Familiegegevens en opleiding
Daniel Grim werd geboren te Amsterdam op 22 augustus 1810 als zoon van Daniel Grim en Jannetje Loopeker.
Hij trouwde op 09 januari 1840 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Christina Elisabeth van Otterlo, geboren te Amsterdam op 02 november 1808 als dochter van Sweerus van Otterlo en de koekbakster Isabella Christina Chavan. Christina overleed op 08 december 1891.
Daniel overleed in 1858 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.118.
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Daniel Grim, geboren 22 augustus 1810 (of 1811) te Amsterdam, Nederlands Hervormd, wonend in Haarlemmer Houttuinen 60, in 1852 op het Kattenburgerplein vanaf 1866 op de Lindeboomsgang 441 bij de Prinsengracht alle te Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Grim werd met nr.419 lid van Zeemanshoop per 05 mei 1835 op voorspraak van H.Blokziel. Zijn schip was de "Susanna"002.
Op 18 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Daniël Grim, 25 jaar, voerend het schip “Susanna”, wonend bij Mevr. de Wed. D.Grim, O.Z.Voorburgwal naast de Illustre School te Amsterdam, op voordracht van H.Blokziel023.
D.Grim werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1843.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 juni 1858 staat een aanvraag voor uitkering van de weduwe van kapitein D.Grim, geb. C.E. van Otterlo, welke haar in de vergadering van 24 juni 1858 voor haar en 1 kinde wordt toegekend ingaande 01 augustus 1858.042
In de Bestuursvergadering 24 juni 1858 vraagt de weduwe van D.Grim alsnog voor een maand gage vanwege de schipbreuk van haar man en deze wordt toegewezen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 juli 1858 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein D.Grim geb. van Otterlo 1 maand gage is uitgekeerd. In de notulen dd 13 juli 1858 staat dat C.E.Grim geb. van Otterloo een uitkering krijgt per 01 augustus 1858 voor haar en 1 kind.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
419 1835 fregat Susanna Nederl.Scheepsreederij
306 1836 fregat Susanna idem
1837 bark Clara Henriette idem
1838-1839 bark Susanna idem
1840 bark Straat Sunda Gebr.Henrichs & Co
1841-1851 bark Batavier idem
1852-1853 fregat Amphitrite J.Luden
97 1854-1857 fregat Amphitrite J.Luden
Bouma025 vermeldt D.Grim als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1837 op de bark “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;
* 1838 t/m 1839 van de brik “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam. Het schip werd in 1839 verkocht;
* 1839 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam. Het schip voer in 1840 voor Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam en was herdoopt in “Urania”;
* 1841 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1842 t/m 1844 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;
* 1853 t/m 1857 op het 3/m schip “Amphitrite”, op 23 juni 1840 op de werf ‘d Oranjeboom te Amsterdam te water gelaten met als scheepsbouwmeester de Graaf en Zn, 790 ton o.m., varend voor J.Luden te Amsterdamzie ook 013. In 1857 komende van Batavia gestrand bij Noordwijk. De lading verloren gegaan.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 09 mei 1837
Rotterdam, 8 mei. Kapt. C.W. Flens, voerende het schip DE VRIENDEN, van Batavia, Samarang. Soerabaya en Banjoewangi in Texel binnen, rapporteert, dan den 11 januari met hem van Banjoewangi zijn vertrokken de schepen SUSANNA, kapt. D. Grim, en de VIER GEBROEDERS, kapt. B.C. Jaski, beide mede naar Amsterdam.marhisdata
Handelsblad 21 december 1857 in de rubriek Scheepstijdingen
“Aangaande het schip Amphitrite, kapt. Grim, van Bat herwaarts gedestineerd, bij Noordwijk gestrand, wordt gemeld, dat het over de bank gestooten was; van de lading was een gedeelte der thee in eene bomschuit geborgen, terwijl men bezig was zooveel mogelijk te bergen”.
Verhandelingen en Berigten …056 (jg.1858, p.42)
Vermelding van de Amphitrite onder kapitein Grim van Batavia naar Amsterdam met als lading “goederen”. en dan:
“17 Dec. 1857 bij Noordwijk gestrand en totaal weg. Betrekkelijk weinig gered”.
Het NSM bezit een aquarel door J.Spin van het schip.
D.Grim verzorgde per 07 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Amphitrite” een troepentransport van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1857 na 118 dagen065.