1962-02-03: |
Friese courier 03-02-1962: Kustvaarder brandend binnengesleept. Middelharnis (ANP) — De kustvaarder WUTA is om ongeveer kwart over twee brandend binnen gesleept in de rijkshaven van Middelharnis. De plaatselijke brandweer heeft het vuur gedoofd. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. De kustvaarder die leeg van Boston (Eng.) kwam, was op weg naar Middelharnis om daar uien te laden. De brand is vermoedelijk ontstaan in de hut van de stuurman, waar dekens die tegen een kachel lagen in brand zouden zijn geraakt. Deze brand breidde zich zeer snel uit, waarna de uit vier koppen bestaande bemanning naar het voorschip gevlucht is, omdat zich in het achterschip ook drie gasflessen bevonden, waarvan men dacht dat ze zouden exploderen. Eén van de flessen is inderdaad uit elkaar gesprongen. Kort na het uitbreken van de brand is de WUTA voor anker gegaan. Het schip is door de Dockyard 15 de RDM op sleeptouw genomen.
Het Vrije Volk 03-02-1962: Brandende coaster lange tijd in nood. Met een als een lading fakkels brandend achterschip stoomde vrijdagmiddag om half één de Delfzijlse kustvaarder Wuta (178 ton) stuurloos over het Haringvliet. Vijf kilometer voor de haven van bestemming, Middelharnis, rook de 16-jarige kok in zijn kleine kombuis een brandlucht. Hij ging polshoogte nemen en kwam even later schreeuwend de stuurhut binnen: „Schipper! Stuur! We staan in brand!" Door de hitte van de oven had de droge houten wand tussen kombuis en stuurmanshut vlam gevat en in korte tijd had het vuur zich tot de hele hut uitgebreid. Voor aan „blussen” viel te denken loeiden de vlammen omhoog: door de andere bemanningsverblijven, naar de stuurhut en naar de machinekamer. Kapitein E. H. Kwint uit Delfzijl, schoonzoon van eigenaar H. A. Pott uit Delfzijl, kon nog juist via de (pas nieuwe) radio aan Scheveningen-radio een S.0.S.-bericht seinen. Direct daarop dreef de hitte hem naar buiten en werd de radio door de vlammen vernield. Motor stil. Matroos-motordrijver H. van Dijken uit Emmercompascuum was al uit de machinekamer gevlucht, maar omdat de motor nog steeds draaide en het roer niet meer gehanteerd kon worden, waagde hij zich door de rook toch nog een keer naar binnen. Hij slaagde er in de motor stil te zetten. Op het bericht van kapitein Kwint: „S.O.S. - positie nabij Hellevoetsluis — achterschip in brand en zal vermoedelijk uitbranden — pogen Middelharnis te bereiken" stoomden meteen tal van schepen naar de brandende Wuta. Daaronder waren de reddingboot Koningin Wilhelmina uit Stellendam, sleepbootjes en vletten van de Rijkswaterstaat en de Nesturn uit Hellevoetsluis en uit de bouwput in het Haringvliet en zelfs de passagiersboot Dockyard 15. Van het vliegveld Valkenburg steeg een hefschroefvliegtuig op. Voorlopig echter stonden kapitein Kwint en zijn mannen alleen. Stuurman H. A. Pott, van het al 36 jaar oude schip, vertelde later: „De reddingboot konden we niet meer bereiken en het opblaasbare reddingvlot bleek niet te deugen — het vouwde zich niet open. We zijn naar het voorschip gegaan en hebben een anker uitgegooid. We probeerden met de kop op de wind te komen, omdat de wind dan het vuur en de rook niet over het schip blies. Toen we samen voorop stonden ontplofte er iets, een tank of een gasfles. De stukken vlogen in het rond, maar we werden niet geraakt. De te hulp gesnelde schepen waren snel naast de brandende Wuta en enkele brandweerlieden poogden met waterstralen en schuim het vuur te blussen. Dat lukte niet geheel en daarom werd de Wuta (afkorting van Wacht Uw Tijd Af) naar het haventje van Middelharnis gesleept. Om tien over twee liep men er binnen. De brandweer van Middelharnis stond op de kade al gereed met zoveel mogelijk materiaal. Toen dat werd ingezet was het met de heerschappij van de vlammen gauw gedaan. Maar het gehele achterschip was, zoals kapitein Kwint 2 uur eerder al had voorspeld, geheel uitgebrand. De vier mannen aan boord waren behalve de kleren die ze droegen al hun eigendommen kwijt. Kapitein Kwint zelf bij voorbeeld stapte rond op doorweekte pantoffels. De Wuta kwam uit Boston, waar een lading uien was afgeleverd. In Middelharnis zou een tweede partij uien voor Boston worden geladen.
|