|
Harlingen. Binnengekomen: den 13 mei het schoenerschip HOPE, kapt. W. Barfield, van Londen. Den 14 dito het kofschip de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, van Christiaansand, het schoenerschip SARAH & HELEN, kapt. J. Atkins, van Newcastle. Den 15 dito het schoenerschip FRIENDS, kapt. J. Manning, van Londen, de kofschepen de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, van Droback, MARTHA ALIDA, kapt. K.H. Plukker, van Sunderland, en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, van Christiaansand, het schoenerschip UNION, kapt. H.B. Disneij, van Londen, het kofschip GEZINA JOHANNA, kapt. H.W. Lukens, van Oostrisoer. Den 16 dito het kofschip COURIER, kapt. N.M. Lindegaard, van Hull, het smakschip de VERWAGTING, kapt. J. Eilers, van Oudsoen. Den 17 dito de kofschepen ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth en EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga, beide van Christiaansand. Den 19 dito de kofschepen LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl, van Drodack, IJPEUS, kapt. H. de Weerd jr, van Holmstrand en de HUNSE, kapt. H.J. Ketelaar, van Droback. Den 21 dito het schoenerschip FLORA, kapt. J. Manning, van Londen. Den 22 dito het schoenerschip LIVELY, kapt. S.H. Finch, van Londen. Den 23 dito het barkschip JÖMFRAU MARIA, kapt. J.J. Giersoe, van Holmstrand. Den 24 dito de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, de JONGE JAN, kapt. J.K. Bart, beide van Oostrisoer, GEERTRUIDA HENDRIKA, kapt. E.R. Zoutman, van Stockton. Den 26 dito de kofschepen MARGARETHA, kapt. K.F. Harding, van Oostrisoer en ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhof, van Droback. Uitgezeild: den 12 mei het kofschip JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, naar Noorwegen. Den 13 dito het kofschip H.Z, kapt. S.K. de Vries, naar Havannah, de schoenerschepen NORTHAM, kapt. D. Charrosin, en ORWELL, kapt. R. Cubith, beide naar Londen, het brikschip HAABETS ANKER, kapt. C. Haagensen, naar Droback. Den 16 dito het schoenerschip MARY & ROSE, kapt. A. Reach, naar Schotland. Den 17 dito de kofschepen de VROUW JANTINA, kapt. H.H. de Weerd, CONCORDIA, kapt. H.B. Drok en de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, alle drie naar Noorwegen, het everschip DER JUNGE HELDENMUTH, kapt. D. Stemmer naar Hamburg. Den 18 dito de kofschepen de JONGE BARENT, kapt. B.R. van Wijk, WILLEM, kapt. H.W. Kiers en het schoenerschip MINERVA, kapt. L. Ellessen, alle drie naar Noorwegen; de schoenerschepen HOPE, kapt. W. Cousins, SARAH & HELEN, kapt. J. Atkins, naar Schotland, het everschip EMANUEL, kapt. N. Reekman, naar Hamburg. Den 20 dito de kofschepen ELISABETH MARIA, kapt. J.A. Keun en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, beide naar Noorwegen. Den 21 dito de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. K.J. Klazen, op avontuur, de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, naar Noorwegen, COURIER, kapt. N.M. Lindegaard, naar Schotland en de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, naar Noorwegen. Den 24 dito het kofschip IJPEUS, kapt. H. de Weerdt, jr, naar Noorwegen. Den 25 dito de schoenerschepen FRIENDS, kapt. J. Manning en UNION, kapt. H.B. Disneij, beide naar Londen. Den 26 dito het kofschip EIZO DE WENDT, kapt. W.G. Hellinga naar Noorwegen.
|