|
Advertentie. De 25e maart 1856, ten verzoeke van Hindrik Pieters Pot, Fredrik Heerlijn, Hindrik Jans Kip, Klaas Bronsema, Johannes Roelf Hunt, Adam Monster, Arnoldus Hoppels, Andries Larooy, Berend Ridderbos en Menne Kuipers, zeelieden, wonende te Delfzijl, Kars van Komen en Roelof Dijkema, zeelieden, wonende te Farmsum, Harm Ernst Sleepboom en Hidde Ernst Sleepboom, zeelieden, wonende te Borkum, heb ik Bronno de Haan, deurwaarder bij het Provinciaal Gerechtshof te Groningen, betekend aan Feitze Ottes Heida, scheepskapitein, bevaren hebbende het smakschip de ONDERNEMING, hebbende geen bekende woonplaats in het Koninkrijk der Nederlanden, het arrest, op de 11e maart 1856 aan de geinsinueerde bij verstek gewezen, waarbij aan mijn requiranten voor schadevergoeding wegens bergloon is toegekend een som van NLG 750,-. Getekend, B. de Haan, deurwaarder (opm: sterk bekort)
|