|
Rotterdam, 15 juli. De 12e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE GOEDE HOOP, kapt. S.H. de Groot, van Riga; CORNELIUS STAR, kapt. P. Kramer, van Fahrsund; de 13e, des namiddags, PROVIDENTIA, kapt. M. Jansen, van Drammen en WIGERDINA, kapt. W.J. Stuit, van Sunderland. De 14e, des morgens, zeilden ITOWA, kapt. G.G. Reimers, naar St. Ubes; WILHELMINA, kapt. C.E. Peters, naar Archangel; ANGELINA, kapt. H.H. Koop, naar Embden; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. A. Hoogendijk, naar Gibraltar. De 14e dezer, des morgens, zeilden ANNA AUGUSTA, kapt. H. Beursman, naar Cardiff. De 14e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis CLAUDINE, kapt. H. Kruse, van Libau; de 15e, des morgens, zeilden DE VIER GEBROEDERS, kapt. J.C.F. Lupcke, de STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau en de JONGE JAN, kapt. J.J. Bonn, naar Batavia; de GOEDE VERWACHTING, kapt. B.S. Stoffels, naar Kadix; KONINGIN VAN ZWEDEN, kapt. J. Grap, naar de Oost Zee. De 14e, na posttijd, arriveerde WILLIAM & JOHN, kapt. F. Geldert, van Newcastle. De 15e, des morgens, zeilden DOLPHIJN, kapt. J. Linberg, naar Lissabon; MARIA ENGELINA, kapt. H.J. Lange, DE VROUW MARIE, kapt. H.J. Schulte; DE VROUW STEYNA, kapt. E.H. Bekkering, naar ……; AUGUSTA CATINKA, kapt. L.J. Dreyer, DOROTHEA, kapt. J.C. Drent en HENRIETTA CHARLOTTA, kapt. P. Bruss, naar de Oost Zee; MARIA, kapt. P.E. Boer en WENNERDEN, kapt. H. Falk, naar Noorwegen; ANNA ADELHEID, kapt. G.J. Wesseling, naar Noorwegen. De 15e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis LUMMINA, kapt. J.J. Mulder, naar Embden; ANNEGINA, kapt. A.J. Boiten, naar Bergen; DE VRIENDSCHAP, kapt. H.J. Kruyter, naar …. . Kapt. Hillebrands, van Batavia in Texel binnen, rapporteert, op de 6e dezer bij Lezard gezien te hebben Zr.Ms. fregat ALGIERS; op de 8e dito, bij Bevesier, een schip met Rotterdamse nommervlag 34; nog op diezelfde datum bij de Singels het Rotterdamse schip genaamd BATAVIA, en op de 9e bij Zuidvoorland, de brik DE ONDERNEMING, kapt. Engels. Kapt. P.C. de Roth, voerende het schip JAPAN, van Batavia en Soerabaya in Texel binnen, heeft de 7e dezer, op de hoogte van Bevesier, gepraaid een kof, tonende Rotterdamse vlag n.º 32, zijnde die van kapt. F. Rietmeyer, voerende het schip DE JONGE HENDRIKA, van Rotterdam naar Konstantinopel. Ter rede van Vlissingen is aangekomen Zr.Ms. stoomboot SURINAME van Londen.
|