1942-10-10: |
Final Fate: Onderweg van Hayle/St. Ives naar Newport, Monm., op de rotsen gelopen in zwaar weer op Lundy Island in het Kanaal van Bristol. In twintig minuten gekapseisd en gezonken. Acht bemanningsleden kwamen hierbij om het leven, alleen de stuurman (Harm Jan de Graaf) die overboord was gesprongen werd gered. De bemanning bestond uit: Kapitein Hendrik Jager, 1ste Machinist: Evert Reijer Caspers, 2de Machinist Fokke Gerhard Smit, Stuurman (met dispensatie) Harm Jan de Graaf, Matroos Josephus Cornelis Antonius Johannes van Blerck, Matroos Sidney Chubb (Brits onderdaan), Kok Nicholas Mitchell (Brits onderdaan), Verder nog twee Britse Marine mensen, de zogenaamde “gunners”.
(De teboekstelling werd op 28.05.1946 doorgehaald.)
Op de 9de oktober 1942 vertrok de Atlas in ballast uit Haley in St. Ives Bay met bestemming Newport bij Bristol. Volgens de verklaring van de stuurman voeren zij uit in een groep van vier coasters zonder Marine escorte. De ander drie coasters voeren onder Engelse vlag. De Engelsen voeren iets sneller en zijn na enige tijd niet meer gezien. Er ging een zuidwester storm windkracht 9 á 10, verstopte lucht met regen vlgs de verklaring van stuurman de Graaf. De vuren aan de wal waren gedoofd vanwege de oorlog.
De bemanning bestond uit: Kapitein Hendrik Jager, 1ste Machinist: Evert Reijer Caspers, 2de Machinist: Fokke Gerhard Smit, Stuurman (met dispensatie) Harm Jan de Graaf, Matroos Josephus Cornelis Antonius Johannes van Blerck (mijn achterneef), Matroos Sidney Chubb (Brits onderdaan), Kok Nicholas Mitchell (Brits onderdaan) Verder nog twee Britse Marine mensen, de zogenaamde “gunners”. Stuurman de Graaf had die avond van 9 oktober de wacht en was om 22 uur 10 Trevose Head op ongeveer 3 mijl gepasseerd. Om middernacht gaf de stuurman de wacht over aan kapitein Hendrik Jager en lag hij de koers noordoost voor. In die hondenwacht liepen de kapitein, een matroos/roerganger en een van de gunners op de brug, een motordrijver in de machinekamer. Zo verklaarde hij. De stuurman werd opgeschrikt om ongeveer 02 uur 10 ( tijd teruggerekend vanaf het moment dat zijn horloge is blijven stilstaan) de 10de oktober door de alarmbellen, die gebruikt werden bij vijandelijke aanvallen. Aan dek gekomen keek hij 2 à 3 meter verder tegen een rotswand aan. Het was de rotswand van Lundy Island, gelegen aan het begin van het Bristol Channel. Later bleek het de ZO punt te zijn van het eiland direct onder de vuurtoren. Direct daarop stootte het voorschip op een rots. De machine werd gestopt en sloeg vervolgens achteruit. Het schip werd omgezet en lag op een Zuidwestelijke koers. Stuurman de Graaf ging naar de brug waar de kapitein, de roerganger en de gunner nog aanwezig waren. Hij vuurde nog een machinegeweer af als noodsein omdat de lichtkogels niet meer bereikbaar waren in het stuurhuis. Het machinegeweer liep vast. Het schip kapseisde en de Graaf sprong overboord en toen de golfslag in zee terug liep heeft hij kans gezien vaste voet op een rots te krijgen. Bij volgende overkomende zeeën heeft hij zich langzaam wat hoger op kunnen werken en is daar uitgeput blijven zitten. Hij heeft kort nadat hij in het water kwam nog bemanningsleden op de zij van het omgeslagen schip zien staan en heeft daarna niets meer van de overige bemanningsleden gezien. Het schip werd volkomen uit elkaar geslagen. De stuurman heeft één maal een lichtflits hoog over ramp gezien. Eerst na de middag 13.15 (zoals hem later werd verteld) werd hij gezien door 2 mannen boven aan de rotswand. Door een van hen werd hij in veiligheid gebracht en voorzien van droge kleding en voedsel. De volgende dag werd de stuurman naar de vaste wal gebracht met een sloep. Van de overige bemanningsleden werd niets meer vernomen. Aldus het verslag van stuurman Harm Jan de Graaf. Stuurman de Graaf heeft bij de consul generaal te Londen op 21 oktober 1942 een verklaring afgelegd en de inspecteur in buitengewone dienst van de scheepvaart heeft hem verhoord. Op 23 december 1942 heeft de Buitengewone Raad voor de Scheepvaart te Londen uitspraak gedaan. En die luidde: “De raad kan slechts het vermoeden uitspreken dat de kapitein, onbekend met het ms. Atlas , niet voldoende rekening heeft gehouden met het loefgierig zijn van dit schip en daardoor te westelijk is uitgekomen. De raad betreurt het ten zeerste dat bij deze ramp 8 mensen hun leven hebben verloren”.Enkele bijzonderheden: Lundy lies off the coast of North Devon, where the Atlantic ocean meets the Bristol Channel with nothing between it and America, a granite outcrop, three and a half miles long and half a mile wide. De inlichtingen van de admiraliteit over de nacht van 9/10 oktober 1942 vlgs volgende kopie: Vanwege de niet te beste kwaliteit van de bovenstaande verklaring volgt hier een nieuw getypte versie: Hiermede heb ik de eer U Hoogedelgestrenge mede te deelen dat door my in de Admiralty de volgende inlichtingen zyn ingewonnen. Het m.s. ATLAS is gestrand op den Z.W.hoek van Lundy Island onder de vuurtoren, huid aan beide zyden weggerukt en bovendek weggeslagen. Bijzonderheden betreffende deze vuurtoren zyn als volgt: “Shown at full power (without request) whenever visibility is less than 3 miles, shown at other times with reduced power for five minutes past hour and half hour on request C.in C. Plymouth.” Men achtte het hier onwaarschijnlijk dat voor een schip als de ATLAS een dergelyk verzoek zou zijn ingediend, doch de mogelijkheid bestaat dat een dergelyk verzoek door een ander schip zou zijn gedaan. Deze inlichting moet, indien noodig, van C. in C. Plymouth verkregen worden. Op 10 0ctober 1942 was het nieuwe maan. Op de Z.W.kust Engeland was het weer stormachtig met windkracht 7-8, zicht 4-8 myl echter af en toe minder door regenbuien ( 2 myl )
De luitenant ter Zee II KMR, handtekening W.H.A. van Meerkerk. Aan Kapitein Luitenant ter Zee K.M.R. L. den Hoedt . Het meteorologisch instituut in Engeland heeft geen duidelijke gegevens maar meld alleen wat de RAF elk uur over de radio bekend maakte. Over deze RAF omroep schrijft het meteorologische instituut mij het volgende:
Dear Martien, Overnight 9/10 Oct. 1942 at RAF Chivenor was overcast with intermittent light rain or drizzle. The wind was Force 6 to 7 from the Southwest (probably stronger out at sea). Yours sincerely, Ian MacGregor Archive Information Manager, Met Office National Meteorological Archive, Great Moor House, Bittern Road Sowton Exeter EX2 7NL United Kingdom. Bijzonderheden van de bemanning ontleend aan de gegevens van o.a. de Oorlogsgravenstichting, monsterboekjes en archieven. Kapitein Hendrik Jager, was sinds enkele weken plaatsvervanger voor kapitein N. Stolp vanwege zijn verlof. Hendrik Jager is geboren in Groningen op 6 maart 1906 en was dus 36 jaar toen hij verdronk.
1ste Machinist Evert Reijer Caspers, geboren in Wageningen op 11 januari 1911 en hij was dus bij de ramp 32 jaar, 2de Machinist Fokke Gerhard Smit, geboren in Appingedam op 10 juni 1920 was 23 jaar toen hij om het leven kwam. Stuurman Harm Jan de Graaf, geboren in Warfhuizen op 20 juni 1921, de enigste overlevende. Voer ten tijde van het opgemaakte proces verbaal na en over de ramp acht jaar op de kustvaart zo verklaarde hij. Veertien dagen na de ramp op 24 oktober 1942 is Harm getrouwd met Dorothy Adeline Dunn en zijn adres was toen 7 Frenance Place, St Austell, Cornwall. De stuurman voer met dispensatie en ik heb hem kunnen volgen tot 1945. Na de ramp heeft hij nog weer op een aantal schepen gevaren. Op 20 december 1945 is hij in Gravesend afgemonsterd en is op 9 januari 1945 zijn na-oorlogs verlof ingegaan in de UK tot 10 maart 1946. Matroos Josephus Cornelius Antonius Johannes van Blerck geboren in Oudenbosch op 18 februari 1910, de achterneef van Martien Dekkers. Zie verder in de genealogie van Knijff. Matroos Sidney Chubb niets van bekend alleen dat hij een Brits onderdaan is. Kok Nicholas Mitchell niets van bekend alleen dat hij een Brits onderdaan is.
Royal Navy gunner nr 1 niets van bekend. Royal Navy gunner nr 2 niets van bekend. (Naar de 4 Britse bemanningsleden loopt het onderzoek nog) Een Engelse onderzoeker naar scheepsrampen schreef: While I was on Lundy, I took a photograph of a painting which hangs in the vestibule of the Church. The photo didn't come out, unfortunately, but it commemorates a Dutch coaster, the M.V. Atlas, of Groningen, and her 2nd engineer, Fokko Smit, who lost his life when the ship was wrecked on one of Lundy's notorious rocks during the second world war, in 1942. I can say that the inscription says: In memory of Fokko Smit 2nd Engineer and the crew of MV Atlas of Groningen wrecked near the Shutter during the night of Octr 9/10 1942. "The Sea is His and He made it". [The Shutter is a rock]. Schets van de stuurman van de ramp en de reddingsweg behoort bij het proces verbaal.
Noot: Mijn onderzoek naar het schip en haar bemanning is begonnen na mijn e-mail contact met Yolanda van Blerck in verband met het onderzoek naar voorouders, dat wij beiden bedrijven. Zij bezorgde mij de naam van het schip waarop ons familielid omkwam en toen was de interesse snel gewekt. Josephus Cornelius Antonius Johannes van Blerck, matroos op het ms. Atlas is mijn achterneef. Verder zijn er vele bronnen geweest waarin ik delen van deze informatie heb opgezocht.. Zo’n verslag is natuurlijk nooit helemaal compleet en ik hoop te zijner tijd ook nog iets over de Engels bemanningsleden te kunnen melden. De stuurman, als enig overlevende, heeft wel kans gezien in zijn rapportage, verklaring en proces-verbaal de ervaring, het goed zeemansschap en de kennis van het te bevaren water van de kapitein in discredit te brengen.
Ik persoonlijk heb de indruk gekregen dat, zo mocht er door de stuurman ook een navigatiefout gemaakt zijn, dit natuurlijk nooit aan het licht zal komen.
|