Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Schultz als gezagvoerder gedurende:
- * 1858 t/m 1861 van de brik “Jacoba” ex Wupper. gebouwd in 1842 te Hull, 202 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1862 t/m 1865 van het ijzeren schroefstoomschip “Seine” ex Cesare, gebouwd in 1850, bouwplaats niet vermeld, 273 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1866 t/m 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam;
- * 1872 t/m 1875 op hetzelfde schip maar nu varend voor Smith & Co te Rotterdam. Op Isle de Dieu gestrand en wrak.
Overige bijzonderheden
Op 27 december 1875 tijdens dikke mist strandde op het Isle de Dieu het ss “Bordeaux”. Het sloeg wrak, de bemanning werd gered. Het schip was onderweg van Rotterdam naar Bordeaux
Het ss. “Bordeaux” werd gebouwd op 1851 bij Reid & Co te Glasgow en mat 516 Brt. Het voer voor James Smith & Zoonen te Rotterdam 072.
In 1868 deed de Raad van Tucht de eerste uitspraak met betrekking tot een stoomschip en wel de “Bordeaux”, varend onder directie van I.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
“Kapitein Carl Schutz had bootsman F.Grümberg voor zes reizen aangemonsterd. Toen de ‘Bordeaux’ ten anker lag op de rede van St.Nazaire en stuurman H.Neubauwer met de bootsman op het voorschip stonden met de bedoeling het anker te hieuwen, ontstond daar een verschil van mening. Dit ontaardde in een woest gevecht tussen de beide mannen, waarbij de bootsman rake klappen opliep. De kapitein bevorderde de twist door manschappen die de bootsman uit eigener beweging wilden ontzetten, dit te verbieden … “ In het vervolg van de twist geraakte de bootsman in razernij en viel de kapitein aan. De volgende dag werd hij op verzoek van de kapitein door de politie ter plaatse van boord gehaald. Hem werd echter geweigerd zich behoorlijk te kleden. “Op klompen, zonder geld en met ‘achterlating zijner plunje’ verdween de bootsman lopende tussen de beide agenten in de donkere nacht. In de vroege morgen werd alsnog het anker gelicht en vertrok de ‘Bordeaux’ naar de thuishaven Rotterdam.”
De Tuchtraad oordeelde negatief over het gedrag van de kapitein. Hij was verplicht te waken voor willekeurige mishandelingen. Voorts had de bootsman zich wel schuldig gemaakt aan dienstweigering en verregaande brutaliteit, maar de inmenging van de Franse politie was wellicht niet nodig geweest als de kapitein andere passende maatregelen had getroffen.
Hem werd voor vier maandende bevoegdheid ontnomen om als kapitein dienst te doen op een Nederlands schip. Later bleek dat hij zich van deze uitspraak niets had aangetrokken. Een kapitein die de uitspraak van de Tuchtraad negeerde kon met een geldboete en zelfs gevangenisstraf worden bestraft. “De gezagvoerder van het stoomschip “Bordeaux” die zich niets had aangetrokken van de door hem door de Raad opgelegde schorsing van vier maanden wegens verzuim van de hem door de Raad opgelegde verplichting om voor een goede orde aan boord van zijn bodem te waken, werd door de strafrechter tot een boete van driehonderd gulden veroordeeld. … Ongeveer het jaarsalaris van een matroos.” 104