Inloggen
HARMONIE (DE) - ID 10494


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1830-10-27 / 1856-12-20 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1830
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Netherlands
Delivery Date: 1830-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 120.00 lasts
Gross Tonnage 2: 224.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 26.50 Meters Registered
Beam: 5.15 Meters Registered
Depth: 3.69 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-10-27
Register nr: 18300767
Scheepsnaam: HARMONIE
Type: Brik
Lasten: 120
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Bonke, J.B.
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Rijnbende, P.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
Turksche pas naar West Indien

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1830-00-00 DE HARMONIE
Manager: Firma Bonke & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1856-05-16 BOXTEL
Manager: Hendrik Hermanus Roelofs Heijermans, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hendrik Hermanus Roelofs Heijermans, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1834-12-08: Damaged
Rotterdam, 22 december 1834. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van de 19e december.
De HARMONIE, kapt. Rijnbende, van Rotterdam naar Batavia, is gepraaid door de ANJER, kapt. Jansen, ter hoogte van Penzance gearriveerd, zeilende met een nood-fokkemast, hebbende zijn fokkemast veertien dagen te voren op 3º NB in een storm verloren.
1839-02-21: Stranded
Het schip (opm: brik) HARMONIE, kapt. L. Geelkerken, van Rotterdam naar Batavia is volgens brief van Ramsgate van 21 februari 1839 bij Sandwich Flats gestrand en vol water gelopen. De equipage is gered en de lading beschadigd gelost.
1856-12-20: Final Fate: Collision

Cuxhaven, 21 december 1856. De Nederlandse brik BOXTEL, kapt. K.L. Hille, van Rotterdam naar Manzanilla de Cuba bestemd, is in het Kanaal door het Spaanse stoomschip HAMBURGO, van Barcelona te Hamburg aangekomen, overzeild. De bemanning is gered en met de HAMBURGO alhier aangebracht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Paulus Rijnbende, koopvaardijschipper, geboren rond 1780, wonende te Schiedam, zoon van Paulus Rijnbende (varensgezel) en Barbera van den Egaart.

Hij trouwde in 1812 met Henrica Bos, geboren 1783 te Alblasserdam als dochter van Cornelis Bos (smidsbaas) en Aagje Koppen.062.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Paulus Rijnbende was op 14 september 1819 één van de elf oprichters van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij kreeg vlagnummer R2. Hij was effectief lid t/m 1835058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het  Jaarverslag 1835 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) vermeldt het overlijden in 1835058.

In het Jaarverslag 1835 van het Coillege staat vermeld dat de weduwe van Paulus Rijnbende een uitkering kreeg voor 9 maanden van f 112,-. In het Jaarverslag van 1836 staat vermeld dat de weduwe van Paulus Rijnbende een uitkering kreeg van f 150,-. In de Jaarverslagen 1837 t/m 1841  staat dat de weduwe van P.Rijnbende een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-,  maar dan is niet uit te maken op het hier om Paulus of Pieter Rijnbende gaat. Tot en met 1838 zal het wel om Paulus gaan omdat Pieter pas in 1838 is overleden. 058 ZIE OOK BIJ PIETER RIJNBENDE

In het Jaarverslag 1862 van het College staat dat de weduwe van kapitein C. Rijnbende in dat jaar is overleden, maar de ledenlijst vermeldt geen kapitein met dat initiaal. Ik kan geen keuze maken of het hier de weduwe van kapitein R29 of R2 is geweest058.

 

De schepen van de kapitein

Van Sluijs013 vermeldt in zijn kapiteinslijst Paulus Rijnbende als gezagvoerder van de “Gonnemie” (1816-1817); “Vrouwe Agatha” (1817-1819); “Rotterdam “ (1820-1822); “Maria Agnita” (1823 en 1825-1829); “Hesperus” (1824); “Harmonie” (1831-1835). (ik heb deze schepen niet in de schepenlijst van van Sluijs gecontroleerd).

 

Bouma025 vermeldt P.Rijnbende als gezagvoerder gedurende:

*   1823 t/m 1829 op de brik “Maria Agneta”, gebouwd in 1816, 150 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;

*   1824 op de galjoot “Hesperus”, gebouwd in 1814, 123 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar

     Er lijkt een overlap te zijn, maar in Bouma is ook verwarring tussen verschillende personen met de naam Rijnbende, maar verschillende initialen. Zie ook bij W.Rijnbende.

*   1832 t/m 1835 op de brik “Harmonie”, gebouwd in 1830 te Alblasserdam, 234 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Paulus Rijnbende op de:

“Harmonie”, dd 11 augustus 1834.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 17 september 1816114

Rotterdam, 16 september. Het schip (opm: kof) BARBARA GEERTRUIDE, kapt. Paulus Rynbende, van Bordeaux naar Rotterdam, laatst van Brest, is gezonken (opm: nabij Katwijk); de kaptein en de equipagie hebben zich ternauwernood met de boot gered en zijn te Katwijk aangekomen.

 

Rotterdamsche Courant 29 oktober 1816114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Mantauban van Swyndregt en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hunne Principalen en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad, zijn van mening, op heden den 29 oktober 1816, des namiddags ten 4 uren, in het Logement genaamd Het Badhuis, onder de Boompjes, aan de meestbiedenden te verkopen: een partij Scheeps-gereedschappen, bestaande in touwen, ankers, zeilen, rondhout, en andere goederen, geborgen van het bij Katwyk verongelukte Koffscheepje BARBARA GEERTRUIDA gevoerd geweest door schipper Paulus Rynbende; bij kavelingen, zo als dezelve scheeps-gereedschappen zullen zijn liggende in of voort het pakhuis op de Gelderschekaai, nabij de Koningsteeg, kunnende heden voormiddag door een ieder worden bezigtigd.

 

Rotterdamsche Courant 04 september 1817114

Te Rotterdam liggen in lading naar:

Surinamen, hebbende ook zeer geschikte plaats voor passagiers: het gekoperd Schoonerschip de ZEEMEEUW, kaptein Lourens de Vries, om den 25 september te vertrekken.

Idem: het Brikschip de COURIER, kaptein Auke van Dyk, om den 22 september te vertrekken.

Idem, mede voor passagiers, om spoedig te vertrekken: het gekoperde, hegt, sterk en snelzeilende Fregatschip de VROUW AGATHA, kaptein Paulus Rynbende.

 

Rotterdamsche Courant 06 december 1817114

Rotterdam, 5 december. Op 4 december, des morgens uit de Maas gezeild de VROUW AGATHA, kapt. P. Rynbenden, naar Surinamen. Des namiddags was nog een driemaster in het gezigt; volgens rapport, is hetzelve gevoerd door kaptein Rynbenden, uit de Maas; dezelve heeft twee loodsen aan boord tot adsistentie. De wind W.Z.W.

Dit schip is niet in zee gekomen, maar heeft bij het uitzeilen op de Maas-droogte zijn roer afgestoten, en is door twee loodsen naar Goeree gewerkt. (opm: bewerkt)

 

Rotterdamsche Courant 16 augustus 1818114

In lading liggend te Rotterdam naar: …

Surinamen: om spoedig te vertrekken, het hecht, sterk, snelzeilend gekoperd Fregatschip de VROUW AGATHA, kaptein Paulus Rynbende; zijnde dit schip zeer geschikt voor de vaart op de Kolonie en de kajuit wel ingerigt ter overvoering van passagiers. …

 

Rotterdamsche Couraant 10 februari 1820114

Rotterdam, 8 februari. Volgens brieven, te Amsterdam over Demerarij van Surinamen ontvangen, is het fregatschip de VROUW AGATHA, kapt. Paulus Rijnbende, aldaar van Rotterdam gearriveerd in het laatst van november anno passato (opm: verleden jaar).

 

Rotterdamsche Courant 28 september 1820114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het gekoperd Fregatschip de VROUW AGATHA, kapt. Pieter van Vliet, mede voor passagiers.

Idem: het gekoperd Schoonerschip de ZEEMEEUW, kapt. Hendrik van Duijn.

Idem: het Brikschip ROTTERDAM, kapt. Paulus Rijnbende.

 

Rotterdamsche Courant 16 augustus 1821114

Rotterdam, 15 augustus. Van Middelburg wordt van den 12 dezer gemeld: heden is alhier gearriveerd het fregatschip DE ZEEUW, L. Wouterse, van Surinamen, in 37 dagen. Gemelde kapitein rapporteert dat op den 2 juli aldaar was gearriveerd Zr.Ms. brik van oorlog DE ZWALUW, kapt.luit. J.J. de Jonge, komende van de Beneden- en Bovenwinds-Eilanden in de Caraïbische Zee; schip en equipagie waren in goede staat. Voorts, dat het brikschip ROTTERDAM, kapt. Rijnbende, gereed was om te vertrekken, en dat in de Kolonie op de gemelde 2 juli was overleden de boekhouder-generaal Beugel. Door gemelde kapitein is den 20 juli, op 39º50’ N.B. 57º W.L. in goede staat gepraaid het brikschip HESPERUS, van Demerarij naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 04 september 1821114

Rotterdam, 3 september.

…..Den 3 arriveerden CONCORDIA, N.C. Voss, van Riga; ONLYSON, R.W. Guine, van Richmond, laatst van Falmouth, en kapt. P. Rijnbende, voerende de nummervlag nr. 2, van Surinamen.

 

Rotterdamsche Courant 06 september 1821114

Rotterdam, 5 september. Kapt. P. Rijnbende rapporteert, dat hij op den 1 september, bij Portland, in het Kanaal, in goede staat gezien heeft een kofschip voerende de Rotterdamse nummervlag 58, zijnde kapt. J.H. Warmolts, komende van St. Ubes (opm: Setubal) en gedestineerd naar de Oostzee.

 

Rotterdamsche Courant 25 september 1821114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het schip ROTTERDAM, kapt. Paulus Rijnbende, om met den eersten te vertrekken….

 

Rotterdamsche Courant 15 december 1821114

Rotterdam, 14 december.

….Den 13 zeilden ROTTERDAM, P. Rijnbende, naar Surinamen; CLEMENS ALBERT, J.C. Uswald, naar Havana, TELEMACHUS, J. Pratt, naar Londen, WABASH, W. Eglin, naar Baltimore; de DRIE GEZUSTERS, A. Azon Jacometti, en JORINA. T. van Duivenboden, naar Batavia; de wind Z.O…..

 

 

Rotterdamsche Courant 10 januari 1822114

Amsterdam, 8 januari. In een brief van Ostende, van den 3 januari, meldt men, dat de vorige nacht aan de kust aangedreven waren enige goederen en een brievenzak, welke laatste, aan de Magistraat bezorgd zijnde, gebleken was afkomstig te zijn van het schip ROTTERDAM, kapt. Paulus Rijnbende, van Rotterdam naar Surinamen.

 

Rotterdamsche Courant 10 januari 1822114

Rotterdam, 9 januari. Den .. arriveerde te Helvoetsluis AMPHITRITE, J.P. de Groot, van Hamburg, als bijlegger, door lekkagie, naar Gibraltar; dezelve heeft aan boord kapitein Rijnbende met zijn gehele equipagie. Gemelde kapitein heeft den 31 december 1821 zijn schip, genaamd ROTTERDAM, bij de Vlaamsche Banken verloren (opm: brik ROTTERDAM, kapt. Paulus Rijnbende); de wind N.O.

 

Amsterdamsche Courant 07 juni 1825. Apart artikel onder de rubriek WEST-INDIE:

“PARAMARIBO, den 12den April. Eenige minuten na middernacht tusschen den 11den en 12den dezer maand werd aan boord van het Nederlandsch koopvaardijschip Willem den Eersten, Kapt. Jens Johannissen, ontdekt dat er brand onder in dien bodem was; er werd om hulp van boord der naast omliggende schepen geroepen; de Kapt. J.Hulsen zond dadelijk manschappen, en bij de opening der luiken, sloeg de vlam uit; de rook was zoo zwaar dat men, in den buitendien donkeren nacht, niets verrigten kon; bespeurende dat de felle brand niet meer te blusschen was, riep Kapt. Jens Johannissen zijne schepelingen toe, van zichzelve en hetgeen zij nog mogten uithalen te redden; en ging toen ook zelf nog eens in de kajuit, waarschijnlijk om zijne papieren en andere stukken van aangelegenheid te trachten met zich te nemen; hij werd gevolgd van een der schepelingen, die echter door den opstijgende damp genoodzaakt was dadelijk te rug te keeren, terwijl kapt., alhoewel dringend te rug geroepen, nog eenige korte oogenblikken langer beneden blijvende, zulks het droevig gevolg had, dat de brand een aan boord zich bevonden hebbend vaatje buskruid genakende de losbarsting hiervan het schip in lichte laaije vlam zette, en tevens het leven van den kapt. moet hebben verkort, vermits sedert dat oogenblik hij niet weder tevoorschijn is gekomen. Deze brand was zoo fel dat de naast aan in de laag liggende schepen, wilden zij behouden blijven, geen tijd hadden om de ankers te ligten, maar genoodzaakt waren de touwen achter en voor te kappen.

Dit had dan ook een gunstig gevolg voor de schepen, de Zorgvuldigheid, Kapt. J.Hulsen; de Henriette, Kapt. J.E.Schneebeeke en de Henriette, Kapt. J.C. Willemse, wiens boegspriet en kluiverpen reeds aan het branden was, andere schepen zoo als de Maria, Kapt. E.D.Dekker; de Jonge Willem, kapt.G.van Meedevoort ; de vier Gezusters, Kapt. Jan van Dijl vlooden van het gevaar door uit de laag en op stroom te verhalen; het schip Maria Agnita, Kapt. P.Rijnbende in de binnen laag liggende en zich los gemaakt hebbende, geraakte, door het laatste van den vloed, vast op den wal, het schip Betsy, Kapt.M.Mac Dougal van Rotterdam in de laag voor de Willem den Eersten, voor twee kettingen achter en voor vastliggende, liet de achter ketting slippen, maar voor hij zulks met de voor ketting konde doen, had de brand van de Willem den Eersten, (wiens achter touw afgebrand zijnde en deze bodem dus met het laatste van den vloed op deszelfs voor touw rondzwaaijende, met de achter steven naar den wal, tegen de Betsij langszij aankomende,) ook dezen aangetast en overmeesterd, zoodanig dat de afbranding van dezen bodem niet kon gestuit worden. De Willem den Eersten brandde af en zonk, de eb zette zich nu ten half drie ure in.

Om voor te komen dat de brand van de Betsij tot de huize overvloog, en dat, wanneer deszelfs braspil verbrand en dus de bodem zelf van de voorketting los rakende met de eb naar de beneden in de laag liggende schepen zoude afdrijven, ook aan dezen geen letsel toebragt, werden twee trossen om het roer en aan de wal vastgemaakt tevens gaten in het schip geboord, de midden en bezaan masten gekapt en om ver gehaald, en de brandspuit in een groote pont ingescheept daarop spelende gehouden, tot vijf ure des morgens, toen een zware regenbui een einde maakte aan den rampvollen brand en eene minder slegte uitkomst gaf, dan men bedugt was.

De ijver door den Oversten P.Muller en de andere Heeren Officieren van ’s Rijks Brik van oorlog Merkuur betoond, heeft grootelijks bijgedragen tot de spoedige stuiting van dezen dreigenden brand; - waarbij tegenwoordig zijn geweest Zijne Exellentie de Generaal Majoor en Gouverneur, de leden der regering enmeer andere Burgerlijke en Militaire autoriteiten.

De toestand de ekwipage der beide afgebrande schepen is deerniswaardig, hebbende dezelve alles verloren.

Na de vermelding dezer bedroevende gebeurtenis, mogen wij niet nalaten de verdiende hulde aan de nagedachtenis van den ongelukkigen Kapitein Jens Johannissen, die slechts alleen daarvan het slagtoffer is geworden, toe te wijden. - Zijne bestendige zorg voor zijnen kostbaren bodem; de eerste na zoo vele jaren stilstands in onze Nationale scheepsbouw, alhier, in den jare 1816 gerimmerd (getimmerd?) en ten regten daarvan de sieraad. - Zijn gestadig verblijf aan boord - De goede orde en discipline welke daar steeds heerschte - Dit alles heeft het onheil niet mogen voorkomen. Maar nimmer zal voorzeker het geheugen van zoo vele goede hoedanigheden worden uitgewischt bij de Reeders van zijnen bodem, bij welke zij hem ten regten geacht hadden gemaakt, - bij de Planters, welke denzelven mede hadden leren waarderen, - bij zijne equipagie, welke hem vereerde en beminde. Terwijl eindelijk eene gade en kinderen, in hem den besten verzorger hebben te betreuren.”

 

Rotterdamsche Courant 29 juni 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Surinamen: het schip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos.

Idem: het schip MARIA AGNITA, kapt. Poulus Rijnbende.

Idem: het hoeker-schoonerschip GUIANA, kapt. G. Straatman.

Idem: het driemastschip VREDE EN VRIENDSCHAP, kapt. G. Nieuveen…..

 

Rotterdamsche Couranten 25 juli 1822114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: ….

Surinamen: het nieuw gekoperde Fregatschip de TWEE VRIENDEN, kapt. Hendrik Bos, is bij

 uitnemendheid goed ingerigt voor passagiers.

Idem: het schip MARIA AGNITA (MARIA AGNIETA), kapt. Poulus Rijnbende…..

 

Algemeen Handelsblad (datum?)

Het schip HARMONIE, Kapitein van Geelkerken, van Rotterdam naar Batavia is volgens brief van Ramsgate van 21 Februari 1839 bij Sandwich flat gestrand en vol water geloopen, de equipage is gered en de lading beschadigd gelost. Hoop bestond het schip na lossing af te brengen. Men meldt van Ramsgate 25 Februari dat dien morgen aldaar was binnengebracht de brik HARMONIE.

 

Rotterdamsche Courant 03 oktober 1822114

Rotterdam, 2 oktober. Den 1 dezer zeilden van Helvoetsluis de schepen MARIA AGENETA (opm: MARIA AGNIETA), P. Rijnbende, naar Suriname, en JOHANNA MARIA, H. Olsen, naar Oosterrisoer.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Rijnbende, Paulus
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Laurent van Geelkerken werd geboren op 26 februari 1812 te Hoek in Zeeuws Vlaanderen als zoon van Marinus van Geelkerken, chirurgijn, en Margaretha Plankeel.

Hij huwde op 22 januari 1840 te Rotterdam met Maria Stetser, geboren 26 november 1815 te Rotterdam als dochter van Maria Stetser. Laurent woonde te Hoek, West-Kapelle en Rotterdam.

Hij overleed op 24 augustus 1878 te Rotterdam005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.van Geelkerken werd met nr.589 lid van Zeemanshoop per 06 juli 1841 op voorspraak van H.Poppen. Zijn schip was de "Harmonie". Hij heeft als lid bedankt002. Ten tijde van de inschrijving waren van Geelkerken 28 resp. 25 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 juni/06 juli 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Laurens van Geelkerken, oud 29 jaar, voerend de brik “Harmonie”, wonend te Rotterdam, op voordracht van kapitein H.Poppen. Zijn vlagnummer werd 589.023

 

L.van Geelkerken was met vlagnummer R85 van 1839 t/m 1871 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

L.van Geelkerken was van 1859-1860, 1862 en 1866-1868 afwisselend commissaris en in 1869 permanent commissaris van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding kreeg van f 100,-,- kennelijk vanwege een ongeluk met zijn schip058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       589                             1841           brik                   Harmonie                                              geen opgave

                                           1842           brik                   Harmonie                                              Bonke & Co te Rotterdam

                                      1843-1850     bark                 Johan Jacob                                          idem

                                      1851-1852     bark                 Johann Jacob                                        idem

 

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein L. van Geelkerken met vlagnummer R85 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851        van de bark “Johan Jacob”   350 last              varend voor Bonke & Co te Rotterdam

*    1855, 1858        van het fregat “Delft”            417 last              varend voor Bonke & Co te Rotterdam

*    1859                   geen schip vermeld

*    1862 t/m 1865  van de bark “Delft”                388 last              varend voor Bonke & Co te Rotterdam

*    1866, 1867        geen schip vermeld

 

Bouma025 vermeldt L. van Geelkerken als gezagvoerder gedurende:

*    1838 t/m 1843 op de brik “Harmonie”, gebouwd in 1830 te Alblasserdam, 246 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;

*    1844 t/m 1852 op de bark “Johan Jacob”, gebouwd in 1844 te Schiedam, 650 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam. In 1852 strandde het schip op Prinsen-eiland op reis van Rotterdam naar Batavia;

*    1854 op de bark “Theresia” ex Aeolus, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 440 ton o.m. varend voor Bonke & Co te Rotterdam

*    1855 t/m 1859 op het 3/m schip “Delft”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 789 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam. Het schip brandde in 1859 uit met een lading suiker te Soerabaja;

*    1861 t/m 1866 op de bark “Delft”, ex Wilhelmina Catharina, gebouwd in 1850 te Elshout, 735 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

L.van Geelkerken verzorgde per 15 maart 1846 vanuit Nieuwediep met de “Johan Jacob” een troepentransport van 4 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 juli 1846 na 120 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 30 april 1863 vertrok hij van Brouwershaven met de “Delft” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 01 augustus 1863 na 93 dagen.065.

 

Zierikzeesche Courant 23 januari 1864

Te Brouwershaven gearriveerd op 20 januari 1864 de “Delft”, kapitein L. van Geelkerken  van Batavia

Zierikzeesche Courant 30 maart 1864

Te Brouwershaven gearrriveerd op 26 maart 1864 de “Delft”, kapt. L. van Geelkerken, komend van Rotterdam op weg naar New York. Het schip zeilde uit op 27 maart 1864.

 

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door L. van Geelkerkekn.104.

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Geelkerken, Laurent van

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Bouma was met vlagnummer R177 in de periode 1843 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart wordt melding gemaakt van een financiële bijdrage aan de wed. H.Bouma voor de opleiding van haar zoon F.H.Bouma tot stuurman.

In de Jaarverslagen 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein Bouma een jaarlijkse uitkering heeft gekregen van f 170,- voor haar en haar kind058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.Bouma met vlagnummer R177 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849, 1851 van de brik “Harmonie”   120 last  varend voor Bonke & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt H.Bouma als gezagvoerder gedurende:

  • 1844 t/m 1853 van de brik “Harmonie”, gebouwd in 1830 te Alblasserdam, 246 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

“Met de brik De Harmonie reisden Tine en Eduard Douwes Dekker via Banda naar Batavia. Tot Banda waren ze niet de enige passagiers: er moesten drie ballingen worden afgezet.   .Begin september ging De Harmonie op de rede van Batavia voor anker.   . Ze bleven niet lang in Batavia. Op 15 september 1852 vertrok De Harmonie van Batavia, met Dekker en zijn vrouw aan boord. ‘De eerste stuurman was dikwyls dronken’, vertelde Mimi later, ‘en om den bejaarden kapitein de rust te gunnen die deze volstrekt behoefde, hield Dekker zelf menigmaal de wacht’. Hij-zelf schreef in het Memoriaal: ‘Hofmeester & bootsman hulp beloofd - navigatie - ellende van oude matrozen. Waar blijven ze?’. Ook staat er iets over tegenwind en ‘verveling aan boord’. Met enige vertraging kwam het schip op Sint-Helena aan. … Na het verblijf op Sint-Helena verliep de reis tamelijk voorspoedig. … ‘De eerste Kersnacht van 1852 overnachtten zy te Hellevoetsluis in een bedstee!’ “

p.264 Uit: MULTATULI Leven en werk van Eduard Douwes Dekker door Dik van der Meulen.

SUN, Nijmegen, 2002. 912 pp

In Bouma025 is de enige brik met de naam HARMONIE uit de periode rond 1852 het in 1830 te Alblasserdam gebouwd schip, varend voor Bonke & Co te Rotterdam. Alle andere schepen uit deze periode zijn kleiner (kof, galjoot, tjalk, e.d.) en niet geschikt voor de vaart op de Oost. Voorts wijst de aankomst in Hellevoetsluis op een Rotterdamse reeder. In 1852 was de gezagvoerder van het schip kapitein H.Bouma.

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Bouma, H.

Familiegegevens en opleiding

Henry George Surie werd geboren op 12 januari 1824 te Amsterdam als zoon van de Lutherse Joan Hendrik Willem Surie, boekhouder, en Wilhelmina Elizabeth Sievers. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerhaven nr. 2.

Hij trouwde op 13 september 1854 te Rotterdam met Catharina Helena Lehman, geboren 10 januari 1830 te Rotterdam als dochter van de Lutherse Johan Sebastiaan Lehman, rijtuigmaker, en Dorothea Catharina Frederika Apell. Hij werd na zijn loopbaan op zee koopman en commissionair.

Hij overleed te Rotterdam aan de Calandstraat op 10 oktober 1905005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G.Surie Hij was met vlagnummer R390 in de periode 1853 t/m 1867 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voor het effectief lidmaatschap heeft bedankt en honorair lid is geworden058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.G.Surie met vlagnummer R390 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1855, 1858, 1859,

1862 t/m 1864                                  van de bark “Almonde”   294 last voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam

1865 t/m 1867                                  geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.G.Surie als gezagvoerder gedurende:

*     1854 van de brik “Harmonie”, gebouwd in 1830 te Alblasserdam, 246 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;

*     1855 t/m 1866 op de bark “Almonde”, gebouwd in 1854 te Papendrecht, 556 ton n.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.G.Surie vervoerde per 08 mei 1863 vanuit Nieuwediep met de “Almonde” 1 landmachtsoldaat naar Indië en arriveerde te Batavia op 29 augustus 1863 na een reis van 113 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Surie, Henry George

Familiegegevens en opleiding

Provinciale Groninger Courant 30 april 1863114

Amsterdam, 28 april. De bark PERTINAX, kapitein W.E. Hageman, van Nigpo naar Amoy is op 26 januari buiten de Gilolo-passage, op St. Helenabank verongelukt. Van de opvarenden zijn 10 man gered en te Shanghai aangekomen, doch de kapitein, diens vrouw en kind, de tweede stuurman, de timmerman, de hofmeester, matroos B. Koning en de lichtmatroos B.O. Petersen, benevens 23 Chinese passagiers zijn verdronken.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.E.Hageman werd met nr.782 effectief lid van Zeemanshoop per 16 april 1861 op voorspraak van D.van Ketwich. Zijn schip was de "Pertinax"002. Ten tijde van de inschrijving was Hageman 40 jaar 002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat vermeld dat per 09/16 april 1861 als effectief lid werd ingeschrevenWillem Eduard Hageman, oud 40 jaar, voerend de in aanbouw zijnde bark “Pertinax”, voor rekening van  J.Rahder Hz, op voordracht van kapitein D. van Ketwich.023.

 

W.E.Hageman was met vlagnummer R177 in de periode 1855 t/m 1863 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        782                       1861-1862     bark                 Pertinax                                                 J.Rahder & Co

 

In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding kreeg van f, 100,- vermoedelijk vanwege een ongeluk met zijn schip058.

In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt opgegeven dat hij is “vermist of verongelukt”058.

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein W.E.Hageman met vlagnummer R177 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855                       van de brik “Harmonie”          190 last        varend voor Bonke & Co te Rotterdam

*    1858, 1859                                                                 geen vermelding van schip en boekhouder

*    1862                       van de bark “Pertinax”            204 last        varend voor J.H.Rahler & Co te Amsterdam

 

e-mail dd 21 oktober 2005 van M.Lindenborn:

Van André Delporte, onze Belgische researcher, kwamen onlangs volgende notities:

Bron: Le Précurseur, van 1856:

11/4/1856 : vente publique du brick hollandais HARMONIE, Kapt. Hageman 209t, makelaar : Van den Bergh (ML: ook dit klopt dus, zie Bouma, schip geb.1830)

 

Bouma025 vermeldt W.E.Hageman als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1856 van de brik “Harmonie”, gebouwd in 1830 te Alblasserdam, 246 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam;

*    1857 van de bark “van Bosse”, gebouwd in 1854 te Bremerhaven, 665 ton o.m., varend voor Bonke & Co te Rotterdam. Het schip is van Shanghai naar Singapore verongelukt op de Rioe-Kioe eilanden;

*    1862 t/m 1863 op de ijzeren bark “Pertinax”, gebouwd in 1861 te Amsterdam, 391 ton o.m., varend voor J.Rahder & Co te Amsterdam. Het schip verongelukte in 1861 in de Chinese Zee.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Hageman, Willem Eduard

Familiegegevens en opleiding

Klaas Lourensz Hille werd geboren op 25 april 1825 te Zaandam als zoon van Lourens Hille en Elizabeth Snoek.

Hij trouwde met Gijsje Zwanenburg. Een overlijdensdatum is niet vermeld.

In het Notarieel Archief van Katwijk d.d. 14-12-1864 wordt hij genoemd als koopvaardij-kapitein wonend in Katwijk aan Zee054-060. (een scheepsnaam wordt niet genoemd).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.L.Hille was met vlagnummer R403 in de periode 1855 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1865 van het College  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij conform art. 37 van het reglement is geroyeerd. Dat betekent dat hij is uitgeschreven058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein K.L.Hille met vlagnummer R403 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855                       van de bark “Marie Julie”                  196 last    voor A.N.E Serruys te Rotterdam

*    1858, 1859            van de brik “Prinses Charlotte”        141 last    voor H.H.Roelofs Heijermans te Rotterdam

*    1862 t/m 1864      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden de volgende bijzonderheden:

K.Hille voer in 1856 de brik “Boxtel” (ex Harmonie), gebouwd in 1830 te Alblasserdam aan de Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor H.Roelofs Heyerman te Rotterdam Het schip werd, op weg van Rotterdam naar Manzanillla (is dit Manzanillo op Cuba?) op 21 december 1856 in het Kanaal overvaren door het Spaanse stoomschip “Hamburgo”. De equipage werd aan boord van het stoomschip genomen en aldus gered.

Algemeen  Handelsblad 25/26 december 1856

“De Holl.brik Boxter (sic) van Rotterdam naar Manzanilla bestemd is volgens berigt uit Cuxhaven van 21 dezer in het kanaal aldaar door de Spaansche stoomboot Hamburgo overzeild; de equipage heeft zich aan boord der stoomboot gered.”

 

Bouma025 vermeldt K.G. (moet zijn K.L.) Hille als gezagvoerder gedurende:

*    1856 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan J.A.Scott & Co te Rotterdam en herdoopt in “Anna”;

*    1858 t/m 1862 van de 3/msch “Prinses Charlotte”, de kiel gelegd op de werf van E.de Hoog te Maassluis op 09 juli 1849, te water gelopen op 07 augustus 1850, 140 last, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs Heyermans te Rotterdam. Het schip werd op 14 januari 1862 te Rotterdam verkocht aan C.Vlierboom & Zn te Rotterdam en werd herdoopt in “Japan Packet”.zie ook 013.

       (Bouma spreekt van L.K.Hille, maar dit is hoogstwaarschijnlijk een omkering van de initialen).

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Hille, Klaas Lourensz

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1834-08-11
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: HARMONIE
Schipper: Reinbende, Paulus
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: HARMONIE (DE), aquarel gemaakt in 1841, kapirtein Berend Jansen Muller (vlagnummer R122)
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.364
DVD VIII - 853, 855
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip HARMONIE, thans BOXTEL

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 16 mei 1856

type schip brik, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper firma Bonke & Co., Rotterdam, boekhouders van het schip en
mede-reders, voor zichzelf en hun mede-reders

gevoerd door kapt. W.E. Hagemans

eigenaar/aankoper Hendrik Hermanus Roelofs Heijermans, koopman te Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 224 tonnen (meetbrief Rotterdam, 19 januari 1853)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 26,50 m., breed 5,15 m., hol 3,69 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 16 mei 1856

nummer van registratie deel 41, folio 159, recto, vak 3

notaris F.N. Montauban van Swijndregt, makelaar te Rotterdam

prijs NLG 11.000,-

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 090608


Naam BOXTEL
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1856
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1856
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ACTE VAN KOOP/VERKOOP Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.364
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk