Familiegegevens en opleiding
Jacob van der Linden werd geboren in 1806 te Krimpen aan de Lek.
Hij trouwde met Agata Boogaart, geboren 1813 te Krimpen aan de Lek. In 1840/1854 woonde hij op de Hoogt E443 te Dordrecht. In 1860 vertrok hij naar Krimpen aan de Lek
Hij overleed in 1867 in Krimpen aan de Lek064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.van der Linden, adres Daniels & Arbman, werd met vlagnummer 377 effectief lid van "Zeemanshoop" per 20 juni 1837 op voorspraak van W.Blom. Bij de inschrijving werd als zijn schip vermeld de "Orion". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 13/20 juni 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Jacob van der Linden, oud 31 jaar, voerend de “Jacob Cats”, wonend te Dordrecht, en met als adres D.D.Buchler te Amsterdam, voorgesteld door kapitein W.Blom023.
-
v/d Linden uit Dordrecht was in de periode 30 juni 1837 t/m zijn overlijden in 1867 met vlagnummer 6 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van 28 september 1843 en de Algemene Vergadering dd 24 oktober 1843 van Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van kapitein J.van der Linden “waarbij Z.Ed. een kaart van het eiland St.Helena ten geschenke aanbied” De schenking wordt in dank aanvaard en ter inzage gegeven.023
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1836 staat een storting van f 15,- als entreegeld van kapitein J.van der Linden.064b
In de Bestuursvergadering dd 19 januari 1844 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat de mededeling dat kapitein A.(moet zijn J.) van der Linden heeft geschonken een in “steendruk gebragte kaart van het eiland St.Helena.”. Deze wordt in dank aanvaard.064a.
In het kasboek van het Armenfonds van het Dordtse zeemanscollege staat de gift van f 15,- door de erven van kapitein J. van der Linden.064b.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
377 1837 fregat Jacob Cats A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1838-1846 fregat Orion A.van Blussé van Oud Alblas c.s. te
Dordrecht
1848-1852 bark Admiraal Piet Hein van Baggen & Co te Amsterdam
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
130 1854-1860 bark Louisa Kroonprinses van Zweden G.Mauritz te Dordrecht
1861 geen vermelding van schip en boekhouder
1862-1863 bark Louisa Kroonprinses van Zweden G.Mauritz te Dordrecht
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
-
van der Linden Louise Kroonprinses der Ned (sic) 18 mei 1860 02 juni 1861
Louise Kroonprinses van Zweden 10 januari 1863 22 november 1863
In Ledenlijsten de Dordtse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staatJ. van der Linden als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846 fregat “Orion” boekhouder Blussé van Oud Alblas
* 1850; 1852 t/m 1854 bark “” Admiraal Piet Hein boekhouder van Baggen & Co te
Amsterdam
* 1855 t/m 1859; 1861 bark “Louisa, Kroonprinses van Zweden boekhouder G.Mauritz te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J. van der Linden als gezagvoerder gedurende:
* 1838 op de het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht (deze opgave klopt niet met die van het troepentransport. Bouma noemt in 1836 J.Ingerman als gezagvoerder. Wellicht is die direct na de afbouw in 1835 de kapitein geweest, terwijl half 1836 van der Linde hem heeft opgevolgd. Ook voer van der Linden in 1837 volgens de AAKZ001 voor van Hoboken in Rotterdam).
* 1839 t/m 1847 van het 3/m schip “`Orion”, gebouwd in 1838 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 914 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1849 t/m 1853 van de bark “Admiraal Piet Hein”, gebouwd in 1848 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 671 ton o.m., varend voor van Baggen & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1861 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht;
* 1863 t/m 1864 op hetzelfde schip en voor dezelfde rederij.
Overige bijzonderheden
-
van der Linden verzorgde per 18 juli 1836 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 november 1836 na 97 dagen065.
-
van der Linden vertrok op 10 januari 1863 van Nieuwediep met de “Kroonprinses Louise van Zweden” (sic) en 1 landmachtsoldaat naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1863 na een reis van 115 dagen065.
Dordrecht, 30 october 1837
Zaterdag 28 october omstreeks half vijf is hier van de werf de Merwede van de scheepsbouwmeester C. Gips en Zonen met het beste gevolg te water gelaten, het voor Rotterdamsche rekening gebouwde fregatschip Soerabaja en is onmiddellijk daarna voor een reederij binnen deze stad op voornoemde werf de kiel gelegd voor het fregatschip Orion.
De Soerabaja, 624 ton, werd gebouwd voor J. Serruys en Co.
De Orion, 914 ton, voor A. Blussé van Oud-Alblas.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.van der Linden:
3de reis Augustus 1837 naar Batavia en weer terug in mei 1838.
Het fregat de “Orion” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 11 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J. van der Linden:
1ste reis november 1838 naar Batavia en terug in augustus 1839
2de reis januari 1840 naar Batavia en terug in januari 1841
3de reis februari 1842 naar Batavia en terug in februari 1843
4de reis maart 1844 naar Batavia en terug in januari 1845
5de reis augustus 1845 naar Batavia en terug in september 1846
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 26 november 1830 (MRD 468) was hij 1e stuurman op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas van Schinkel en vertrok met 41 man naar Batavia.
Op 05 december 1831 (monsterrol 526, Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde hij als 1e stuurman aan op het fregat “Stad Dordrecht” voor een reis naar Batavia, onder kapitein Klaas Schinkel uit Dordrecht.
Op 11 juli 1836 (MRD 786) was hij 1e stuurman op het fregat “Jacob Cats”, onder kapitein Jan Ingerman.
Op 14 juli 1836 draagt Klaas Schinkel het gezag over aan Jacob v/d Linden en deze vertrekt met de “Jacob Cats” op 28 juli 1836 uit Hellevoetsluis met 40 man naar Batavia. Hij is op 07 mei 1837 terug in Amsterdam
Op 05 juli 1837 (MRD 827 Dordrecht) monsterde hij als gezagvoerder op het fregat “Jacob Cats”, en vertrekt op 06 augustus 1837 voor een reis naar Batavia. Hij is terug op 01 mei 1838
Op 20 september 1838 (MRD 900), is Jacob van der Linden, wonend te Dordrecht, oud 32 jaar, kapitein op het fregat “Orion” en vertrekt op 1 november 1838 uit Hellevoetsluis met 42 man naar Batavia. Hij is terug in Amsterdam op 19 augustus 1839. Hij maakt met dit schip 6 reizen.
Blijkens een monsterrol (Gemeentearchief te Dordrecht) dd 02 oktober 1839 monsterde kapitein Jacob van der Linden op de “Orion”aan voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man.
Volgens monsterrol nr. 1380 dd Op 21 mei 1848 (MRD 1380) is hij kapitein op de bark “Admiraal Piet Hein” en vertrekt met 27 man naar Batavia.
Volgens monsterrol nr. 1655 dd Op 05 oktober 1854 (MRD 1655) was hij gezagvoerder op de bark “Louise Kroonprinses der Nederlanden” en vertrok met 21 man naar Akyab.
Een scheepsportret door J.Spin van de “Orion” bevindt zich in de privécollectie van Mr. P.Blussé van Oud Alblas te Rotterdam. Het schip is getoond te Den Helder aanlopend met de Dordtse vlag nr.6 van kapitein van der Linden in de fokkemast en diens Amsterdamse vlag nr. 377 in de bezaan. melding dd 15 maart 2009 van Mr. Blussé
Amsterdamsche Courant 10 oktober 1844
“Schepen in lading naar Batavia:
Gekoperd 2-deks fregat ORION, kapt. J. van der Linden, van Dordrecht. … “
NRC 13 maart 1848
Dordrecht, 12 maart. Naar men verneemt zal a.s. woensdag de 15e dezer van de werf van de scheepsbouwmeester J. Schouten alhier te water worden gelaten het nieuw, gekoperd, tweedeks fregatschip ADMIRAAL PIET HEIN, voor rekening van de heren Van Baggen & Co te Amsterdam. Hetzelve zal gevoerd worden door kapt. J. van der Linden en is bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën.
NRC 16 maart 1848
Dordrecht, 15 maart. Heden middag omstreeks 1 ure is van de werf van de scheepsbouwmeester J. Schouten alhier te water gelaten het nieuw gebouwd en gekoperd tweedeks barkschip ADMIRAAL PIET HEIN, groot 500 Java-lasten, gebouwd voor rekening van de heren Van Baggen & Co te Amsterdam, welke bodem zal gevoerd worden door kapt. J. van der Linden en bestemd is voor de vaart op Oost-Indië. Daarna is de kiel gelegd voor een andere bodem, welke de naam zal voeren van IO.
NRC 17 april 1848
Advertentie. Te Dordrecht ligt in lading naar Batavia voor passagiers en goederen, om in het begin der maand mei te vertrekken, het nieuwgebouwd, kopervast en gekoperd barkschip ADMIRAAL PIET HEIN, gevoerd door kapt. J. van der Linden, hebbende uitmuntende inrichting voor passagiers en voerende een geëxamineerde scheepsdokter. Adres bij de scheepsmakelaar Hoyman & Schuurman te Amsterdam en Sandberg & Co. te Dordrecht.
NRC 16 november 1855
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 11 schepen, als: ….
Voor Amsterdam: LOUISE KROONPRINSES VAN ZWEDEN, kapt. J. van der Linden, van Dordrecht….
NRC 02 oktober 1857
Batavia, 10 augustus. Scheepsvrachten. Gedurende de laatste maand hebben de volgende bevrachtingen plaats gehad: …..LOUISE KROONPRINSES VAN ZWEDEN NLG 105 voor suiker en lichte goederen….
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.P.Stoop als gezagvoerder gedurende:
- * 1862 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht;
- * 1864 t/m 1867 van het 3/mschip “Singapore”, ex Alida Maria, Adèle, Twee Godfrieds, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 332 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam. Het schip is in 1867 gesloopt;
- * 1869 van het 3/m schip “Sophia Amalia”, gebouwd in 1859 te Bolnes, 319 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam. In China afgekeurd na averij.
Overige bijzonderheden
“NRC 06 januari 1870
Swatow, ..december 1869. Volgens telegram van Galle dato 14 december zou de SOPHIA AMALIA, kapt. Stoop, in zinkende staat hier binnengebracht, afgekeurd worden.”077
Familiegegevens en opleiding
Jacob van der Linden werd geboren in 1806 te Krimpen aan de Lek.
Hij trouwde met Agata Boogaart, geboren 1813 te Krimpen aan de Lek. In 1840/1854 woonde hij op de Hoogt E443 te Dordrecht. In 1860 vertrok hij naar Krimpen aan de Lek
Hij overleed in 1867 in Krimpen aan de Lek064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.van der Linden, adres Daniels & Arbman, werd met vlagnummer 377 effectief lid van "Zeemanshoop" per 20 juni 1837 op voorspraak van W.Blom. Bij de inschrijving werd als zijn schip vermeld de "Orion". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 13/20 juni 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Jacob van der Linden, oud 31 jaar, voerend de “Jacob Cats”, wonend te Dordrecht, en met als adres D.D.Buchler te Amsterdam, voorgesteld door kapitein W.Blom023.
-
v/d Linden uit Dordrecht was in de periode 30 juni 1837 t/m zijn overlijden in 1867 met vlagnummer 6 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van 28 september 1843 en de Algemene Vergadering dd 24 oktober 1843 van Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van kapitein J.van der Linden “waarbij Z.Ed. een kaart van het eiland St.Helena ten geschenke aanbied” De schenking wordt in dank aanvaard en ter inzage gegeven.023
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1836 staat een storting van f 15,- als entreegeld van kapitein J.van der Linden.064b
In de Bestuursvergadering dd 19 januari 1844 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat de mededeling dat kapitein A.(moet zijn J.) van der Linden heeft geschonken een in “steendruk gebragte kaart van het eiland St.Helena.”. Deze wordt in dank aanvaard.064a.
In het kasboek van het Armenfonds van het Dordtse zeemanscollege staat de gift van f 15,- door de erven van kapitein J. van der Linden.064b.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
377 1837 fregat Jacob Cats A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1838-1846 fregat Orion A.van Blussé van Oud Alblas c.s. te
Dordrecht
1848-1852 bark Admiraal Piet Hein van Baggen & Co te Amsterdam
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
130 1854-1860 bark Louisa Kroonprinses van Zweden G.Mauritz te Dordrecht
1861 geen vermelding van schip en boekhouder
1862-1863 bark Louisa Kroonprinses van Zweden G.Mauritz te Dordrecht
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
-
van der Linden Louise Kroonprinses der Ned (sic) 18 mei 1860 02 juni 1861
Louise Kroonprinses van Zweden 10 januari 1863 22 november 1863
In Ledenlijsten de Dordtse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staatJ. van der Linden als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846 fregat “Orion” boekhouder Blussé van Oud Alblas
* 1850; 1852 t/m 1854 bark “” Admiraal Piet Hein boekhouder van Baggen & Co te
Amsterdam
* 1855 t/m 1859; 1861 bark “Louisa, Kroonprinses van Zweden boekhouder G.Mauritz te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J. van der Linden als gezagvoerder gedurende:
* 1838 op de het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht (deze opgave klopt niet met die van het troepentransport. Bouma noemt in 1836 J.Ingerman als gezagvoerder. Wellicht is die direct na de afbouw in 1835 de kapitein geweest, terwijl half 1836 van der Linde hem heeft opgevolgd. Ook voer van der Linden in 1837 volgens de AAKZ001 voor van Hoboken in Rotterdam).
* 1839 t/m 1847 van het 3/m schip “`Orion”, gebouwd in 1838 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 914 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1849 t/m 1853 van de bark “Admiraal Piet Hein”, gebouwd in 1848 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 671 ton o.m., varend voor van Baggen & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1861 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht;
* 1863 t/m 1864 op hetzelfde schip en voor dezelfde rederij.
Overige bijzonderheden
-
van der Linden verzorgde per 18 juli 1836 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 november 1836 na 97 dagen065.
-
van der Linden vertrok op 10 januari 1863 van Nieuwediep met de “Kroonprinses Louise van Zweden” (sic) en 1 landmachtsoldaat naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1863 na een reis van 115 dagen065.
Dordrecht, 30 october 1837
Zaterdag 28 october omstreeks half vijf is hier van de werf de Merwede van de scheepsbouwmeester C. Gips en Zonen met het beste gevolg te water gelaten, het voor Rotterdamsche rekening gebouwde fregatschip Soerabaja en is onmiddellijk daarna voor een reederij binnen deze stad op voornoemde werf de kiel gelegd voor het fregatschip Orion.
De Soerabaja, 624 ton, werd gebouwd voor J. Serruys en Co.
De Orion, 914 ton, voor A. Blussé van Oud-Alblas.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.van der Linden:
3de reis Augustus 1837 naar Batavia en weer terug in mei 1838.
Het fregat de “Orion” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 11 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J. van der Linden:
1ste reis november 1838 naar Batavia en terug in augustus 1839
2de reis januari 1840 naar Batavia en terug in januari 1841
3de reis februari 1842 naar Batavia en terug in februari 1843
4de reis maart 1844 naar Batavia en terug in januari 1845
5de reis augustus 1845 naar Batavia en terug in september 1846
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 26 november 1830 (MRD 468) was hij 1e stuurman op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas van Schinkel en vertrok met 41 man naar Batavia.
Op 05 december 1831 (monsterrol 526, Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde hij als 1e stuurman aan op het fregat “Stad Dordrecht” voor een reis naar Batavia, onder kapitein Klaas Schinkel uit Dordrecht.
Op 11 juli 1836 (MRD 786) was hij 1e stuurman op het fregat “Jacob Cats”, onder kapitein Jan Ingerman.
Op 14 juli 1836 draagt Klaas Schinkel het gezag over aan Jacob v/d Linden en deze vertrekt met de “Jacob Cats” op 28 juli 1836 uit Hellevoetsluis met 40 man naar Batavia. Hij is op 07 mei 1837 terug in Amsterdam
Op 05 juli 1837 (MRD 827 Dordrecht) monsterde hij als gezagvoerder op het fregat “Jacob Cats”, en vertrekt op 06 augustus 1837 voor een reis naar Batavia. Hij is terug op 01 mei 1838
Op 20 september 1838 (MRD 900), is Jacob van der Linden, wonend te Dordrecht, oud 32 jaar, kapitein op het fregat “Orion” en vertrekt op 1 november 1838 uit Hellevoetsluis met 42 man naar Batavia. Hij is terug in Amsterdam op 19 augustus 1839. Hij maakt met dit schip 6 reizen.
Blijkens een monsterrol (Gemeentearchief te Dordrecht) dd 02 oktober 1839 monsterde kapitein Jacob van der Linden op de “Orion”aan voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man.
Volgens monsterrol nr. 1380 dd Op 21 mei 1848 (MRD 1380) is hij kapitein op de bark “Admiraal Piet Hein” en vertrekt met 27 man naar Batavia.
Volgens monsterrol nr. 1655 dd Op 05 oktober 1854 (MRD 1655) was hij gezagvoerder op de bark “Louise Kroonprinses der Nederlanden” en vertrok met 21 man naar Akyab.
Een scheepsportret door J.Spin van de “Orion” bevindt zich in de privécollectie van Mr. P.Blussé van Oud Alblas te Rotterdam. Het schip is getoond te Den Helder aanlopend met de Dordtse vlag nr.6 van kapitein van der Linden in de fokkemast en diens Amsterdamse vlag nr. 377 in de bezaan. melding dd 15 maart 2009 van Mr. Blussé
Amsterdamsche Courant 10 oktober 1844
“Schepen in lading naar Batavia:
Gekoperd 2-deks fregat ORION, kapt. J. van der Linden, van Dordrecht. … “
NRC 13 maart 1848
Dordrecht, 12 maart. Naar men verneemt zal a.s. woensdag de 15e dezer van de werf van de scheepsbouwmeester J. Schouten alhier te water worden gelaten het nieuw, gekoperd, tweedeks fregatschip ADMIRAAL PIET HEIN, voor rekening van de heren Van Baggen & Co te Amsterdam. Hetzelve zal gevoerd worden door kapt. J. van der Linden en is bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën.
NRC 16 maart 1848
Dordrecht, 15 maart. Heden middag omstreeks 1 ure is van de werf van de scheepsbouwmeester J. Schouten alhier te water gelaten het nieuw gebouwd en gekoperd tweedeks barkschip ADMIRAAL PIET HEIN, groot 500 Java-lasten, gebouwd voor rekening van de heren Van Baggen & Co te Amsterdam, welke bodem zal gevoerd worden door kapt. J. van der Linden en bestemd is voor de vaart op Oost-Indië. Daarna is de kiel gelegd voor een andere bodem, welke de naam zal voeren van IO.
NRC 17 april 1848
Advertentie. Te Dordrecht ligt in lading naar Batavia voor passagiers en goederen, om in het begin der maand mei te vertrekken, het nieuwgebouwd, kopervast en gekoperd barkschip ADMIRAAL PIET HEIN, gevoerd door kapt. J. van der Linden, hebbende uitmuntende inrichting voor passagiers en voerende een geëxamineerde scheepsdokter. Adres bij de scheepsmakelaar Hoyman & Schuurman te Amsterdam en Sandberg & Co. te Dordrecht.
NRC 16 november 1855
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 11 schepen, als: ….
Voor Amsterdam: LOUISE KROONPRINSES VAN ZWEDEN, kapt. J. van der Linden, van Dordrecht….
NRC 02 oktober 1857
Batavia, 10 augustus. Scheepsvrachten. Gedurende de laatste maand hebben de volgende bevrachtingen plaats gehad: …..LOUISE KROONPRINSES VAN ZWEDEN NLG 105 voor suiker en lichte goederen….
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Kunst werd geboren te Dordrecht op 02 juli 1837 als zoon van koopvaardijkapitein Jan Gerritz Kunst en Ettina Eddes. Hij trouwde op 18 april 1860 als 1ste stuurman te Dordrecht met Adriana Petra van den Heuvel, geboren in 1833 te Amsterdam als dochter van Pieter van den Heuvel (overleden in 1844) en Teuntje van den Heuvel. Getuige bij dit huwelijk is grootvader/koopvaardijkapitein Folkert Hendrik Eddes, 76 jaar.
Hij overleed op 20 augustus 1867 te Dordrecht aan cholera en woonde toen aan de Groenmarkt A-209 te Dordrecht.
Hij was in 1867 met nr. 503 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Gerrit Kunst uit Dordrecht was met vlagnummer 25 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 25 februari 1864 t/m zijn overlijden in 1867.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.Kunst als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1867 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Blijkens een monsterrol dd.22 mei 1850 (Nr. 1448 Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde Gerrit Kunst (13 jaar, maandgage f 6,-) als ligtjongen aan op het fregat “Broedertrouw” onder gezag van zijn vader Jan Gerritsz Kunst, voor een reis naar Batavia. Uithet Register van binnengekomen schepen te Dordrecht arriveerde op 10 februari 1867 de “Louise Kroonprinses van Zweden” onder gezag van kapitein G.Kunst.064
Op 22 december 1856 (MRD nr 1774) is hij 2e stuurman, met een maandgage van f 40,- op de brik “Thetis”, groot 100 last, in 1849 gebouwd op de werf van Arnhem te Groningen en met als reder G. Mauritz te Dordrecht en vertrekt onder kapitein Hendrik Meppeler naar Belfast Hij maakt op deze reis een schipbreuk mee waarbij het schip zinkt en de kapitein verdrinkt, na een aanvaring met een stoomschip. Het schip was uit Belfast vertrokken met vlas op 28 maart 1857.
In aktenummer 1838-s6, 12-11-1838115 verklaart de kapitein Floris Rietmeijer, van de brik “Catharina”, dat zeilende op 18oZB/ 72o23’OL aan de gevolgen van een galziekte is overleden Gerhardus Willem Frans uit Oude Pekela. Medegetuigen waren Karel Willem Edzard Bergner, opperstuurman en Gerrit Jans Kunst, 2e stuurman.
Familiegegevens en opleiding
Folkert Meppelder werd geboren op 25 februari 1829 te Groningen als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Meppelder en Gepke Eddes. Hij woonde in Dordrecht en vestigde zich op 24 oktober 1859 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Rotterdamsche Dijk nr. 25. Hij keerde op 11 november 1860 (of 1868) terug naar Dordrecht. Hij vestigde zich rond 1877 opnieuw te Rotterdam, komende van Heenvliet.
Hij was gehuwd met Fokkelien Mooy geboren 16 februari 1832 te Groningen, Nederlands Hervormd. Hij werd na zijn koopvaardijperiode winkelier.
Hij overleed te Rotterdam aan de Hilledijk op 24 mei 1898005.
Folkert Hendriks Meppeler(!) werd geboren te Groningen op 25 oktober 1828 (zie datum hiervoor!) als zoon van koopvaardijkapitein Hendrik Meppeler en Gepke Eddes. Hij woonde in 1840 met zijn ouders aan de Nieuwe Haven nr. 419 te Dordrecht.
Hij trouwde met Tallegien(sic) Mooi, geboren in 1832 te Groningen.
In 1858 woonde het gezin met vrouw en kinderen in de Hooge Nieuwstraat te Dordrecht. De kinderen waren Gepke (1850), geboren te Groningen en Willemina Fokkelina (1852) en Hendrika (1856), beiden geboren te Dordrecht. Het gezin verhuist in 1859 naar Delfshaven.
Hij overleed op 25 mei 1898 te Dordrecht
Hij was in 1856 met nr. 398 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante. Hij werd op 26 juli 1856 tevens lid van de loge “De Goede Hoop” in Kaapstad064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Meppelder was met vlagnummer R450 in de periode 1856 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
F.Meppelder wonende te Delfshaven werd per 11 oktober 1850 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 69 en bleef dit tot aan zijn overlijden op 25 mei 1898. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de kof “Concordia”.111 en 64a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 09 februari 1851 de storting door kapitein Volkert Meppelder van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 3 juni 1898 staat de reglementair vastgestelde uitkering van f 200,- aan de weduwe van kapiteinF.Meppelder te Hillesluis(?).064b
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein F.Meppelder met vlagnummer R450 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859, 1862 t/m 1866 van de bark “Jacobus Martinus” 207 last varend voor M.Kerdel te Schiedam
* 1867 van de bark “Louise Kroonprinses van Zweden” 298 last varend voor G.Mauritz te Dordrecht
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat F.Meppelder als gezagvoerder064a:
* 1852 t/m 1855 kof “Concordia” boekhouder G.Mauritz te Dordrecht
* 1856 brik “Hendrika Bertina” boekhouder Schröder & Co te Amsterdam
* 1857 t/m 1859 brik “Hendrika Bertina” boekhouder M.Kerdel te Schiedam
* 1861 bark “Jacobus Martinus” boekhouder M.Kerdel te Schiedam
* 1874 geen vermelding van een schip
Bouma025 vermeldt F.Meppelder als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de kof “Concordia”, gebouwd in 1827 te Pekela, 143 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht, Deze vermelding staat onder Z. Meppelder, hetgeen een foutieve vóórletter moet zijn
* 1856 van de brik “Hendrika Bartina”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 240 ton o.m., varend voor de Gebr. Schröder te Amsterdam;
* 1857 t/m 1867 van de bark “Jacobus Martinus”, gebouwd in 1852 te Schiedam, 391 ton o.m., varend voor M.Kerdel te Schiedam. Het schip werd in 1867 naar het buitenland verkocht;
* 1868 t/m 1869 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Volgens monsterrol 1228 dd. 01 november 1844 in het Gemeentearchief van Dordrecht monsterde hij als ligtmatroos (15 jaar, wonend te Dordrecht) op de galjoot “Venila” (moet zijn de kof “Venelia”) onder gezag van zijn vader Hendrik Meppeler voor een reis met 8 man naar Belfast.
Op 11 oktober 1850 is hij kapitein op de kof “Concordia”, varend voor reder G.Mauritz te Dordrecht.
In de monsterrol nr. 1599 dd. 27 oktober 1853 in het Gemeentearchief van Dordrecht staat F.Meppelder, oud 26 jaar, wonend te Dordrecht, met een maandgage van f 65,- , geboekt als eerste stuurman op de bark “Jan Schouten” onder kapitein J.Coening Meijer, varend voor G.Schouten te Dordrecht en vertrekkend met 25 man naar Batavia.
Op 27 januari 1853 (monsterrol nr. 1599) was hij 1e stuurman voor een gage van f 65,- per maand op de bark “Jan Schouten” onder kapitein Joseph Coening Meyer voor een reis met 245 man naar Batavia.
In 1861 was hij gezagvoerder op de bark “Jacob Martinus”.
Per 28 augustus 1867 vertrok hij als gezagvoerder op de bark “Louise Kroonprinses van Zweden” voor een reis van Rotterdam naar Australië.064 en 071.
|