Familiegegevens en opleiding
Gerrit Kuijper werd geboren op 13 november 1823 te Groningen als zoon van de koopman Hindrik Steringa Kuijper en Hinderika ter Huizen.
Hij trouwde op 10 febriari 1858 te Hoogezand als scheepskapitein met Udonia Paulina Constantia Meurs. geboren op 06 september 1831 te Martenshoek gem. Hoogezand als dochter van de logementhouder Arnoldus Ludovicus Meurs en Helena Margaretha Elisabeth Brakel. Udonia overleed op 27 september 1893 te Hoogezand, 62 jaar, weduwe.
Provinciale Groninger Courant 23 maart 1861114
ADVERTENTIE: Tot diepe droefheid van mij en mijne verder betrekkingen overleed op 15 januari j.l in de ouderdom van 37 jaren, op de Westkust van Afrika, mijn hartelijk geliefde echtgenoot; G. Kuiper Hz, voerende het schonerbrikschip COMPAGNIE. Groningen 21 maart 1861. get: U.F.C. Kuiper, geb. Meurs. Enige kennisgeving
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
Kuiper Hz was lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 65 in de periode 1858 t/m 1861.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.H.Kuiper als gezagvoerder gedurende:
1857 t/m 1861 van de brik “Compagnie”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 157 ton o.m., varend voor v/d Wouden & Luber te Amsterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
G.Kuiper Hz Compagnie 20 mei 1860 01 juli 1860
Overige bijzonderheden
NRC 20 mei 1861114
Amsterdam, 17 mei. Volgens brief van kapt. Möls, voor wijlen kapt. Kuyper (opm: G. Kuijper Hzn), voerende het schip (opm: brik) COMPAGNIE, zou hij de 8e april van Kaap Coast Castle herwaarts vertrekken; alles wel aan boord.
Familiegegevens en opleiding
Teunis Jan Donema werd geboren te Schiermonnikoog op 06 maart 1814 als zoon van van Claas Feijes (Jackeles) Donema en Catharina Maria Teunissen (Orre).
Hij huwde voor de eerste maal te Amsterdam op 11 mei 1848 met Catharina Elisabeth Isselhorst, geboren te Amsterdam op 14 augustus 1810 als dochter van Johan Hendrik Isselhorst en Catharina Louisa Beerens. en aldaar Luthers gedoopt op 20 augustus 1810. Zij is overleden te Amsterdam op 17 mei 1855 op de Heerenmansgracht kanton 3 Buurt II nr. 272.
Hij huwde voor de tweede maal te Amsterdam op 11 december 1856 met Carolina Isselhorst, geboren te Amsterdam op 11 januari 1817 en aldaar overleden op 22 maart 1858 op de Haarlemerdijk kanton 4 buurt UU nr.343. Zij was de zuster van zijn eerste echtgenote.
Hij huwde voor de derde maal te Amsterdam op 04 oktober 1865 met Anna Valk, geboren te Zaandam op 18 juli 1816 als dochter van Jan Valk, een gehuwde boekhandelaar, en de ongehuwde Johanna Steenbergen Zij was blijkens de huwelijksakte in 1865 "suppoostinne" te Amsterdam en overleed te Amsterdam op 21 juli 1878.
Hij huwde tenslotte voor de vierde maal te Amsterdam op 27 februari 1879 met Louisa Elisabeth Traphé, op 24 oktober 1816 te Amsterdam als vondeling aangegeven (“aanhebbende een hemdje. Twee borststrookjes een doekje Twee Mutsjes, Een roode onleesbaar, Gevonden alhier in de Langeleydsedwarsstraat bij de Zuydstraat”). Zij overleed te Amsterdam op 26 november 1882 in de Lindenstraat 10.
Teunis Jans Donema overleed te Amsterdam op 29 oktober 1893 in de Lindenstraat kanton 4 nr 10 op de leeftijd van 74 jaar.
Zie ook: H.Feenstra. De Schiermonnikoger familie Donama. Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 41:208-228, 1987.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.J.Donema werd met vlagnummer 573 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juni 1854 op voorspraak van C.Tjebbes. Zijn schip was de "Batavier"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 30 mei/06 juni 1854 werden als effectief lid voorgedragen benoemd Theunis Jans Donema, oud 40 jaar, voerend het fregat “Batavier”, onder directie van E.& S. & C. St.Martin te Rotterdam, op voordracht van kapitein C.Tjebbes.023.
Hij was met vlagnummer 573 in de periode 1854 t/m 1872 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”.
T.J.Donema was met vlagnummer 62 in de periode 1862 t/m 1868 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
T.J.Donema was met vlagnummer R403 in de periode 1854 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bstuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 augustus 1858 wordt kapitein T.J.Donema een maand gage wegens schipbreuk toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1858 staat dat aan kapitein T.J.Donema wegens schipbreuk een maand gage is toegekend.023.
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
573 1854-1856 bark Laura en Adèle Bunge en Co
1856-1872 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.J.Donema als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1857 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1858 van de 2/msch “Anna”, gebouwd in 1857 te Hoogezand, 166 ton o.m., varend voor J.Sikkens te Sappemeer. Het schip is in een Pampero verongelukt bij Rio Grande;
* 1863 t/m 1866 van de brik “Compagnie”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 157 ton o.m., varend voor v/d Wouden & Luber te Amsterdam. Het schip voer in 1867 voor F.Smelt & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Sagua Packet”.
T.J.Donema was gezagvoerder gedurende:
* 1854 van het 3-mast schip “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton, varend voor E.& S.& C. St. Martin te Rotterdam. Ontleend aan de vermelding bij de inschrijving als effectief lid van “Zeemanshoop”;
* 1855 t/m 1857 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 bij C.Smit te Alblasserdam, 529 ton, varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1858 van de 2-mast schoener “Anna”, gebouwd in 1857 bij Hooites te Hoogezand, 166 ton, varend voor J.Sikkens te Sappemeer. Het schip is in een pampero (koude stofrijke ZW tot W.wind uit de pampa) verongelukt bij Rio Grande. (Bouma);
* 1863 t/m 1866 van de brik “Compagnie”, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 157 ton, varend voor v/d Wouden & Luber te Amsterdam. Het schip werd in 1866 voor f 13.000,- verkocht aan F.Smelt & Zn te Amsterdam en herdoopt in “Sagua Packet”. (Bouma).
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Sluisman als gezagvoerder gedurende:
- * 1865 t/m 1872 van de schbrik “Sagua Packet” ex Compagnie, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 159 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor J.W.Holzmann te Amsterdam en was herdoopt in “Fenna”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.List als gezagvoerder gedurende:
* 1873 t/m 1877 van de sch.brik “Fenna” ex Sagua Packet, ex Compagnie, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 159 ton o.m., varend voor J.W.Holzman te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Guttinger als gezagvoerder gedurende:
* 1878 t/m 1880 van de sch.brik “Fenna” ex Sagua Packet, ex Compagnie, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 159 ton o.m., varend voor J.W.Holzman te Amsterdam.
Navolgende monsterrollen bevinden zich in het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1866 nr. 4 dd 13 februari 1866 vermeldt de galjoot “Broedertrouw”, kapt. Derk Pieters Vos, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts een stuurman Johannes Guttinger, 31 jaar uit Delfzijl, kok, scheepsjongen en 2 lichtmatrozen waaronder Remko Balkema, 20 jaar uit Delfzijl.
Overige bijzonderheden
Op 09 maart 2006 kreeg ik een bericht van de heer Nan Halfweeg uit Leidschendam met gegevens van o.a. kapitein J.Guttinger. Deze kapitein was gezagvoerder van een schip genaamd “Jacoba Francina”. Hij schrijft:
“Jacoba Francina” was oorspronkelijk “Deogaum” geheten onder Britse vlag varende. Dit heb ik uit mijn document van de executoriale verkoop in Rotterdam van dit schip aan ene Aekerlin & Co. Op de een of andere manier is de “Deogaum” daarna overgegaan in handen van een rederij gevormd door de heren J.Guttinger (gezagvoerder), S.Halfweg (boekhouder) en Wambersie & Co. Dat het om hetzelfde schip ging is te concluderen uit de vermelde afmetingen en ook de opmerking dat het bekleed was met “felt and yellow metal”, later “vilt en metaal”. In het document betreffende de oprichting van die rederij is de hele inventaris van het schip in detail beschreven. Een kopie van een extract van de brieven van kapt. J.Guttinger gaat hierbij.”
Het hiervoor vermelde extract luidt a.h.v.:
“Samenvatting brieven van Kapt Guttinger aan S.Halfweeg, reder
New York; 10-06-1880. Jacoba Francina goed aangekomen. IJsbergen vóór N.Y. Goed schip maar maakt water met slecht weer: 1 x per uur pompen. Veel schepen: weinig vracht. Vaart onder American Lloyds. Poogt schoener te vinden die “J.F.” in de haven heeft aangevaren.
New York; 10-07-1880 Schip is beladen à763-18-10. Diepgang 17½ voet. Maakt meer water. Hoopt de overtocht met wat geluk te klaren. 4 man gedrost. Schade wordt door schoener betaald.
(Memorandum van Wambersie & Zoon: Vracht ÷63-18-10: promesse õ00.)
New York; 27-07-1880 Geen vracht voor Holland, wèl voor Elseneur (DK). Voor een jaar bij Germanische Lloyd: A1 rood. Niet te verzekeren: te oud.
Elseneur; 21-08-1880 Aangekomen. Schip lekt: constant pompen. Onderweg met een bries ging de kop vaak onder. Pompen! Reisduur 41 dagen. Op de rede ’n duim water per uur. Verzoekt koper eraf en opnieuw te kalefaten. Bemanning valt tegen: te weinig competente lieden per wacht voor navigeren èn pompen. Niet in staat om zonder meer naar Koningsbergen te varen.
Pillau; 30-08-1880 Steeds lek. Boegspriet gesprongen en verrot. Stuk van galjoen weggeslagen. Reparaties incl. opnieuw koperen ca f 2000,00. Hopelijk dan in orde voor Veritas. Geen lading voor Holland, wèl voor Amerika.
Pillau; 16-09-1880 (brief van 11 sept. ontbreekt.) Terug in ballast of naar Riga? Gedetailleerd reparatierapport.
Pillau; 26-09-1880 Klaar voor vertrek. Weinig ballast, dus geringe lekkage.
Pillau; 27-09-1889 Niet uitgevaren: steeds N.wind
Riga; 07-10-1880 1 okt. S.Wind gehad: vertrokken. Storm onderweg. Veel schepen en stoomboten gezien. Weimig te doen. Koud weer.
Boldera; 28-10-1880 Diep geladen, maar Loods Commandeur wil ’t schip niet over de baar brengen al is het goed weer.
Delfzijl; 31-01-1881 ( Deze brief begint niet zoals alle vorige met “Waarde Patroon” maar met “Mijnheer”!)
S.Halfweeg heeft blijkbaar de “overschotten gelden” van de opbrengst van het wrak en de inverntaris ontvangen! verzoekt H de boeken op te maken en het geld te sturen plus het geld dat de weduwe(?) voor de chrononometer krijgt.
Nan Halfweeg vond via internet de volgende bijzonderheden omtrent een schip “DEOGAUM” en wel:
Bark. Gebouwd in 1845 te Greenock, 448 ton, gerepareerd in 1866. In 1871 onder kapitein W.Gilchrist, “sheathed felt and yellow metal”. Eigenaars Friends & Co te Liverpool. De naam refereert wellicht naar het verdrag van Deogaum door de Engelsen met de Rajah van Berar na de Mahratta Oorlog in Voor-Indië.
NAVOLGENDE GEGEVENS VERKREGEN VIA RINZE K.MAST UIT DELFZIJL, 12 APRIL 2006
Op 12 maart 2006 in de Groninger Archieven de JACOBA FRANCINA gevolgd in de Provinciale Groninger Courant tussen 4 november 1880 en 11 februari 1881. Onderstaande berichten zijn in de rubriek ZEETIJDINGEN gevonden:
PGC 4 nov 1880: Bolderaa, 29 okt 1880: Vertrokken: Guttinger, JACOBA FRANCINA, naar Nederland
PGC 5 nov 1880: Rotterdam, 3 nov 1880: Volgens telegrafisch berigt is het barkschip JACOBA FRANCINA, kapt. J. Guttinger, van Riga naar Rotterdam, ten onderste boven geslagen. De equipage werd gered.
PGC 6 nov 1880: Windau, 3 nov 1880: Te Lyserort is het onderste boven aangedreven, het met hout beladen barkschip JACOBA (Welligt het Nederlandse schip JACOBA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, van Riga naar Rotterdam).
PGC 11 nov 1880: Delfzijl, 3 nov 1880: Het barkschip JOHANNA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, van Riga met hout naar Rotterdam, is volgens telegram uit Gothenburg verongelukt. Het volk is gered.
PGC 27 nov 1880: Rotterdam, 27 nov 1880: Volgens berigt van het Nederlandse consulaat te Windau zijn ongeveer 1100 balken uit het op de reis van Riga naar Rotterdam bij Lyserort verongelukte bark JANTINA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, geborgen. Er bestaat grond om te veronderstellen dat ook het overige deel der lading zal kunnen geborgen worden.
Tussen 27 nov 1880 en 11 feb 1881 vond ik daarna niets meer in de PGC. Waarschijnlijk is beter te zoeken in Rotterdamse couranten, zoals bijv. de NRC. Dat kan in de Kon.Bieb in Den Haag. Ook is nader onderzoek in het Nationaal Archief te Den Haag, dossier voormalig consulaat te Windau wellicht nog een optie.
|