|
Rotterdam, 5 juni. De 3e, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis DE NIJVERHEID, kapt. L. Heykoop, van Batavia; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. van Gelderen, van Smyrna en TRITON, kapt. Cornelissen, van Alexandrië, (de twee laatste liggen quarantaine op de rede); HENDRIKA, kapt. F.F. Harding, van Liverpool. De 3e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas, DE TWEE GEZUSTERS, kapt. D.T. de Jonge, van Dantzig; ACORN, kapt. R. Holland, van Margate en DE WELDAAD, kapt. W.J. Stuit (opm: tjalk, kapt. Willem Jans Stuut), van Havre-de-Grace (de twee laatsten als bijleggers). De 4e, des morgens, DE JONGE ALIDA, kapt. C. van der Weyden, van Messina, DE VROUW SIETSKE, kapt. E.W. Brink, van Le Havre. De 4e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis HERMINA, kapt. A.J. Hubert, van Dantzig; DE JONGE GERRIT, kapt. L. Hus, van Fécamp en AGATHA, kapt. B.J. Potjewyd, van Libau (als bijlegger); des morgens AMELIE, kapt. J.P. Braadharing, van Libau; HERCULES, kapt. H.W. Krechter, van Barcelona en is na visitatie van de quarantaine ontslagen. De 4e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas DOROTHEA, kapt. S.J. Pranger, van Koningsbergen en DE GOEDE VERWACHTING, kapt. A. van der Weyden, van Alexandrië, in Egypte en ligt quarantaine. Van Vlissingen is naar zee gezeild PAUL EN FREDERIK, kapt. J.H. Permien, van Koningsbergen naar Duinkerken. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.A. Doewes, naar Rouaan, PAULINE, kapt. J. den Duym en UDOMIE, kapt. F.J. van der Molen, naar Liverpool; NEPTUNUS, kapt. F. van der Steen, naar Londen en DE JONGE PIETER, kapt. J. Addison, naar Hamburg. Te Antwerpen zijn gearriveerd FREDERICK (opm: FRÉDÉRIQUE), kapt. J. Brand; GEORGE AUGUSTA, kapt. Witrok, van Buenos Aires; FORTUNA, kapt. Helm, van Nice; VROUW RIKA, kapt. Zoutman, van Horsen; VRIENDSCHAP, kapt. Ketelaar van Le Havre; CHARLOTTE MARIE, kapt. Frost, van Triest; ADELINE, kapt. De Weerd, van Libourne; ANNA LUPPINE, kapt. Plokker, van Liverpool; HERSTELLING, kapt. Jans, van Bordeaux.
|