|
Harlingen. Binnengekomen: den 23 september het schoenerschip FAME, kapt. W. Barfield, van Londen. Den 24 dito het schoenerschip LIVELY, kapt. S.H. Finch, van Londen. Den 28 dito het kofschip IJPEUS, kapt. H.H. de Weerd jr, van Droback, het galjootschip ENIGHEDEN, kapt. C. Lie, van Holmstrand, het kofschip MARGARETHA, kapt. T.K. Mulder, van Droback. Den 29 dito het kofschip GEZIENA, kapt. B.A. Visser, van Laurvig. Den 30 dito het brikschip HAABETS ANKER, kapt. C. Haagensen, van Droback, het galjasschip de KLEINE STEPHAN, kapt. J. Gall, van Riga, het kofschip de HOOP, kapt. S.E. Scherpbier, van Stettin (opm: Szczecin). Den 1 oktober de kofschepen WILLEM, kapt. J.J. de Boer, van Holmstrand en de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart, van Oudsoen, het smakschip de HOOP, kapt. L.S. de Vries, van Petersburg, het schoenerschip MONARCH, kapt. Jos. Manning, van Londen. Den 2 dito de kofschepen de JONGE ANNA, kapt. H.J. Hubert, van Droback, EGBERTUS, kapt. K.H. Bakker, van Holmstrand, MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, van Drammen en ANTINA, kapt. R.J. Schuring, van Stettin. Den 4 dito het galjasschip DIE TAUBE, kapt. J. Hinzman, het brikschip ERNST & JULIE, kapt. J.H. Voss, en het galjasschip MAGDALENA, kapt. C. Konaw, alle drie van Riga, het schoenerschip ORWELL, kapt. J. Hall, van Londen, het kofschip ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand. Den 5 dito de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth en VROUW ANTJE, kapt. W.J. de Grooth, beide van Christiaansand, het galjasschip SIRIUS, kapt. P. Fretwurst, van Riga. Den 6 dito het kofschip MARTHA ALIDA, kapt. K.H. Plukker, van Sunderland. Uitgezeild: den 23 september het kofschip JOHANNES, kapt. A. Sluik jr, naar de Oostzee, het smakschip de BUITENWERF, kapt. A. Rozema, naar Noorwegen. De 24 dito het kofschip de HUNSE, kapt. H.J. Ketelaar, naar Noorwegen, het smakschip de VROUW JANTJE, kapt. J.E. Scherpbier, naar Newcastle. Den 26 dito het kofschip VREEDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts, op avontuur, het brikschip ANNETTE, kapt. C.F. Maass, naar de Oostzee, de kofschepen GEERDINA, kapt. G.E. Boer, naar Memel en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, naar Noorwegen. Den 27 dito het tjalkschip de OOSTERLING, kapt. B. Obbes en het smakschip SICCOLINA HOLTES (opm: SIKKELINA HOOITES), kapt. G.T. de Jong, beide op avontuur, de kofschepen JAN FREERK, kapt. G.H. Smit en de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, beide naar Noorwegen, de schoenerschepen UNION. Kapt. H.B. Disneij en FAME, kapt. W. Barfield, beide naar Londen, het kofschip ILMINA, kapt. J.H. Buss, naar Hamburg. Den 28 dito de kofschepen ELIZABETH MARIA, kapt. J.A. Keun, naar Noorwegen, COURIER, kapt. J.E. Schultze, naar Schotland en GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, naar Noorwegen. Den 1 oktober de kofschepen HENDRIKUS, kapt. J.H. Wildeman, op avontuur, JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok en het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, beide naar Noorwegen. Den 2 dito het brikschip ALEXANDRINE, kapt. C.K. Vagt, naar Wismar, het kofschip HARLINGEN, kapt. J.J. Dijk, naar Noorwegen. Den 3 dito het kofschip ANNA ALIDA, kapt. G.J. Kortrijk, op avontuur. Den 4 dito het tjalkschip VROUW BARBARA, kapt. R.J. Jonker, naar Hamburg. Den 5 dito de schoenerschepen LIVELY, kapt. S.H. Finch en MONARCH, kapt. Jos. Manning, beide naar Londen.
|