|
Vlissingen, 9 mei. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: DE VROUW METTA, kapt. S.T. Meinert, van Hamburg, met raapzaad; GRETINA, kapt. W.S. Kuhlmann, van Carolinensiel, met garst; ALIDA, kapt. B.J. Borchers, van Bremen, met stukgoederen; MAGDALENA, kapt. E.K. Egberts, met garst en boter; MARTHA, kapt. C.W. Kuhlman, en NEPTHUNES, kapt. J.P. Visser, met garst, haver en wol, alle drie van Emden; de VROUW CHRISTINA, kapt. C. Meijer, van Hamburg, met stukgoederen; SOPHIA MARGARETHA, kapt. F. Haesloop, van Bremen, met garst; WISMAR, kapt. H.J. Krohn, van Memel, met houtwaren; MAGDALENA, kapt. J.O. Janssen, van Hornerseel (opm: Horumersiel), met garst; WEPKINA, kapt. H. Meintz, van Emden, met haver en boter. Ook zijn alhier ter rede gekomen: ANTINA, kapt. P.W. Lindeboom, van Ekawaderseel (opm: Eckwardersiel) naar Brussel, met garst; der KLEINE HANS, kapt. H.N. Koops, van Memel, met houtwaren, destinatie onbepaald, en die HOFFNUNG, kapt. D. Masters, van Leer naar Rotterdam gedestineerd, met stukgoederen. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: DIANA, kapt. A.A. de Jongh, naar Hull, met stukgoederen; METTA, kapt. T. Haasloop, naar Hamburg, met suiker; DOROTHEA, kapt. H. Engelhard, naar Rostock, met stukgoederen; AURORA, kapt. H. Holder, naar Gothenburg; ANNA CATHARINA, kapt. J.C. Mewes, naar Hamburg; de KLEINE DANIEL, kapt. H.E. Oortgiese, en AMALIA, kapt. J.W. Freese, beiden naar Noorwegen; LEONIDAS, kapt. T. Verept, en CATHARINA, kapt. A. Behrens, beiden naar Cuxhaven; de VROUW CATHARINA, kapt. D. Sanders; de CERES, kapt. M.F. Bunting, en DIANA, kapt. J. Pauls, alle drie naar Emden; LUNA, kapt. C.A. de Vries, naar Neuharlingersiel; FORTUNA, kapt. D. Julius, naar Hooksiel; de VRINDSCHAP, kapt. O.A. Arians, naar Emden; MARGARETHA ELIZABETH (N.B. geen kapt. vermeld), op avontuur, alle dertien met ballast; DILIGENTIA, kapt. J.B.M. Bokens, naar Hamburg, met suiker; BARBARA, kapt. J. Govaert; GEZINA, kapt. J.H. Ricke; de COMMERCIE, kapt. C. Sikkes; de HARMONIE, kapt. G. Middents, en ÆOLUS, kapt. J.B. de Kock, alle vier naar Emden; HENRICUS, kapt. A.B. Arfsten, naar Lissabon, en NANTINA, kapt. B.H. Saathoff, naar Cuxhaven, alle zeven met stukgoederen; de PIETER ANTHONY, kapt. D.J. d’Hooge, naar Hamburg, met stukgoederen. Nog is naar zee gezeild: de PRINSES VAN ORANJE, kapt. A. van Dijck, van Rotterdam, met passagiers en stukgoederen, naar Duinkerken bestemd. Den 11 dito. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: de VROUW BARBARA, kapt. H. Abrams, van Koningsbergen, met lijnzaad; de VROUW DOROTHEA, kapt. J.H. Carstens, van Bremen, met stukgoederen; de VROUW SOPHIA, kapt. J.T. Ahrens, van Wenda, met houtwaren; HANS, kapt. P. Niemann, van Riga met houtwaren; LINA, kapt. H. Lange, van Rostock, met tarwe. Hellevoetsluis, 10 mei. Heden morgen arriveerde uit zee: JONGE JOHANNIS, kapt. M. Nemzow, van Greifswald. Brielle, 10 mei. Heden morgen zeilde naar zee: BATAVIER, kapt. D. Dunlop, naar London. Den 11 dito. Heden zeilde naar zee: VROUW GEPBINA, kapt. P.J. de Vries, naar Fisherrow. Maassluis, 10 mei. Heden morgen zeilde naar zee: FENNEGINA, kapt. H.H. Puister, naar London. Den 11 dito. Heden zeilden naar zee: GUTE HOFFNUNG, kapt. T. Vos, naar Hull; TJAKKIEN, kapt. H. Drewes, naar London; ANNECHINA, kapt. E.S. van der Wijk; naar Kirkaldy; MARIA, kapt. J.J. Wiltus, naar Rostock.
|