|
Batavia, 15 september. De 12e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark JOHANNES MARINUS, kapt. J. van Delft, vertrokken van Rotterdam de 31e mei, en dito schip GERARDUS JACOBUS, kapt. H.B.C.H. Ruijsch, vertrokken van dito de 22e mei. De 14e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark SIRIUS, kapt. H. Mulder, vertrokken van Amsterdam de 31e mei, de dito dito SUMATRA, kapt. H. Veltman, met een passagier, vertrokken van Calcutta de 4e augustus, het dito schip VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchere, met een aantal passagiers, waaronder zich bevond de heer P. Landberg en familie, vertrokken van Rotterdam de 11e juni, en de dito bark PLANCIUS, kapt. S.J. Rotgans, vertrokken van Amsterdam de 3e juni. (opm: P. Landberg, oud-gezagvoerder, vestigde zich te Batavia om daar een scheepsagentschap, cargadoorsbedrijf en rederij te vestigen) De 15e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark TERNATE, kapt. S. van de Koppel, met een passagiers, vertrokken van Rotterdam de 1e juni, de dito dito HELENA CHRISTINA, kapt. L. Visser, met drie passagiers, vertrokken van Rotterdam de 29e mei, de dito dito JONGE JAN, kapt. R.A. Tange, van Rotterdam vertrokken de 7e juni, het dito schip OSIRIS, kapt. G.J. Stam de Jonge, van Amsterdam vertrokken de 11e juni, het dito schip HENDRIKA, kapt. J. Admiraal, met een aantal passagiers, vertrokken van Rotterdam de 11e juni, het dito dito WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Poppen, vertrokken van Rotterdam de 10e juni, het dito dito PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, vertrokken van Rotterdam de 21e juni, het dito dito PIETER CORNELISZOON HOOFT, kapt. D.H. de Boer, vertrokken van Rotterdam de 26e mei, het dito dito HENDRIK JAN, kapt. P. Wap, vertrokken van Rotterdam de 22e mei, het dito dito JOHANNA CORNELIA, kapt. M. Kaleshoek, vertrokken van Rotterdam de 10e juni, het dito dito THERESIA, kapt. M.A. Smits, vertrokken van Rotterdam de 27e mei, het dito dito DRIE VRIENDEN, kapt. G.H. Ruhaak, vertrokken van Rotterdam de 15e juni, het dito dito MENADO, kapt. R.J. Rijken, met enige passagiers, vertrokken van Rotterdam de 25e mei, het dito dito DELTA, kapt. G. Crans, vertrokken van Ddrdrecht de 28e mei, het dito dito JOHANNA, kapt. J.H. Schipper, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 30 mei, het dito dito NEHALENNIA, kapt. D.J. Bart, vertrokken van Amsterdam de 31e mei, het dito dito GEERTRUIDA, kapt. G. Blom, vertrokken van Amsterdam de 3e juni, het dito dito STAD UTRECHT, kapt. F.P.IJ. Jaski, met een passagier en Zr.Ms. troepen, vertrokken van Amsterdam de 22e mei, en het dito dito MINERVA, kapt. J.A. van Boven, vertrokken van Middelburg de 22e mei.
|