Inloggen
JONGE JAN - ID 11195


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-04-07 / 1834-10-25 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1794
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Hoeker
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Hendrik de Hoog, Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Dutch Republic, pre-1795)
Launch Date: 1794-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 35.00 lasts (commercial)
Deadweight: 55.00 lasts (rye)
 
Length 1: 18.90 Meters Registered
Beam: 4.05 Meters Registered
Depth: 2.60 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-04-07
Register nr: 18140423
Scheepsnaam: JONGE JAN
Type: Hoeker
Lasten: 0
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Kruijff Jr., Pieter
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Quakkesteijn, Dirk
Opmerkingen: Eerste zeebrief
enig eigenaar

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1794-00-00 JONGE JAN
Manager: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Dutch Republic, pre-1795)
Eigenaar: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Dutch Republic, pre-1795)
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfshaven / Netherlands (Dutch Republic, pre-1795)

Date/Name Ship 1795-00-00 JONGE JAN
Manager: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)
Eigenaar: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfshaven / Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)

Date/Name Ship 1806-00-00 JONGE JAN
Manager: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Eigenaar: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfshaven / Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)

Date/Name Ship 1810-00-00 JONGE JAN
Manager: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Eigenaar: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands (part of French Empire 1810-1813)
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfshaven / Netherlands (part of French Empire 1810-1813)

Date/Name Ship 1814-04-07 JONGE JAN
Manager: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Pieter Kruijff Jr., Delfshaven, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfshaven / Netherlands

Date/Name Ship 1823-12-03 TRITON
Manager: Petrus Joannes Stuyck & Claes, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1830-07-26 JUFFER CLARA
Manager: Harmannus Krak, Veendam, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Harmannus Krak, Veendam, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Veendam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Parten verdeling in de TRITON per 3 december 1823:

Jean Lambert Michiels, 1/3 part,
Jan Schouten 1/3 part en
Petrus Joannes Stuyck en Jean Cornelis Claes, handelende onder de firma P. Stuyck & Claes, 1/3e part,
allen kooplieden te Antwerpen

Ship Events Data

1829-10-27: Damaged
Amsterdam, 3 november 1829. Het schip (opm: hoeker TRITON, kapt. M. Knudsen, van Petersburg naar Zaandam, is, volgens brief van Delfzijl van de 27e oktober, na een gedeelte der lading overboord geworpen te hebben, door een Blankenezer visser, zwaar lek en met verlies der boegspriet, stengen, raas, boot, alle de ankers en touwen, zeilen en tuigage, aldaar binnengebracht.
1830-07-26: Sold at auction
Advertentie. Op woensdag den 21 juli 1830, des namiddags te twee uren, zal te Delfzijl ten huize van de Kastelein H.G. Roelfsema, eerst bij kavelingen en vervolgens in massa, publiek ter verkoop, ten overstaan van een daar toe bevoegd beambte worden gepresenteerd een welbezeild Nederlands galjootschip (opm: bouwjaar 1814, in RC 071129 en oudere documentatie nog omschreven als hoeker), met de daarbij voorhanden zijnde inventaris, groot ingevolge Nederlandse meetbrief 102 tonnen, genaamd TRITON, liggende in de haven van Delfzijl, alwaar hetzelve twee dagen voor en op de verkoopdag te bezichtigen is, en inmiddels nader informatie te bekomen, het zij in persoon of bij gefrankeerde brieven, ten kantore van de ondergetekende P.J. Vos te Delfzijl.
(opm: GRC 200730 meldt dat de veiling is uitgesteld tot maandag 26 juli)
1834-10-25: Final Fate: Wrecked

In de hevige storm van de 24 op de 25 oktober 1834 van het verleden jaar trof mij de gevoeligste slag mijns levens, door het verongelukken van mijn dierbare echtgenoot Pieter Krak, in de ouderdom van 31 jaren, voerende het galjootschip de JUFFER CLARA, van Delfzijl, met zijne equipage, bestaande in zes manschappen, op Ameland, op zijne reis van Osterrisoer naar Delfzijl.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Quakkesteijn, Dirk
Overige informatie: 1814-04-07

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A. v/d/ Weyden als gezagvoerder gedurende:

*   1829 t/m 1835 van de hoeker “Wisselvalligheid”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 104 ton o.m., varend voor Hoogendijk te Vlaardingen;

*   1837 t/m 1842 op de hoeker “Maria Johanna”, gebouwd in 1810, bouwlocatie niet vermeld, 140 ton o.m. óf 1817, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton, varend voor A.Hoogendijk te Vlaardingen;

*   1859 t/m 1862 van de hoeker “Verwisseling”, gebouwd in 1837 te Vlaardingen, 99 ton o.m., varend voor S.van Gijn & Zn te Vlaardingen;

*   1863 t/m 1873 van de hoeker “Wilhelmina”, gebouwd in 1847 te Vlaardingen, 105 ton o.m., varend voor van Harwegen & den Breems te Vlaardingen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Weyden, A. v/d
Overige informatie: 1815-03-03

Familiegegevens en opleiding

David Janse Cupido werd geboren op Ameland c. 1756005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hij was met vlagnummer R43 in de periode 1819 t/m 1833 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1829 van het Rotterdams Zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam, J/126) wordt vermeld dat aan “acht oude en behoefige Kapiteins” waaronder nr. 43, een “voorloopig bepaalde uitkeering” wordt gedaan. Herhaald in Jaarverslagen 1829 t.m 1832. In het  Jaarverslag 1833 staat vermeld dat hij in 1833 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat dat tot aan zijn dood plus aan zijn weduwemet drie kinderen een uitkering is verstrekt van f 182,53. In 1834 was de uitkering voor de weduwe plus drie kinderen f 190,90.

In het Jaarverslag 1835 (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein D.J.Cupido een uitkering heeft ontvangen van f 211,- voor onderstand en schoolgeld voor haar en haar drie kinderen. In de Jaarverslagen 1836 t/m  1839  is de uitkering f 200,- voor haar en twee kinderen. In 1840 staat dat de uitkering f 42,50 bedraagt, zijnde 3 maanden “tot haar overlijden”. (ze is kennelijk in april 1840 overleden). In het Jaarverslag 1840  staat dat aan een kind van wijlen D.J.Cupido is uitgekeerd een bedrag van f 15,- voor een periode van 9 maanden. In 1841 is de uitkering f 20,-058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.J.Cupido als gezagvoerder gedurende:

*    1830 t/m 1834 van de bom “Industrie”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 51 ton o.m., varend voor J.Bonker te Alblasserdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Douwe Jans Cupido op de:

“Flora”, dd 11 september 1815.

 

Overige bijzonderheden

Van Sluijs013 vermeldt bij de “Willem de Eerste”, walvisvaarder, het volgende:

“Het schip Willem de Eerste, comm J.C.Groendijk, uitgerust door de Ned. Groenl. en Straat Davis Visscherij Sociëteit te Harlingen, is 27 Mrt 1827 uit ’t Vlie gezeild en is 27 Mei in Groenland verongelukt, de equipage is door den Rotterdamschen Commandeur D.J.Cupido opgenomen en vervolgens overgezet op verscheidene schepen (Bremer en Hamburger) alsmede op het schip van comm. J.C.Adriaan (Nederland), die de commandeur J.C. (of J.J.) Groendijk en 14 man in Texel heeft aangebracht. 24 Sept. voor 98% schade uitgekeerd.  Brief Ds.W.A.Poort ag no 16340 (is dit een code uit het NSM?)

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.108         Op 01 januari 1825 werd voor een periode van 10 jaar te Harlingen de Groenlandse en Straatdavidse Visscherij Socviëteit opgericht met Pieter Rodenhuis als president directeur.

                   “The 1827 season again brought misfortune to the company. Willem de Eerste(II) left the harbour of Harlingen 0n 27 March 1827 ubder the command of Jan Cornelisz Groendijk. …Exactly two months later, while on the Greenland whaling grounds, the vessel was damaged and had to be abandoned. Douwe Jansz Cupido, whaling captain fom Rotterdam, came tot the secue of the crew and took them all on board his ship Maasstroom. Later, some crew were transferred to whaleships sailing under the flags of Bremen and Hamburg. J.J.Adriaan, Captain of Nederland brought Groendijk and 14 men back to their home port

p.121         In 1825 werd te Rotterdam opgericht de “Nederlandsche Maatschappij voor Walvisvangst”.

                   “Between 1825 and 1828, two ships – Rotterdam, Jacob Keller master and the pink Maasstroom (155 last/249 tons) under Douwe Jansz Cupido, who was born on Ameland – were equipped for whale and seal hunting in the Arctic.”

                   Op beide schepen voeren leerlingen van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart mee.

p.122         De vangstresultaten van kapitein Keller waren teleurstellend, maar “The Rotterdam-based company achieved better resluts with the Maasstroom” maar dan met de vangst van robben “Whaling, however, had been a complete failure”. In 1827 werd de Rotterdamse maatschappij opgedoekt. “… Maasstroom  was auctioned on 23 October 1827. One year later, all gear and equipment was sold.”

 

Op 27 maart 1827 vaart het Pinkschip met als Commandeur Jan Cornelis Groendijk weer uit, maar op 27 mei 1827 verongelukt het bij Groenland, 'Het volk is geborgen'(= gered) door Douwe (sic) Jansz Cupido. [It Beaken, 1983: 16].

Gegevens van Auwert Dijkstra te Schiermonnikoog (april 2009). Zijn vrouw is een Groendijk en stamt van Terschelling

 

Rotterdamsche Courant 14 augustus 1819114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hunnen Principaal, zijn van mening (na gedane aangifte ingevolge de Wet), publiek te veilen en aan de meest daarvoor biedenden (zonder affslag) te verkopen, op dinsdag den 24 augustus 1819, des namiddags te 4 uren, in het Logement genaamd het Badhuis, in de Boompjes, het Hol van het Brigantijnschip, genaamd FLORA, laatst gevoerd bij kaptein D.J. Kupido, lang over steven 75 voet en 9 en 9 twaalfde duim, wijd, binnen de huid, 21 voet en 3 twaalfde duim, hol, in het ruim, 10 voet 6 en 7 twaalfde duim, alles Amsterdamse maat, zo als hetzelve is liggende; en een partij Scheeps-gereedschappen, bij kavelingen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, masten, stengen, ra’s en verder rondhout, staande en lopend want en andere scheepsgoederen meer. Het voorschreven Hol is liggende in de Zalmhaven en de Scheeps-gereedschappenen op de kaai voor het gemelde Hol, alwaar dezelve daags vóór en op de dag der veiling door een ieder zullen kunnen worden bezichtigd. Iemand nader onderrigting begerende, spreke de bovengemelde makelaars.

(opm: in de verder identieke advertenties van 17 en 24 augustus werd het hol nu omschreven als dat van een Galjasschip)

 

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei.

….Den 19 zeilde ALBERDINA, D.A. Wilkens, naar Rouaan, en arriveerden la LOUIS MARIE, kapt. J. Hervé, van St. Malo; de JONGE JAN, D.J. Kuijpedo, van Liverpool. ….

onzeker of deze advertentie op de goede plek staat.

 

 

Datum vanaf: 1822
Kapitein: Cupido, David (Of Douwe?) Janse
Overige informatie: 1822-01-18

Datum vanaf: 1825
Kapitein: STINZE, D.

* Schakenburg ca 1777

Datum vanaf: 1829
Kapitein: KNUDSEN, MATHEUS

Familiegegevens en opleiding

Pieter Krak werd gedoopt te Veendam 22 februari 1804 als zoon van de apothekar Gerhardus Harmannus Krak en Grietje Egges Kleve.

Hij trouwde op 02 januari 1828 te Veendam als zeeman met Rena/Reina Everts Hoveling, geboren te Veendam  09 deccember 1806 als dochter van de schipper Evert Eppes Hoveling en Hindrikjen Geerts Oortjes. Rena hertrouwde op 21 november 1839 te Veendam met de landbouwer Hindrik Daniels Kotter. Reina overleed op 17 december 1883 te Zuidwending gem. Veendam, 77 jaar, weduwe.

Pieter verdronk in de nacht van 22 op 23  oktober 1834 aan boord van de galjoot “Jufvrouw Klara”. Het schip lag voor anker op het buitenstrand bij Ameland en is in de storm vergaan, waarbij de bemanning is omgekomen.

De weduwe Reina Everts Hoveling wilde na enige jaren opnieuw huwen, en liet het overlijden van kapt. P. Krak gerechtelijk vastleggen. Aan de documenten gedeponeerd bij acte 104/1837 in het overlijdens register Veendam wordt het onderstaande ontleend:

(overlijdensregister Veendam 1837, nr.104)

 

‘overwegende dat uit voor bovengemeld Vredegeregt [kanton Holwert, Prov. Vrieslandt] afgelegde en bevestigde verklaringen van getuigen regtens genoegzaam blijkt, “…dat in den morgen van den 23 oktober 1834 op het buitenstrand van Ameland het onderst boven, en ontramponeerd is komen aandrijven het galjootschip JUFVROUW KLARA, blijkende voor anker te hebben gelegen, - volgens de gevonden papieren te huis behoorende te Delfzijl en gevoerd door kapitein Pieter Krak, van Veendam, en als stuurman Jan Evert Zoutman, mede van Veendam, komende met eene lading hout van Ooster Risoer, in Noorwegen, en gedestineerd naar Delfzijl, en dat alzoo, vermits er niemand van de equipagie heeft kunnen worden gered, de genoemde kapitein en stuurman, met de overige manschappen in de zee, voor het bovengemelde Amelandsche strand zijn omgekomen, terwijl in die dagen wel lijken zijn aangespoeld, die echter reeds onherkenbaar, en buitendien onbekend waren…”

(overlijdensregister Veendam 1837, nr.104)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Kracke was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 16 in de periode1833-1837

 

De schepen van de kapitein

Galjoot Jufvrouw Klara/Juffer Clara.

 

In een lijst van verloren gegane schepen in 1835 in een lijst van Gedeputeerder Staten van Groningen staat de kof Juffer Clara onder kapitein Pieter Krak. De 6 koppige bemanning is verdronken.

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 04 november 1834114

Ameland, 26 oktober. Ook in den jongste stormen hebben alhier vele ongelukken plaats gehad. Zo is in de nacht van de 18e op de 19e dezer, in de Buitengronden van dit eiland verongelukt de Franse haringvisser No. 79, waarschijnlijk genaamd EDUARD en te huis behorende te Fécamp; de gehele equipage is daarbij, voor zo veel men kan nagaan omgekomen; acht lijken zijn uit het wrak opgevist en behoorlijk ter aarde besteld.

In de nacht van de 23e op de 24e daaraanvolgende strandde het Pruisische brikschip AUGUSTA, kapt. Ludwig Swell, met houtwaren, lijnzaad en veren, van Memel naar Londen bestemd; de equipage uit elf man bestaande, is gered en met het bergen der lading en tuigage is men druk bezig, doch het schip zal weg zijn.

In den late avond van de 24e daarop, strandde het Deens sloepschip de FEM SÖDSKEDAM (opm: FEM SODSKENDE), kapt. Hans Hanzen, met garst van Denemarken naar Londen bestemd; te middernacht kreeg men kennis van deze stranding, de reddingboot werd toen naar de strandingplaats gebracht, doch kon door de hoge branding niet in zee komen, terwijl men door de duisternis en regen ook geen leven op het schip kon ontdekken. Zekere Thomas B. Roep van hier, gelukte het, na onderscheidene vruchteloze pogingen, eindelijk, niettegenstaande de hoge brandingen, met een paard al zwemmende, zo nabij het schip te komen, dat hij de in het want zittende en om hulp roepende equipage ontdekte, waarop het, op aanmoediging en belofte van beloning van de heer grietman en assessor Scheltema, aan de even te voren aangekomen S.R. Brouwer, S.G. Hannema, J.C. Kolmer en H.L. Wagenaar, gelukte de boot in zee te krijgen, en de kapitein, stuurman en twee matrozen in een jammerlijke toestand aan wal te brengen, hebbende deze sedert de vorige avond negen uren in het want gezeten en met slingerende mast telkens onder water bedolven geweest; zijnde de kajuitswachter en een matroos over boord geslagen en verdronken. Van schip, lading en tuigage heeft men niets kunnen bergen.

 

In denzelfden nacht dreef omgekeerd op strand het hol van een kofschip, beladen met Noordse houtwaren, van welke equipage, herkomst of bestemming, men nog niets heeft ontdekt; verders zijn nog op strand gevonden twee bootjes waarop met vergulde letteren stond geschreven de JUFFER CLARA.

 

(opm. Hydro. Dienst: Wrak nummer 503, FEM SODSKENDE. Wrak nummer 511 de JUFFER CLARA, galjoot, Nederlands, kapt. P. Krak, lading hout. Wrak nummer 452 L’EDUARD DE FÉCAMP, logger. Wrak nummer 432, AUGUSTA, bark. )

 

Provinciale Groninger Courant 11 november 1834114

Een mastloos, tweemast galjoot of kof met Noors hout is volgens brief van Harlingen van 3 november, zonder volk op Ameland gestrand, ingevolge twee daarbij aangedreven naambordjes, genaamd de JUFFER CLARA, kapt. P. Krak (opm: in het overzicht van het Delfzijler Zeemanscollege DE VEREENIGING door S. Parma aangehaald als kapt. H. Kracke, geen schepen bekend), van Osterrisoer naar Delfzijl. Nog mede was aldaar aangespoeld een opgedoekte blauwe signaalvlag met een rode en een witte hoek, met No.16, zijnde waarschijnlijk de Collegievlag van Delfzijl en wel als zijnde die van bovengenoemde kapt. Krak. Nog heeft men in het schip gevonden een stuk hout, waarop S.H. Bok 1833.

 

 

Datum vanaf: 1832
Kapitein: Krak, Pieter

Algemene informatie

1815

RC 210315
De 19de maart zeilde uit de Maas. de JONGE JAN, A. van der Weyden naar Drontheim.

1816

RC 160116
Brielle, 14 januari. Uitgezeild de JONGE JAN, A. van der Weyden naar Noorwegen.
RC 230516
Gisteren, 21 mei, arriveerde in de Maas de JONGE JAN, A. van der Weyden van Transewee.

1817

RC 110117
Heden, 10 januari, zeilde uit de Maas de JONGE JAN, A. van der Weyden naar St. Ubes.
OHC 190417
Arrivementen: Te Brielle binndengekomen A. van der Weyden van Faro.

1819

OHC 270219
Texel, 23 februari. Terug uit zee, A. van der Weyden, wegens lekkage (van Rotterdam naar Dundee).
LCO 100319
Amsterdam, 8 maart. Seders onze laatste van Texel uitgezeid A. van der Weyden naar Dundee.

1821

OHC 090621
Arrivementen: Te Helvoet binnengekomen A. van der Weyden van St. Ubes.

1822

RC 090222
Rotterdam, 8 februari. Van Den Briel zeilden den 7 de JONGE JAN, D. Kuijpedo, naar Londonderry, en de VROUW ELIZABETH, M. van Putten, naar Londen.

1824

RC 100124
Den 7 januari zijn van de rede van Middelburg naar zee gezeild het fregatschip de ZEEUW kapt. C. Riekels, naar Suriname, en de hoeker TRITON, kapt. D.I. Cupido, naar Lissabon.

1829

RC 051129
Amsterdam, 3 november. Het schip (opm: hoeker TRITON, kapt. M. Knudsen, van Petersburg naar Zaandam, is, volgens brief van Delfzijl van de 27e oktober, na een gedeelte der lading overboord geworpen te hebben, door een Blankenezer visser, zwaar lek en met verlies der boegspriet, stengen, raas, boot, alle de ankers en touwen, zeilen en tuigage, aldaar binnengebracht.
RC 071129
Amsterdam, 5 november. De hoeker, met kofstuig en schietende stengen, door kapt. R.R. Sap ontmoet, bevorens reeds gemeld, is, volgens brief van Delfzijl van de 2e dezer, het aldaar binnengebrachte schip TRITON, kapt. M. Knudsen, van Petersburg naar Zaandam.

1830

PGC 130730
Advertentie. Op woensdag den 21 juli 1830, des namiddags te twee uren, zal te Delfzijl ten huize van de Kastelein H.G. Roelfsema, eerst bij kavelingen en vervolgens in massa, publiek ter verkoop, ten overstaan van een daar toe bevoegd beambte worden gepresenteerd een welbezeild Nederlands galjootschip (opm: bouwjaar 1814, in RC 071129 en oudere documentatie nog omschreven als hoeker), met de daarbij voorhanden zijnde inventaris, groot ingevolge Nederlandse meetbrief 102 tonnen, genaamd TRITON, liggende in de haven van Delfzijl, alwaar hetzelve twee dagen voor en op de verkoopdag te bezichtigen is, en inmiddels nader informatie te bekomen, het zij in persoon of bij gefrankeerde brieven, ten kantore van de ondergetekende P.J. Vos te Delfzijl.
(opm: GRC 200730 meldt dat de veiling is uitgesteld tot maandag 26 juli)

1832

RC 181232
Rotterdam, 17 december. De schepen ELIZABETH, kapt. J.H. Brandt, van St. Petersburg, HARMANNUS WIARDI, kapt. H.A. Post en de JUFVROUW CLARA, kapt. P. Krak, beide van Riga en alle drie naar Amsterdam, laatst van Elseneur, zijn den 3 dezer ter rede van Kopenhagen binnengelopen.

1834

PGC 111134
Een mastloos, tweemast galjoot of kof met Noors hout is volgens brief van Harlingen van 3 november, zonder volk op Ameland gestrand, ingevolge twee daarbij aangedreven naambordjes, genaamd de JUFFER CLARA, kapt. P. Krak (opm: galjoot, bouwjaar 1794, kapt. Pieter Krak, Veendam), van Osterrisoer naar Delfzijl. Nog mede was aldaar aangespoeld een opgedoekte blauwe signaalvlag met een rode en een witte hoek, met No.16, zijnde waarschijnlijk de Collegievlag van Delfzijl en wel als zijnde die van bovengenoemde kapt. Krak (opm: de vlag behoorde toe aan H. Kracke). Nog heeft men in het schip gevonden een stuk hout, waarop S.H. Bok 1833.

1835

GRC 060135
In de hevige storm van de 24 op de 25 oktober van het verleden jaar trof mij de gevoeligste slag mijns levens, door het verongelukken van mijn dierbare echtgenoot Pieter Krak, in de ouderdom van 31 jaren, voerende het galjootschip de JUFFER CLARA, van Delfzijl, met zijne equipage, bestaande in zes manschappen, op Ameland, op zijne reis van Osterrisoer naar Delfzijl. Veendam Reina E. Hoveling, de 6 januarij 1835. Weduwe P. Krak. Deze dient tot bekendmaking aan familie en bekenden, zowel in als buiten deze Provincie. (opm: bekort)

 

 

 




 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Gemeente-Archief Rotterdam Archiefnummer Rott.1.01.2520.1814.50

DVD XI – 50
CEDULE

Naam schip de JONGE JAN

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Rotterdam, 4 april 1814

type schip hoekerschip

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt. Drik Quakkesteyn

eigenaar Pieter Kruyff Jr., Rotterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 55 roggelasten, 35 commercielasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating schip is gebouwd te Delfshaven in 1794

plaats / datum registratie

nummer van registratie deel

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: bewijsstukken:
1. bijlbrief van de meester-scheepsmaker Hendrik de Hoog te Delfshaven van 28 maart 1814, bewijzend, dat het voornoemde schip op zijn werf voor rekening van Pieter Kruyff Jr. te Rotterdam in den jare 1794 is gebouwd.









researcher/datum research: ML / 160909

Naam JONGE JAN (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Rotterdam
Jaar 1814
Toegang 1.01
Inventaris 2520

Gemeente-Archief Rotterdam Archiefnummer Rott.1.01.2520.1818.392

DVD XI - 5213
CEDULE

Naam schip de JONGE JAN

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Rotterdam, 14 december 1818

type schip hoeker

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Pieter Kruyff Jr., Rotterdam (enig eigenaar)

te voeren door kapt. Ary van der Weijde

grootte in tonnen 55 rogge-lasten en 45 gemeten lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Delfshaven in 1794

plaats / datum registratie

nummer van registratie deel

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: bij de eigendomsverklaring is gevoegd een bijlbrief van de scheepmaker Hendrik de Hoog te Delfshaven in dato 28 maart 1814, waarbij deze verklaart het schip in den jare 1794 voor rekening van comparant te hebben gebouwd.





researcher/datum research: ML / 280510

Naam JONGE JAN
Archiefinstelling Stadsarchief Rotterdam
Jaar 1818
Toegang 1.01
Inventaris 2520

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.130 __________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: de JONGE JAN

Plaats en datum acte verklaring van bouw, Delfshaven, 28 maart 1814

Soort schip hoeker

Bouwwerf / verkoper Hendrik de Hoog, meester-scheepstimmerman te Delfshaven

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Pieter Kruijff Jr.

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang over stevens 70 voet, breed 17 voet 9 duim,
hol 10 voet 6 duim

Kiellegging

Tewaterlating 1794

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 14 december 1818

Nummer van registratie deel 5, folio 65, recto, vak 7

Notaris W. van Ling, president gemeentebestuur van Delfshaven, 2 april 1814

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: verklaring van bouw door H. de Hoog voor P. Kruijff Jr. in het jaar 1794
(het schip was in 1814 nog als JONGE JAN eigendom van Pieter Kruijff Jr.)






Researcher/datum research ML/241106

Naam JONGE JAN (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1821
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.115
DVD - XXXI – 132-II 103-104
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip JONGE JAN

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 3 december 1823

type schip hoeker

bouwwerf/verkoper P. Kruyff Jn., koopman te Rotterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jean Lambert Michiels, 1/3 part, Jan Schouten 1/3 part en Petrus Joannes Stuyck en Jean Cornelis Claes, handelende onder de firma P. Stuyck & Claes, 1/3e part, allen kooplieden te Antwerpen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen 18,90 x 4,05 x 2,60 meter (meetbrief Delfshaven 5 januari 1822)

kiellegging

tewaterlating 1818 (zie opmerking)

plaats / datum registratie Rotterdam, 4 december 1823

nummer van registratie deel 10 folio 152 recto vak 5 tot folio 153 recto vak 7

notaris via makelaar Frederik Van Dam, Rotterdam

prijs NLG. 3.500,-

bijzonderheden ligt te Delfshaven
gebouwd door Hendrik De Hoog, scheepstimmerman te Delfshaven voor rekening van P. Kruyff Jn. te Rotterdam, waarvan bijlbrief d.d. 28 maart 1818 is afgegeven. (opm: volgens AD is het schip al in 1814 gebouwd)


researcher/datum research: AD/020409

Naam JONGE JAN
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1823
Toegang 512.0044
Inventaris 132

GRONINGER ARCHIEVEN Appingedam 143.265.051a
IMGP 9811 / 9812

CERTIFICAAT

De ontvanger der In- & Uitgaande Rechten en Accijnzen te Delfzijl certificeert bij deze terug genomen te hebben uit handen van de heer P.J. Vos, scheepscorrespondent alhier, een zeebrief afgegeven te ’s Gravenhage den 23 april 1829 (Reg.nr. 238, fol. 60) voor het Nederlands galjootschip, genaamd TRITON, gevoerd door H. Knudsen, welk schip bij verkoop is overgedragen aan de schipper Harmannus Krak c.s. te Veendam en de naam zal voeren van DE JUFFER CLARA.
Aldus afgegeven te Delfzijl, den 11 augustus 1830. De Ontvanger.

Vorenstaande aan ons geëxhibeerd door de heer Pieter Jans Vos, commissionair te Delfzijl woonachtig, den 28 augustus 1830. De Griffier ad interim.

Het schip is nu verkocht als hoeker en kreeg in april 1829 nog de omschrijving galjoot.




Researcher/datum research: JDvdB / 180813

Naam JUFFER CLARA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1830
Toegang 143
Inventaris 265

GRONINGER ARCHIEVEN Appingedam 143.265.051
IMGP 9807 / 9808 / 9809 / 9810 / 9811

ACTE KOOP / VERKOOP

Naam schip TRITON

Plaats en datum acte Publieke verkoping, Delfzijl, 26 juli 1830

Type schip hoekerschip

Bouwwerf/verkoper P. Stuyk en Claes te Antwerpen (machtiging verleend aan
Pieter Jans Vos, commissionair te Delfzijl)

Eigenaar/aankoper Harmannus Krak, stuurman te Veendam

Grootte in tonnen/ lasten 102 tonnen

Plaats / datum registratie Appingedam, 3 augustus 1830

Nummer van registratie deel 20, folio 88, verso, vak 1, 2 en 3

Notaris Mr. Synco Reijnders, openbaar notaris te Delfzijl

Prijs NLG 1.560,80

Bijzonderheden:

Het betreft een zeer uitgebreide publieke verkoping waarbij schip en inventaris eerst per kavel
(bij kavelingen) en naderhand in zijn totaal (in massa) wordt geveild.
De eerste ronde brengt op NLG 1436,80 en de tweede NLG 1560,80.
De tweede ronde wordt aldus toegewezen.
Het is opvallend dat de inventaris, beginnend met alle gereedschappen, vervolgens het kommaliewant – theepot, koffiepot, messen en vorken in 6-voud, tinnen lepels, etc. -, vervolgens bootsmanspullen – teerputs, harpuis, pikpot, ruimladder en stormladder, etc.-, vervolgens gaffel, jagerstok, etc. – en eindigend met de etensvoorraad - 10 stukken vlees, een zak met witte bonen en, tenslotte, een zak met een partij groene erwten grof.
Uit alles blijkt dat dhr. P.J. Vos de regie strak in handen heeft. Toch staat ergens in de tekst de zin: nadat de requirant had gedeclareerd over deze jare (lees: dit jaar) als commissionair nog geen patent te hebben ontvangen, maar ter bekoming van hetzelve zich behoorlijk te hebben aangegeven overgegaan is….. dan volgt de procedure van de veiling.
Er bestaat een meetbrief van het schip welke is afgegeven te Rotterdam d.d. 12 juni 1828, zonder verdere details.
Tijdens de verkoop ligt het schip in de haven van Delfzijl …en is laatstelijk bevaren geweest door den kapitein Matthias Knudsen.

31.08.1830 Eerste (gecorrigeerd in nieuwe) zeebrief voor de JUFFER CLARA, aangevraagd door P.J. Vos, Delfzijl voor H. Krak.

Researcher/datum research: JDvdB / 180813



Naam JUFFER CLARA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1830
Toegang 143
Inventaris 265