1841
14 januari 1841
RC - Rotterdamsche Courant
Advertentie. Te Scheveningen liggen in lading:
Naar Londen, het Nederlands bomschip DE JONGE AALBERT MOS, schipper Pieter Mos, vertrekt de 16e dezer.
Naar Londen, het Nederlands bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper Maarten Mos, vertrekt de 20e dezer. Adres bij Phs. Van Ommeren, cargadoor.
16 januari 1841
RC - Rotterdamsche Courant
Advertentie. Te Scheveningen ligt in lading naar Londen het Nederlands bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper Maarten Mos, vertrekt woensdag de 20e dezer. Adres bij Phs. van Ommeren, cargadoor.
Op 21 januari 1841 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. Maarten Mos.
AB 200241
Gravesend, 14 februari. Uitgezeild MARTIJNTJE MOS, Mos naar Scheveningen.
1843
Op 21-09-1843 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Maarten Mos.
1844
NRC 171244
Advertentie. Te Scheveningen ligt in lading naar Londen het Nederlandsch bomschip PRINCES MARIANNE, schipper W. Corven. Vertrekt morgen.
Naar Londen, het Nederlandsch bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper M. Mos. Vertrekt aanstaande donderdag 19 dezer. Adres bij P.A. van Es of Ph. van Ommeren, cargadoors.
RC 281244
Londen, 23 december. Op de rivier MARTIJNTJE MOS, Mos, JONGE BART, Pronk en ADRIANNA PIETERNELLA, den Dulk van Scheveningen.
1845
NRC 150145
Gravesend, 10 januari. Binnengekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
NRC 280345
Londen, 24 maart. Binnengekomen MARTIJNTJE MOS, Pronk van Scheveningen; HOPENDE VISSCHER, Gouda van Egmond.
1846
RC 081046
Heden morgen is de eerste steurharing te Scheveningen aangebracht door de pink MARTIJNTJE MOS, gevoerd bij schipper P. Mos, en toebehorende aan den reder A. Mos. Dadelijk is het gewone geschenk aan Z.M. den Koning gezonden. De lading wordt begroot op 12.000 stuks haring.
19 december 1846
AH - Algemeen Handelsblad
Advertentie. Te Scheveningen ligt in lading naar Londen het Nederlands bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper M. Mos, om spoedig te vertrekken. Nadere informatie te bekomen bij P.A. van Es en Co. en Phs. Van Ommeren, te Rotterdam, en Albertus Pronk, te Scheveningen.
1848
Op 15-01-1848 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos.
RC 250148
Uittreksel uit de Lloyds lijsten van den 20 en 21 januari: Te Londen is den 19 dezer aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos, van Scheveningen, den 20sten JONGE DIRK, van Duyne, van Noordwijk.
RC 120248
Gravesend, 8 februari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
1849
AH 150149
Londen, 12 januari. Binnengekomen OUDE HERSTELLING, Smit van Noordwijk en MARTIJNTJE MOS, P. Mos, van Scheveningen.
1850
Op 26-01-1850 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos.
NRC 090250
Londen, 5 februari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
1852
DSG 021052
Scheveningen. 1 oktober. Gisteren namiddag is alhier de eerste steurharing aangebracht door een der pinken van den heer A. Mos, stuurman Pieter Mos, die den 17den der verleden maand een der drie schuiten was die het eerst zijn afgevaren. De lading bestond uit 41,000 stuks. De prijs was ƒ 45 de duizend stuks.
1853
Op 17-12-1853 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos
1854
NRC 090154
Te Scheveningen ligt in lading naar Londen, het bomschip MARTIJNTJE MOS, Schipper Pieter Mos, vertrekt woensdag 11 dezer. Adres bij Phs. van Ommeren, te Rotterdam, of Aalbert Mos, te Scheveningen.
18 januari 1854
NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Scheveningen, 17 januari. In de laatste dagen zijn de pinken CORNELIS MOS, DE EENDRAGT, MARTIJNTJE MOS, allen van de reder A. Mos, en de pink DE JONGE JANNETJE van de reder J. Vrolijk met ladingen boter, gerst enz. naar Engeland, en de pinken DE VIJF GEBROEDERS van de reder A. Krul, de TWEE GUURTJES van de reder F. Varkevisser, en de pink KOOPMANS WELVAREN van de reder P. de Niet, naar Oostende met ladingen bokking gezeild.
RC 200154
Londen, 15 januari. Op de rivier MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
RC 170254
Yarmouth, 13 februari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Rotterdam.
RC 250254
Van Rotterdam uitgeklaard MARTIJNTJE MOS, P. Mos naar de Noordzee.
RC 280254
Brielle, 27 februari. Uitgezeild MARTIJNTJE MOS, P. Mos naar Yarmouth.
RC 090354
Te Yarmouth aangekomen, den 1 maart, MARTIJNTJE MOS, Mos van Rotterdam.
1855
LCO 240155
Scheveningen, 22 januari. Heden avond is alhier aangekomen de pink MARTIJNTJE MOS, schipper Pieter Mos, reder Albert Mos. Zij heeft een lading oesters in, bestemd voor de vishandelaars Hoek en Legel alhier en handelaren in andere steden. Blijft de vorst aanhouden, dan zullen binnenkort enige pinken met ladingen boter, kaas enz. naar buiten 's lands vertrekken.
NRC 120255
Te Scheveningen ligt in lading naar Londen, het bomschip MARTIJNTJE MOS, Schipper Pieter Mos, vertrekt dinsdag 13 februari. Adres bij Phs. van Ommeren, te Rotterdam, of Aalbert Mos, te Scheveningen.
RC 150255
Gisteren avond is van Scheveningen naar Londen onder zeil gegaan met een lading boter en eendvogels de pink MARTIJNTJE MOS, stuurman Pieter Mos, reder Albert Mos. In den loop van heden vertrekt naar Oostende, met een lading bokking en zoutevis, de pink KOOPMANS WELVAREN, stuurman Jacob van der Harst, reder Pieter de Niet.
AH 200255
Londen, 18 februari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
RC 190755
Te Lowestoff, 14 juli. MARTIJNTJE MOS, van Scheveningen.
NRC 211255
Te Scheveningen liggen in lading: Naar Londen, het bomschip CORNELIS MOS, schipper Maarten Mos. Naar Londen, Het bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper Pieter Mos. Beide vertrekken zondag 23 december. Adres bij PH. Van Ommeren, te Rotterdam of Aalbert Mos, te Scheveningen.
1861
Op 09-01-1861 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos
11 januari 1861
NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Advertentie. Te Scheveningen ligt in lading naar Londen het bomschip MARTIJNTJE MOS, schipper Pieter Mos, vertrekt maandag 14 januari. Adres bij Ph. van Ommeren te Rotterdam, of Aalbert Mos te Scheveningen.
(opm: als bij strenge en langdurige vorst de West-Nederlandse zeehavens waren dichtgevroren, werd voor het vervoer van met name levensmiddelen naar Engeland en Noord-Frankrijk gebruik gemaakt van vissersbommen, die, tijdelijk in de vrachtvaart gebracht, op het strand of vlak voor de kust beladen werden; in deze kroniek wordt enige aandacht aan dit fenomeen gegeven).
AH 210161
Londen, 17 januari. Binnengekomen MARTIJNTJE MOS, Mos van Scheveningen.
RC 250161
Londen, 21 januari. In lading MARTIJNTJE MOS, Mos naar Scheveningen.
RC 260161
Londen, 22 januari. Uitgeklaard MARTIJNTJE MOS, Mos naar Scheveningen.
DSG 211081
Scheveningen, 19 oktober. Binnengekomen MARTIJNTJE MOS, schipper P. Mos, reder A. Mos; vangst 51,000 st., oud 5 en 17 etmaal, prijsƒ26 enƒ20.
1863
NRC 091063
Scheveningen, 8 oktober. Van den 1sten dezer tot heden zijn wederom veertien haringschuiten alhier aangezet, waar onder: ADMIRAAL PIET HEIN, stuurman K. Grootveldt, reder C. Dijkhuizen, met 56,000; MARTIJNTJE MOS, stuurman P. Mos, reder A. Mos, met 67,000 stuks haring.
1864
Op 06-01-1864 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos
NRC 210164
Londen, 18 januari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos en CORNELIS MOS, Mos van Scheveningen.
1865
NRC 040165
Te Scheveningen liggen in lading naar Londen de bomschepen JACOBA MOS, schipper Maarten Mos, vertrekt heden. MARTIJNTJE MOS, schipper Pieter Mos, vertrekt morgen 5 januari. Adres bij Aalbert Mos te Scheveningen of Ph. Van Ommeren te Rotterdam.
RC 180165
Londen, 15 januari. Aangekomen MARTIJNTJE MOS, Mos en JACOBA MOS, Mos van Scheveningen.
1867
Op 23-01-1867 wordt voor de MARTIJNTJE MOS door Aalbert Mos uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Mos