|
Harlingen. Den 21 mei binnen gekomen het sloepschip SWIFT, kapt. William Barfield, met ballast van Londen.
Den 22 dito binnen gekomen het schonerschip VIOLET, kapt. Daniel Charroson, met ballast van Londen; de smakschepen ELISABETH, kapt. Jacob C. Scherpbier, en de GOEDE INTENTIE, kapt. Teke J. van der Veer, beide ledig van Amsterdam. Uitgezeild het galjasschip WILHELMINA, kapt. Johann Jonas, met ballast naar Archangel.
Den 23 dito binnen gekomen het schonerschip HOPE, kapt. Enos Page met ballast van Londen.
Den 24 dito binnen gekomen het smakschip de VRIENDSCHAP, kapt. J.H. Schipper, met zout van Liverpool. Uitgezeild het schonerschip MARTHA, kapt. Jens Larssen, het kofschip de VROUW IKINA, kapt. G.J. Posthuma, en het smakschip de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smith, alle met ballast naar Noorwegen.
Den 26 dito uitgezeild het schonerschip CORONATION, kapt. W. Wotton en het sloepschip ATALANTE, kapt. James Byrne, beide met boter naar Londen, het galjasschip NOORDSTERN, kapt. M.O. Rod, en het schonerschip ELIZA, kapt. Andreas Terman, beide met ballast naar Noorwegen.
Den 27 dito binnen gekomen het schonerschip VICTORY, kapt. Robert Cubit, met ballast van Londen. Uitgezeild de smakschepen de VIJF GEZUSTERS, kapt. Popke E. de Jonge, de VROUW HILLEGINA, kapt. Harm Kleeve, en het kofschip de VROUW ELISABETH, kapt. Jan J. Arends, alle met ballast naar Noorwegen; de tjalkschepen de VROUW ALIDA, kapt. H.J. Kruse, en WILHELMINA, kapt. Dirk J. de Jong, beide met pannen en steen naar Hamburg; de kofschepen ANNA CATHARINA, kapt. Broer R. de Vries, en de JONGE CORNELIS, kapt. Harm H. Koster, beide met ballast naar Noorwegen; de smakschepen ALLEGONDA HILLEGINA, kapt. H.E. Kuileman (opm: kapt. Egge Everts Kuilema), de VROUW ELISABETH, kapt. Jacob M. Scherpbier, DIANA, kapt. M. Stuit, alle met ballast op avontuur; het kofschip HET GEDULD, ledigscheeps naar Karolinerzijl (opm: Carolinensiel).
Den 28 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW GEZINA, kapt. Christ. Fokkes Taaij, met zout van Liverpool; het schonerschip SARAH, kapt. H. Clarck, met ballast van Londen. Uitgezeild het smakschip de JONGE DANIEL, kapt. Hendrik J. Oortjes; de tjalkschepen de VROUW MARGINA (opm: smak), kapt. Daniel J. Oortjes, en de VROUW FENEGINA, kapt. Arend C. Ruiten (opm: kof VROUW FENNEGINA, kapt. Arend Christiaan Ruiten), alle met ballast naar Noorwegen.
De 29 dito, met verlies van mast terug gekomen het sloepschip ATALANTE, kapt. James Byrne, met boter van hier naar Londen (opm: zie RC 010622); het smakschip IKKA (opm: VROUW IJKA), kapt. J.H. Oortjes ledig van Amsterdam.
Den 30 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Thomas Yzenback, met zout, potas en geelhout van Liverpool; het brikschip NORGE, kapt. Soren A. Giertzen, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, EENDRACHT, kapt. K.J. Doijer (opm: kapt. K.J. Dooijes), en het kofschip EENDRACHT, kapt. C.M. de Jong, alle met ballast naar Noorwegen; het sloepschip UNION, kapt. John Davey, met huiden naar Londen; het kofschip de VROUW ANNA, kapt. Pieter C. Piebes, met ballast naar Riga; het sloepschip SWIFT, kapt. William Barfield, met boter naar Londen.
Den 31 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW CATHARINA, kapt. A.C. Pot, en het kofschip de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergans (opm: Hergens, mogelijk Pieter Jacob), beide met hout van Noorwegen; het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Hein Harmens, en het smakschip de VROUW WIETSKE, kapt. J.J. Kiers, beide ledig van Amsterdam. Uitgezeild de kofschepen ALIDA CLAZINA, kapt. E.L. Tiktak, en HOOP EN VREES, kapt. Y.F. Piebes, beide met ballast op avontuur.
Den 2 juni binnen gekomen het kofschip de JONGE JAN, kapt. Jan C. Bart en het smakschip VRIENDSCHAP, kapt. P.E. Boer, beide met hout van Noorwegen. Uitgezeild de schonerschepen HOPE, kapt. Enos Page, en VIOLET, kapt. Daniel Charresin, met boter enz. naar Londen; het kofschip de JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, met ballast op avontuur.
|