1871
Op 13 februari 1871 wordt voor de VROUWE IDA EN ELISABETH door Arie Knoester uit Scheveningen een eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. W. van der Zwan.
AH 170271
Scheveningen, 15 februari. Sedert maandagavond zijn weder van Scheveningen met levensmiddelen afgevaren de navolgende pinken, als: de JOHANNES JACOBUS, stuurman P. Roeleveld, reder M. De Niet Az.; de ELISABETH, stuurman K. De Jager, reder P. De Niet, beiden met bokking en rogge naar Terneuzen; de LENA MARIA (opm. HELENA MARIA), stuurman L. Van der Zwan, reder M Van der Toorn; de VROUW JACOBA, stuurman J. Mos, reder W. Groen, beiden met kaas naar Londen; de JONGE DIRK, stuurman W. Rog, en de VROUWEN IDA EN ELISABETH, stuurman W. Van der Zwan, beiden van den reder A. Knoester met meel (bloem), rijst, erwten, gerst en haver naar Calais en vermoedelijk bestemd voor Parijs.
1874
VC 060674
Lijst van schepen ter haringvisserij 1874
Reder Arie Knoester, bomschip VROUW IDA, stuurman Willem van der Zwan.
1876
VC 120476
Nieuwe Diep, 11 april. Op de rede alhier dreef heden ochtend een Scheveningse bomschuit, gevoerd geweest door schipper W. van der Zwan, welke in het Zuidergat is omgeslagen. Van de bemanning was niets te ontdekken.
AH 190676
Te Callandsoog zijn op het strand twee lijken van Scheveningse vissers aangespoeld. Men vermoedt, dat het ene is dat van den schipper W. van der Zwan en het andere dat van een der matrozen Klaar Pronk, behoord hebbende tot de bemanning der enige weken geleden in het Schulpengat omgeslagen bomschuit, genaamd de VROUW IDA van de reder en vishandelaar A. Knoester te Scheveningen.