Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Volgens van Sluijs013: “Juli 1861 te Amsterdam geveild voor f 4500,-, uit de hand verkocht en hernoemd “Hieronima Frederika” (sic).
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Fraaij, W.A. Cardenas Packet 06 november 1863 29 maart 1864
Cardenas Packet 18 mei 1866 16 september 1866
Bouma025 vermeldt W.A.Fraay als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1862 op de brik “Activo”, gebouwd in 1845 te Nieuwendam, 204 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1862 herdoopt in “Hieronimus Frederica” bij rederij W.Testas te Amsterdam;
* 1863 t/m 1866 van de 2/msch “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
“Bremen 12 october 1881.
Het Nederlandscche schoenerbrikschip “CARDENAS PACKET” (ex Cassandra), met een volle lading cederhout van Paramaribo is hedenochtend met hoog water alhier voor de stad aangekomen. Het schip had een voorspoedige reis van slechts 46 dagen, was gistermiddag ter reede van Bremerhaven aangekomen en kan niettegenstaande zijn groote diepgang, ongehinderd tot voor de stad komen. Aan boord bevindt zich ook een kleine tijger. Reeder F.Smelt & Zn Kapitein W.A.Fraay (1862).” 038
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Klaasz Ouwehand werd geboren op 05 maart 1838 te Katwijk als zoon van Klaas Cornelisz Ouwehand en Maria Cornelisd. Haasnoot.
Hij trouwde te Katwijk in 1859 met Hilletje Jansd. Hakker.
Hij overleed te Katwijk op 26 Juli 1886.
Hij was gezagvoerder in 1861 op de Maria & Johanna, van 1869-1878 op de brik Cardena Packet, van 1880-1882 op de Suriname en van 1884-1888 op de Maria054-098.
Foto van de moeder van kapitein C.Ouwehand Dz i.c. Dirkje van de Berg (nr.52) beschikbaar047.
Van der Plas c.s.054 vermelden (onder nummer 242) ene C.Ouwehand zonder nader informatie betreffende geboorte en overlijden. Hij is vermoedelijk gehuwd op 17 januari 1841 met Jaapje van der Plas. Hij zou in 1849 kapitein geweest zijn van de Eduard,, “bij het overlijden van zijn stuurman C.Ouwehand op 12 november 1847 te Nickerie (Suriname)”. Er wordt vermeld dat deze kapitein het vlagnummer 771 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop heeft gevoerd.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Ouwehand werd met vlagnummer 771 effectief lid van Zeemanshoop per 22 mei 1860 op voordracht van K.Ouwehand. Zijn schip was de “Maria en Johanna”. Toegevoegd is “bedankt”002. Ten tijde van de inschrijving was Ouwehand 22 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 15/22 mei 1860 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd Cornelis Ouwehand, oud 22 jaar, voerend de brik “Maria en Johanna”, voor rekening van Schrijver & van Rossem, wonend te Katwijk, op voordracht van kapitein K.Ouwehand.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 april 1861 staat de melding: “Brief van Kapt. C.Ouwehand opgevende het vuur vroeger staande op het eiland Lobos thans is geplaatst op de zuidelijke punt van Goreti en zulks in het belang van hen die de Plata Rivier bevaren.”023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 staat de melding door kapitein C.Ouwehand “wegens verplaatsing van vuur te Buenos Ayros”. 042.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
771 1860 brik Maria en Johanna Schrijver & van Rossum
1861-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025vermeldt C.Ouwehand van 1847 t/m 1849 als kapitein op de 2/mschooner “Eduard”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 127 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam
Er is bij mij verwarring omtrent deze verschillendpersonen onder de naam C.Ouwehand. Nader genealogisch onderzoek gewenst.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
C.Ouwehand Maria & Johanna 18 mei 1860 22 januari 1861
Bouma025 vermeldt C.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1861 op de brik “Maria Johanna”, gebouwd in 1856 te Groningen, 172 ton o.m., varend voor Schrijver & van Rossem te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht aan F.R.P.Victor te Amsterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne”.
* 1869 t/m 1879 van de 2/msch “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1880 t/m 1883 op de bark “Suriname” ex Vijf Vrienden, ex Graaf van Hoogendorp, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 332 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1883 verkocht voor de sloop;
* 1884-1887 op de 3/mSch. “Maria” ex Triëst, gebouwd in 1874 te Hoogezand, varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Klaas Cornelisz Ouwehand werd geboren te Katwijk op 14 augustus 1812 als zoon van Cornelis Arysz Ouwehand en Geertje Klaasd. Vooijs.
Hij trouwde te Katwijk in 1835 met Maria Cornelisd. Haasnoot geboren te Katwijk aan Zee op 05 oktober 1813. 003..
Hij overleed ter plaatse op 10 december 1876.
“Bekend is dat hij 1842-1849 vermeld wordt als gezagvoerder op de Hunderen, 1858-1865 op de schoener Preciosa en 1867-1868 als kapitein op de Cardenas Packet. (De mogelijkheid bestaat hier dat de hiervoor vermelde gegevens gedeeeltelijk thuishoren bij reg.nr.112 (d.i. de hierna vermelde Klaas Cornelisz Ouwehand , geb.05 april 1807) en omgekeerd, dit door het feit dat het gezin 2 zoons heeft met de voornaam Klaas)”054-255.
Uit mijn gegevens uit andere bron blijkt dat er inderdaad vermenging van gegevens is opgetreden. Ik vermeld hierna de schepen, zoals vermeld in Bouma025, voorkomend bij beide kapiteins.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.Ouwehand (adres: Kerkhoven & Coutinho) werd met vlagnummer 578 effectief lid van Zeemanshoop per 13 april 1841 op voordracht van K.Hoek. Zijn schip was de “Hunderen”002. Ten tijde van de inschrijving waren Oudehand en zijn vrouw 28 resp. 27 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1838 en 1 dochter uit 1841002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 06/13 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Klaas Ouwehand, oud 28 jaar, voerend de kof “Hunderen”, wonend in Katwijk, adres bij Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.Hoek.023.
Hij werd lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 1851.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1865 wordt een maand gage toegekend wegens schipbreuk aan kapitein K.Ouwehand.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1873 staat een verzoek om een uitkering “wegens behoeftige omstandigheden”. Deze werd hem in de vergadering dd 27 november 1873 toegestaan ingaande 01 mei 1873.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 21 december 1876 vraagt de wed. K.Ouwehand om een uitkering. Deze wordt haar geweigerd “als hebbende kapt. Ouwehand voor de voortdurende deelneming bedankt.”042.
In de notulen van de Algemene vergadering dd 31 januari 1865 staat vermeld dat aan kapitein K.Ouwehand een maand gage is toegekend “wegens verlies van plunje door overzeiling.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 december 1873 staat vermeld dat per 01 november 1873 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan kapitein K.Ouwehand.023
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
578 1841-1849 kof Hunderen Kerkhoven & Coutinho
1850-1853 schoner Preciosa idem
247 1854-1863 schoner Preciosa idem
1864-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
1866-1867 schoner Cardenas Packet F.Smelt & Zn
1868-1871 bark Cuba Packet idem
1872-1876 geen vermelding van schip en boekhouder
1876 “overleden”
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
K.Ouwehand Preciosa 18 oktober 1860 08 januari 1861
Preciosa 25 april 1861 28 juni 1861
Preciosa 23 juli 1861 25 september 1861
Preciosa 01 oktober 1861 23 februari 1862
Preciosa 07 april 1862 12 juni 1862
Preciosa 23 september 1862 08 december 1862
Preciosa Januari 1863 09 april 1863
Preciosa 08 mei 1863 08 juli 1863
Preciosa 06 oktober 1863 05 december 1863
Preciosa 06 januari 1864 10 maart 1864
Preciosa 08 april 1864 21 mei 1864
Preciosa 27 juni 1864 29 augustus 1864
Preciosa 25 september 1864 overzeild en gezonken
Cardenas Packet 03 november 1866 19 april 1867
Cardenas Packet 12 juni 1867 02 oktober 1867
Cardenas Packet 20 december 1867 20 april 1868
Cuba Packet 13 juni 1868 07 december 1868.
Bouma025 vermeldt K.Ouwehand (hieruit is dus niet op te maken welke Klaas wordt bedoeld) als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1849 op de kof “Hunderen”, gebouwd in 1831 in Pekela, 75 ton o.m., varend voor Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam;
* 1851 t/m 1864 op de schoonerbrik “Preciosa”, gebouwd in 1850 te Veendam, 185 ton o.m., varend voor Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam. Het schip werd in 1864 overzeild bij Kaap Finisterre en is gezonken;
* 1867 t/m 1868 op de 2/mschooner “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1869 t/m 1823 op de ijzeren (stoom)bark “Cuba Packet”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 224 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam en was herdoopt in “Trio”.
Uit vergelijking van deze opgaven met die uit de archiefgegevens van het college Zeemanshoop (zie hierboven) is af te leiden welke Klaas Cornelisz op welk schip heeft gevaren in welke periode.
Overige bijzonderheden
In de collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam bevindt zich een verslag van de tewaterlating van de “Preciosa” onder kapitein K.Ouwehand voor rederij Kerkhoven.
Familiegegevens en opleiding
Geen huwelijk te Amsterdam gevonden in de periode 1863-1882
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E. van Assen als gezagvoerder gedurende:
* 1880 t/m 1886 van de 2/msch “Cardenas Packet” ex Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam;
* 1887 t/m 1891 van de 3/msch “Maria” ex Triëst, gebouwd in 1874 te Hoogezand, 208 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1892 voor J.J.Koerts & Zn te Pekela en was herdoopt in “Aurora” (na veiling en verkoop ad f 5300,- Mulder085).
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Teunis Jaski werd geboren op 04 november 1849 te Schiermonnikoog als zoon van Teunis Mellema Benjamins Jaski en Trijntje Lammerts Draayer.
Hij huwde op 17 februari 1882 met Klaaske Faber, geboren 27 augustus 1858 te Schiermonnikoog als dochter van Thomas Faber en Geertje Gerrits Konter. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Teunis Jaski (Schiermonnikoog 07 december 1882 - Rotterdam 21 augustus 1972); Thomas Jaski (Schiermonnikoog 01 september 1884 - Schiermonnikoog 05 april 1965) en Geertje Jaski (Schiermonnikoog 30 april 1886 - Schiermonnikoog 18 augustus 1971). Zij overleed te Schiermonnikoog op 11 november 1929. Haar grafsteen is (april 2007) nog steeds aanwezig op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 4010.117.
Teunis Jaski overleed aan boord van de Cardenas Packet op 04 oktober 1887
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Jaski was met vlagnummer 78 in de periode 1866 t/m 1887 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
T.T.Jaski was gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1870 van de schoenerbrik “Paramaribo” ex-Shannon, gebouwd in 1857 te Tremont, 210 ton, varend voor de Gebr.van Praag te Suriname.
1870: Reederij in Suriname opgeheven en de schepen verkocht (Sweys);
* 1873 van de schoenerbrik “Anna Maria”, gebouwd in 1860 op de werf “IJhoek” van Abbema & van Cleef te Amsterdam, 205 ton, varend voor v.d.Bey & Co te Amsterdam;
* 1875 t/m 1880 van de brik “Prinses Amelie”, op 20 mei 1854 op de werf “Hollandia” (of “Vrede?) van Blok & Mathijsen te Amsterdam van stapel gelopen, 320 ton, varend voor J.H.Hulsman te Amsterdam;
* 1885 van de galjoot “Zeevaart, ex-Anna Augusta, gebouwd in 1841 te Joure, 199 ton, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen.
Op reis van Brake naar Fredrikshavn kreeg het schip averij, liep Cuxshaven binnen, werd afgekeurd en verkocht voor DM 1.940,-;
* 1986 t/m 1887 van de 2-mast schoener “Cardenas Packet” ex-Cassandra, gebouwd in 1853 te Baltimore, 126 ton, varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.
Zeetijdingen 20 januari 1888: “Vermist 26 Sept. 1887 van Suriname naar Amsterd.” (Sweys).
De Dorpsbode 38(19):1984 Bijdrage 9 meldt dat het schip op 26 september 1887 uit Paramaribo was vertrokken en vanuit Falmouth bericht van behouden aankomst aldaar meldde. Op het laatste traject van Falmouth naar Nederland is het schip met man en muis vergaan.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
T.Jaski Paramaribo 03 april 1868 22 september 1868
Overige bijzonderheden
De Dorpsbode 38(19):1984.Bijlage 9 meldt dat de “Prinses Amelie” op 27 maart 1877 te koop wordt aangeboden, maar dat de verkoop werd opgehouden voor f 14.000,-.
Ik (R.R. van Staveren) heb een brief, geschreven door Benjamin Feyes Jaski aan Klaaske Faber, weduwe van Teunis Jaski. De brief is gedateerd 27 januari 1888. De brief staat hieronder vermeld.
In de navolgende transcriptie zijn in de opmaak wat veranderingen aangebracht, om de leesbaarheid te vergroten.
Amsterdam 27 Januari 1888
Waarde Nicht-!
Gisteren ontving ik een brief van Lina, welke mij verzocht gij gaarne zoudt willen ik eens aan je schreef daar ge zelf op het oogenblik moeijelijk tot schrijven kondet komen, hadt zij de taak op haar genomen.
Klaaske waar moet ik mee beginnen, je toestand is treurig, je nog moed toe te spreeken, hij zal nog wel te recht komen, dat kan ik niet en ben daar ook de persoon niet voor. Het heeft bij mij reeds lang vast gestaan de Cardenas verloren was. Om die reeden wilde ik niet schrijven want het tegendeel kon eens waarheid geweest zijn, hetwelk te wenschen waare geweest en dan had ik een slecht figuur gemaakt.
Alhoewel het met zekerheid niet te zeggen is geloof ik Teunis het ongeluk op de Gronden heeft gehad, reeds toen ik meen in het Handelsblad van 6 November heb ik er reeds aan gedacht, daar staat geschreven van Elsfleet, dat Kapitein … van de Duitsche stoomboot….te Falmouth binnen, verbazend slecht weder heeft gehadt omstreeks het eind van October. (naam van de kapitein en de Duitse boot zijn niet ingevuld). Heeft twee scheepen zien vergaan een Deensche schooner waarvan hij vier of vijf man uit het want gered heeft en een Hollandsche brik waaraan hij geen hulp konde bieden.
Toen reeds heb ik Smelt er attent op gemaakt. doch natuurlijk wierdt er ter loops over gesproken tot eindelijk er geen tijding van het schip kwam, ik dit weder oprakelde en gezocht tot dat ik de courant weder vondt, die ik aan Smelt gegeven heb. Hij heeft naar Elsfleet geschreven doch die stoomboot en dus ook den Kapitein is niet te huis, doch de reederij heeft beloofd den Kapitein bij arrivement te ondervragen hoe het bewuste Hollandsche schip er uit zag. Te meer kom ik op dit schip neer, omdat er van Holland geen andere scheepen op het oogenblik vermist worden. Dat den Kapitein opgeeft een brik, kan een abuis zijn. Ook wordt door vreemde naties er menigmaal een schooner met voorbrikstuig, een brik genoemd. Alhoewel den toestand hier niet door verbeterd wordt, wil men toch gaarne weten hoe en waar het ongeluk gebeurd is.
Weest overtuigd wij groote deelneming in uw smartelijk verlies hebben, geen dag of gij met uw kindertjes wordt door ons besproken doch daardoor komen wij niet verder. Er moet een begin gemaakt worden en ook gij moet de werkelijkheid onder de oogen zien en trachten je verstand te gebruiken.
Ge verwacht raad van mij, ik begrijp zulks ten volle doch dit is niet zoo gemakkelijk te geven geloof mij ik thans reeds Smelt gepolst heb, doch het antwoord is hij nog schuldig gebleven. Wel heeft hij mij opgegeven, met het verlies der Cardenas zeventien wezen en weduwen gekomen zijn, behalve de ongetrouwde.
Naar mijne meening moet gij, voor er iets verder gedaan wordt een brief schrijven aan de heer Smelt van de volgende inhoud.
Nu ik uit de nieuwsbladen verneem, men de Cardenaspacket opgeeft als vermist, is ook al mijn hoop vervlogen. O mijnheer wat ben ik diep ongelukkig, noch zoo jong met drie schaapen van kinderen, de jongste pas een jaar en hoegenaamd geen middelen om van te leven, wat moet ik aanvangen, mijn moeder zelf weduwe, verliest met mijn man haar zoon, die haar kostwinner was, ieder beijvert zich mijn moeder troost te verschaffen doch mijn goede man die voor zijn huishouding alles was, is verloren en dit verlies kan niet vergoed worden.
Nederig verzoek ik ued. mij datgene wat ued. goed denkt, er nog mocht overschieten van mijn man zijn verdiende gage aan mij te willen zenden. Ik ben arm, dat zal dan het laatste zijn van ons eigen en ben dan aan de liefdadigheid onderworpen. Hoe hard en zwaar mij dit valt, het is niet anders en oogenschijnlijk niet te dragen voor diegenen wie er niet bij groot gebragt is.
Mijn waarde mijnheer ook ued. vraag ik raad zooals ik met deze post doe aan mijn mans neef aan de Prinshendrikkade. Kan er ook iets voor mij gedaan worden. Ik weet waarachtig niet wat ik moet en wil zoograag zelf kostwinster voor mijn ongelukkige kinderen blijven.
Nogmaals beveel ik mij in Uw genade en bijstand waarna ik verblijf Uwedele Dienaresse.
Als gij nu antwoord ontvangt zend mij dan zulks of schrijf mij wat Smelt geschreven heeft. Daarna zullen wij zien. Onttrekt hij zich dan zal ik mij per brief wenden aan den Burgemester en hem verzoeken er zich een Commissie vormt van Schiermonnikoog uitgaande en geef dan de namen van hier op die zich bereid verklaren voor U, giften te ontvangen. Laat Thijs en Lina deze brief lezen en vraag hem u behulpzaam te zijn met den brief aan Smelt.
Het is moeijelijk troost te brengen. Nogmaals, uw toestand is ellendig doch houdt moed, laat de kop niet hangen. Wij zullen zien wat wij doen kunnen.
uw man kunnen wij niet weder geven doch laat het een groote troost zijn goed en braaf met hem geleefd te hebben. Met blijdschap kunt ge zulks gedenken en hij was zuinig, leefde voor jou en je kinders, dat hij niet meer verdiende was zijn schuld niet. Spreek veel over hem met je kinders. Zeg hen, ze een goede en beste vader verloren hebben, dat doet jezelf goed. Laat je tranen vloeijen. schaam je niet, het zal je verligten.
Spoedig hoop ik van je te hooren.
Hartelijk van ons allen.
Je neef Benjamin
Voorgaande brief per e-mail dd 06 augustus 2005 ontvangen van R.R. van Staveren te Wilnis
|