Familiegegevens en opleiding
Cornelis Hofker werd geboren/gedoopt te Nes op Ameland op 24 juni/16 juli 1786 als zoon van Douwe Eeltjes Hofker en Aaltje Jans.
Cornelis Hofker werd geboren op Ameland op 24 juni 1786.
Hij huwde Treintje Foppes Brouwer, geboren op Ameland op 04 oktober 1792 en overleden in maart 1849. Het echtpaar kreeg een dochter op 11 augustus 1819, een zoon Cornelis Douwes op 10 augustus 1821 en een dochter op 15 juli 1823.
Cornelis overleed in 1843.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Hofker (adres Charbon & Co) werd met nr. 077 lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Datum en voorsteller zijn niet vermeld. Het schip was de "Nederlander"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 05 oktober 1824 werd Cornelis Hofker, oud 38 jaar, wonende te Ameland met vlagnummer 77 ingeschreven als effectief lid op voordracht van C.Koert023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 17 december 1825003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1833 staat vermeld dat aan een aantal leden wordt toegestaan deel te blijven behouden “hoewel onder vreemde vlag varend.” Hierbij is kapitein C.Hofker.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 januari 1844 vraagt de wed. C.Hofker, geb. T.F.Brouwer een uitkering die haar in de vergadering dd van 29 februari 1844 wordt toegekend voor haar en 1 kind ingaande 01 februari 1844.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 26 maart 1844 van Zeemanshoop werd aan F.F.Brouwer, de weduwe van kapitein C.Hofker, per 01 februari 1844 voor haar en één kind een uitkering toegestaan.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
77 1825 fregat de Nederlander Charbon & Zn
1826-1835 hoeker de Nederlander idem
44 1836-1837 hoeker de Nederlander idem
1838-1843 brik Nickerie Packet idem
Bouma025 vermeldt C.Hofker als gezagvoerder gedurende:
* 1822 van het 3/mschip “Pieter Anthony”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor Charbon & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1822 gestrand op Texel;
* 1826 t/m 1838 van de 3-mast hoeker “de Nederlanden”, gebouwd in 1802, 270 ton o.m., varend voor Charbon & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1838 afgekeurd wegens schade te Dover;
* 1839 t/m 1844 van de brik “Nickerie Packet”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 175 ton o.m., varend voor Charbon & Zn te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Cornelis Hofker als gezagvoerder van de:
“Pieter Antony”, dd 03 mei 1822; ; 02 november 1822;
“Nederlander”, dd 29 september 1824; 06 juni 1825; 08 december 1825; 09 december 1826; 27 november 1827; 01 juli 1828; 22 december 1828; 25 november 1829; 26 oktober 1830; 08 mei 1831; 01 november 1831; 14 december 1833; 27 november 1834; 11 september 1835; 19 juli 1836; 03 april 1837;
“Nickerie Packet”, dd 15 november 1838.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevindt zich een monsterrol van de hoeker “Nederlander” onder kapitein Cornelis Hofker uit Ameland met bestemming Nerva op 14 juni 1825.
Overige bijzonderheden
Amsterdamsche Courant, Zeetijdingen, 09 december 1822:
“In den storm van gisteren zijn van hunne ankers geraakt en gedreven de volgende: C.Höffker, Pieter Anthonie, van Amsterdam naar Berbice bij den Steilenbank op den Zuidwal …
Rotterdamsche Courant 10 december 1822114
Amsterdam, 8 december. In de storm van gisteren zijn van deszelfs ankers gedreven de schepen PIETER ANTHONIJ (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, naar de Berbice; VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, naar Surinamen; laatstgemelde zit bij de Steenenbank op de Zuidwal (opm: zie RC 141222 en 261222)…..
Rotterdamsche Courant 17 december 1822114
Amsterdam, 15 december. Aangaande het op de zuidwal van Texel zittende schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY,), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, wordt door de kapitein in dato den 12 dezer, des avonds te 7 uren, van boord gemeld, dat hetzelve tot op de stenen na (opm: met alleen de ballast nog in) gelost en sedert twee etmalen ledig gepompt was, zonder naderhand water ingekregen te hebben; daar hetzelve slechts een halve kabels lengte (opm: dus circa 93 meter) op de wal zit, hoopte hij dat het weder af te brengen zou zijn. Men heeft van Amsterdam ligters afgezonden om de lading, welke geheel beschadigd is en op Texel in ’s rijks magazijnen opgeslagen wordt, terug te brengen.
Rotterdamsche Courant 26 december 1822114
Amsterdam, 24 december. Aangaande het schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, in de storm van den 6 dezer op de Zuidwal gestrand , wordt in de brieven van Texel van den 19 en 20 gemeld, dat hetzelve den 17, des avonds te 6 uren, met de vloed was beginnen te stoten en men daarop getracht had het af te winden (opm: d.m.v. takels vlot te trekken), doch met het voortschieten van het schip had men het zo lek bevonden, dat er niet tegen te pompen was; intussen nog 12 man met pompen, benevens timmerlieden aan boord gekomen zijnde, waren den 18, des ochtends met laag water, 30 man bezig om het schip leeg te pompen en zo mogelijk de lekken te stoppen, doch met de vloed liep het binnen een kwart uur, ondanks het aanhoudend pompen en scheppen, weder vol, zo dat men den 19 genoodzaakt was met een der twee schuiten, die men tot hulp had, het schip te verlaten, terwijl de andere met de helft der manschap daarbij gebleven is, om het staande want, en hetgeen verder mogelijk was, te redden; zo men bespeuren kon, was de kiel van achteren geheel weggestotern en de lekken tevoren door het zand gestopt geweest.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.Wildschut werd met vlagnummer 462 per 16 april 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein F.C.Claus. Als zijn schip is genoemd de “Amsterdam”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren kapitein Wildschut en zijn vrouw 28 resp. 24 jaaqr. Ingeschreven staan twee zonen, geboren in 1835 en 1838002a
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 09/16 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Lourens Wildschut, oud 28 jaar, voerend de schoenerkof “Amsterdam”, wonend op de Korte Prinsengracht 35, op voordracht van kapitein T.C.Claus. Hij kreeg vlagnummer 462023.
L.Wildschut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1854 met vlagnummer 462.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1845 staat een brief van kapitein L.Wildschut. Hij ligt in scheiding “verzoekende bij zijn op handen vertrek, dat indien hij op reis mogt overlijden de uitkeering niet aan zijn weduwe maar aan zijn kinderen mag geschieden.” Het Bestuur stelt een uitspraak uit totdat het zover is.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1851 doet de penningmeester de mededeling dat een aantal leden waaronder L.Wildschut nalatig zijn in de betaling en zijn aangeschreven. In een nader bericht blijkt dat deze kapiteinheeft om uitstel van betaling heeft verzocht. Het Bestuur verleent hem dit uitstel yoy 01 oktober 1851. 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 staat de opzegging van het effectieve lidmaatschap van kapitein L.Wildschut.042.
De schepen van de kapitein
Vermelding on de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
462 1839-1841 sch.kof Amsterdam Boolen & Co
1842-1846 fregat Johanna Catharina R.A.H.Tollius Bennet
1848-1850 geen vermelding van schip en boekhouder
1851-1853 brik Sara A.Roquette
Bouma025 vermeldt L.Wildschut als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1842 op de kof “Amsterdam”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 168 ton o.m., varend voor Boolen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1842 verkocht;
* 1843 t/m 1848 van het fregat “Johanna Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 940 ton o.m., varend voor R.A.H.Tollius Bennet te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor Tollius Glurenkamp te Amsterdam en was herdoopt in “Sumatra”;
* 1847 t/m 1848 op het 3/m schip “Sumatra”, ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor R.A.Tollius Bennett te Amsterdam.
Discrepantie in de twee voorgaande opgaven.
Bouma025 vermeldt eveneens een L.Wildschut als gezagvoerder gedurende
* 1840 t/m 1842 van de kof “Jonge Cornelis”, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Th. Lefèvre te Amsterdam. Het wschip voer in 1846 voor J.A. & C.M. Simon Thomas te Amsterdam en was herdoopt in “Amsterdam
* 1840 t/m 1845 van de kof “Amsterdam” ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Th. Le Fèvre te Amsterdam.
Gezien de perioden en de naamgeving moet hier sprake zijn van fouten in de opgaven. Voorts moet er sprake zijn van een tweede persoon, die ik niet nader heb geïdentificeerd.
* 1852 t/m 1854 van de brik “Sara” ex Nickerie Packet, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 170 ton o.m., varend voor A.Roquette te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant van begin april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN096:
“5 April, op 51o20 Noorder breedte, 1o39 Ooster lengte, Sara, kapt. Wildschut, v. Amst. n. Suriname.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld:
Abrahamsz zocht in 1839 naar een opvolger voor de “Amsterdam”:
“Het gelukte mij dan ook een te vinden in de Persoon van Wildschut die mij door velen aanbevolen was en die ik meende als een geschikt persoon aan mijn patroon te kunnen aanraden.”
Familiegegevens en opleiding
Pieter Das werd geboren op 04 december 1820 te Kalkwijk, gem. Hoogezand als zoon van de schipper Jan Geerts Das en Jantje Jans Schuring.
Pieter trouwde op 01 april 1847 te Oude Pekela als schipper met Jaapkien Degenhart, geboren op 11 maart 1819 te Oude Pekela als dochter van de koopman Eltje Jans Degenhart en Hinderika Nannes Mulder. Jaapkien overleed op 16 april 1871 te Slochteren, 52 jaar, weduwe.
Pieter Jans overleed op 22 september 1866 te Slochteren, 45 jaar, logementhouder.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groninger vermelden Pieter Das als schipper in 1847, 1850, 1852, 1854, 1855, 1852, 1862, als logementhouder in 1862.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Das was met vlagnummer 59 in de periode 1853 t/m 1862 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein P.J.Das als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 van de bark-galjoot “Jacoba”, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes te Winschoten. Het schip werd in 1852 door dezelfde reeder herdoopt in “Christina Jacqueline” en kwam onder gezag van kapitein A.H.Dijkhuis;
* 1854 t/m 1857 van de kof “Alida”, gebouwd in 1844 te Groningen, 79 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar te Groningen;
Bouma vermeldt eveneens een P.J.Das in 1855 als gezagvoerder van een schip “Alida”, zonder bijzonderheden over type en bouw. De thuishaven is Oude Pekela en toegevoegd is dat hij lid was van het college de Trouw. Ik denk dat het hier een dubele opgave betreft waarbij alleen de thuishaven verschilt.
* 1856 van de brik “Truda”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 175 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in 1856, komend met graan van Galatz, bij Sulina gestrand;
Betreft het hier een korte tussenreis of een andere kapitein Das met de initialen P.J.?
* 1861 t/m 1862 van de schkof “Wubbiena Frederika”, ex Broedertrouw, gebouwd in 1847 te Pekela, 122 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in januari 1862 gestrand bij Elseneur en wrak geraakt.
De collectie monsterrrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
19 juni 1841, schip “Jantina”, kapitein Jan Jans Das, matroos Pieter Jans Das, 20 jaar.
06 juni 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela.
30 januari 1861, schip “Wubbina Frederika”, kapitein Pieter J.Das uit Oude Pekela.
Monsterrollen op het Gemeentearchief van Delfzijl
* 06 juli 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Klaas Fokkes Rengeling, 30 jaar uit Oude Pekela, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
NRC 10 januari 1854114
Rendsburg, 3 januari. Alhier overwinteren onder meer de navolgende schepen, als…..
ALIDA, kapt. Das, van Korsoer naar de Maas; …..
NRC 22 december 1854114
Dantzig (opm: Gdansk), 18 december. De Nederlandse kof ALIDA, kapt. Das, met granen van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam bestemd, is hier gisteren lek binnengelopen. De gedeeltelijk beschadigde lading moet gelost worden.
NRC 17 januari 1857114
Londen, 15 januari. Het Nederlandse schip TRUDA, kapt. Das, van de Donau naar Engeland bestemd, is bij de Sulina gebleven. De lading is verkocht.
NRC 04 september 1857114
Amsterdam, 3 september. De Nederlandse brik TRUDA, kapt. P.J. Das, is, volgens telegrafisch bericht van Galatz van de 1e dezer, lek uit zee bij de Sulina teruggekomen. Het schip maakt twee voeten water in het uur. Adsistentie zou worden afgezonden.
NRC 19 september 1857114
Galatz, 4 september. Het schip (opm: brik) TRUDA, kapt. P.J. Das, als vroeger gemeld bij de baai van Sulina lek geworden, is bij het naar binnen zeilen van deze haven op de baar aan de grond vastgeraakt.
NRC 22 september 1857114
Amsterdam, 21 september. Het schip GERTRUDE (opm: eerder geschreven als TRUDA), kapt. P.J. Das, bij de baar van Sulina lek geworden – zie ons nommer van 19 september – zal, volgens brief van Galata van de 11e dezer, weg zijn. De lading is zwaar beschadigd bevonden.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
Provinciale Groninger Courant 11 februari 1862114
Elseneur (Helsingör), 3 februari. Het te Pekela te huis behorend kofschip WUBBINA FREDERIKA, kapt. Das, van Windau (opm: Ventspils) met hout naar Amsterdam, sedert de 16e januari alhier ter rede liggende, verloor in de afgelopen nacht de ankers, geraakte met een Pruisische bark in aanzeiling en strandde heden morgen op een kabellengte zuidelijk van de haven.
Provinciale Groninger Courant 13 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. Het schip WUBBINA FREDERIKA, kapt. P.J. Das, van Windau (opm: Ventspils) naar Amsterdam, bezuiden deze haven gestrand, is wrak, doch de inventaris geborgen en alhier aangebracht. Men is bezig de lading te bergen.
NRC 21 februri 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 16 februari. Het wrak van de op 3 dezer alhier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA is gisteren in openbare veiling voor 56 thaler verkocht.
|