|
Hellevoetsluis, 10 januari. De schepen, welke door de vorst verhinderd zijn hun respectievelijke reizen te vervolgen, zijn: HENDRIKA, kapt. T.H. Plukker; RICHARD COWLE, kapt. B.A. Kalf; FRANZISKA, kapt. C. Hamann; FENNECHINA, kapt. L.H. Puister; AGNARIUS, kapt. G.D. Douwes; CATHARINA TYPKENS, kapt. G.M. Menkema; CHARLOTTE, kapt. A.P. Ronning; ANNA, kapt. P.A. Kleinenberg; AMALIA, kapt. J.P. Alroe; VICTOR, kapt. J.C. Bergstrom; ARGO, kapt. H. Lenger, allen naar Schiedam. WILLEM III, kapt. C. v.d. Burg; BERNARDUS, kapt. B.M. Olthaus; ANDREAS, kapt. E.W. Haggblum; PHOENIX, kapt. J. Bolwien; JOY’S, kapt. R. Shapman; BRANCH, kapt. D. Galloway; GEZINA, kapt. J.G. Postema; JOHANNA ELISABETH, kapt. W.J. Bakker; HARMONIE, kapt. H.J. Zegelken; JONGE JAN, kapt. A. Hoogstraten; MARIA ADRIANA, kapt. C. Ouwehand; MARIE JEANNETTE, kapt. R.H. Barrels; RUDOLF, kapt. M.A. Walison; DUPING, kapt. J. Warboys; ALPHA, kapt. A.J. Zijl; ROTTERDAM, kapt. R. Mercer; PORT DUNDAS, kapt. H. McLaren; JOHANNES HERMANUS, kapt. J.E. Boekhout; SCHOONDERLOO, kapt. J.M. Marmelstein; l’ÉTÉ, kapt. J.G. Radenack; MARACAIBO, kapt. C. Ouwehand; HERMANUS, kapt. J.H. Hazewinkel; PICTURA, kapt. R.J. Scholten; PANTALON, kapt. M. Remmers, allen naar Rotterdam. FRONS DEACK, kapt. J.T. Borg; ADRIANA, kapt. J. Stoorvogel; GEERTRUIDA, kapt. J.R. Tunteler; IDA BERENDINA, kapt. J.L. Hensema; JEANNE AGATHA, kapt. T. Jager, allen naar Dordrecht. JONGE JACOBUS, kapt. P. van Rijn; DE MAAS, kapt. G.C. Bagges; THETIS, kapt. W. de Zeeuw Bagges, allen naar Vlaardingen. EENDRAGT, kapt. J.D. Douwes, naar Dantzig (opm: Gdansk). ARDINA, kapt. T. v.d. Borden, zonder bestemming.
|