Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Huyser van Reenen als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1866 van de bark “Acadia”, gebouwd in 1857 te St.John, Nova Scotia, 702 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;
NRC 04 mei 1864
Amsterdam, 4 mei. Aangaande het schip ACADIA, kapt. C. Huyser van Reenen, van Liverpool naar Boston, met schade te New-York binnengelopen, wordt van daar gemeld, dat het bijna de gehele reis voortdurend hevige orkanen en stormen had doorgestaan. Door hevige stortzeeën was de kajuit vol water gelopen en had men de pompen voortdurend moeten doen gaan. Het roer was gebroken, verschansingen, zeilen en rondhouten waren verloren gegaan, zodat kapt. Huyser van Reenen volgens daartoe bevoegde personen grote lof verdiend voor het binnenbrengen van het schip in dien staat waarin het verkeerde.
* 1868 van de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.;
* 1870 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
C.Huijser van Reenen vervoerde per 30 april 1869 van Nieuwediep met de “Jan.P.Koen” 1 landmachtofficier naar Indië en arriveerde te Batavia op 17 augustus 1869 na een reis van 99 dagen065.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.
In het tijdschrift “De Zee” Jg.1894, p.471 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij inzake een ongeval met het ss. Castor” onder kapitein J.R.Visser. Als commissielid wordt genoemd C.Huyser van Reenen.