Inloggen
Gezagvoerder

Krak, Pieter

Naam: Krak, Pieter
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JONGE JAN 1794 Hoeker Sailing Vessel 11195 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Pieter Krak werd gedoopt te Veendam 22 februari 1804 als zoon van de apothekar Gerhardus Harmannus Krak en Grietje Egges Kleve.

Hij trouwde op 02 januari 1828 te Veendam als zeeman met Rena/Reina Everts Hoveling, geboren te Veendam  09 deccember 1806 als dochter van de schipper Evert Eppes Hoveling en Hindrikjen Geerts Oortjes. Rena hertrouwde op 21 november 1839 te Veendam met de landbouwer Hindrik Daniels Kotter. Reina overleed op 17 december 1883 te Zuidwending gem. Veendam, 77 jaar, weduwe.

Pieter verdronk in de nacht van 22 op 23  oktober 1834 aan boord van de galjoot “Jufvrouw Klara”. Het schip lag voor anker op het buitenstrand bij Ameland en is in de storm vergaan, waarbij de bemanning is omgekomen.

De weduwe Reina Everts Hoveling wilde na enige jaren opnieuw huwen, en liet het overlijden van kapt. P. Krak gerechtelijk vastleggen. Aan de documenten gedeponeerd bij acte 104/1837 in het overlijdens register Veendam wordt het onderstaande ontleend:

(overlijdensregister Veendam 1837, nr.104)

 

‘overwegende dat uit voor bovengemeld Vredegeregt [kanton Holwert, Prov. Vrieslandt] afgelegde en bevestigde verklaringen van getuigen regtens genoegzaam blijkt, “…dat in den morgen van den 23 oktober 1834 op het buitenstrand van Ameland het onderst boven, en ontramponeerd is komen aandrijven het galjootschip JUFVROUW KLARA, blijkende voor anker te hebben gelegen, - volgens de gevonden papieren te huis behoorende te Delfzijl en gevoerd door kapitein Pieter Krak, van Veendam, en als stuurman Jan Evert Zoutman, mede van Veendam, komende met eene lading hout van Ooster Risoer, in Noorwegen, en gedestineerd naar Delfzijl, en dat alzoo, vermits er niemand van de equipagie heeft kunnen worden gered, de genoemde kapitein en stuurman, met de overige manschappen in de zee, voor het bovengemelde Amelandsche strand zijn omgekomen, terwijl in die dagen wel lijken zijn aangespoeld, die echter reeds onherkenbaar, en buitendien onbekend waren…”

(overlijdensregister Veendam 1837, nr.104)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Kracke was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 16 in de periode1833-1837

 

De schepen van de kapitein

Galjoot Jufvrouw Klara/Juffer Clara.

 

In een lijst van verloren gegane schepen in 1835 in een lijst van Gedeputeerder Staten van Groningen staat de kof Juffer Clara onder kapitein Pieter Krak. De 6 koppige bemanning is verdronken.

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 04 november 1834114

Ameland, 26 oktober. Ook in den jongste stormen hebben alhier vele ongelukken plaats gehad. Zo is in de nacht van de 18e op de 19e dezer, in de Buitengronden van dit eiland verongelukt de Franse haringvisser No. 79, waarschijnlijk genaamd EDUARD en te huis behorende te Fécamp; de gehele equipage is daarbij, voor zo veel men kan nagaan omgekomen; acht lijken zijn uit het wrak opgevist en behoorlijk ter aarde besteld.

In de nacht van de 23e op de 24e daaraanvolgende strandde het Pruisische brikschip AUGUSTA, kapt. Ludwig Swell, met houtwaren, lijnzaad en veren, van Memel naar Londen bestemd; de equipage uit elf man bestaande, is gered en met het bergen der lading en tuigage is men druk bezig, doch het schip zal weg zijn.

In den late avond van de 24e daarop, strandde het Deens sloepschip de FEM SÖDSKEDAM (opm: FEM SODSKENDE), kapt. Hans Hanzen, met garst van Denemarken naar Londen bestemd; te middernacht kreeg men kennis van deze stranding, de reddingboot werd toen naar de strandingplaats gebracht, doch kon door de hoge branding niet in zee komen, terwijl men door de duisternis en regen ook geen leven op het schip kon ontdekken. Zekere Thomas B. Roep van hier, gelukte het, na onderscheidene vruchteloze pogingen, eindelijk, niettegenstaande de hoge brandingen, met een paard al zwemmende, zo nabij het schip te komen, dat hij de in het want zittende en om hulp roepende equipage ontdekte, waarop het, op aanmoediging en belofte van beloning van de heer grietman en assessor Scheltema, aan de even te voren aangekomen S.R. Brouwer, S.G. Hannema, J.C. Kolmer en H.L. Wagenaar, gelukte de boot in zee te krijgen, en de kapitein, stuurman en twee matrozen in een jammerlijke toestand aan wal te brengen, hebbende deze sedert de vorige avond negen uren in het want gezeten en met slingerende mast telkens onder water bedolven geweest; zijnde de kajuitswachter en een matroos over boord geslagen en verdronken. Van schip, lading en tuigage heeft men niets kunnen bergen.

 

In denzelfden nacht dreef omgekeerd op strand het hol van een kofschip, beladen met Noordse houtwaren, van welke equipage, herkomst of bestemming, men nog niets heeft ontdekt; verders zijn nog op strand gevonden twee bootjes waarop met vergulde letteren stond geschreven de JUFFER CLARA.

 

(opm. Hydro. Dienst: Wrak nummer 503, FEM SODSKENDE. Wrak nummer 511 de JUFFER CLARA, galjoot, Nederlands, kapt. P. Krak, lading hout. Wrak nummer 452 L’EDUARD DE FÉCAMP, logger. Wrak nummer 432, AUGUSTA, bark. )

 

Provinciale Groninger Courant 11 november 1834114

Een mastloos, tweemast galjoot of kof met Noors hout is volgens brief van Harlingen van 3 november, zonder volk op Ameland gestrand, ingevolge twee daarbij aangedreven naambordjes, genaamd de JUFFER CLARA, kapt. P. Krak (opm: in het overzicht van het Delfzijler Zeemanscollege DE VEREENIGING door S. Parma aangehaald als kapt. H. Kracke, geen schepen bekend), van Osterrisoer naar Delfzijl. Nog mede was aldaar aangespoeld een opgedoekte blauwe signaalvlag met een rode en een witte hoek, met No.16, zijnde waarschijnlijk de Collegievlag van Delfzijl en wel als zijnde die van bovengenoemde kapt. Krak. Nog heeft men in het schip gevonden een stuk hout, waarop S.H. Bok 1833.