|
Harlingen. Binnengekomen: Den 16 september, het kofschip CONCORDIA, kapt. I.A. Keun en het smakschip CATHARINA, kapt. N.I. Boomgaard, beide met hout van Noorwegen; het kofschip IDA ALEIDA, kapt. O.J. Woldring, met hout van Dantzig; het kofschip JACOBA, kapt. E.M. de Jonge, met zout van Liverpool.
Den 17 dito, het tjalkschip HOFFNUNG, kapt. I. Dahlder, ledig van Amsterdam.
Den 18 dito, het smakschip TWEE BROEDERS, kapt. H. Luken en het tjalkschip TWEE BROEDERS, kapt. B.H. van der Werff, beide met hout van Noorwegen; het kofschip JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, met zout van Liverpool; het smakschip de VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jong, met hout van Dantzig; het kofschip PETRONELLA, kapt. I.A. Schuring, met teer van Stockholm.
Den 19 dito, het schoenerschip ORWELL, kapt. R. Cubitt, met ballast van Londen.
Den 20 dito, het kofschip VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Kuper, met hout van Noorwegen; het schoenerschip SPECULATIONEN, kapt. N.M. Lindegaard, met suiker van Brazilië.
Uitgezeild: Den 15 september, de schoenerschepen FLORA, kapt. J. Mauldon, en HOPE, kapt. W. Cousins, beide met boter naar Londen; het tjalkschip de VROUW MARIA, kapt. J.H. Aden, met granen naar Duinkerken; het kofschip AURICH, kapt. J.C. Ebeling, en het smakschip de VROUW ELISABETH, kapt. J. Cappen, beide met ballast op avontuur.
Den 16 dito, het kofschip CATHARINA, kapt. H. Heeren, en het sloepschip DIANA, kapt. J. Oestman, beide met ballast op avontuur.
Den 17 dito, het kofschip EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, met ballast op avontuur.
Den 18 dito, de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, en de smakschepen ALIDA, kapt. H.B. Drok, en JELTINA, kapt. L.P. de Vreede, alle vier met ballast op avontuur.
Den 19 dito, het kofschip AURORA, kapt. L.B. Janssen, met ballast naar Weener.
Den 20 dito, het brikschip WILHELM FREDRIK, kapt. H. Sundby, met ballast naar Noorwegen.
Den 21 dito, het kofschip de JONGE SIMON, kapt. A. Sluik, met ballast op avontuur.
|