Volgens Lloyd’s Register 1818 is de brik SUSANNA, kapt. Payne (de Workumse kapt. G.S. Panne) in 1801 gebouwd. Wellicht reeds eerder, want het schip werd reeds in 1820 gesloopt. Waar, voor wiens rekening en welke de eerste scheepsnaam was kon helaas niet worden achterhaald. In 1816 had door L.R. de (laatste) inspectie plaatsgevonden, mogelijk in verband met een voorgenomen poging het schip in Nederland te verkopen.
1816
LCO 030516
Amsterdam, 1 mei. Door den loods H. Smith, is den 24 april zuid-oost van het Eierland in goede staat gepraaid, kapt. G.S. Panne (opm: Pruisische brik SUSANNA), van Memel naar Dublin, laatst van Kopenhagen.
RC 231116
Amsterdam, 21 november. Te Terschelling is binnengekomen kapt. G.S. Panne (opm: Pruisische brik SUSANNA; het schip werd ter verkoop aangeboden, zie RC 211216), van Dublin.
RC 211216
Advertentie. T. van Olivier en H. Smit, makelaars zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 30 december 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Brikschip, genaamd SUSANNA (opm: Pruisische vlag), kaptein G.S. Panne, lang over steven 89 voet, wijd, binnen zijn huid, 24 voet 6 duim, hol, in het ruim, 12 voet 8 duim, het verdek hoog aan boord 5 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij voornoemde makelaars en bij Faber en Leefkens. (opm: zie RC 170517)
1817
RC 170517
Advertentie. T. van Olivier, H. Smit en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op dinsdag den 27 mei 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd SUSANNA, gevoerd door kapt. G.S. Panne, lang 89 voet, wijd 24 voet 6 duim, hol 12 voet 8 duim, het verdek 5 en 1 half voet. Alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris. Berigt bij de makelaars en bij Faber en Leefkens. (opm: de brik werd op 18 augustus 1817 onderhands voor 4.900 gulden aangekocht door L. Fredrichsen, Amsterdam, behield Gerrit Sietzes Panne als kapitein en ging als ANNA SOPHIA weer naar zee)
Op 23 september 1817 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de ANNA SOPHIA, aangevraagd door Lauridtz Fredrichsen, Amsterdam, voor Gerrit Sietzes Panne als kapitein.
1818
RC 030318
Amsterdam, 1 maart. Den 9 januari is te Madeira aangekomen het schip (opm: brik) ANNA SOPHIA, kapt. G.S. Panne, van Amsterdam naar de Havana, alwaar hij den 16 december 1817 naar toe vertrokken is.
OHC 020518
Amsterdam, 20 april. In de Havana is gearriveerd kapt. G.S. Panne (opm: eerste reis onder NL vlag van de brik ANNA SOPHIA), in 42 dagen.
Van de 15 opvarenden overleed matroos Piebe Ulpherts van der Wal in Havana op 11 mei, scheepstimmerman Stijntjen Reijnders Blauw op 12 mei en kapitein Gerrit Siedses Panne en matroos Fedde Cornelis Haagsma op 15 mei. Van twee of drie matrozen is het lot onbekend.
Opperstuurman Sjoerd J. Mulder heeft de brik thuisgevaren en bleef daarna ook kapitein op de brik
OHC 040818
Amsterdam, 1 augustus. In een brief van Londen van den 28 juli wordt gemeld, dat door een Engels schip op 38”51’ noorderbreedte, 47”27’ lengte west van Greenwich gezien is het schip ANNA SOPHIA, kapt. G.S. Panne (opm: S.J. Mulder) van de Havana naar Amsterdam.
LC 070818
Advertentie. Daar ik mijne geliefde echtgenoot kapitein Gerrit Siedses Panne (opm: brik ANNA SOPHIA), alle dagen te huis verwachtte op zijne terugreis van de Havannah op het eiland Cuba, kreeg ik den 29 juli het voor mij en mijne kinderen zo zielroerend bericht, dat hij in de maand mei jl., het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld, in den ouderdom van 50 jaren en ruim 3 maanden, hoe smartelijk ons dit verlies valt, kan ieder gevoelig mens licht beseffen; ik betreur in hem een geliefde man en mijne kinderen een verzorgend vader, benevens mijne hoog bejaarde schoonmoeder haren enigste zoon, hopende dat het vermogen van Godsdienst en rede ons mogen ondersteunen, verzoeken wij van brieven van rouwbeklag verschoond te blijven.
Workom, 3 augustus 1818,
Trijntje Johannes de Visser, Wed. G.S. Panne
1819
Op 3 maart 1819 werd de nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANNA SOPHIA, aangevraagd door Lauridtz Fredrichsen, Amsterdam, voor S.J. Mulder als kapitein.
Op 10 maart 1819 tekende kapt. Sjoerd J. Mulder ten overstaan van de waterschout in Amsterdam de monsterrol voor een reis naar Havana. De brik had een bemanning van 13 koppen.
RC 251119
Amsterdam, 23 november. In de nacht tussen den 11 en 12 november is te Plymouth met verlies van de grote ra, wegens contrarie wind en gebrek aan provisie, binnengelopen het schip (opm: brik) ANNA SOPHIA, kapt. S.J. Mulder, den 18 september van Havana naar Amsterdam vertrokken; de kapitein dacht spoedig de reis voort te zetten.
1820
RC 270520
Advertentie. T. van Olivier en G.J. Roland Holst, makelaars, zullen, op maandag den 29 mei 1820, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Nederlands Brikschip, genaamd ANNA SOPHIA, gevoerd geweest door kapt. J.J. Mulder (opm: kapt. Sjoerd Jacobs Mulder), lang 89 voet, wijd 25 voet, hol 12 voet 7 duim, het verdek hoog 5 voet 7 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop, berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 280920)
RC 280920
Advertentie. J. Tentije, G.J. Roland Holst, F. der Kinderen en A. van der Sluijs, makelaars, zullen, op woensdag den 4 oktober 1820, des morgens te 10 uren, te Amsterdam, op de Werf St. Jago, van de Mr. Scheepstimmerman Gerrit Kramer, in de Bikkerstraat, verkopen: het Hol van het brikschip, genaamd ANNA SOPHIA, benevens een aanzienlijke partij scheeps-gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhouten, enz. Breder bij notitie en berigt bij de makelaars.
(opm: zie ook RC 270520; het casco enz. werd verkocht en de zeebrief werd op 20 oktober 1820 ingeleverd met als omschrijving ‘schip is gesloopt’; de brik was in 1801 gebouwd en in 1817 uit Memel [het toenmalige Klaipeda in Pruissen] aangekocht)