1967-02-14: |
Final Fate: Onderweg met een lading calcium-carbide in vaten van Odda (Noorw.) naar Barry gestrand op de rotsen (Cable Rock) van St. Bride’s Bay, 4 mijl ten westen van Milford Haven. Een dag later bij hoog water van de rotsen gegleden en gezonken in pos. 51-44-45 Noord, 05-16-55 West. De gezagvoerder kreeg vier maanden ontzegging wegens luchthartige navigatie.
Op 29 april 2000 zijn diverse voorwerpen uit het schip zoals een rvs toiletrolhouder, een keramiek zeepbakje, een wasbak en een asbak, geveild in het Motor Museum van Pembrokeshire, Wales ten bate van de Adventurous Divers Club.
Nieuwsblad van het Noorden 15.02.1967: De met 4500 vaten explosieve calcium-carbid geladen Nederlandse coaster LUCY uit Delfzijl, die na de stranding op de kust van Wales dinsdagavond door de bemanning werd verlaten maar later weer drijvende kwam, is naar alle waarschijnlijkheid vanmorgen met zijn gevaarlijke lading in de golven verdwenen. Om negen uur vanmorgen was het 450 ton metende scheepje nog gezien, hoewel de dekken reeds onder water stonden. Tijdens hevige sneeuw-en regenbuien verloor men de LUCY uit het oog. Toen het weer opklaarde was er geen spoor meer van de coaster te ontdekken. Een vliegtuig van de Engelse kustwacht is op zoek gegaan. Ook de vanmorgen ter plaatse aangekomen sleepboot 'Utrecht' van bureau Wijsmuller neemt aan het zoeken deel. Volgens een radiotelefonischs bericht van kapitein Spaltman van de LUCY, die zich met zijn uit zes koppen bestaande bemanning thans in Milford Haven bevindt, is er weinig hoop meer, dat het schip nog drijvende is. Indien het water bij het carbid zou komen kan het schip exploderen. Derhalve werd overwogen, zo meldde de Britse kustwacht, de LUCY met raketten tot zinken te brengen, als het de drukke scheepvaartroute zou naderen. Daarop werd een opsporingsactie in werking gesteld, die tot nu toe niets heeft opgeleverd. De bemanning werd, nadat de LUCY op de rotsen was gelopen aan boord genomen door de tanker 'Frank M' en in Milford Haven aan wal gezet. Men had bij het op de rotsen lopen slechts enkele vuurpijlen durven afschieten, omdat het gevaar dat de lading door een vonk zou ontploffen, niet denkbeeldig was. De Delfzijlster kustvaarder was op weg van Odda (Noorwegen) naar Barry (Engeland). De bemanning bestaat uit: Kapitein L.M.A. Spaltman (Haarlem), stuurman W. Reuvekamp (Sneek), 1e machinist J. van Gennep (Groningen), kok H. Maarse (De Bilt), de matrozen J. Werkman (Zuidbroek), B. Vlierman (Enschede) en de lichtmatroos Sie uit Amsterdam.
Het Parool 15-02-1967: Nederlandse kustvaarders in nood. Den Haag. woensdag (AP. ANP, Reuter). — Twee Nederlandse kustvaarders, de Con Brio en de Lucy, zijn gisteren op de Noordzee in moeilijkheden geraakt. Een opvarende, de stuurman van de Con Brio, wordt als vermist opgegeven. De Lucy liep gisteren vier mijl ten westen van Milfordhaven in het Kanaal op de rotsen. De zeven bemanningsleden en de scheepshond Ringen van boord en werden door de kustwacht naar Milford- haven gebracht. Het schip is met calciumcarbide geladen. Nadat de bemanning het had verlaten kwam het weer vlot. Het wordt door de Britse kustwacht een „drijvende bom" genoemd. Men overweegt de Lucy met rakette in de grond te boren als het schip naar de drukke scheepvaartroute drijft. Vliegtuigen blijven de kuslvaarder volgen. De Con Brio seinde vannacht om vier uur op ongeveer tachtig mijl ten noorden van Doggersbank dat men met motorstoring kampte en dat het schip zware slagzij maakte. Aan in de buurt varende schepen is gevraagd hulp te bieden. De Con Brio is het eigendom van de rederij Van der Laan te Groningen, de Lucy van Wijne en Barends te Delfzijl.
|