Familiegegevens en opleiding
Berend Derks de Grooth werd geboren op 04 januari 1818 te Nieuwe Pekela als zoon van schipper Derk Klaassens de Grooth en Antje Harms Smit.
Berend trouwde op 05 maart 1841 te Nieuwe Pekela als schipper met Harmanna Jacobs de Weerd, geboren 15 januari 1814 te Nieuwe Pekela als dochter van burgemeester Jacob Harms de Weerd en Enjetta Rengers Brouwer. Berend ondertekende de huwelijksakte als B.D. de Grooth.
Harmanna was de weduwe Klaas Derks de Grooth, die is overleden op 24 september 1838 aan boord van zijn schip.
Harmanna overleed op 15 april 1898 te Nieuwe Pekela, 84 jaar, weduwe.
Berend overleed te Nieuwe Pekela op 17 september 1855, leeftijd 37 jaar, koopvaardijkapitein.
Burgerlijke Stand akten vermelden Berend Derks de Groot als schipper/koopvaardijkapitein in 1841, 1842, 1845, 1848, 1850, 1855.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.D.de Grooth (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.673 lid van het Amsterdamse college “Zeemanshoop” per 02 april 1844 op voorspraak van P.Huidekoper. Zijn schip was de "Drie Gezuster"002. Ten tijde van de inschrijving waren de Grooth en zijn vrouw 26 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons uit 1842 en 1848 en 1 dochter uit 1845002a.
In de Algemene Vergaderingen van 26 maart/02 april 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Berend Derks de Grooth, oud 26 jaar, voerend de kof “Drie Gezusters”, wonende te Nieuwe Pekela, adres bij de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Huidekoper.023.
B.D.de Grooth wass effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 673 in de periode 1844 t/m 1854 en met vlagnummer 310 in de periode 1854 t/m 1855
B.D. de Groot/Grooth was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 20 in de periode 1843 t/m 1851.
B.D. de Grooth was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 20 in de periode 1852 t/m 1855
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1852 staat een verzoek om een uitkering door kapitein B.D. de Grooth. In de vergadering dd 25 januari 1855 is het verzoek herhaald042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 22 februari 1855 wordt een uitkering voor 12 maanden toegekend ingaande 01 februari 1855.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 september 1855 staat het overlijden van kapitein B.D. de Groot en een verzoek om een uitkering voor zijn weduwe en kinderen. Deze wordt haar in de vergadering dd 25 oktober 1855 toegekend ingaande 01 november 1855.042
De notulen van de Algemene Vergadering dd 16 augustus 1853 melden dat een verzoek om onderstand door kapitein B.D.de Groot is afgewezen. In die van 27 maart 1855 wordt het verzoek herhaald en nu voor 12 maanden per 01 februari 1855 toegekend.023
In de notulen van de Algemene Vergadering van 06 november 1855 staat de mededeling dat per 01 november 1855 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein B.D. de Groot voor haar en 4 kinderen023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
673 1844-1852 kof De Drie Gezusters D.K.de Grooth te Pekela
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
310 1854-1856 geen vermelding van schip en boekhouder
1856 "overleden" (zou 1855 moeten zijn. Zie uitkering aan de weduwe hierna)
Bouma025 vermeldt.B.D. de Grooth als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1851 van de kof “Drie Gezusters”, gebouwd in 1827 te Harlingen, 152 ton o.m., varend voor J.F.Hoekstra te Harlingen;
* 1852 t/m 1853 op hetzelfde schip maar nu voor D.K. de Groothe te Pekela.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
12 februari 1837, kof “Houthandel”, kapitein Derk Klaassens de Grooth, matroos Berend Dirks de Groot uit Nieuwe Pekela.
1838, geen datum, kof “Houthandel”, kapitein Derk Klaassens de Groot, stuurman Berend Derks de Groot uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Jaarboek 2000 van het Fries Scheepvaart Museum en Oudheidkamer, p.25
In 2000 kwam het Museum door aankoop in bezit van “een op koper geschilderde afbeelding van het kofschip Drie Gezusters … Het scheepsportret (76 cm, hoog en 96 cm. breed) uit 1858 van het in 1828 gebouwde schip werd vervaardigd door een anoniem schilder. Het schip van 81 lasten was toen eigendom van de Harlinger rederij Hubert Jans. Het voer onder kapitein Roelf Bronnes Mulder (Nieuwe Pekela 1929 - 1859), die onder kapiteinsvlag nr. 69 bij het zeemanscollege Voorzorg in zijn woonplaats was ingeschreven. Onder nr. 3 van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg heeft de Drie Gezusters ook nog gevaren (betreft kapitein H.H.Boswijk - Parma034). De rederij verkocht het schip in 1882 toen het als lichter bij Terschelling in gebruik werd genomen.” (het heeft ook met nr. 69 van Zeemansvoorzorg gevaren onder kapitein J.Fluchmacher - Parma034)
De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN BINNEN GEKOMEN.096:
“14 April B. de Grooth 3 Gezusters Hout, Noorwegen.”
In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek SCHEPEN, WELKE ALHIER ZIJN UITGEGAAN het volgende096:
“26 Maart B. de Groot, 3 Gezusters, Ballast, Noorw.”
