina de kapitein
1862-1869 brik Anna Lena J.Zaal
1870 geen vermelding van schip en boekhouder
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein D.Visser van 1842 t/m 1847 als gezagvoerder van de schoenerbrik “J.C.J.van Speyk”, op 13 augustus 1832 op de werf Hollandia te Amsterdam te water gelaten (scheepsbouwmeester C.van Swieten); 130 ton o.m.; varend voor Insinger & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1847 bij de Lizard in het Engelsche Kanaal overzeild en zonk.
Lloyd’s vermeldt: “19 Apr. 1847 VAN SPEIJK sunk off Lizard, been in contact.”087
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
D.Visser Anna Lena 24 juli 1862 05 maart 1863
Anna Lena 02 mei 1863 23 januari 1864
Anna Lena 22 maart 1864 29 augustus 1864
Anna Lena 13 december 1864 05 juli 1865
Anna Lena 13 augustus 1866 maart 1867
Anna Lena 26 april 1867 19 oktober 1867
Anna Lena 05 mei 1868 09 juli 1868
Bouma025 vermeldt D.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1841 van de sch.brik “Amstel”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 116 ton o.m., varend voor van Baggen, Parker & de Zon(sic) te Amsterdam;
* 1848 t/m 1851 van de 2/msch “de Snelheid”, gebouwd in 1831 te Amsterdam, 170 ton o.m., varend voor F.Smelt te Amsterdam;
* 1852 t/m 1855 van de bark “Mercurius”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 438 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1857 t/m 1861 van de 3/msch “President van Buren” ex Albert, gebouwd in 1849 te Dieppe, 248 ton o.m., varend voor H.J. van Buren te Rotterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
* 1863 t/m 1870 van de brik “Anna Lena”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 261 ton o.m., varend voor J.Zaal te Amsterdam. Het schip strandde in 1870 bij Deal en geraakte wrak.
Overige bijzonderheden
“NRC 16-02-1870. Amsterdam, 14 februari 1870.
Het Nederlandse schip ANNA LENA, kapt. Visser, van Suriname herwaarts, is volgens telegram van Deal d.d. gisteren in de nabijheid totaal verongelukt, doch de equipage gered”.077.
“NRC 17-02-1870. Amsterdam, 16 februari 1870.
Het schip ANNA LENA, kapt. Visser, van Suriname, is bij Walmir (ML=Walmer) gestrand en uit elkander geslagen.”077.