Familiegegevens en opleiding
Johannes Janssen Brouwer werd geboren te Enkhuizen op 05 november 1799 als zoon van Johannes Janssen Brouwer en Sophia Dorothea Huisen.
Hij huwde op 07 september 1825 te Amsterdam als zeeman met Jantjen Outgers, geboren te Ballum op Ameland op 12 april 1801 als dochter van de zeeman Peter Outgers en Jetske Geerts. Jantje overleed 30 januari 1851 te Middelburg, 49 jaar 003.
Johannes overleed op 15 juni 1845 aan boord van zijn schip te “Pauline” op de retourreis van Java. Ten tijde van zijn overlijden is als woonplaats opgegeven Middelburg.118
Algemeen Handelsblad 28 juni 1845
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn waarde echtgenoot, Johannes Janssen Brouwer, gezagvoerder op het koopvaardijschip DE PAULINE, op deszelfs retour-reis van Java, de 15de dezer maand is overleden, tot grote droefheid van mij en verdere betrekkingen, hebbende de ouderdom van 45 jaren bereikt en met wie ik bijna 20 jaren in een gelukkige echtvereniging was verbonden.
Middelburg, 23 juni 1845, J. Outgers, weduwe J.J. Brouwer.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Brouwer werd met nr.354 effectief lid van Zeemanshoop per 21 augustus 1832 op voorspraak van A.Hulsen. Hij overleed in 1845. Geen schip vermeld002.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege wordt tot effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Jansen Brouwer, 33 jaar, voerende het fregat Zorgvuldigheid “onder directie van de Heeren J.Th.van Marselis”, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Oranjestraat, op voordracht van A.Hulsen. Hij kreeg het vlagnummer 354023.
J.J.Brouwer werd per 28 augustus 1832 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 augustus 1836 staat een verzoek om onderstand van stuurman P.D. Jong, die schipbreuk heeft geleden onder kapitein J.J.Brouwer. Hij krijgt een halve maand gage als onderstand. Idem in de notulen van 27 oktober 1836 voor A.Walstijn.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1845 vraagt de wed. J.J.Brouwer, geb. Outgers een uitkering, hetgeen haar in de vergadering van 28 augustus 1845 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1845.042.
Het vlagnummer 354 werd in 1836 gewijzigd in 242 welk nummer hij tot aan zijn overlijden bleef voeren
In de Algemene Vergadering van 08 november 1836 is vermeld een verzoek van de kok A.Wijnstijn “gevaren hebbende op het schip de Zorgvuldigheid kapitein J.J.Brouwer, verzoekende om eenige onderstand als hebbende schipbreuk geleden.”023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
354 1832-1834 geen opgave van schip en boekhouder
1835 fregat Zorgvuldigheid J.Hulsen te Amsterdam
242 1836 geen opgave van schip en boekhouder
1837 galjoot Catharina Johanna de Groot Roelands en Co te Schiedam
1838 geen opgave van schip en boekhouder
1839-1840 brik Atalante geen opgave
1841-1845 fregat Paulina Boddaert en Co te Middelburg
Bouma025 vermeldt J.J.Brouwer als kapitein gedurende:
-
1834 t.m 1836 op het 3/m schip “De Zorgvuldigheid”, gebouwd in 1812, bouwplaats niet vermeld, 248 ton o.m., varend voor J.Hulsen te Amsterdam. In 1836 wrak geslagen en verkocht;
-
1838 (t/m 1852) van de bark-galjoot “Catharina Johanna”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 320 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;
-
1840 t/m 1841 van de brik “Atalanta” ex Hesperus, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 210 ton o.m., varend voor Boddaert te Middelburg;
-
1842 t/m 1845 van het 3/mschip “Paulina”, gebouwd in 1841 te Middelburg, 780 ton o.m., varend voor Boddaert & Co te Middelburg.
Overige bijzonderheden
“De Drie Gebroeders” op de rede van Paramaribo057:
18 september 1837 “... heden vertrok Captijn Brouwer het schip de Catrina Jacoba naar Amsterdam”.
13 februari 1838 “... heden gearriveerd captijn Brouwer galjoot Catharina Jakoba van Amsterdam”.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Janssen Brouwer op de:
“Maria” dd 08 juni 1833;
“Zorgvuldigheid”, dd 12 mei 1835 en 01 maart 1836;
“Catharina Jacoba” dd 18 april 1837 en 20 december 1837
Het Archief van de Waterschout in Amsterdam bevat een monsterrol dd 18 april 1837 van de galjoot “Catharina Jacoba” onder gezag van Johannes Jansen Brouwer met 10 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Hooijman & Schuurman011.
Bouma025 vermeldt J.J.Brouwer als kapitein (1837-1840) van de bark-galjoot “Catharina Jacoba”, zonder vermelding van een reder/boekhouder. Hij vermeldt in 1838 een kapitein J.J.Brouwer als gezagvoerder van de bark-galjoot “Catharina Johanna”. Deze kapitein was met vlagnummer 354/242 lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Maar van Sluijs013 neemt kapitein J.J.Brouwer op als gezagvoerder van de 3/mast-galjoot “Catharina Jacoba” en vermeldt daarbij zijn lidmaatschap van Zeemanshoop onder vlagnummer 354.
Ik neem aan dat er van verschrijvingen sprake is en dat J.J.Brouwer de gezagvoerder was van de “Catharina Jacoba”.
Leydse Courant 09 juli 1833:
“ Kapt. B.J.Martens, van Helvoet binnen, rapporteert den 29 juny op de hoogte van Goudstaart gepraaid heeft eene smak toonende Rotterdamsche vlag met No. 103, zijnde die van Kapt. G.A.Boomgaard, voerende het schip de Vrouwe Christina, en de 30ste dito voor de Hoofde een Driemastschip, toonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop met No. 354 zijnde die van Kapt. J.J.Brouwer, qq voerende het schip Maria, van Amsterdam naar Surinamen; als ook eene kof, toonende Rotterdamsche vlag met No. 85, zijnde die van Kapt. O.P Smith, voerende de kof Concordia, van Harlingen naar Leverpool.”