Inloggen
Gezagvoerder

Rickmers, Hinrich

Naam: Rickmers, Hinrich
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CONSTANTIA 1811 Brik Sailing Vessel 11986 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

OOK HENDRIK

Familiegegevens en opleiding

Hinrich Rickmers was afkomstig van het Duitse eiland Föhr. Hij had een zoon Hinrich Braeren Rickmers, die kapitein werd op de walvisvaarder “Dirkje Adema”. Zie aldaar

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Rickmers als gezagvoerder gedurende:

*   1830 t/m 1840 van de brik “`Spitsbergen”, gebouwd in 1829 te Harlingen, 250 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven. (maar is: varend voor de Groenland en Straat Davis Visserij te Harlingen en voor Barend Visser & Zn te Harlingen)

 

 

Overige bijzonderheden

Van der Wal en Fopma (Harlingen weerspiegeld, Harlingen, 1998.) noemen de "Spitsbergen" als tweede schip van de Nederlandsche Groenlands- en Straat Davis Visserij-Sociëteit. Samen met het derde schip "Dirkje Adema" van deze Maatschappij zou de "Spitsbergen" meer succesvol in de walvisjacht zijn geweest dan het eerste schip de "Harlingen", die in 1825 verloren ging in het pakijs van Straat Davis (zie bij J.Hoekstra).

 

Op 10 maart 1829 werd Jan Hendrik Breukemeijer vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst op de "Spitsbergen" onder kapitein H.Rickener (sic) voor een reis naar Harlingen vanuit Harlingen010(532-1542).

 

Op 01 januari 1825 werd voor een periode van 10 jaar te Harlingen de Groenlandse en Straatdavidse Visscherij Socviëteit opgericht met Pieter Rodenhuis als president directeur.

p.107 e.v. Op 01 januari 1825 werd voor een periode van 10 jaar te Harlingen de Groenlandse en Straatdavidse Visscherij Socviëteit opgericht met Pieter Rodenhuis als president directeur.

                  Het tweede schip van deze maatschappij was de “Spitsbergen” onde kapitein Hendrik/Hinrich Rickmers. Deze kwam van Föhr

                  “Rickmers saild his ship into Harlingen harbour on 26 July (1826), with a greasy cargo of 3124 seals

p.110        “Later that year, on 31 October (1827), Spitsbergen was sold at auction. During this public sale at the home of Hendrik Winter, proprietor of the Heerren Logement in Harlingen, several parties showed keen interest in this vessel … and … was eventually purchased by merchant Tjerk Pieters Metzelaar for f 745,-. The Directors of the Sociëteit commissioned the construction of another  Spitsbergen.”

p.111        “In 1829, both Nederland under command of Klaas Hoekstra and the newly-built Spitsbergen (II) sailed for Spitsbergen. Catches were disappointing, as the first vessel returned empty. Klaas Hoekstra was again assigned master of  Nederland in 1830 and remained in command until the discontinuation of the Sociéteit (1834)

                  Spitsbergen (II) made its voyage to the Arctic under command of Captain Hendrik Rickmers, who maintained command over vessel and crew until 1841. This German whaling master from the island of Föhr kept journals of all the voyages he made between 1830 and 1840. …”

                  De auteur vermeldt in detail de reizen van Rickmer and zijn vangsten. Hier niet verder vermeld en verwezen naar originele publicatie van Schokkenbroek.

                   Na opheffing van de Sociëteit werden de Nederland en de  Spitsbergen (II) in 1834 verkocht aan de firma Barend Visser & Zn te Harlingen.

p.124 e.v. In 1835 werd te Harlingen een nieuwe maatschappij gevestigd, zonder een specifieke naam maar gevoerd door de rederij Barend Visser en Zoon. Zij kochten de “Spitsbergen II” en de “Nederland”, die werd herdoopt in “Dirkje Adema”, vernoemd naar de eerste vrouw van Dirk Cornelis Zijlstra, een vermogend Harlinger. De nieuwe maatschappij was een privé onderneming zonder aandeelhouders

                  De “Spitsbergen II” kwam onder het commando van Hendrik Rickmers, die een hele reeks van tochten naar het Arctische gebied ondernam. Hij schreef zijn belevenissen in geschriften, die thans berusten in het Friesenmuseum in Wyk op Föhr en waaruit Schokkenbroek uitgebreid citeert. Ook wordt geput uit berichten in de Leeuwarder Courant.Zie daarvoor Schokkenbroek vanaf p. 125.

p.130        “In 1841, Captain Hinrich Braren Rickmers was succeeded by Otto Mehlen, who left Harlingen harbour on 9 March on board Dirkje Adema , in company with the Spitsbergen (II), which was under the newly appointed Captain Johan Both, who in turn had succeeded Hendrick Rickmers.

p.205 e.v.  Gedataileerde beschrijvingen van de tochten met de “Spitsbergen II” in de periode 1830-1840.

 

Rotterdamsche Courant 22 juli 1837114

Rotterdam, 21 juli. Commandeur (opm: kapitein) H. Ponselius, van de Groenlandse walvisvangst te Brake binnen, rapporteert, in de maand mei gepraaid te hebben de Harlinger walvisvanger SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, hebbende als toen één vis gevangen.

 

Rotterdamsche Courant 10 augustus 1837114

Rotterdam, 8 augustus. In het Vlie is binnen H. Rickmers, van Groenland met een vis (opm: walvis) en 56 robben of 42 quarterdelen spek.

 

Leeuwarder Courant 15 augustus 1837114

Harlingen. Binnengekomen: …..

…..Den 11 dito het kofschip AUGUSTA CATHINKA, kapt. L.J. Dreijer, van Dantzig, het schonerschip SARAH & HELEN, kapt. J. Atkins, van Newcastle, het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van de Groenlandsche Visscher…..

 

Leeuwarder Courant 27 maart 1838114

Harlingen. Binnengekomen: …..

…..Den 23 dito de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. K.J. Klazen, naar …… (opm: open gelaten), GEZIENA JOHANNA, kapt. H.W. Lukema, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, beide naar Noorwegen, JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, naar Schotland, de VROUW ANTJE, kapt. K.D. de Grooth, de JONGE DERK, kapt. H.E. Vos, ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok, IJPEUS, kapt. H. de Weerd, jr, en het smakschip AMELIA, kapt. H.H. Naatje, alle zes naar Noorwegen; het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, naar Groenland…..

 

Zeepost 29 maart 1838 – 40114

Het schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, is den 27 maart uit het Vlie naar Groenland gezeild.

 

Leeuwarder Courant 17 juli 1838114

De commandeur (opm: kapitein) van een den 23 juni van het ijs vertrokken en den 9 juli te Glückstadt (opm: plaats aan de Elbe) aangekomen Groenlandvaarder, rapporteert, dat bij zijn vertrek de Harlinger Groenlandvaarders SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, 2 vissen en 600 robben, en DIRKJE ADEMA, commandeur J. Rickmers, 2 vissen en 130 robben gevangen hadden.

Volgens rapport van een Groenlandsvaarder, te Peterhead teruggekomen, had hij den 16 juli een der Hollandse Groenlandsvaarders vol spek, bij het ijs verlaten.

 

Zierikzeesche Courant 20 juli 1838114

De commandeur van een den 23 juni van het ijs vertrokken en den 9 dezer te Glückstad aangekomen Groenlandvaarder rapporteert, dat bij zijn vertrek de Harlinger Groenlandvaarders SPITSBERGEN, commandant H. Rickmers, 2 vissen en 600 robben, en DIRKJE ADAMA, commandant J. Rickmers, 2 vissen en 130 robben gevangen hadden. Volgens rapport van een Groenlandvaarder, te Peterhead teruggekomen, had hij den 16 juni één der Nederlandse Groenlandvaarders vol spek bij het ijs verlaten.

 

Leeuwarder Courant 27 juli 1838114

Harlingen, 25 juli. Heden is alhier de tijding bekomen, dat het schip DIRKJE ADEMA, commandeur (opm: kapitein) H.B. Rickmers, behouden in Texel is binnen gekomen, met 4 vissen (opm: walvissen) en 130 stuks robben, zo mede dat het schip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, met 3 vissen en 600 stuks robben, bij het Vlie (opm: Vlieland) voor de wal gepraaid was.

 

ZierikZeescheCourant 31 juli 1838114

Den 25 is behouden van Groenland in Texel binnengelopen het schip DIRKJE ADAMA, commandeur (opm: kapitein) H.B. Rickmers, met 4 vissen en 130 stuks robben, en bij het Vlie was voor de wal gepraaid het schip SPITSBERGEN, commandeur H. Rickmers, met 3 vissen en 600 stuks robben.

 

Leeuwarder Courant 31 juli 1838114

Harlingen. Binnengekomen: ……

…..Den 28 dito de schonerschepen HOPE, kapt. W. Cousins, en FAME, kapt. W. Barfield, beide van Londen,het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers, van Groenland, de kofschepen

 

ZeePost 01 augustus 1838 – 146114

Harlingen, 30 juli. Heden arriveerde alhier van Groenland het schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, met drie vissen (opm: walvissen) en 600 robben.

 

Leeuwarder Courant 07 augustus 1838114

Harlingen. Binnengekomen: …..

…. Den 30 dito het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, van Groenland…..

 

Leeuwarder Courant 19 maart 1839114

Harlingen. Binnengekomen:

…. Den 8 dito het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen naar Hull; het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers, naar Groenland (opm: robbenjager).

Den 10 dito het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers, naar Groenland (opm: robbenjager); het schonerschip FRIENDS, kapt. W. Cousins, naar Londen.

 

ZeePost 05 augustus 1839 – 460114

Commandeur Nickelsen, van Groenland te Aarhuis (opm: Arhus) gearriveerd, rapporteert gepraaid te hebben de schepen SPITSBERGEN, commandeur Rickmers, met 180, en NEDERLAND, commandeur Rickmers Jr, met 200 robben.

 

ZeePost 08 augustus 1839 – 463114

Te Harlingen is de 4e augustus van Groenland gearriveerd het schip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers.

 

Leeuwarder Courant 13 augustus 1839114

Harlingen. Binnengekomen: den 4 augustus het smakschip HET TOEVAL, kapt. H.H. Ebes, van Memel (opm: Klaipeda); het kofschip GEZINA, kapt. B.A. Visser, van Oostrisoer; het barkschip SPITSBERGEN, kapt. H. Rickmers en het pinkschip DIRKJE ADEMA, kapt. H.B. Rickmers, beide van Groenland (opm: robbenjagers); het galjasschip MARIA LOUISE, kapt. J.F. Smidt, van Dantzig (opm: Gdansk).