1854
Op 13-01-1854 wordt voor de JONGE IMMETJE door J.G. Vrolijk uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Wm. Vrolijk.
NRC 180154
Scheveningen, 17 januari. In de laatste dagen zijn de pinken CORNELIS MOS, DE EENDRAGT, MARTIJNTJE MOS, allen van de reder A. Mos, en de pink DE JONGE IMMETJE van de reder J. Vrolijk met ladingen boter, gerst enz. naar Engeland, en de pinken DE VIJF GEBROEDERS van de reder A. Krul, de TWEE GUURTJES van de reder F. Varkevisser, en de pink KOOPMANS WELVAREN van de reder P. de Niet, naar Ostende met ladingen bokking gezeild.
1855
NRC 180255
Advertentie. Te Scheveningen ligt in lading naar Londen: Het bomschip JONGE IMMETJE, schipper C. Westerduin, vertrekt dinsdag 20 februari. Adres bij Phs. van Ommeren te Rotterdam of Aalbert Mos te Scheveningen.
RC 030355
Lloydslijst, 28 februari.
Op de rivier (Thames) aangekomen, 27 februari, JONGE IMMETJE, Westerduin van Scheveningen.
1856
RC 300556
De twee bomschuiten van de heer Maas, die aanstaanden maandag, de 2 juni, ter zoutharingvisserij zullen uitgaan, zijn ARNOLDINE MARIE, stuurman Leendert Spaan en de NOORDSTER, stuurman Arie Keus.
Voorts verneemt men dat, te gelijker tijd met de beide pinken van de heer A.E. Maas, ook de Scheveningse pink de JONGE IMMETJE, stuurman C. Westerduin en toebehorende aan de heren A. Mos en J. Vrolijk, de zoutharingvisserij gaat ondernemen.
DZG 280656
Ontvangen voor het fonds voor Oude Visschers, te Scheveningen: van mevrouw N.N. ƒ 5: van den reder A. Mos, een gift, bij gelegenheid van het aanbrengen van den eersten haring, door zijne pink, genaamd de JONGE IMMETJE, gevoerd door de stuurman C. Westerduin, een som van ƒ 50.; Daar deze weldadige inrichting nog niet toereikende is alle vissers die den ouderdom van vijf en zestig jaren bereikt hebben, de uitreiking van een gulden, per week, te doen genieten, zo als reeds een dertigtal dit enige jaren genoten hebben, zij dit fonds der menschlievendheid aanbevolen. Namens het Bestuur van het Visschersfonds
1857
DZG 290557
Bij gunstige wind gaan morgen te Scheveningen, ter haringvisserij, onder zeil de bomschuiten CORNELIS MOS, stuurman Maarten Mos, reder Albert Mos; de JONGE IMMETJE, stuurman Cornelis Westerduin, reder Jacob Vrolijk, en de NIJVERHEID, stuurman Willem Korving, reders de gebr. Jacob en Pieter de Mos.
1861
Op 16-01-1861 wordt voor de JONGE IMMETJE door J. Vrolijk uit Scheveningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. C. Westerduin.
DZG 240161
Scheveningen, 22 januari. Sedert den 17 zijn hier van Engeland aangekomen en weder derwaarts vertrokken de schroef stoomboten ALBERT, kapitein Th. Dumson en BOLD BUCCLEWEH, kapitein Wright; en zijn naar Engeland met ladingen boter, kaas en spiering afgevaren de bomschuiten CORNELIS MOS, schipper M. Mos, reder A. Mos; de JONGE IMMETJE, schipper C. Westerduin, reder J. Vrolijk; de bomschuit SAILORS HOME, schipper L. de Best, reder A. Mos, Azn.
NRC 040261
Londen, 30 januari. Aangekomen JONGE IMMETJE, Westerduin van Scheveningen.
1863
NRC 091063
Scheveningen, 8 oktober. Van den 1sten dezer tot heden zijn wederom veertien haringschuiten alhier aangezet, waar onder : de JONGE IMMETJE, stuurman O Westerduin, reder J. Vrolijk, met 63,000 stuks haring.
DZG 241063
Scheveningen, 23 oktober. Van den 14 tot en met gisteren zijn de navolgende 50 haringschuiten alhier aangekomen , als: de VROUW IMMETJE, stuurman J. Paal, reder A. Vrolijk, met 71,000 stuks haring.
1885
VC 060685
Lijst van schepen ter haringvisserij 1885; waar onder:
bom SCH 188 JONGE IMMETJE, reder Gerard Vlak, schipper A. Pronk.
1887
VC 180687
Lijst van schepen ter haringvisserij 1887; waar onder:
bom SCH 111 SAILORS HOME, reder A. Mos Jr, schipper L. den Heijer.
bom SCH 122 KOOPMANS WELVAREN, reder P. de Niet, schipper A. Tuijt.
bom SCH 188 JONGE IMMETJE, reder Gerard Vlak, schipper A.P. Pronk.