|
Uit Schiermonnikoog wordt ons d.d. 19 januari gemeld. Gisterenmiddag te 4 uur werd van de lichttorens gemeld dat er een schip was gestrand. Terstond na dit bericht, verenigde zich de zeevarenden en andere ingezetenen des eilands, ten einde onverwijld, ondanks de hevige koude en geweldige sneeuwjacht, alle mogelijke pogingen ter redding aan te wenden. Daar het naar hun gevoelen te lang zou aanhouden, de nodige paarden te bekomen en gereed te hebben, om de reddingboot uit het dorp naar het strand te brengen, namen zij zelf dit zeer moeilijk werk waar, trokken de wagen, waarop die boot was geplaatst, door de sneeuwhopen, hier en daar zelfs sneeuwbergen, en mochten ook, met vereende krachten en onbezweken moed, alle hinderpalen overwinnen – en het strand en het schip bereiken. Aan boord wed echter niemand gevonden. De slaapsteden waren van het zogenaamde kooigoed ontbloot, ook de kisten der equipage, kleding, proviand, scheepspapieren enz., enz., verdwenen Het schip bleek te zijn de kof HOMMO BURINGH, kapt. Westenborg, van Christiania, waarvan de opvarenden werden gered, zoals reeds vroeger door ons is medegedeeld.
|