Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Het Stadsarchief van Amsterdam bevat in archiefnummer 5081-7147 een aantekening omtrent de brik “Maria”, gevoerd door kapitein Jans Andriesen Balmer, waarin wordt meegedeeld dat de Brik Maria op 23 maart 1812 was gefranciseerd en dat te Amsterdam procuratie is verleend op 1 april 1814, (mogelijk ter verkrijging van een Nederlandse zeebrief, mogelijk aan kapitein Balmer.)103
Het Archief van de Waterschout van Amsterdam011a in het Stadsarchief van Amsterdam bevat de volgende monsterrollen:
38-91 18 april 1814, schip “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouder Olivier, bestemming Bilbao. 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, jongen.
38-98 25 september 1815, brik “”Maria”, kapitein Hans Andriesen Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouders Ponselet & Zn, bestemming Suriname, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 4 matrozen, ligtmatroos en jongen.
38-101 14 oktober 1816, brik “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Hollandse vlag, boekhouder Ponselet & Zn, bestemming Suriname, 8 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman/onderstuurman, kok, 4 matrozen en een kajuitwachter.
38-106 28 oktober 1817, brik “Maria”, kapitein Hans A.Balmer, varend onder Nederlandse vlag, boekhouder J.J.Poncelet & Zn, bestemming Suriname, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman, kok, 3 matrozen en een jongen
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Hans Andriessen Balmer als gezagvoerder van de:
“Vrundschaft”, dd 31 oktober 1801 (Deense vlag);
“Jonge Fredrik”, dd 26 oktober (Papenburger vlag); 24 maart 1810 (Pap.);
: Maria”, dd 18 april 1814; 25 september 1815; 14 oktober 1816; 28 oktober 1817;
“Eendragt”, dd 08 augustus 1820.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114
Amsterdam, 4 februari. Te St. Eustatius is gearriveerd H.A. Balmer van Amsterdam; te Surinamen E. Petersen van Middelburg; te Malaga Willaers en te Kadix (opm: Cadiz) Boom van Ostende; te Bordeaux Knudsen en te Rouaan Schreijenberg van Antwerpen; te Drontheim D.R. Steen van Dordrecht en J.S. Jensen van Antwerpen.
Rotterdamsche Courant 05 april 1821114
Amsterdam, 3 april. Kapt. P. Kraaij, voerende het schip (fregat) VREDENRIJK, van Berbice den 1 april in Texel binnen, meldt dat hij den 23 februari onder St. Eustatius zijnde, vernomen heeft dat het schip de EENDRAGT, kapt. H.A. Balmer, veertien dagen daarna met troepen van daar naar Amsterdam zou vertrekken.
Rotterdamsche Courant 24 januari 1822114
Advertentie. J.H.A. Balwé, H.J. Gemmening, G.W. Sesink Clee en J. Altena, makelaars, zullen op maandag den 28 januari 1822, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd de EENDRACHT, gevoerd door kapitein H.A. Balmer; is in het jaar 1821 zwaar vertimmerd en een nieuwe huid omgelegd; lang 24 ellen 7 duimen, wijd 6 ellen 2 palmen 2 duimen, hol 3 ellen 6 palmen 8 duimen, (opm: 24,07 x 6,22 x 3,58 m.), alles Nederlandse maat (zijnde Amsterdamse maat, lang 85 voeten, wijd 22 voeten, hol 13 voeten). Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.