1910-02-00: |
NRC 28.02.1910: Londen, 28 februari:
Uit Cuxhaven wordt geseind, dat de op de rede geankerd liggende Nederlandse tjalk “Welvaart” is lek gesprongen en gezonken. Volgens rapport is het schip gezonken daardat het op zijn eigen anker is gestoten. De opvarenden zijn gered en alhier geland.
NRC 01.03.1910: Cuxhaven, 28 februari:
De tjalk “Welvaart” is met oliekoeken geladen en was voor Utrecht bestemd.
NRC 02.03.1910: Cuxhaven, 28 februari:
De tjalk ‘Welvaart” is in drie vaam water gezonken. De inventaris is geborgen.
NRC 04.03.1910: Cuxhaven, 2 maart:
Aan de reederij Schrader en Wrede te Hamburg is opgedragen de gezonken tjalk “Welvaart”te lichten, hetgeen thans door de sleepboten “Helgoland “en “Glückstadt” beproefd wordt. Bij laag water is nog iets van het dek zichtbaar. De sleepboten zullen trachten het schip hoger op het strand te slepen, waarop met de lossing der lading oliezaadkoeken begonnen kan worden, en het schip na voorloping dicht gemaakt te zijn, weer drijvend en in de haven gebracht kan worden.
NRC 09.03.1910: Cuxhaven, 7 maart:
De bergers, die de gezonken tjalk “Welvaart” zouden lichten, hebben de pogingen daartoe opgegeven. Thans zal een duiker trachten het schip boven water te brengen.
NRC 12.03.1910: Cuxhaven, 10 maart:
De lading oliekoeken is door de duiker Flint zover uit de Nederlandse tjalk “Welvaart” gelost, dat men het lek, dat zich aan stuurboord bij de mast bevindt, kan stoppen. Het schip gaat met de rest lading naar Antwerpen.
NRC 16.03.1910: Hamburg, 14 maart:
De gezonken Nederlandse tjalk “Welvaart”is gelicht en hedenmiddag door de sleepboot “Cuxhafen” ter reparatie naar de Flintschen werf gesleept.
|