|
Tonningen (opm: Tönning), 17 januari. De Nederlandse schepen ROELINA, kapt. Rosenbeck; AUKJE GEPKELINA, kapt. Duintjer; IDA, kapt.Gerdes; EMANUEL, kapt. Bloem; MARIA JANNA JACOBA BERENDINA, kapt. v.d. Veen; LAMMECHINA, kapt. Koops; CORNELIA BECKMAN en JOHANNES, kapt. Elsingh, liggen hier voor de haven in het ijs. Dezelve waren respectievelijk 15 en 16 dezer gezeild, doch kwamen ten gevolge van ijsgang terug. Wanneer de oostwind aanhoudt, dan kan de toestand dezer schepen gevaarlijk worden, dewijl er dan te weinig water zal zijn om ze in zekerheid te brengen. De Eider drijft vol ijs, en het is te vrezen dat zulks in de aanstaande nacht nog zal toenemen. De Nederlandse schepen ONDERNEMING, kapt. Lever; ANNECHINA, kapt. Emmelkamp; VREDE, kapt. Hazelhoff; ANNETTE CATHALINA, kapt. Kramer; CASTOR & POLLUX, kapt. De Vries; REGINA HILLECHINA, kapt. Scholten; CATHARINA, kapt. Drok; JOH. HERMANUS, kapt. Boekhout; GEZINA, kapt. Klooster; VROUW JANNSKE, kapt. Visser; ANNECHINA, kapt. Van Laten en TWEELINGEN, kapt. Schoemaker, die mede gemeld, doch wegens ijs geretourneerd zijn, liggen hier in de haven. Wegens averij en verhitte lading hebben alhier gelost en liggen nog in de haven de Nederlandse schepen JOHANNES, kapt. Gronenberg; ANTHONIA FRANCISCA kapt. Gust en KLASINA MARIA, kapt. Douwes.
|