Zowel het scheepstype als bouwjaar van de JEUNE COLETTE is een vraagteken. Het Lloyds Registry of ships 1820 noemt als type Dogger met bouwjaar 1814. Er zijn slechts twee zeetijdingen gevonden waarin het type dogger wordt genoemd. Dit is twijfelachtig. Een dogger is meestal een klein vissersvaartuig en niet geschikt voor langere reizen. De meest voorkomende aanduiding is galjas en galjoot. Een enkele keer wordt zelfs ‘kof’ of ‘schoener’ gebezigd. Marhisdata heeft besloten om galjoot aan te houden.
De Lloyds Registry of Ships is ook niet altijd betrouwbaar wat bouwjaar betreft. Vooral in de periode 1813 tot 1820 is dat vaak niet het geval.
1815
NGVB 260815
Oostende, 12 augustus. Uitgevaren de Belgische galjas LA JEUNE COLETTE, kapt. C. Nierinck, naar Pharo, met planken, hebbende gerelacheerd (opm: bijlegger), aan B. van der Heyde.
1816
NGVB 200416
Oostende, 17 april. Uitgevaren de Belgische galjas LA JEUNE COLETTE, kapt. Nierinck, naar Londen, met fruit, etc.: aan B. van der Heijde. 109 vat.
1817
Op 7 maart 1817 werd een Turke Pas van de JEUNE COLETTE, eigenaar Balthazar van der Heijde, Oostende, kapt. C. Nierinck, geroyeerd wegen het niet doorgaan van de reis.
NGVB 110317
Oostende, 8 maart. Uitgevaren de Belgische galjas LA JEUNE COLETTE, kapt. Nierinck, op avontuur, in ballast; aan B. van der Heijde. 109 vat.
Op 14 juli 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door Balthazar van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
Op 8 oktober 1817 werd een Turkse Pas voor een reis naar Marseille verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door Balthazar van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
(Opm: koopacte van 1817-09-11 voor Bréquigny, makelaar)
1818
NGVB 130118
Antwerpen, 7 januari. Uitgevaren de Belgische dogger (opm: Galjoot) LA JEUNE COLETTE, kapt. Corneille Nierinck, naar Marseille, geladen met 18284 stukken en 12 vaten Hollandse kaas, 62 balen gehekeld vlas, 4 balen lijnwaad, 1 baal zijde stof, 5 balen lakens, 1 kist wapens.
Op 23 november 1818 werd een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar Bilbao en Barcelona verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door Balthazar van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
1819
NGVB 240419
Oostende, 21 april Binnengekomen de Nederlandse galjas JEUNE COLETTE, kapt. Nierinck, van Allicante, met verscheide goederen; aan B. van der Heijde. 109 vat.
Op 30 juli 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door Balthazar van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
Op 11 november 1819 werd een Turke Pas voor en reis naar Barcelona verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door B. van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
NGVB 240721
Antwerpen, 15 juli. Binnengekomen De Nederlandse dogger (opm: galjoot) de JONGE COLETTE, kapt. C. Nierinck, van Cette, geladen met wijn, brandewijn, geest van wijn, wijn-moer, en anders; aan consignatie van Egide van Regemortel.
1820
Op 11 augustus 1820 werd een Turke Pas voor en reis naar Malaga verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door B. van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
1821
Op 1 februari 1821 werd een Turke Pas voor en reis naar Cette verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door B. van der Heijde, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
Deze pas werd op 17 juli geroyeerd
RC 030321
Rotterdam, 2 maart. Tot heden de Schelde af en naar zee gezeild VERHILDERSUM, J.C. Visser, de ZEELUST, J. Lissnijder, JOHANNES VAN LETTE, H.J. Spans, LOUISE, D. Guijt, NEPTUNES, H.S. Leedig en de JONGE JAN, J. Petit, naar Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, naar Noirmoutier; AURORA, S.J. Brouwer, en THERESIA, J.H. Arends, naar Liverpool; VENTROSE, J. ALLE, naar Charlestown; DELPHINE, C.D. Ludwigse, naar Napels; JEANNETTE JOSEPHINE, J. van Haverbeeke, naar Port-au-Prince; le VOLTIGEUR (opm: brik, thuishaven Antwerpen), W. de Ruijter, naar Rio-Janeiro; HORTENSE (opm: driemaster, thuishaven Gent), J. van der Sweep, naar Havana; de DAME COLLETTE (opm: galjoot JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende), C. Nierijnck, naar Cette (opm: Sète);
RC 140721
Rotterdam, 13 juli. Van Vlissingen wordt van den 10 juli gemeld:
Den 8 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen le COUREUR, kapt. B. Boutin, naar Rouaan; de WILNA, H. Bradfield, naar Londen,
en voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen HARMANNA JACOBA, J. van Ulphen, van Sendres; MARIA CATHARINA, O.M. Scholl, van Noirmontier; de JEUNE COLLETTE (opm: galjoot JEUNE COLETTE), C. Nierijnck, van Cette (opm: Sète);
Op 15 augustus 1821 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas voor een reis naar Malaga verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door Balthazar van der Heijde, Oostende, voor C.M. van Dijcke als kapitein.
RC 300821
Rotterdam 29 augustus. Van den 23 tot heden van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen COMMERCIAL PACKET, T.N. Collins, en de SARAH, A. Carrington, naar Londen; ST. PAULS, J. Clark, naar Hull; de VRIENDSCHAP, J.H. Schippers, naar … , de CHARLES, J.C. Rasmussen, en de WILLEM, J.S. Okkes, naar Liverpool; de JONGE COLLETTE, C. van Dijk (opm: galjoot JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende, kapt. C. van Dijcke), naar Malaga; de laatste is echter door tegenwind weder op de rede teruggekomen.
1822
Op 1 februari 1822 werd een Turke Pas voor en reis naar Malaga verstrekt voor de JEUNE COLETTE, aangevraagd door B. van der Heijde, Oostende, voor C. van Dijcke als kapitein
RC 090322
Rotterdam, 8 maart. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld:
Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de VROUW MARIA, A. Schipman (opm: galjoot, thuishaven Antwerpen, kapt. A. Schepman), naar Gibraltar; la VIERGE MARIE (opm: brik, thuishaven Kortrijk), J. de Meire, naar Messina; de MORGENSTAR, H.F. Veen (opm: kof MORGEN STER[RE], thuishaven Boom), naar Liverpool; de JONGE JUFVROUW ELISABETH (opm: kof, thuishaven Antwerpen), J.F. Witteveen, naar Rio-Janeiro; l’ÉCLAIR, J.H. Schoneveld (opm: schoener, thuishaven Antwerpen, kapt. Joannes Albertus Schönefeld), naar Lissabon; NATALIA, J.C. Maglietz, naar Maidhead; MAGNANIME, J. Zietzes (opm: driemaster, na verkoop thuishaven Antwerpen, kapt. Jean Sietzes), naar Rio-Janeiro; la JEUNE COLLETTE, C. van Dijcke, naar Malaga (opm: galjoot JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende);
RC 071122
Rotterdam, 6 november. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld, dat aldaar ter rede gekomen is la JEUNE COLLETTE (opm: galjoot JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende), C.M. van Dijcke, van Malaga naar Antwerpen, welke, na quarantaine gehouden te hebben naar Antwerpen opgezeild is.
Op 30 december 1822 werd de zeebrief van de JEUNE COLETTE, kapt. C.M. van Dijcke, zonder vermelding van reden. Geroyeerd.
1823
NGVB 290523
Oostende, 24 mei. Uitgevaren de Nederlandse galjas LA JEUNE COLETTE, kapt. Nierinck, naar St. Ubes, in ballast; aan B. van der Heyde. 145 ton. (dat laatste zal wel een tikfout zijn. 109 vat.)
GVB 100723
Oostende, 9 juli. Het nationaal galjoot schip de JONGE COLETTE, kapt. C. Nierinck, komende van St. Ubes, met zout, is den 6 dezer, om vjf uren, ‘s morgens, verongelukt op de bank van Boniland, gezegd Alland, in het oosten van Nieuwpoort. De equipage is gelukkig gered door een lootsschuit van Oostende.; om vijf uren na de middag zag men het schip drijven ene halve mijl in zee, en des anderedaags vernam men, dat twee visser schuiten hetzelve hadden gebracht op de kust van Heyst, zonder dat men wist in hoeverre het beschadigd is.
GVB 210723
Advertentie. Bekendmaking.
Verkoping van afbraak van het schoener – schip met zijnen inventaris, gelegen op het hof van Frans van de Velde, te Heist.
Men laat weten dat men op maandag 28 juli 1823, zal verkopen ter gemeente Heist, door het ministerie van den deurwaarder Verbiest, in profijt van Mr. Jacobus Quintus, burgemeester te Heist, de afbraak van een schoener schip de JONGE COLETTE, bevaren geweest door kapitein Nierinck, groot omtrent 80 lasten, benevens den inventaris. De vergadering in het gemeentehuis te Heist, om promt met ten twee uren namiddag te beginnen.
Elk voorzienig van goede borg, wonende in deze provincie.
(opm: gajas of galjoot JEUNE COLETTE. Het schip werd afgehaald, hersteld en kwam onder de naam CADIX PACKET weer in de vaart.)
Op 7 december 1823 werd de zeebrief van de CADIX PACKET, kapt. C. Nierinck, door de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, zonder vermelding van reden, naar Den Haag geretourneerd, waarop 13 december royement volgde.
Kennelijk was de nieuwe naam CADIX PACKET al bekend en werd de zeebrief van de JEUNE COLETTE onder de naam CADIX PACKET naar Den Haag geretourneerd.
1824
Op 11 mei 1824 werd de eerste zeebrief, bedoeld werd nieuwe, en een Turkse pas verstrekt voor de CADIX PACKET, aangevraagd door A. Perlau en C. Nierinck, Oostende, voor C. Nierinck als kapitein.
LL 310824
Cadix, 2 augustus. Binnengekomen de CADIX PACKET, kapt. Nierinck, van Oostende.
GVB 081224
Oostende, 7 december. Heden is binnen gekomen de Nederlandse galjas CADIX, (opm: CADIX PACKET), kapt. Nierinck, van Barcelona, met wijn, enz., aan Perlau, 125 tonnen.
1825
GVG 180725
Oostende 17 juli. Het schip de CADIX PACKET, kapt. Neirinck (opm: galjoot, kapt. C. Nierinck), alhier uitgevaren den 7 dezer naar Kadix met een lading lynwaad (opm: linnen), is des anderdags ’s morgens vergaan op de Goodwinsand; de equipagie en de passagiers zijn gered, maar het schip en de lading zijn verloren. (opm: zie OHC 190725)
OHC 190725
Den 8 juli is op Goodwin Sand verongelukt het schip CADIX PACKET, kapt. Nierynck, van Ostende naar Cadix; het volk is gered en een klein gedeelte der lading, in linnen en vlas bestaande, is te Deal en Ramsgate nat aangebragt.]