Familiegegevens en opleiding
J.Cremer werd geboren te Amsterdam op 17 februari 1779 en overleed in 1857.
Hij huwde met Sophia Margaretha van der Hout, geboren te Amsterdam op 09 februari 1787 en overleden 14 oktober 1878.
J.Cremer wordt aangeduid als “Havenmeester van het Groot N.H.Kanaal aan het Nieuwe Diep”.084
Hij overleed in 1858 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Cremer werd met nr.2 effectief lid van Zeemanshoop. Geen opgave van verdere bijzonderheden002.
J.Cremer was effectief lid/oprichter en van 1822-1823 bestuurslid van het College Zeemanshoop. Hij wordt als lid vermeld in de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822. In de vergadering van 27 september 1822 wordt hij tot vice-president verkozen019 en 023.
Hij werd per 12 augustus 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en "is in Maart 1825 van beroep veranderd"003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 maart 1826 staat de melding van het effectief lid J.Cremer, dat hij is benoemd tot havenmeester van het Groot Noord Hollandsch Kanaal. Hij is dan geen zeeman meer , maar met toestemming van het Bestuur “verbindt (hij) zich tevens te voeldoen aan Art.58 der wet, teneinde zijne deelgeregtigheid niet te verliezen.”042 Dit wetsartikel regelt de contributiebetaling, nl de verhoging van de bijdrage met de helft van de gewone contributie.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder J.Cremer.042.
In de Bestuursvergadering dd 26 mei 1831 staat vermeld dat het verhoogd voortdurend recht niet is toegestaan aan kapitein J.Cremer, daar hij reeds 52 jaar is. Hij moet worden beschouwd als “deelnemer in de Eerste Klasse zonder verhooging.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 maart 1856 staat een brief van J.Cremer “oprigter en oudste Effectief Lid, over zijne contributie handeldende”. In de vergadering van 24 april 1856 wordt zijn verzoek om aanpassing van de contributie om reglementaire redenen afgewezen. In de vergadering dd 31 juli 1856 doet kapitein Cremer een herhaald verzoek, maar het Bestuur blijft bij het eerder genomen besluit.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 verzoekt de wed. J.Cremer geb. van der Hout om een uitkering die haar in de vergadering van 25 februari 1858 wordt toegekend ingaande 01 februari 1858.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 vraagt A.E.Cremer, geb. Werdt om een tegemoetkoming voor haar zoon, i.c. de kleinzoon van de oprichter van het College. Dit wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dde 30 augustus 1860 staat de klacht van de wed. J.Cremer geb. van der Hout dat haar uitkering over juni en juli niet is ontvangen. Het Bestuur meldt dat de bedragen “aan de bode ter uitbetaling ter hand (zijn) gesteld.”042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat vermeld dat per 01 februari 1858 een uitkering werd toegekend in de 1e klasse aan de weduwe van J.Cremer, geb. van der Hout.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 01 februari 1859 staat vermeld een: “Brief van de Wed. A.E.Cremer geb. Werdt verzoekende onderstand voor haren zoon, als kleinzoon van een oprigter van het Collegie, het verzoek gewezen van de hand.”023 (ik neem an dat het hier gaat om een dochter van kapitein J.Cremer.)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
2 1825-1828 geen opgave van schip en boekhouder
J.Cremer was in 1824 gezagvoerder op het Amsterdamse fregat de "Vriendschap" 120 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren Westerman de Nijs & Co te Batavia. "1824 gebleven bij Vlieland"012.
Op 03 november 1820 zeilde de Catharina Anna Helena onder gezag van kapitein J.Cremer van Texel uit naar Suriname. Het schip kwam weer te Texel terug op 26 mei 1821 (berichten in de Amsterdamsche Courant013.). Geen melding in Archief van de Waterschout011.
Bouma025 vermeldt J.Cremer als gezagvoerder gedurende:
* 1820 van de 3/m pink “Catharina Anna Helena”, gebouwd in 1814 te Amsterdam (?), 300 ton o.m., varend voor P/v/d Broecke te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 28 september 1820 werd Willem Bek als kajuitwachter geplaatst op de "Anna Helena" met kapitein J.Cremer voor een reis naar Suriname004(531-1353)(zie ook bij Willem Bek).
Rotterdamsche Courant 12 maart 1822114
Amsterdam, 10 maart. In de storm van 7 en 8 maart zijn op de Zuidwal van Texel aan de grond geraakt (opm: buitenlandse schepen niet opgenomen)
-
Cremer naar Batavia, op de Rug bij de Balg; heeft ligters aangenomen om te lossen;
-
Olferts, naar Port-au-Prince, met verlies van fokke- en bezaanmasten;
-
Riesen naar St. Thomas, dezelve is echter spoedig weder in vlot water gebragt;
J.C. Visser (opm: VERHILDERSUM), naar Lissabon; heeft een schuit tot adsistentie.
Deze schepen hebben allen, behalve andere schade, ankers en touwen verloren.
Van de bovenstaande schepen kan men nog het volgende melden:
-
Cremer naar Batavia is sedert in de grond gestoten, zo dat het schip denkelijk weg zal zijn; van de lading en tuigagie als anderszins is men bezig te bergen. (opm: mogelijk fregat CATHARINA ANNA HELENA, dat gespaard bleef)
De staat van het schip van R. Hancock (opm: naar Baltimore) is mede zodanig, dat men aan deszelfs behoud twijfelt.
-
Riesen van (opm: eerder schrijft men naar, dat is waarschijnlijker) St. Thomas is sedert, met verlies van ankers en touwen, lekkagie en andere zeeschaden, door behulp van een loodsschuit in de haven van Texel gebragt; zal lossen om te repareren.